138 54 14MB
Dutch Pages VI, 73 [78] Year 2017
muziek en bewegen bij
dementie Annemieke Vink Helma Erkelens Louwke Meinardi
MUZIEK EN BEWEGEN BIJ DEMENTIE
Annemieke Vink Helma Erkelens Louwke Meinardi
Bohn Stafleu van Loghum, Houten
ISBN 978 90 368 1223 8 © 2016 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Omslagontwerp: Mariël Lam bno, ’s-Hertogenbosch Basisontwerp omslag en binnenwerk: studio Pietje Precies bno, Hilversum Fotografie: Antoinette Borchert, Jacqueline Dersjant, Ignar Rip, Mariël Lam, Johan Nebbeling DVD: Van Hemert Producties, Zuidbroek Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of opnamen, hetzij op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet j° het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Samensteller(s) en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een betrouwbare uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor drukfouten en andere onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen. NUR 897 Eerste druk, eerste en tweede oplage, Reed Business Education, Amsterdam 2013, 2014 Tweede, ongewijzigde druk, Bohn Stafleu van Loghum, Houten 2016 Bohn Stafleu van Loghum Het Spoor 2 Postbus 246 3990 GA Houten www.bsl.nl
VOORWOORD Muziek is de taal van het hart. Bewegen is de taal van het lichaam. Als de geest achteruitgaat worden muziek en bewegen des te meer bronnen voor leefplezier. De mensen van wie je als dementerende afhankelijk wordt, kunnen en moeten je helpen het zo goed mogelijk naar je zin te hebben. Zorgen betekent zo bezien werken aan leefplezier vanuit de wensen en mogelijkheden van degene voor wie je mag zorgen. De afgelopen jaren heeft docent theorie muziektherapie en psycholoog Annemieke Vink, ondersteund door het bestuur van de Stichting Stimulering Kwaliteit Verpleeghuiszorg (SSKV), onderzoek gedaan naar de effecten van muziek en bewegen op het dagelijks leven van mensen met dementie. Op basis hiervan heeft zij adviezen opgesteld die de stemming en vitaliteit positief beïnvloeden. Ze zijn in de praktijk getoetst en hebben hun waarde bewezen. In dit boekje en op de dvd is haar onderzoek vertaald naar de dagelijkse praktijk van verzorgenden, activiteitenbegeleiders en mantelzorgers
die willen inspelen op datgene wat het langst behouden blijft: plezier in muziek en bewegen. Wij zijn erg blij dat we hun concrete handvatten kunnen bieden. Wij danken de sponsoren, zorgverzekeraar Menzis en het Innovatiefonds Zorgverzekeraars, voor hun ruimhartige bijdrage. Wij hopen dat dit boek en de dvd inspireren tot meer leefplezier en meer werkplezier! Henk Schildkamp, voorzitter van de Stichting Stimulering Kwaliteit Verpleeghuiszorg
INHOUD DEEL I DE DESKUNDIGEN
7
1 Inleiding Inzichten uit de muziektherapie Inzichten uit de psychomotorische therapie en de bewegingswetenschappen Muziek en bewegen als onderdeel van de dagelijkse zorg
9 9 10 10
2 Het begint bij welbevinden Op zoek naar de individuele bronnen van welbevinden – Joris Slaets Actief zijn maakt gelukkiger – Erik Scherder Muziek en dans geven de dokter geen kans – Annemieke Vink Wat zegt de oudere zelf? – Gea Broekema
13 13 15 17 18
3 Meer welbevinden met muziek en bewegen Zorg met een liedje Een kist vol ideeën Andere wegen naar welbevinden
23 23 24 27
4 De omslag maken De bewoner centraal? Werkplezier
31 31 34
Kwaliteit van leven De rol van de mantelzorger
35 36
5 Het begint met opleiding en scholing Samen opleiden Creatief talent aanboren
39 39 40
DEEL II ZELF AAN DE SLAG
41
6 Tien muziek- en bewegingsadviezen
43
7 Maak zelf een Metronoomkist Een persoonlijke verzameling muziek en materialen
49 49
8 Hoe doe je dat in de praktijk? Voorbeelden Een liefdevolle wasbeurt Op bezoek bij moeder Als ik drie keer met m’n fietsbel bel … Met Catootje naar de Botermarkt Een actieve ochtend Opbloeien bij een spelletje Minder onrust, minder pijn Leven in de brouwerij Een frisse neus Jet Bok en Kaatje Koolenbrander Samen op het koor
53 53 55 56 57 59 62 63 64 66 68 69
DEEL III HANDIGE ADRESSEN
73
9 Adressen Dementie algemeen Muziek Bewegen Materialen Mantelzorg Organisaties in dit boek
75 75 76 76 76 77 77
10 Met dank aan
79
Deel I De deskundigen
08
1 Inleiding
1 Inleiding Muziek en bewegen zijn belangrijke hulpmiddelen om het welbevinden van mensen met dementie te vergroten. Vaak zitten dementerenden de hele dag in hun stoel passief voor zich uit te staren. Of zijn ze juist onrustig of agressief. Onderzoek en ervaringen vanuit de muziektherapie, psychomotorische therapie en bewegingswetenschappen laten zien dat dit vaak symptomen van onbehagen zijn, signalen dat de dementerende niet lekker in zijn vel zit. Veel van deze inzichten kunnen in de dagelijkse zorg worden gebruikt.
INZICHTEN UIT DE MUZIEKTHERAPIE Muziek spreekt mensen aan op een directe manier, zonder een beroep te doen op cognitieve vermogens. Dat maakt het tot een mooi middel om iets te betekenen voor mensen met dementie. Iedereen, ongeacht de mate van
dementie, kan genieten van muziek, zingen of bewegen op muziek. Bovendien helpt muziek ook bij het maken van contact. De vaardigheden om zelf een instrument te bespelen gaan bij dementerenden helaas achteruit. Muziek maken confronteert hen met dit verlies, daarom zijn muziektherapeuten daar zeer terughoudend mee. Uit onderzoek blijkt dat muziektherapie bij mensen met dementie zorgt voor: • minder probleemgedrag in het algemeen; • minder dwaal- en loopdrang; • minder onrust; • beter eten en drinken