Maleisch — Hollandsch — Atjehsche woordenlijst [PDF]

  • Commentary
  • 1658589
  • 0 0 0
  • Gefällt Ihnen dieses papier und der download? Sie können Ihre eigene PDF-Datei in wenigen Minuten kostenlos online veröffentlichen! Anmelden
Datei wird geladen, bitte warten...
Zitiervorschau

^P""^

MALEISCH — HOLLANDSCH - ATJEHSCHE

WOORDENLIJST.

9)'f ƒ . MALEISCH - HOILAKDSCH -ATJEHSCHE

WOORDENLIJST, DOOR

P. A E R I E N S , OOST-INDISCH OP

HET

AMUTENAAR MET VERLOF, JU1HEAU VAN

LAATSTELIJK

DEN GOUVERNEUR

KOMMIES

VAN ATJEH EN

ONDERIIOORIGHEDEN TE KOTTA RADJA (GROOT-ATJEIl).

AMSTERDAM. — J. H. DE BUSSY. 1880.

?g^

IIOEKDKUKKERIJ VAN E. J. MULL, TE LEIDEN.

VOORWOORD.

Met de zamenstelling van dit werkje heb ik gemeend aan een sedert lang gevoelde behoefte eenigszins te voldoen. Of ik daarin geslaagd ben, zal de tijd moeten leeren. Een wetenschappelijke of geleerde arbeid is mijn geschrift niet; het bevat slechts eene getrouwe opteekening van woorden, die ik gedurende mijn bijna vierjarig verblijf te Kotta Kadja (Groot-Atjeh), met gebruikmaking van de mij door bekwame Atjehers verstrekte gegevens, heb bijeenverzameld. Vergis ik mij niet, dan is een werkje als dit op het gebied der Atjehsclie taal, met uitzondering van een 200tal

'J

VOORWOORD.

woorden, uitgegeven door het Bataviasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, de eersteling. Hoe gebrekkig dan ook zamengesteld, hoop ik, dat het leiden moge tot eene betere kennis van de taal van een land, waar sedert zeven jaar de Nederlandsche driekleur wappert. AMSTERDAM, 7 Mei

1880.

VERKLARING DER TEEKENS.

De e met een

' heeft de klank van de e in bet woord pen.



e





' als de eerste e in het woord leven.



e





' is kort, zooals in het woord de.

„ o





° is evenzoo kort, zooals in het woord kok.

Een " boven een woord maakt dat het lang moet uitgesproken worden.

A. Maleisch. Abang Aboe Abis Ada

Hollandsch.

Atjehsch.

ouderbroeder asch

gagoe, abang Abèf

gedaan, op bezitten

Abis Na

> *~-A

» » » »

artinja baik banjak betoel

beteekenen wèl varen voorzien zijn openhartig zijn

Na gêtf*""" Na lèh Na bèt

»

di loewar

» »

di moeka djao

buiten — uit zijn vóór zijn

Na diloea Na di moekah

»

oedjan

» »

koerang koewasa

» » »

kosong lain lebeh

»

panas

Na arti

afgelegen, ver zijn Na dj arak regenen Na oedjin ontbreken Na koerong de macht hebben Na koeasa ledig zijn Na koesong verschillen

Na la-in

overhebben warm hebben

Na lëbé Na toetoeng

"t *^f'

2

Maleisch. Ada poenja »

sakit

»

sesaq

adang adat » âdé

negri

Hollandsch. hebben, bezitten ongesteld zijn spannen hinderlaag gewoonte landsgebruik

jongere broeder » prampoean » zuster adjal stervensuur adjaq aanmoedigen adjar leeren adjaran adoeq

bestraffing omroeren

agama agas

godsdienst muskiet kip

ajam »

betina

» »

biang kabiri

»

laki-laki

»

prampoean hen

ajaq ajer »

asin

»

bah

»

besaar

hen leg hen kapoen haan

Atjehsch. Na pôh Na sakit Na mënsaq mëloeëm hadat hadat nëgrôi adé adé inông adjal sëtèt moeroenôh poeroenôh lawôh agama agas, djamôh manôq manôq inông manôq moebôh manôq gasih manôq agam

zeven water

manôq inông ajaq i-jë

zout water

i-jë masin

("sterke afloop van (water springtij

» tarih » rajah

3 Maleisch. ajer boesoeq » boetak » hoedjan » » »

kali kentjing laoet

»

mandi

» » » »

mas mata minoem soemoer

»

tawar

ajoen ajoenan akan akar akkal » djahat akoe alahkan alam alamat » prang alang-alang algoedjoe

Atjehsch.

Hollandsch. vuil water troebel water regenwater rivierwater pis zeewater badwater verguldsel traan drinkwater putwater zoetwater

i-jë khem » anagèt » oedjin » kroeng » injik ». laoet » mon » » » » »

mes mata djip mon taboe-ëh

wiegen

ajoen

wieg (betreffende aan-

ajoen

»

darah

maagd

lam domba misgeboorte goegoer jang minom zoogkind

ngom blah ploeh sagôi 42-t-T-

»

goeda agam

inông galôm trö oemô

»

sapi

kalf

lemon

6

Maleisch. anaq soendal »

soedara

»

soengei

Hollandsch. hoerekind neef rivierarm kleinkind hond teef

Aijehsch. anôq badjing

» soedara » kroeng » tjoetjoe » tjoetjoh andjing asè » betina asè inông andjol knikken an gôh angin wind angin » barat weste wind angin barat » darat landwind » darat » kidoel zuiderwind » selatan » laoet zeewind » laoet » oetara N. wind » oentara » riboet storm » krë angka cijfer angka angkat wegnemen boe-oeët » barang haal het goed weg boe-oeët barang » koelit pellen, schillen » koelit » prang krijg voeren poebëdë prang angkop baardtangetje angkôp angoem geeuwen sëmëngëb angoes branden angoes, toetông angoesan brand angôh bandoeng ani-ani mier sidöm haloes anting-anting oorring anting anting antjoer

smelten

aiitjoerkan

verbrijzelen

antjoe-ëh pë-antjoe-ëh

7 Hollandsch.

Maleisch. antoq apa apa lagi » ini » itoe » maoe

slaaplust

tëpé mata (lajoe)

wat wat wat wat wat

poe-ë (kort) nog meer is dit is dat hebben (ver-

api

langen) wanneer vuur

aqal arif

list scherpzinnig

arit arti

grasmesje

apabila

beteekenis wanneer

asal asam

Atjehsch.

zuur

poe-ë poe-ë poe-ë poe-ë

lom njôi djih mënasoeh

padjan apoei akal arif sadoe-ëp djakalè asal asam

asap asin asin sedikit

rook zout zoutachtig

asap

astana

paleis dekriet

astana boebông

boven

atoe-ëh

atap atas » »

ini apa

atau ati-ati atoer atoerau

hierop waarop of voorzichtig schikken, regelen

masim masim batjoet

»

njöh

» djih atawa plëhüii — plëhan atoer

schikking, regelinjr atoeran

8

Maleisch. awan awap

Hollandsch wolk wasem

Aijehsch. awan oewap

B. Baik

goed

» sekali » sedikit baik-an babi

uiterst goed

» ketjil badan badaq badjaq badjing badjoe

iets beter beterende varken big ligchaam rhinoceros

gôt, djrôh gèt lagôina gèt batjoet gèt biet boei boei oebit badan badoe-ëh

oerëng mërëboet zeeroover toepèh eekhoren badjih baadje » dalam » dalem onderkleed » loewar » di loewar overkleed bagi bagi verdeel en » ampat bagi poe-ët vierendeelen » doewa » doewa hal veeren bagi-an bagian aandeel » poesaka erfdeel » pësaka bagimana hoe, waarom pakrih menan » boleh hoe is het mogelijk pakrih djit baginda baginda majesteit bagini mëno zoo, dus

9 Maleisch. bagitoe » banjak » soepa » sedikit bagoes » sekali bahaja bahasa bahoewa bajar » belandja »

denda

» habis hajaran bajik la » hati bajoe bakal bakalai bakar bakoel halang » balas

sangit

balas tabé balé-balé balig

Hollandsch.

Atjehsch.

dermate

mëdih

zóó veel zóó danig zoo weinig

mëdih loh mëdih roepôh mëdih batjoe gèt, djrôh gèt tat, djrôh tat bëhaja

mooi uiterst mooi gevaar taal nademaal betalen bekostigen boeten afbetalen betaling goed goedhartig bui voorraad vechten verbranden mand sprinkhaan pest-sprinkhaan vergelden wedergroeten zitbank huwbaar

bahsa djakalèh mënan bajëh bajëh blandja bajëh dënda » abis bajëh gètkôh, djrôhkôh gèt hatih oedjin ploewông bëkal mërëpah

getoet, toet raga daroe-ët gësong bala bala më-ap prata balèh

lu

Maleisch.

Hollandsch.

balimbing baliq doeloe baliq moeka baloeng bamboe

bamboes

» doeri bandera bangal bangkaq bangke bangkit

doornachtige vlag doof buil, gezwel kreng opstaan

bangkoe bangoen bangsa bangsat

bank

bangsi banjak » » » » » » » » »

aqal bisa boenga dawon kali kerdja kembang lagi orang

blimbing (vrucht) keeren eerder keeren afzien kam (vogel)

opstaan geslacht afzetter schurk fluit veel lustig vindingrijk bloemrijk bladerijk dikwijls volhandig bloemrijk veelmeer menig een

Atjehsch. bôhliming oewô-ih goewo oewô-ih dilé paling laming triëng triëng mëdoero alam toelôih këmôh bangkéh bëdôh bangké bëdôh bangsa djahit bangsi lëh of loh » aqal » tjedah » » » »

boengô oen gôh boeët

» »

këmang lôm

»

oerëng

it Maleisch. banjak roepa » tahoe » tingkah bandjir bantah bantal » besaar »

kepala

Hollandsch. veelsoortig geleerd veel kuren watervloed kibbelen kussen groot kussen hoofdkussen

Atjehsch. lëh roepa » toepoe-ëh » bitjara i-jë rajah agani bantal » rajah » oeléh

banteng banting

wilde stier aansmijten

roesah

bantoe bapa » moeda

helpen vader

bantoeh ajah, koeh

oom stiefvader

ajah moeda koe patjoe-ën

vuur goed ijzerwerk

ngëh daboeh

»

tiri

bara barang » bessi » » »

boesoeq bocht dagangan koopwaar djarang zeldzame waar

barangkali » ini » itoe

misschien id dit id dat

barat » daja

west

» baroe

laut

Z. west N. west nieuw

ti-ïk

»

besôi

» »

broek manakat

» djaroeng kadang » njôh » djih barat » daja » » laoet baan

12 Maleisch. baroe tadi baroesan basa » negri basah basi basoh batang » batiq

boenga

batja batoe »

api

» »

brani doega

» gasoq batoq » kring bawa

Hollandsch. zooeven pas taal volkstaal nat schaaltje wasschen stronk

Atjehsch. baan boeno baan sëkëdja basa basa nagrôh basa bësôi srah bah

bloemsteel

» boengôh schilderen (op doek) tjap lezen boe-ët steen batèh vuursteen » opoeï magneet » branih dieplood » doegah slijpsteen » gësôk hoest, hoesten kuch

batoek

brengen

» tamé

sôh

tamé i-jë

»

ajer

breng water

»

sini

> » »

sana doeloe di moeka

hier brengen daar brengen eerst brengen

» » »

kënoh kadih dilé

»

kombali

voorbrengen terugbrengen

» »

oekoe-ih oewô

» »

masoq milir

binnen brengen afvoeren

» »

tamông këdih

13 Maleisch.

Hollandsch.

Atjehsch.

bawa nasi » poelang bawah bawang » poetih bawoe

breng rijst weder brengen onder ui knoflook geur

tamé boe » poéwôh baroeh bawang » poetih béja

» boesoeq bazar bebangkas bebeq bebrapa bedajoeng bedaq bedil bediri

stank

» kèb pëkën, pakan bërsin itèh padoem mëdajoeng bëdaq bëdih dông

bedjoempah bedoeq begebloek begeraq b eja bejar bejo bekal bekaq bekas » tjap bekin

markt niezen eend aantal roeien blanketsel geweer opstaan gaan bezoeken groote trom cholera roeren belasting opdat (soort van vogel) voorraad paren indruk zegelmerk maken

mëroempôh tamboe ta-ën tjawôh bajoe-ë balih tijoeng bëkal mëkap Intji » tjap tapëgèt

14 Maleisch. lek in aloes

Hollandsch. fijn maken

» » »

api bagoes bajik

vuur aan maken versieren herstellen

» »

vernieuwen buigen

» »

baroe bengkoq benteng betoel

»

bingoeng

» » »

boesoeq brat dijam

»

dingin

bezwaren bedaren afkoelen

»

djelek

mismaken

» » »

ennaq enteng

veraangenamen verlichten

entjer gemoq glap

aanlengen mesten

» » » » » »

habis haloes hitam kaget kaja ketjil

» » »

koewot

»

kosong

verschansen goed maken verbijsteren bederven

verduisteren opmaken fijn maken zwart maken verschrikken verrijken verkleinen versterken ledigen

Atjehsch. tapëgèt aloes » apoe-i » djrôh » bagèt » baroeh » kiwi-ëng » koeta » » » » » » » »

bëtoe-ëh bigoeng broek brat i-jëm sidjoe-ëh anagèt

» »

mangat poei tja-é

» »

tëmoen sëpoet

» » 'S/

pahabis haloes itam

» » »

këdjoeh kaja tjoet

tape kông tape sôh

1F, Maleisch.

Hollandsch.

Atjehsch.

vuil maken harden herhalen verbreeden

tape kötoh tape kroe-ëh

maboq maloe manis marah

boren verwonden bedrinken beschamen aanzoeten verbitteren

tapèget rëhoem tapëgèt loeka tapëgèt mabôk tapëgèt male

mati pagar

dooden afschutten

panas pandjang penoeh poetih rapat

verwarmen

kotor kras lagi lebar lobang loeka

verlengen aanvullen wit maken verbinden gelijk maken

tapëgèt lam tape loewas

manih tapëgèt bëngèh tapëgèt maté tapëgèt page-ë toetoeng » »

tape mandjang tapëgèt pënoeh » poetih rapat » »

sabih

bezeeren

»

sakit

senang sesaq

aangenaam maken vernaauwen

senang

soesah takoet

dwarsboomen afschrikken

ting-gi tipis

ophoogen verdunnen

trang

ophelderen onheil

» » » » » » »

rata sakit

bala

mësaq. soesah takoet nianjang nipis pëngë

16 Maleisch. beladjar belah belandja belang belengket beloet belom

Hollandsch. leeren splijten

tama belôi pëlang

paling

kirèh, lëdjoe goh

»

lama

nog niet lang

» »

sampé tahoe

ontoereikend onervaren nog niet open

» boeka beloq

aanloeven

bélot benang

overloopen garen

»

kapas

katoen

> »

kasar lajar

grof garen zeil garen

mas

gouddraad getrouw krom helder

bengkoq bening benteng beranaq berangkat beraq berasap beratour

mëroenôh pläh

onkosten (passer) gevlecht kleven nog niet

» benar

Atjehsch.

versterking verlossen vertrekken

mëkap

>' lam trip » toet » toepoe-ë » boeka. bëlôq wèh bënoeng » » » » bibit

kapoes kasa lajoe-ëh mës

kiwiëng pëngës bèntèng mëanôk

bëdok djak zijn behoefte doen toeèh rooken mëasap geregeld bëatoeh

17 Maleisch.

Hollandsch.

berbahaja berbangsa

onveilig afkomstig

berbatoq berbini berboedi berboeloe berboewah

hoesten gehuwd

berboewat bersalah berdagang berdaging berdajoeng berdarah

verstandig harig vruchtbaar handelen misdoen handelen vleezig pagaaien bloeden

staan bediri loopen berdjalan » dengan koeda te paard gaan voorgaan » doeloe rondgaan » koeliling » plan plan » toenggang koeda berdjandji berdjenggoet berdoedoek berdoeri berdoewa berdosa

Atjehsch. bëhèja mëbangsa mëbatoek mëproemok mëboedôi mëboelè moebôh mëboeët pëboeët mësala mëdagang mëasôi këmajoe me darah tëdông tadjah » dengan goeda » diléh » lingkah

stapvoets

» plëhan plëhan

te paard rijden

» di atèh goeda

afspreken een baard dragen zetelen

medjandji. mëdjanggoet

doornen

mëdoeëk mëdoerôh

beide zondigen

mëdoewa bt:rdèsa

18 Maleisch. bergadei

Hollandsch.

Atjehsch.

verpanden beurtelings afhangen donderen

mësoeara

bewegen bevatten

niëgôh-gôh me asôh

ber-istri

gehuwd

berklahi berkata

vechten spreken

mëproemôh mëpakèh mariet

berkembang berkilat berkirim

bloeien

berganti-ganti bergantoeng bergoentoer bergojang ber-isi

berkoeda berkoempoel berkoewasa berlajar

bliksemen zenden te paard rijden verzamelen vermogend zeilen

» ka sabrang overzeilen » sini sana kruisen berlaki huwen berlakoe gedragen berlapar hongeren berloempoer berloetoet

modderig knielen

bermajin bermalam

verlustigen

bermimpi bermoela

overnachten droomen eerst

pëgalah mëgantôh-gantôh mëgantoeng

mëkëmbang mëkilat mëpëit mëgoeda mëtamoen mëkoewasa mëlajoe-ëh » mranih »

këd]

mëlakôh mëlakoeh mëdoeih mëlakôp mëtëoet main mëdôm mëloempôi phöen

L9 Maleisch.

zwemmen bernang » ka sebrang overzwemmen » menj abrang overzwemmen ademen bernapas zinnelijk bernapsoe vlammen bernjala berombaq berpeloh berprahoe berroepa bersalah

Atjehsch.

Hollandsch.

golven zweeten varen schijnen feilen gezegend

bersalamat bersama-sama » ini

aaneen hiernevens

itoe » bersarang

daarnevens nestelen

bersobat bersoetnpah bersoenat

bevriend bezweren besnijden

bersoesah » hati

bezorgd

bertapoq bertelor berteloet

droevig klappen eieren leggen knielen

bertemoe

ontmoeten

berterèjaq bertingkah

roepen preutsch

mëlangoe-ih » oe mëranih »

»

»

mënapas soetjie hoeë moebakat mërëoeh ih djaloeh na roepa mësalah salamat djak sadjan2 sad j an'2 njôi » djih mësarang mësabat mësoempah mësoenat soesah soesah hâté mëtapoek moebôh mëteoet mëtëmëq mëkli, of djiklih mëpakèh

20 Maleisch. bertjampoer bertjelaka bertoekar bertoenggoe besar besarnja bessi bésoq beterèjaq betina betingkah betjeq betoel » betoel » hati biang biawaq bibi bibir » di atas » » bawah

Hollandsch. vermengd ongelukkig verwisselen afwachten groot hoegrootheid ijzer morgen schreeuwen wijfje nuffig modderig juist wezenlijk trouwhartig broeisch leguaan vaders of moeders jongere zuster lip bovenlip onderlip

bibit bidan bidj i » mata

vroedvrouw pit oogappel

bijanglala

regenboog

zaad

Atjehsch. médjampoeh metjelaka mëtoeka taprèh rajah rajanja bésôh singôh djiklih inôh mëdawah mëlahop sabéh (biet) sabéh sabéh bëtoel haté biet darah mëroewa wali bibih bibih di atoe-ës bibih di barôh bidjèh bidan bidjèh » mata bënoeng radja timôh

21 Maleisch.

Atjehsch.

Hollandsch.

bij asa bila-mana

gewoon wanneer

bijasa padjan

bilalang bilang » lagi ;> trada

sprinkhaan zeggen wederzeggen

daroeët pëgah » lôh » analih » loenlakei-mëa

afzeggen trimakasih bedanken

»

bilangan » anam

getal zestal

dlapan achttal vertrek biliq slaapkamer » tidor dier binatang »

»

jang ber- zoogdier

pesapat » »

djoerèh djoerèh-ih binatang » ujang mëijemom

soesoe soezen vrouw ster

bingoeng bini bintang » » » » bintji birâhi biras biri biri biroe

asap besaar kartika timor

anam dlapan

komeet groote ster zevengesternte morgenster haat liefhebben zwagers

boedôh binôh bintang » » » » bintji soekah, paroei

schaap

boe biri

blaauw

biroe

mëikoeh raja toedjfth timôr galak

22

M aleisch.

Hollandsch.

Atjehsch.

bisa

bedreven

oetoes

bisan

schoonouders schoonvader

bisan

>

laki laki

> prampoean schoonmoederbisoe sprakeloos bisoel puist bissoq morgen »

loesa

» pagi » sore bit j ara » »

gila kosong

overmorgen morgen vroeg morgen avond spreken onzin

beuzelpraat r » troes tran£ openhartig bitjarakan bespreken bias blah

maal (2 maal) doorsplijten rug

blakang »

kepala

achterhoofd roemah achter het huis bli koopen blianjangmoerali koopje blibis watervogel bodoh dom »

boeboeh tjap boeboeq

zegelen molm

bisan oerëng lakôi bisan inông oerëng klaoeh tjoemoeët sin gôh >' loesa » bëngôh > sepoëh ngariep »

gila

» » gedjah njang blah of blah

hanah biet mariet biet bias

likoet >

oeleh

»

roemôh

blôb. blôh njang rnoera

itik arah hanah toepoeih bôk tjap boeboeq

23 Maleisch. boeboer boedaq

Hollandsch. pap slaaf

» prampoewan slavin boedjang bediende boedjoeq foppen boejih schuim » laoet zeeschuim boeka openen »

ini

» ito e » roemah peti

maak dit open » dat open maak het huis open

Atjehsch. kandji temôn » ngun

inôh

soelit oebôh »

laoet

boekah »

njôh

» » »

djih roemôh pëtôh

y> poewasa boelat

» de kist open neen boekan heuvel glé, boekit boek bôb maand boeloe-ën heldere maan » trang vasten maand » poeasa cirkel boelat

boeloe

veer, wol

boekan boekit boekoe boelan boelan trang

» kambing vacht » boeroeng pluim, veer » mata ooghaar boeloeh bamboes boemboe kruiden boemi aarde boemboeng koker

boeléh 71 »

kaming tjitjim

» matah » trirng samaih h boelôh

24 Maleisch. boendar boenga boegkoes boenji

Hollandsch. borstel bloem pak bevatten donderslag afmaken

» goentoer boenoeh » orang iemand afmaken boenting zwanger boentoet staart boerik pokdalig boerit kapal achtersteven

Atjehsch. boentah boengöh boengkoes soeh » glantoepôh » oerëng boenting ikoeh

boeroe boeroeng

plawah tandah rëdjang tjitjim

» » boesoeq

» tjitjim » toelôh broeh, kèb

haasten vogel boeroeng gevogelte glatiq rijstvogeltje

» nama » sedikit boesoet boeta boewah » »

klappa enaq

»

manis

» asam boewaja boewang

slecht, bedorven eerloos rotachtig duin, heuvel blind vrucht klapper (vrucht) lekkere vrucht zoete vrucht zure vrucht krokodil wegwerpen

» » glé

nama batjoet

boetah

bôh »

oeh

» »

mangët manih

» masam boejah böh

21,

ontlasten boewang ajer » derri negri verbannen bedrijven boewat werk boewatan bohong boleh » di bageh » di dapat »

di kassi

Atjehsch.

Hollandseh.

Maleisch.

liegen mogen deelbaarverkrijgbaar vergeeflijk

ampon » di minoem drinkbaar doorboren bolong

bôh i-jë y, di nangrôh pëgèt pënëgèt soelit djiët >> di bagih y> mëngtëmëng »

ampoen

» djip rëhoem

bonkar » djankar

moeder afbreken het anker lichten

mak boe-oeët » saoeh

bongkoq botjoq botjorv

bult versleten lek

kiwiëng

bottol brandal

flesch

bonda

brani » melawan brapa D kali bras brat breuti

muiter durven aandurven hoeveel hoeveel maal

lëmpoeh tirih katja oerëng djihoet bëhë, branïh mëlawan padoeng padoengôh

rijst

brëh

zwaar ophoudeu

brat parèh

26 Maleisch. brenti hoedjan bri

Hollandsch.

Atjehsch. parèh oedjin djiët

brissih bri ta

uitregenen geven schoon tijding

chabar chalaq il alam

tijding de Schepper

chabar podalah pëgèt alam

pëngèh mëtëmën ngarih

D. dabar » dabong dada dadong

hati

kloppen

këtôk

hartkloppen veilen der tanden

moemimït kôh

dadah boezem oud overgrootvader in datoeh

» prampoewan » » moeder » i> in dagangan handel blôh poeblôh daging vleesch asôh » domba y> awèh geitenvleesch » kerbo buffelvleesch » këboeh y> mateng gekookt vleesch » masaq » mati » mati bestorven vleesch dahaga grah dorst dahi dhôih voorhoofd

27 Maleisch.

Atjehsch.

Hoüandsch. omtrek

lingkah

riem binnen binnen's huis

dajoeng dalam » roemôh

dalamnja

diepte

loeh

damar

harst

damej dampar danoe dapat » kabar

vrede verongelukken

damar mëgèt

dairah dajoeng dalam roemah

» » y>

kombali oentoeng soesah

meer krijgen bericht kiijgen terug krijgen voordeel krijgen in rnoeijelijkheid

bëkah anak laoet mëtëmëng » » » »

nariet poelang labah soesah

komen dapoer

keuken

darah darat

bloed land, wal vloer

dasar dastar datang » kabawa » dawat dawon deboe dedaq

kombali

tulband

dapoer darah darat data sërban

tëka komen naar beneden komen » oebaroe poelang terug komen inkt blad stof zemelen

dawat oen abèhë sëkëm

28 Maleisch. dekat » sini delapan » kali » poeloe » se-tengal » riboe demam » panas denda dendeng dengan » apa » hati betoel » hormat » kebesaran » oentoeng dengar dengkoel depa derri y> dij a » atas » bawah D itoe » mana » pada

Hollandsch. digt bij hierbij acht achtmaal tachtig acht en eeir half acht duizend koorts heete koorts boete vleesch met

Atjehsch. tôih » kënôh delapan » gôh » poeloe » sëtèngôh » ribè dëmam » salah

sëoewëm

baloeh

met winst

dèngan » » y, » »

hooren knie vaam

dëngôh tëoet dëpa

door, uit (van)

dibaq » dji

waarmede hartelijk met eerbied statig

van hem van boven » beneden daarvan waarvan namens

poeih hati biet hormat rajah labah

di atoe ë » baroeh » njan panèh di baq

29 Maleisch.

naar, op, te onder

di » bawah n depan

voor aanboord

» kapal » roemah » loewar

't huis buiten

» dalam mana » sablah » » barat

binnen werwaarts naast bewesten

» »

» »

» »

» »

goewa aan mijne zijde kanan rechts links kiri koelon bewesten

»

»

oetara

benoorden

salatan bezuiden timor beoosten » sabrang laut overzeesch doen geworden » sampekan daar » sana hier » sini

» D

Atjehsch.

Hollandsch.

» »

di » baroeh » dëpoen » koeih s roemôh » loewah » dalam » panèh » blah dih » » barat »

»

oelôn

» »

» D

oenen wiejë

»

»

barat

» ))

» »

oetara sëlatan

» » timor » mranih laoet » pëtoeq » sidik

» sitoe » tengah

ginds in het midden

» sinôi » sidih » tëngôh

dia s orang » poenja

hij, haar

» djih

hen, hun haar, zijn

» gôb » djih pôh

diam

stil

ijëm

30 Atjehsch.

Hollandsch.

Maleisch. dinding dingin diri

vleesch (gedroogd) baloeh sidjoeh koud dong staan

diri

zich, van hij zelf aanraken

bah

» »

besaar kotor

djih nja mat gebeuren, worden djiët verzuren » asam » rajah groot worden » koetoeh smetten.

» »

malas maloe

lui worden verlegen worden

dirinja djabat djadi » asam

djaga

waken

djagong

turksch koren boos naaien vischnet

djahat djahit djala djalan » besaar » ketjil » »

lakas prahoe

djaling dj am djamban d jambatan djamboe

gaan groote weg voetpad aanloopen varen vischnet uur privaat brug (zekere vrucht)

»

hëoh

»

malèh

oerëng djaga ' djagông djihoet tjôp djë-ë dj ah rèt rajah rèt tjoet dj ah rëdjang D mëmprahoe » njaring djëm djamban toetoeëh, titih djamè-ch

31 Maleisch.

Hollandsch.

weduwe dj anda » laki laki weduwnaar raam djendèla aanbod, belofte djandji djangan djangat

nietdoen riem

djanggir djanggoet dj angka djangkar

kam (vogel)

djangkir djantong

kin trede anker uitsteken hart zeldzaam vinger

djarang djari teen » kaki » kalingking pink ringvinger » manis middelvinger » tengah »

toendjoeq

wijsvinger

djaroem s dj am

naald uurwijzer

djatoh » sakit

vallen ziekworden

djaoe » sekali

ver veraf

A tjehsch. balèh n

tiengkap djandji bèh dajoeng, penganjôk djërmën djangoet rënjëng saoeh soeroeng djantoeng trip djarôi djarôi gaki » glitik ))

manih

»

rajah toenoeng

njoh djaroem » sroet

djiëm

» sakit djioe » tat

32

Maleisch. djawab djedjak djelèk djemoer djempoel

Hollandsch. antwoord treden leelijk

Atjehsch. sëoet tëgon hanagèt adih

droogen duim

djarôi inông

djenggoet djepit

baard

djëngoet

knellen

dj er a wat djèreng

sproet scheel

djidat djikalau

voorhoofd indien likken

tjoebiït èh lalat djoeling dôh djiliëh

toovermiddel tam

adjcmat sëijit

djilat djimat djinak djoedi

djakalè

dobbelen

djoemlahkan djoempoel

djoedi huwelijksschattiu g djënawéh ook, evenzoo oeloen këmiëng scheel djoeling bedragdjoemëlah optellen biloeng duim djarôih

djoeragan djoeroe bahasa

schipper tolk

djoeroetoelis djoesta djoeta

schrijver liegen

djoeroetoelis soelit

millioeu

sibalôk

djoewal

verkoopen

poeblôh

djoedjoer djoega djoeling djoemlah

nachoda djoeroebasa

38 Maleisch.

Hollandsch.

Atjehsch.

djongkoq doa doebroeq

bukken aanroepen inbreken

tingöeng mëhoi djisoenkit

doedoeq doekoen doekong doenija doepa

zitten

doei'k bidan goelam, sëoen

doeri doeson doewa » bias » doewa » kali » paeloeh » roepa doewit domba

vroedvrouw dragen wereld wierook doorn

doenija këmoenjan doerôh doesan

dorp twee twaalf

doewa doewablas

alle beide tweemaal

doewa doewa doewa gôh

twintig

doewa ploeh

tweederlei duit schaap

» kiëh

roepah

kambing

E. Ekor èloq empang empak ennaq »

staart fraai vijver

ikoeh

gèt koelam

mollig

badan

ti-moen aangenaam, lekker mangat gezond » badan 3

:ll

Maleisch. enteng entjer entjoet

Hollandsch. licht vloeibaar hinken

Atjehsch phoei tjajé tjinklôt

P. ferdoeli fikir fita

aangaan denken lint

perdoeli pikir fitah G.

gade gadean gading gadjah gadji gadoeh gagang gajit gajoeng galangan galak gali galombang gambar gamboeng gampang

pand

gala

onderpand ivoor olifant bezoldiging storen steel

pëgala gading gadjah oepah rëjoeh

haak

oelèch, gôh kawieh

schepper paadje

tjinoeng atoeëng

woedend, dol graven

djoewah wôhoem

deining plaat manen

gloembang gambar

gemakkelijk

groeëh wëdjang

35 AIaleisch.

Hollandsch.

A tjehsch.

ganda gandiq gandjil

dubbel lok

sabih batjoeh

stutten

ganggang

gapen storen (maat)

singèk sëmëngngëb rëjaëh arèh

ganggoe gantang gantar

beven

ganti

verwisselen

mëgëmpah gantoih

verspannen vervellen hangen

» goeda » koelit gantoeng

» »

koeda koelit

gantoeng »

di atas

boven hangen

«

di atoëh

» di loewar buiten hangen garam zout garang woest garhana eclips garis regel

» sirah

di loewa

oetoeën, rimbah goerana tjoewèh garoëh

garoq gasal

krabben oneven

gasap gatal

ruw

gasah

jeuken groot

gatël

gedang gedong

ganjih

gëdoeng gëdoeng

gelaga

gebouw knorren wild riet

marah naloeing lakôh

gelang gelap

armband donker

gëloeing sëpoet

geger

36 Maleisch. geli-geli gemas gemoq gendang gendong genteng gerimis getah gigi » asoe » besaar gigit gila giling gilingan ginggang ginteng giriq glap glas goekan goela goeling goeloengan goelong goena goendoel

Hollandsch. kittelen ongevoelig dik trom dragen dakpan motregen gom tand hoektand kies bijten dwaas malen rol

Atjchsch. glih bëngëk rapaih, tëmoën gendang boebôh boeboeng oedjin haloes gëtah gigôh goeëm gigöh rajah kap gilah gësôq Pig plang

gestreept dakpan boren donker glas

boeboeng rëhoëm sëpoet glas

koppelen suiker

manôk magang sakah

omrollen rol oprollen

goeloeng goeloengan goeloeng

voordeel kaal

anah këpakôn glih

37 Maleisch. goenoeng » api goenting goentingan goentoer goerdi goeroe goeroeh goesi goewa gojang » golita goloq

Hollandsch. berg vuurberg knippen knipse] donder boor onderwijzer donder tandvleesch ik schudden

tanah

goendiq gongong goreng gores-gores gosong gossoq

aardbeving donker bijl bijslaapster blaffen bakken krabbelen ondiepte wrijven

Atjehsch. goenoeng goenoeng apoei goenting goentinglôm goeroeh goeroedöh goerèh goeroeh goesi kèjë ijô ijô tanôh sëpoetat kypak goendik mëkoengkoeng rëndang garoëh-garoëh doeëh gësôh

H. tbi 3 » ini » itoe » perkara

gedaan, op hierna daarna afgedaan

habis, kalëjëh kalëjëh njôh »

djih

»

pëkara

38 Maleisch. habiskan hitoengan haboe

Hollandsch. afrekenen

Atjehsch. kalëjëh kirah

asch » tambakoe tabakasch hadapan tegenwoordig hadjat behoefte hadji pelgrim hajam hoen hakim rechter hal beranaq verlossing haloes fijn hamba dienaar

manôh oelama ka manoek aloes tëmôn

hampedal

proet rajah

hampedoe hampir

abèh » bakoe dikoeëh napsoeh hadji

maag gal

lampëdoe

bijna

tôëh

» djatoh » mati » man hangat hanggop

o p ' t p u n t staan van lauw toetoeng geeuwen semëngëp

hangoes hanjoet hantam haram

branden drijven' slaan onrein

harap

hopen prijs

harga » pasar

struikelen zieltogen

marktprijs

» sroeh » maté » napsoeh

hangoes hanjoet pôh haroeëm harap ijoem »

pakau

39 Maleisch. harganja hari » » »

besaar boelan djoemat

» » »

mingo kemis pasar

» » » * »

raja rebo saptoe selassa senin

»

tahoen

kosten, waarde dag feestdag dagteekening vrijdag zondag donderdag marktdag feestdag woensdag zaturdag dingsdag maandag

haroes harta

verjaardag stroom schat

hasta hati

beneden arm hart

» »

besaar ketjil

hasil hawa hawap hedjirat heran hidjoe hidoeng

Atjehsch.

Hollandsch.

hoogmoed kleingeestig opbrengst lucht damp tijdrekening verbaasd groen neus

joemnjo oerô ;> rajah » boelön » djoemëat » alahat » kamih » gantôh pekan » » » » » »

rajah rabo saptoe selassa sënèjang tôihtoen

aroes harta hâs atili » rajah »

tjoet

oesoeih, bbsil langit sagoep hadjarat hiroeën hidj oe idoeng

40

Maleisch.

Hollandsch.

Atjehsch.

hidop higa

levend rib

hikajat hilang hilir

geschiedenis verliezen afzakken

roesoep hikajat gadôh ilih

himpoen hitam

vergaderen zwart

pëtamôu itam

» manis hitoeng

bruinachtig tellen

hoedang hoedjan

garnaal regen

» manis biloeëng oedoeng oedjin

» besaar hoedjong » tanah

slagregen eind, hoek

» rajah oedjông

hoekoem

landtong

oedip

»

tanôh

recht, straf > groote straf steel

hoekoem

hoeloebalaug hoeloeng, hoeloeng

krijgsheld kiekendief

oelèbalang kloeëng

hoekoem besaar hoeloe

hoekoem rajah oelèh

hoeroef

letter

harap

hoetan hoetang

bosch schuld

oetoePn oetang

hormat

eerbied

mëlyah

41

Hollandsch.

Maleisch, iberat iboe » djari idzin ija iga

duim vergunning a

ikan » goreng » »

gelijkenis moeder

kring kali

» laoet ikat » kepala ikoet ilmoe imam iman indjaq in dong ingat ingatan ingoes ini » hari

j rib visch

Atjehsch. sabih maq »

djarôi

izin njôh roesoep oënkoët

gebakken visch

»

rendang

gedroogde visch rivier visch

» »

toeh kroeng

zee-visch binden

» ikat

laoet

hoofddoek volgen kennis

» oelèh ikoet

priester, hoofd geloof

imoem iman gilôh maq ingat » biet

trappen moeder onthouden gevoelen verkouwen dit, deze heden

inglëmèh

mon mon njôh »

oerô

42 Maleisch. ini pagi » soré intan intero isap isi » bedil » penoeh » proet » snapang istri iatangi istri radja itoe » tempo

Hollandsch. heden morgen heden avond juweel geheel inzuigen aanvullen lading (geweer) opvullen ingewanden lading

Atjehsch. njôh roenô » sëpoet intën koeliling isap assôh » » »

bëdih pënôh proeët

vrouw reukwerk

» snapan binôh, proemôh këtangi

vorstin dat, die

proemôh radja djih

toen

»

tangôh

J. Ja Jang » bagini

ja degene dus

njôh

» »

bagitoe berdjaga

»

doeloe

» »

lama lari

njang » mënôh zulk een » mëdih waakzaam » mëdjaga voormalig » dilèh voorgaand » trip die weggeloopen is » ploeh

poenja

eigenaar

pöh

43 Maleisch. jang satoe jatim

Hollandsch. het eerst wees

Atjehsch. njang sabôh jatiem

K. ka ka-ampat

naar

vierde » » blas veertiende » » poeloeh veertigste zesde » anam eenheid ka-asaan opwaarts ka-atas schoonheid kabagoesan kabaharoewan kabajikan kabar »

angin

» baroe » derri laut » tjelaka ka-barat ka-batjaan ka-bawah kabenaran kabetoelan kabiri kabisaan

nieuwheid goedheid bericht valsch bericht nieuwstijding zeetijding treurmare westwaarts leesbaar omlaag grootheid stiptheid gesnedene geschiktheid

këdih, kënôh këpoeët » blas » ploeh nëm

kasabôh ka-âtoes këgètan këbaroeh këdjrôh haba, nariet nariet angin » baroe » di laoet » tjëlaka këbarat bisah këbaroeh adih këtëpat gasih ketjërëdik

44 Maleisch. ka-blakang kabodohan kaboer kaboet kaboeta-an kabranian kadalam kadatangan kadengaran ka-depan

Hollandsch. achteruit domheid schemerachtig nevel blindheid dapperheid inwaarts komst gehoord

voorwaarts kadjam (kedjam) sluiten

Atjehsch. këlikoet hanaäkah sëpoet mësagoep këboeta biet bëhëbiet këdalam këtekah dëngôh koeëh gantjin

kadjam kan mata de oogen sluiten kadjang riet kadjoera morgenster ka-doewa tweede

bintang timor kadoewa

» » blas kadoewanja kafir

» bias doea doea kafir

twaalfde beide

kaget

ongeloovige schrik

kagilaan kagoeh

krankzinnigheid slaap

kahidopan kahilangan kaja kajin

leven (het leven) verlies als

> »

ginggang kapas

lijnwaad gestreepte stof katoen (de stof)

» mata kadjoeng

tëködjoeh këgila biet ih këoedip këgadôk sabih idja »

ginggang

»

gapoeëh

45 Maleisch. kajin karoeng » koeda » » » » » »

kotor lajar mandi medjah panas tjoetji

kajoe » api » »

bessi garis

» manis kajoeh kaka kakasaran kaketjilan kaki » »

ajam medjah

Atjehsch.

Hollandsch. baaidoek paardendek wasch (vuile) zeildoek badkleed tafellaken flanel wasch hout brandhout ebbenhout

idja kroeng » » » »

goeda mëligan lajoeëh manôh

» » »

mèdja sëoeëm soetji

kajih » apoei »

bësôh

liniaal

»

mëoeris

kaneel roeien ouder broeder ruwheid

»

manih

kleinheid voet hanepoot

pënganjok ah gasah oentoêk » kètjoet gaki » nianôk

kala

schorpioen

» mèdja kala

kalabang

duizendpoot (ver-

limpoe-ën

kalah

giftigde) verliezen

kalam (klam) kalapa kalebaran

tafelpoot

duister kokosnoot breedte

taloeh glap këoeh kerajah

46 Maleisch. kalewang (klewang) kaleng kali » rivier » besaar » ketjil kalihatan kalingking kalmarin

Hollandsch.

Atjehsch.

inl. sabel

kléwang

blik

kangsôh gôh kroeng » rajah » tjoet këkalôh glitîk barôih

maal, keer rivier breede rivier beek merk baaipink gisteren » doeloe eergisteren wanneer kaloe pellen kaloepas uitkomen kaloewar wateren » arjer rooken » asap » darah bloeden halsband kalong waarheen kamana herwaarts kamari gisteren kamarin » doeloe eergisteren tweeling kambar wij kami kamoe gij kamoedi roer kamoedjan voorts

» sah kalèëh poeliëk tëbiët » i-j,; » asap » dara gloeëng këpanèh kënoh këbarôh » sah kémoeih kamôih gâta këmoedôh kcdoedôh

17 Maleisch. kampong kanan kandang » ajam > karbo >

sapi

kandaq kandas kandong kantjil kantong kapada kapal » asap > djaga

Hollandsch. dorp rechts stal kippenhok buffelkraal koestal bijzit (onwettige) aan den grond zitten

Atjehsch. kampoeng oenen woeèh oempoeng manôk woeèh këboeih woeèh lemoh bidoeën

sôh boengkoes beurs kleine hertensoort roesali boengkoes tasch këh aan kapal schip » apoei stoomschip » djaga wachtschip

kapala kapala prang kapan

hoofd legerhoofd

kapas kapengin

katoen verlangen

kapiting » lawoet

krab zeekrab

kapoer kapoeran

kalk kalkdoosje

kapoq karam kardja

boomwol schipbreuk werken

wanneer

oelèh oelèh prang padjan gapoeëh galak biëng » laoet gapoeh krandam gapoeëh karam

boeët

48 Maleisch. kardja habis » » »

kotor lakas soesah

» »

tanah tjapé

» tjepat karoewan karong » bras » garam » koppi karossi » » karsik kartas

gojang malas

karto

Hollandsch. afwerken bemorsen

Atjehsch. »

habis

boeët broeh

bespoedigen tegenwerken akkeren

» » »

rëdjang soesah tanôh

afmatten voortmaken stellig zak

» »

pajah rëdjang

rijstzak zoutzak koffiezak stoel

» djikôkôh empang » brëh » » krossi

wipstoel

zijdelings derwaarts

kasihan

medelijden tevredenheid herwaarts dichtbij matras

woeëh senang kënôh disidih

pantoffel

kawoees

ka-sitoe kasoer kasoet

kahwa

» moemèmet gemakkelijke stoel » bëôh grint anak batih tjoetjoet papier kertas kaart sikoepan

ka-sablah kasana kasar kasenangan ka-sini

sirah

grof

blahdih këdih gasah

kasoeh

10

üeisch.

schenken (geven)

kassih adjar ampon bangoen bediri belan dj a bertahoe brenti

bri » proenôh

vermanen vergiffenis schenken paampoen pëg h wakker maken oprichten uitgeven (geld) adviseeren

staken di tangan ter hand stellen strooijen djatoh doedoeq zetelen doeloe

voorgeven (eerst)

hormat

beleefdheid bewijzen

ingat

voorhouden

kabar koeloewar kawin koewasa

bericht geven laten uitgaan ten huwelijk geven machtigen

kombali

teruggeven

lari

laten ontvluchten ontslaan

lepas lihat

Atjehsch.

Hollandsch.

vertoonen voeden

makan makanan voordienen binnenlaten masoq mengarti te verstaan geven minoeni drenken

bëdông bri blandja » tèh » » » »

tioeh di djalôh srôh

doeëk » diléh » mëlija » ingat » baba » loeëh » kawin » koewasah » poelang » djiploeëng » » » » » »

loeëh kalôn padjoeh pënadjoeh tamong djitoepoeëh

» djit

50 Maleisch. kassih najiq » » » »

nama oentong pake parintah

» » »

pindjam salah salamat

,> »

séwa simpan

»

tabé tahoe

» » »

tinggal

Hollandsch. opgeven naam geven bevoordeelen hullen verordenen leenen wijten gelukwenschen verhuren aanbetrouwen begroeten verwittigen laten liggen

tjoem

kussen toenggoe uitstellen » toeron laten zakken kassian medelijden kata betuiging »

katé kati katig a katimoen katja » djendela » mata katjang » goreng

Atjehsch. bri » » » »

joeëik nama laba

ngoei printa » ngoei » salah » selamat

» sèwah » troeh » mëa » thèh » tingal » tjoem » djiprèh » djitroen woeëh nariet

dwerg

priëng pond(l,| amst.gewt.) katôh derde këlèh komkommer këtimoen spiegel tjërmin » vensterruit tingkap » bril mata peulvrucht gepofte boonen

rëtoeëh > rendang

M Maleisch. katoembar katrangan kawah kawat kawin kebon kelip kembang kena » » »

angoes asap denda

kenal kenapa kendiri ketan ketemoe ketimoen

Hollandscli.

Atjehsch.

koriander

këtoembah

opheldering krater

këtrangan rëhoem talôih kawin

snaar huwen tuin knipoogen bloem aanroeren aanbranden rookerig

ëmpoeih

klep boenga kenôh » » »

eene boete verbeuren kennen toeri waarom këpoeëh zelf, zelve këdrôih vlas lëkat ontmoeten mëtëmèh augurkje këtimoen

ketjil

klein, gering

tjoet

ketjoe ketoepat

roover

djihoet

ketoq kidoel kilat

aankloppen zuid, zuiden weerlicht verzadigd stroef

kinnjang kintjang

hangoe asap kala

rijst (in korfjes ge- këtoepat kookt) këtôh selatan kilat

trôh kroeët

r,2 Maleisch. kintjing kipas kira

Hollandsch. wateren waaien onderstellen gissen

Atjehsch. i-njëh kipas kirah

» kira kiriman kiri

geschenk linker

kirah kirah kiriman wieëh

» kanan kirim

links en rechts zenden

» pëit

» kita

terugzenden i k , mij boek

» poelan gëtanjôh kitab

wetboek sabel

> hoeköm kléwang tëbit

kombali

kitab » hoekoem klewang kloewar

»

betina

naar buiten zweren, etteren kikvorsch begraafplaats paard merri

» »

dauq ketjil

schimmel hit, hitje

kloewar nanah kodoq ko eb oer koeda

oenen

» nanôh tjangoewëk djërat goeda »

inông

» »

klabih tjoet

» toenggang; rijpaard koekoes uitkoken koeliling omtrek koelit huid

lingkah koelit

koemis

knevel

misèh

kompas

kompas

panoeman

» pasang tagoeën

5;; Maleisch.

Hollandsch.

geel, blond kurkema

tamôn kliëp kliëp koening koenjit

sleutel afschillen

koentji poelih

oor vlinder landschildpad

bangbang koera koera

kompoel

vereenigen

koenang koening

vuurvlieg

koenjit koentji koepas koeping koepoe-koepoe koera koera

gebrek koerang onfatsoenlijk adjar » hormat oneerbiedig » pertjaja ongeloovig » onhandig tjepat » onduidelijk » trang melaatsche schurft koeroe koeroen Jan koeroes koesoet koetjing koewasa koewat koewé kollot kondé kondjoi kantol

A tjehsch.

goeloejoeng

hanasip hanah proenöh koerang adat » pertjaja hanah pantah »

doeh

poerei ëmpoe

kooi mager verward

pëdjoeët

kat

mih

invloed sterk

printah

gebak stokoud haarvlecht

rëmôh, djoeadah

kroeh

tëgah oerëng toewah sangoe

toembaq lans mannel. schaamdeel bôk këmiri

5-1 Maleisch. koran koreng

Hollandsch. koran huidziekte peuteren stoel ledig stad vuil

koreq korsi kosong kota kotor krandjang krang

Atjehsch kroeän koedik garoeh kroesih sok koeta m ëligan

korf

raga schelp karoeng dicht bij elkander rap nadrukkelijk, hevig kroeh vorstelijke verblijf- dalam

krap kras kraton

plaats werken N droog

kredja kring » sakali kringat

kurkdroog

pëgèt thoe » that rëoeh

kwali

zweet, zweeten braadpan

blangoe

laba

winst

oentoeng

laba laba

spin

ramëdin

laboe laboehan laboehkan

meloen

bôlaboe tëloek

»

reede nederlaten sauh

ten anker komen

pëtroen djankar

55

lada » merah ladang lading ladjoe » menj erang ladjoer

peper Spaansche peper rijstveld mes voortgang bestormen groef meer bovendien nogmaals

lagi » derri itoe » sakali » sedikit hari eerstdaags lajang » lajang lajar » bezar laj in artinja » bitjara » » »

derri itoe parintah rasa

» »

roepa sakali

Atjehsch.

Hollandsch.

Maleisch.

zweven zwaluw zeil grootzeil onderscheid anderzins tegenspraak daarentegen tegenbevel bijsmaak anders tegenstrijdig spoed

lakas » bekin roesaq sleetsch weldra » djoega

lada tjampli ladang ladiing ladjoe rëdjang sërajoe djoehlam lôm njan sigôtrôk lam doewa oerôtroeh gëlajang sarang lajoe-ëh » rajah lain hanah moekoem lain bitjara lain nibakjah » hoekoem » » »

rasah roepa that

rëdjang » »

rëlok tjik

r,c, Maleisch. lakas lakas

Hollandsch. ijlings

» »

loepa marah

vergeetachtig oploopend

» »

pertjaja pitjah

» toemboeh laken laki

lichtgeloovig breekbaar weelderig laken man

» bini » laki lakoe lalar

echtgenooten mannelijk aftrek vlieg

laloe lama

ontwijken langdurig kast

lamari lambat lambing

langzaam lans

Atjehsch. rëdjang rëdjang »

toewôh

» » »

bengèk tëpëtjaja pitja

» timôh soekaloët lakôh lakôh binôh adët lagoet djamoek djak di sinôi trip lamari plëhan lëmbing lamoeh

lambong

zijde (van het lichaarn)

lampar lampo landjoet langit

overstroomen lamp lang

panjoet lannjoet

lucht

langit

» berbintang sterrenhemel » langit moeloet verhemelte langkah schrede langlang kruisen (op zee)

limpah

» bintang langit langkah biloek biloek

57 Maleisch.

lari larian lawa-lawa

vervolgens dadelijk daarna valsch ruim honger van honger smachten verbieden verbod ontvluchten vlucht spin

lawan lawang lawoet (laut)

verweren wenken zee

lebah

honigbij breed slemp tij d breedte handbreedte

lantas lantas djoega lantjong lapang lapar » sakali larang larangan

lebar lebaran lebarnja » tangan » lebeh » » » »

oetara

noorderbreedte overig, meer

baharoe bajiq betoel dekat

Atjehsch.

Hollandsch.

djak mënantji lantjong lapang doeik > that thäm gëtham djiploeng » that ramidioen gelaba moesoek kaoet laoet oenôh loewah labèh loewah lintoennja lintoengaoewëk dj ar ôh loewah oetara lebèh loe

nieuwer veeleer

» »

bahroeë gèt

rechter nader

»

biet

»

töïh

58 Maleisch. lebeh djauh » »

doeloe moeda

» »

pendeq sesaq (soempit » tinggi lebehnja leboe legan leher lelang lelangit

Hollandsch.

Atjehsch.

verder voorheen jonger nader naauwer

lebèh djëoe > dilèh

hooger opgeld stof gist hals

» maunjan lëbèhnja aboeh, abèh

verkooping gehemelte

> >

moeda toeïh

>

haran

niraoe takoeë lèlong langit

lelaron lemas lembang lembar

gras (grof) vel (papier)

kamoe lamôk naloeng sio et

lembeq lemboe

week rund

lëmik lëmôh

koe stier os

» » »

» » »

betina dj antan kabiri

» hoetan lemboet » hati lepas » beja

vliegende mier zwak zijn

inông agam këbiri

wilde os zacht

» oetoeën lëmoet

zachtmoedig vrij tolvrij

lëmôh hati paloeës kloeësbijôh

59 Maleisch.

Hollandsch.

lepas tengah hari namiddag kwijtschelden lepaskan

Atjehsch. lëpas tjôt oerôh kakoëh liang rëhoem

liang » hidong

gat neusgat

liar

woest

lidah » badaq » pandjang

tong rhinocerostong

lilin » betoel

was waskaars

dilïn » biet

lima » bias » poeloeh

vijf vijftien vijftig

limôh » blas » ploeh

limau

vijfderlei citroensoort

» roepa bôhkoejôn

limpah limpar

lever werpen

limpah

lindoe

aardbeving aardbeving bloedzuiger

rimba lidah lidah badoek pandjang lidah

babbelaar de dunne stengels poerih lidi van een kokosblac L kalôn zien lihat » bahgègèt » bajiq-bajiq uitkijken ngiëng oelikoet » ka-blakang omzien » ri wan g wederzien » kombali lilèh vloeien lileh

»

roepa

linoe lintah

tiëk gëmpa gëmpa linta

60 Maleisch. lipat lisoet litjin liwat lobang » » » » loe

Hollandsch. vouwen

bedil ketjil koentji pakoe

loeboek loeboq loedah loega

Atjelisch. lipat piëm

uitzuigen glad voorbij

aloes tingal

gat

rëhoëm

laadgat

»

bedil

gaatje sleutelgat spijkergat

»

tjoet

» koentji » labang gata, kah jij inham eener rivier koeala waterval i-jë sroef speeksel peilen wond

doega loeka

hoofdwond inslikken

» oeleh oengët

huilen

môh

rijstblok springen

loempang lësoeng loempat

modder mul

lëhôp

loenak

antjoer

loentjoer loepa

uitspugen vergeten

loeda toewôh

loesa loesin loetar

overmorgen dozijn werpen

loesa

loeka » kapala loeloer loelong loempang loempat loempoer

loedah

doezin tiëk

(il Maleisch.

knie slingeraap buiten

loetoet loetong loewar longgar lontar lonté lontjip lontjeng

Atjehsch

Hollandsch.

ruim smijten vod, hoer puntig

tëoet loetoeng loewa lengô

tiëk bidoen tjientjoe gënta

klok

M. ma » angkat » bapa » inang maboq » lawoet »

sakali

madat madjelis madoe madoe madrasah mahal mait majin

moeder pleegmoeder

mak » sëboet

ouders voedstermoeder

mak pëngasoe mabôk » laoet

dronken zeeziek smoordronken amfioen (bereide) vergadering honig, bij veelwijverij hoogeschool duur

» sigô madat mëdjëlies i-jë oenô madoe mëndersa

lijk

mahal mait

spelen

main

62 Maleisch. majin bodoh » gila makan » » »

ennaq gadji habis

Hollandsch. gekscheren

Atjehsch. main bingoeng

voor den gek houden » poengôh eten padjoeh smullen » mangat traktement trekken verkwisten vruchtgebruik

» »

gadji habih

» hasil » hasih » obat medicijnen innemer i » obat » roempoet weiden » naloen makanam maaltijd makanan » jang ennaq versnapering padjoeh njang »

malam

» pagi hari malam »

Djocmaat

avondeten ontbijt nacht Donderdagavond

> Dominggo Zaterdagavond » poewasa vastenavond malas traag » kardja sukkelen maling dief maloe schaamte mamah kaauwen

mangat » malam » bëngôh oerô malam » djoemeät »

alahat

» poeasa malas » boeët tjëmëtjoeëh malèh niamöh maté

mampoes mana

verrekken waar

» boleh mandi

hoe is het mogelijk panéh djoeët baden manôh

thôh

68 Maleisch.

Atjehsch.

Hollandsch.

mangga

mangga (eene

mëmplam

manggis

vrucht) mangistan (eene

manngota

vrucht) onrijp nap , kopje mangkoq » besaar spoelkom koralen mani-mani zoet manis honigzoet » sakali

moedah

mangkal

»

sedikit

manisan mantah mantjing mantoe mantri mapaq marah marang mardjan mari mariam martil » besaar martjon

tjawan mangkoeng rajah ' manik manih

zoetachtig banket raauw hengelen schoonzoon

»

that

»

batjoet

manisan mëntah këwawéh

toean ', titel voor sommige mantri inlandsche hoofden gëlihë afkluiven geraakt stroo bloedkoraal kom kanon hamer voorhamer zekere soort vuur werk

bëngih abih, ngëng manik mardjan kënôh mariam palèhë » rajah bëdih kërtah

64 Maleisch. mas » kawin » moeda » pasir » toewah masam masaq » sedikit » sampé brissih masi » ada masoq » » » »

di moeka ka-dalam kardja moewara

»

serani

mata . »

ajam

Hollandsch. goud bruidschat slecht goud stofgoud

Atjehsch. mës tëmëntoeh mës moeda s anôih » toeha

fijn goud wrang koken

masëm masak

opkoken uitkoken nog

» batjoet » glis mëskina

overhouden

mëskina

binnentreden voorin binnen

tamüng

in dienst treden in eene haven aanlanden het Christendom omhelzen oog

»

djering

bijziende loensch

»

djoeling

loensch

»

glap

»

hari

verblind in het gemoed zon

»

mata

spion

» » » »

oekoeëh oe dalam boeët koeala

»

srani

mata » » » »'

loekiep saroek djoeling sëpoet

»

oerôh

mata mata

65 Maleisch.

Hollandsch.

Atjehsch.

mata haloes masak matang rijp mati mati sterven » slam » kelelap verdrinken » » » lemas dalam aijer verdrinken matikan dooden (wettiglijk) pôh matjam matjam monster rimông matjan tijger » boeloe » toetoel panter napsoe mau (mawoe) willen

mata tandjam

b » »

pigi sendiri

tahoe samoewa » tidor medjah

ver ziende

weg willen goeddunken nieuwsgierig

këmëng djak oelôn napsoe kedrôh » këmëngtëpoeë bandoem » këmëng ih medja

slaperig tafel » soerat schrijftafel )) toelis nisan grafsteen medjan awan wolk mega mlinkanjo behalve melajikan main slenteren melantjong bestrijden » melawan melawan melawan nariet 11 bitjara redetwisten tegenspreken » khoen » kata zich tegen een bevel » printah » parintah aankanten

lili

Maleisch. melingket melinkan meliwat meloedah meloeka meloekaï meloekoe meloekoe-in meloempat memang memantjing memariksa memasaq

Hollandsch. aankleven behalve voorbijgaan spugen wonden verwonden ploegen

matimïh mlinkanjo oeroeng djah mëloeda loeka oeloenta langga

beploegen springen zeker hengelen

tjëroeë

onderzoeken koken

memarintah memari ntahkan

regeeren besturen

membasah

bevochtigen aflezen splijten

membatja memblah membli memboeka meminta memoekoel memoelah memoetar mempoenja-i memotong

Atjehsch.

voor geid aanschaffen openen verzoeken slaan hervatten draaijen bezitten afsnijden

mëloempat këbiet këmawi këmalôn tagoen maniërèntah prèntah nagröh srah boeët mënplah moemblôh mëngboekah mëlakèh moempôh mëpoephoen mëngatoeh njangpôh mengkôh

67 Maleisch.

Hollandsch. beklimmen met de hoornen

menajik menandoeq

Atjehsch. mëngih moepôh

stooten menang

overwinnen

menangis menapas menarah

weenen ademen

menariq menarima menaroh mendapat mendjaga-in mendjahit

mënang bëngèh mëlapa

toren (bij eene moskee) trekken ontvangen plaatsen

moennarah

uitvinden beveiligen naaijen

mëtëmëng mënja ganjôih

mëtarik

trimôh moentrôh

tjëmëtjôp

afnaaijen

tjôp bëhabis

mengadap mengadjar

verschijnen onderwijzen

mëngadëp pronôh

mengakoe

toekennen verhuizen

»

habis

mengali mengaloewarkan uitbrengen nemen mengambil verwoed moorden mengamoq mengantjing mengantoq mengapa mengarti mengartikan

toeknoopen sluimeren waarom verstaan verklaren

mëngangkèh pindah, minah tëbih oeloewa mëngtjôh tjëmëtjan mëgantjing tëngët pakôn oelôn tëpoeëh tatëpoe ënjan

68 Maleisch. men gasen mengatoer mengenak

Ilollandsch. liefhebben rangschikken kennen

mengeram mengganti

Atjehsch. mengasih mëngatoeh meingat

uitbroeijen vervangen menggèh-meng- hijgen gèh

këmarëm mëngantôi lëlah

menggigit

këmëkap

bijten knippen blaffen

menggoenting menggonggong menggoroq

snorken

menghabiskan mengikat

besluiten binden

menginap mengintip

overnachten

d5m

bespieden denken

menggoenting mërawoeng mëngrôgoh mëngabis ikat

schillen

pandang kira kira poeli

vermageren babbelen

pëdjoet mariet

scheppen . wegen

tëmôi timbang

menioep menjabrang

sterven blazen

këmông maté proeh

overvaren

menjahoet menjala menjalah

antwoorden ontbranden vervalschen

djëmërang sëoet

mengira mengoepas mengoeroeskan mengomong menimba menimbang meninggal

hoeë tëmipèh

I i'. i

Maleisch.

Hollandsch.

Atjehsch.

rooven (öp den weg] mërëboet roesah hert menjangan roesah inông » betina hinde këmoenjan benzoin menjan menjamon

menjanji menjawaq menjeboet

zingen leguaan

moepantoem mëroewak

melden

menjepit menjisir menjoedah(i)

nijpen kammen voltooien

britèh tjëpit

menjoembah

aanbidden

sëmah

menoelis

overschrijven h alp verleenen

soemoerat toeloeng toembak

menoelong menoembaq menoempang menoeroet mentjoeri merah » api merang meraq » betina merasa » sakit merombaq mesdjid

spiesen intrek nemen voortzetten (eene reis) stelen rood vuurgloed stroo paauw paauwin genieten smart lijden vernietigen moskee

siëh kadjët

noempäng sëtôt tjëmëtjoeë mèrah » apoei abèh, ngoe mërak » inông mërasa » sakit roembak mësëgit

70 Maleisch.

Hollandsch.

Atjehsch.

milir

afdrijven

ili, këdih

mimis minpi

jachthagel droomen verhuizen week olie

anoek printjiek mënoempoh

minggat minggo minjaq »

batoe

» »

kalapa lampo wangi

minoem » »

habis tètèh

minta »

doa

»

kaloewar

» »

kombali pindjam

miennah oerô allahat mienjëk

steenolie kokosnootolie lampolie balsem drinken

» » » » d

Jip

uitdrinken » zuigen (aan de borst) » verzoeken bidden

batèh oe paunjôt moebèh habis piëm mon

lakèh » doa

de huur opzeggen » tëbieët terugeischen » wôh leenen lakèh » toelong hulp inroepen » toelong » » bitjara raad vragen » » bitjara miring schuin sihèk » sakali steil » that misanan achterneef of -nicht kemôing miskin

behoeftig

missigit

Mahomedaansche tempel moeten

misti

gasiën mësëgit mëhat, miski tëka

71 Maleisc.li.

misti ada

Atjehsch.

Hollandsch. noodig

miski » » »

na tëbiet ëdjak taroeh

uitmoeten kaloewar wegmoeten pigi tanggoeng aansprakelijk hamat mikken mitar eene rivier opvaren moedik moediq moekah aangezicht moeka » bëngèh » marah aangrimmen » koeëh » roemah voorgevel » » »

moela-i moela-moela

oorsprong aanheffen aanvankelijk

moelas

kramp, koliek

moeloet » besaar

mond

moela

» manis moendoer moentah » darah nioerah moeri

brutaal vriendelijk achteruitgaan braken bloedspuwing goedkoop

fluit (kleine) jaargetijde moesim regentijd » hoedjan » potong padii oogsttijd vyand moesoeh zeehaven moewara moewat

inladen

phoën phoëfoên phoën phoën tjirit babak » raijah »

manis

soeroet moenta » darah moera soeliug moesim » oedjin » këmëkôh padi moesoeh kwala

pëdiëng

72 Maleisch.

Hollandsch.

Atjehsch.

moewat di dalam inschepen kapal

pëdiëng lam kapal

moewatan monjet » ketjil mowah (ikan mowah)

pënëdiëng boeë, ëngköng

lading aap aapje paling

» tjoet moeroewah

N. nadjam ster nafas (zie napas l ademen najiq opgaan » darat landen » djaga op wacht trekken » hadji ter bedevaart gaan » » » » » »

harga kapal koeda lajar masoq pangkat

» prahoe nama nanas nangis nangka

bintang naphas in » hô darat » djaga » hadji

duurder worden zich inschepen

mëih ijoem ih kapal

te paard stijgen zeil maken instijgen in rang stijgen

» goeda » lajoeëh tamong » pangkat

aan boord gaan naam

» prahoe nèn

ananas schreijen nangka

anoes bëgèh panëli

y3 Maleisch. nanti » sabentar » soré napas nasi nawong negri ngapa nipis njala njamoq njanji njanjian njonja nonna nonton

Hollandsch. toeven zoo aanstonds heden avond adem rijst (gekookt) schaduw gewest waarom dun vlam muskieten zingen gezang mevrouw jonge jufvrouw toekijken

Atjehsch. prèh prèh siat » sëpoet naphas boe tjoeë nëgrôh pakôn lipies hoeë djamoq moepantoen djih pantoen inông anëmit inông djak ngiëng

O. obat » » » » » obi obor

bedil demam loeka pahit tjatjing

wondzalf maagbitter wormkruid aardappel

oebat » bedih » demam » loekah » phiet » glang gëtila

fakkel

soeloeh

artsenij buskruid koortsmiddel

74 Maleisch. oedang » oediq

karang

Sollandsch. garnaal kreeft binnenland

Atjehsch. oedëng » karoeëng toenoeng

oedjong djari

oedjong djarôh vingertop hidoeng het topje van den » idoeng neus oedoet bakoem tabak meten oekoer oekoer » tanah » tanôh landmeten maat oekoeran oekoer slang oeloeë oelar golf gloembang oembaq »

oemoe leeftijd oendang oendeng wetten (bijzondere) oendang-oendang toereiken poelëma oendjoeq » rèt wegwijzen » djalan oemoer

» dengan trang oentoeng » bajiq » diri »

djahat

oepah » kardjah oerat » bezar oesah oesir

overtuigen voorspoed goed fortuin

» ngoendih oentoeng, labah

eigenbelang tegenspoed arbeidsloon

»

gèt

»

drôh

» oepah »

djihoet

maakloon ader

boeët

oerat

pees noodig wegjagen

oerat rajah hanëpoe paroeh

7.',

Maleisch. oesir ka-bawah

Hollandsch. afjagen darm

oesoes hersens oetaq het noorden oetara » barat laut noord-noordwest noordoosten » laut »

timor

oetoesan oewang (wang) » beja

noordoost afgezant geld boomgeld goudgeld

Atjehsch. paroeh hoemëjoep proeët oetaq oetara » barat laoet » laoet » timor soeroehan ringgit

zilvergeld

hasil ringgit mës » pirak

zakgeld

blandja

oleh » radja

door door den vorst

ombaq

golf

olèh olèh radja gloembang

ombal omong » kosong

sagoep mist nariet praten » sôh ijdele praat roempang tandeloos knikken (met het anggeeh

» »

mas peraq

»

sirih

ompong onggoe orang » arab » » »

hoofd) mensch arabier vreemdeling

asing bangsawan edelman nieuweling baroe

oerëng » arab » asing »

djrôh

»

baroeh

7G

Maleisch. oran g bilang » bodoh

Atjehsch.

Hollandsch. men zegt domoor slecht volk

oerëng khoen » »

bingông djët,djihoet

»

boeta

»

bëhë baq prang

gila gek » sakali volslagen gek hitam zwarte islam Mahomedaan

» » » »

kling djihoet poengôh

» »

hitam slam

itoe

gene

»

nj an

» »

jang kaja

y> njan » kaja

»

kampong

degene een man van fortuin landman

»

kapir kata

heiden men zegt

»

kapir

ketjil laki-laki

gepeupel man

» »

khoen tjoet

» »

agam laoet

» »

malas mein

» »

boesoeq boeta

»

brani di

blinde held

s »

prang dagang djahat

koopman deugniet

y> y> y>

» »

ï D

»

» lawoet(lauÇ zeeman » malas talmer » melantjong slenteraar » mengadoe aanklager » »

menoem- passagier pang menoeroet volgelingen

that

» kampong

» pëngadoean » mënoempang y> sëtèh

77

orang » » »

moeda oemoem oepahan pintjang

y> prang » rakoes » sakit »

tetamoe

»

toeli

Atjehsch.

Hollandsch.

Maleisch.

jongeling publiek handlanger kreupele krijgsvolk gulzigaard zieke gezelschap doove

oerëng moeda » lëh oepa

» » » » »

tjapiët prang waba sakit mëtëmoe

ft

toelô

P. parvaban

ra

bringan lajoeëh

pada padak

aan, tegen zoutpan

bah lantjang

padang padi

vlakte rijst

padang padi

pagar » bamboe ft batoe » kajoe

haag bamboeheg

pagoeë » tring » batèh » kajih bëngôh

pagi » hari »

pagi

muur staketsel morgen des morgens vroeg zeer vroeg in den

» s

morgen pagoet paha pahit (paait)

pikken bont

tjôh

bitter

phiet

pah

oerô bëngôh

78 Maleisch.

Hollandsch.

Atjehsch.

pajali

gevaarlijk pajah, pënan pajoeng (pajon g) regenscherm, zon - pajoeng nescherm pake ngoeing aankleeden » bandera eene vlag voeren » alam » bedaq blanketten » bëdak » koewasa aanmatigen » koewasa pakejan gewaad pëkajan » » pakoe

dalam koeda

ondergoed zadeltuig spijker

pala

muskaatnoot palangi(bij anglala)regenboog paling afwenden

»

dalam

» goeda labang pala danèh that

» besaar paman panah

boog

patjoet panah

panas

warm, heet

toetoeng

heete koorts aandrift

» » »

» »

demam hati

allergrootst oom

» sakali » sedikit pandjaug

lang

panggang pangil

roosteren roepen

»

kombali

smoorheet zoel

terugroepen

»

rajah

dëmëm atéh thaat

» matjoet pandjang panggang mëdjah kënôh djah kënôh poelang wôh

70

Maleisch.

Hollandsch.

heup panggoel priester panghoeloe r a n g , stand pangkat opperbevelhebber panglima flink pantas bil pantat oever pantej hengelen pantjing goot pantjoeran plank papan vrouw parampoewan » djahat boosaardig wijf » jang kraamvrouw baharoe beranaq hakmes parang oorlog prang

Atjehsch. toelang kitoeng pangoelèh pangkat panglima rëdjang pantat pantèh kawih pantjoeran papoen inông inông hanëgèt inông baroewë na anôk parang

prang pariksa onderzoeken kalôn kalôn di gôtôk » lagi sakali herzien bevel printah parintah raspen koe-oe paroed paar, aanspannen bôh pasang vuur aanmaken bôh apoei » api de vlag hij sehen tarik alam » bandera metselen tjôk batéh » batoe de zeilen aanslaan tarik lajoech » lajar marktplaats djah oepëkën pasar vischmarkt pi'kën oenkoet » ikan

80 Maleisch.

Hollandsch.

Atjehsch.

pasij aar pasir patali patjol

dj ah main 2 pasih, ano-ë door midden breken patôh schop, spade patjih

patoet pedang

behooren zwaard

wandelen zand

pedas

prikkelend aanpakken » kamoedi kapal een schip sturen » kras vasthouden

pegang

» poewasa, pelaboehan pelana pelor (peloeroe) penakoet pendeq pending pendjahit pendjoewal pengadjaran penganten-lakilaki

vasten

pëdës mat »

moeda kapal

» »

bakërë bathat

reede zadel

laboeë planah

kogel

pëlorbëdih

vreesachtig kort

hanah branih oebiet

buikgordelplaat

pending snijder (kleermaker) tjômëtjôp verkooper poeblôh onderwijs bruidegom

» parampoewan bruid pening duizelig » kapala duizeligheid peniti

patoet pëdoeëng

speld

pengadjaran pëngantèn agam » pening

inông

» këpala djaroem hanah rëhoem

Maleisck. penjakit » boelan

ziekte maanziekte

penoeh pentjoeri

vol dief zilver gereedschap

peraq perkakas » mas peraq » perkara » besaar persagi pesagi pesan

» darah penoeh pentjoeri pirak

goudwerk zilverwerk zaak

perkara

aanbelang kantig kantig

» rajoet pësagôh

bestellen kist knijpen

pigi » pariksa

weggaan

tengoq

penjakit

pëkakas » »

peti pidjit

»

Atjehsch.

Hollandsch.

verkennen gaan bezoeken

pësagôh pësan pëtôh pidjët ëdjak djak kalôn kalôn blah

pijara (piara)

aankweeken

pikir

bedenken

pikoel pikoelan

dragen pikolan vracht gewicht = 100 kat- pikôl

pikol

pikih pikôl

ti's of 125 Amst. ponden kiezen pileh pinang (boewah) betelnoot

mes pirak

pilih pineng

82 Maleisch. pindah pindjam pinggang pintar pintjang pintoe » aijer » blakang /> dalam » moekah » roemah

Atjehsch.

Hollandsch. overbrengen

minah

leenen lende scherpzinnig hinken deur sluisdeur achterdeur

ngôi kie-ëng, roewëng pintar tjapiët

binnendeur

pintoe » ijë » likoet » » »

dalam oeleh roemah

pipi piring

voordeur huisdeur wang bord

» dalam pisang

een diep bord pisang

» piso

koningspisang mes scheermes » poen joko schaamdeel (vrou- poekoeï welijk)

radja

» tjoekoer poeki

miëng piring » dalam pisang » radja skin

pôh rô-ëh, poewôh poeloe, sploeh (siploe)

poekoel p o elan g poeloe

slaan

poengoet poenja

oprapeü toebehooren

tjoemoet

poesat

navel

poesat

terugkomen tien

atoloen, pôh

83 Maleisch. poesing » kapala poetar poetih » sakali poewan poewasa pohon » boewah » »

kalapa ketjil

potong » besaar » doewa » »

kajoe leher

prahoe

Atjehsch.

Hollandsch. duizelig duizelen draaijen

moemang » oelèh

wit spierwit siriedoos

poetih » thüt poewan

vasten boom vruchtboom klapperboom

poeasa boh of poehôn » kajih » oeh

struik, boompje

riwang

» ' oebiet, boh tjoet

kôh afkappen, stuk bonk (groot stuk) » rajoet in tweeën snijden blok kelen prauw strijd, oorlog

prang » di lawoet zeeslag (laut)

» »

doewa kajih

» takoeëh prahoe prang » di laoet prèh » soesoeh

pras » soesoe

persen melken

prawan priksa (pariksa) printah (parintah)

maagdom, maagd prawan onderzoeken kalôn last boe-ëh kata

84 Hollandsch.

Maleisch. prieoq proet

Atj

pot

kanèt

buik

prëoet

R. raba radja

tasten, voelen koning, vorst

raba radja

» moeda kroonprins » inông » parampoewan koningin, vorstin raga bakoel mand rajat rajat onderdaan oek, oelèh hoofdhaar ramboet rameh ramèh vrolijk » moeda

rampas rante rantjing rapat rasa rata r atj oen (ratjon) ratoes

rooven, plunderen tjôh ketting

rantéh

takje, van den ta- rantjoeng marindenboom bijeen batôh smaken, smaak rasak gelijk, plat tanthoet vergift toewa honderd raté

rawah (rawang) poel, moeras reboeng nieuwe spruit uit

rawôh reboeng

den bainboeswortel

/

y r, Hollandsch.

Maleisch. reboes riboe rimaw rimba ringgit

in zuiver water koken duizend tijger wildernis Spaansche mat scheuren

Atjehsch. tagoeën ribé rimèh rimô ringgit

robeq verlies roegi woning, huis roemah » pegadean lombard » sakit gasthuis

bekak

roempoet roepa » manis

gras vorm, houding aanvalligheid

naloeën roepah » pagët

roesaq

gehavend

roko rotan roti » ketjil » poetih

sigaar

roesak rôkôh

rottingriet brood broodje wittebrood

roegôh roemah » gadèh » sakit

nawïh roti » tjoet » poetih

s. sa (verkorting van satoe) saban hari

een

sabôh, sa

daagsch (iederen

tengô boenj:

dag)

si; Maleisch.

Hollandsch.

A tjehsch.

sabantaar (sebentar)

dadelijk

sa saät

sablah

zijde, flank

Sëblah

» »

kanan kiri

rechterzijde linkerzijde sablas elf' » kali elfmaal » sa tengah twaalfdehalf sabrang overkant sadja alleen, slechts sa-hari saija sajang sakali sakarang sakit » gigi » »

hati proet

saksi salah » »

adat hitoeng

» »

oenen wi-ëh

siblah

»

gôh

» satëngôh mranïh

tagôh

één dag

toerôh

mij, i k , mijn

oeloen

deernis, leedwezen oe-ë eenmaal sigôh heden, nu djinông pijn, pijnlijk sakit tandpijn » gigôh spijt » atih buikpijn getuige onrecht, misdaad misbruik

» poekoel salamat

zich vertellen misslag zegen, voorspoed

» djalan salatan

voorspoedige reis zuid, zuiden

» prëoet saksi salah » »

hadat hitöng

» moepôh slamat » barèt salatan

87 Hollandseh.

Maleisch. salin salindang

Atjehsch.

woeholain overgieten omslagdoek(die over idja den eenen schouder en onder den anderen arm door gedragen wordt.

sama » djoega » roepa samangka sambal

samoewa sampan sampé » dalam sana sapa (siapa) saparo sa-per-ampat sapi sapoe sapoeloeh sa-potong sa-ratoes sa-riboe

sabéh sabéh even (juist zoo) » » gèt eveneens » roepah gelijken këtimôn watermeloen sambal toespijs van garnalen , kruiderijen, groenten enz. bandoeng al (geheel) sampan sloep genoeg, toereikend katoet bevaarbaar daar, ginderheen wie half (ten halve) vierde (J) koe, os, rund uitvegen

» dalam » gëdih sônjan siblèh kôh poe ët

eene homp een honderd

lëmôh sampoëh sploeh sa poentoeng sratèh

een duizend

sribèh

tien

88 Maleisch. sarong

bekleedsel helft

sa-tengah » » » » satoe sawah

Hollandsch.

matang half gaar toewah bejaard één veld (rijst)

sedang sedekah sedija sedikit segalla » roepa selendang

gemiddeld offer gereed weinig al, alle

sembilan

allerlei sluier, halsdoek negen

» roepa semboeni semoet

negenderlei verbergen mier

sendiri sendjata

zelf, alleen wapen lepel

sendoq seperti serban sesaq sewa siang siapa

alsof, gelijk

Atjehsch. sarong sa tëngôh » » matang » toeha » sabôh, sa biang mëndènga sedekah kaloeë batjoet mandoem kah mandoem idja sikoeroeëng » roepah badjoe badjoet sidôm oelôn tiro skin a-oewëk mënankë tang goeloek

tulband (hoofddeksel) nauw huren dag

mekatab, arat séwa hari

wie, welk

sônjan

89 Maleisch.

Atjehsch.

Hollandsch.

af borstelen, borstel soegoet sinkèh elleboog

sikat sikoe simpan sindjata

wegbergen wapen hier besproeien

sini siram sirih sisir

tos skin sinôi sirëm ranoem soegoet

sitoe

betel haarkam daar, ginds

snapang sobat

geweer vriend, makker

sitoe bëdih akan

soedah » » » »

reeds af, (voltooid) verloren

kaloeë habis kagadôk

voorlang uit het geheugen reeds vertrokken

traip ka katoewô

habis hilang lama loepa

» pigi soedara laki-laki broeder

ka idja soedara lakôi » inông

» parampoewan zuster willen, goedvindeit soekah soeka mëngan atih weldadig » kassih soekoe (sa-soekoe) vierde fluit soeling

hidjoe samah soeling

soelthan soempah

keizer, sultan eed, beëedigen

radja soempah

soenat

besnijdenis

poentoeng

90 Maleisch. soerat

brief soeroeh (soeroh) opdragen » kirim ontbieden » poelang (iemand) terugsoesah » hati soesoe sore sorong

Atjehsch.

HoUandsch

zenden moeite, zorg

soerèh, soerat djak; ijö paït ijô wöh soesah » atih

droefheid boezem (de — eenei môm vrouw) avond tjôrôh schuiven toelak

T. tabe tadjam

welkomstgroet scherp

samelaikoen tadjëm

tahan

uitstaan, tegen-

thoen

tahi tahoe tahon (tahoen) takoet tali tampat tanah tanam

houden drek, afg ang (de stof) weten jaar vreezen koord

èk oeloen toepoef tahôn takoet talôh

plaats tampat grond, aarde tanôh begraven, planten tanam

91 Maleisch. tandaq tangan tanja taroh tawar tebal telor > ajam

Hollandsch. dansen arm, hand vragen nederzetten bieden, afdingen dik

tengah

ei hoenderei eendenei vischkuit midden

teri aloe » brani

uitermate, al te. vrijpostig, roe-

tiada

keloos neen

» »

bebeq ikan

tiang tida tidor tiga » bias » kali » poeloh tikar

mast, pilaar neen slapen drie dertien driemaal dertig mat

Atjehsch. tandak dj ar ôh tanjoeng trôïh padoeng tëboeh teloor » nianôk

»

itèk

»

oenkoet

tëngôh kalëpah brani than hanah tiang hanah

tih, ih lèh » » »

ook lih blah gôh ploeh

tikoes timbang timbangan

tikar mantjik muis wegen, overpeinzen timbang timbangan weegschaal

timor

oost

timor

92 Maleisch. tinggal tinggi tinta tiram tjabé tjaboet tjampoer tjap tjapé tjari (tjahari) tjatjar tjelaka tjepat tjoem tjoba

Hollandsch.

Atjehsch.

blijven, vertoeven katinggah ma-anjang hoog dawèn inkt tiram oester tjapli Spaansche peper loot uitrukken mëdjampoeh mengen tjap stempel vermoeidheid,moede pajah mitah zoeken koedih kinderpokken ramp, tegenspoed tjilakôh gezwind kussen, kus beproeven

panda 2 tjioem

tjoeka tjoekoer

azijn

tjoba tjoekah

scheren

tjoekoer

tjoeri tjoetji tjoetjoe toedjoeh

stelen wasschen kleinkind

»

zeven

zeventien bias zevenvoudig kali poeloer zeventig » ambachtsman toekang timmerman » ]iajoe »

tjoewë sëras fcjoetjô toedjôh of toedjoeh » blah » »

gôh sploeh

oetôh » kajih

93 Maleisch.

Hollandsch.

Atjehsch.

goudsmid

oetôh mes

toelis » soerat

wisselen been schrijven brief schrijven

toekar toeloeëng tëmoerat » soerèh

toembaq toemboeq

lans, speer stampen

lëming toemboek

toemit toempah

toemit toempah

toendjoeq

hiel storten aanwijzen

toenggoe toeroen toeroet toetoep (toetop)

wachten beneden opvolgen, volgen sluiten

toewah toewang

verlegen

trada » boleh

neen ongeoorloofd

toekang mas (amas) toekar toelang

gieten

» »

brani enaq

lafhartig wansmaak

» »

rata tidor

oneffen slapeloos licht, helder

trän g trima (tarima) » kassih troes

ontvangen erkentelijkheid ronduit

djoeq lakèh tatoerën toeroet toeëp toeha toewing hanah handjit hanah branih » mangat »

tantoe

»

ih

pëngë trimôh trima kasih trôs

'.Il

w. Maleisch.

Hollandsch.

Atjehsch.

wakil wang (oewang) wangi

gemachtigde geld geurig

waringin

een prachtige boom waringin die door den Inlander als heilig wordt beschouwd (eig. pôhon waringin) kleur tjat

warna

wakôi riah bangi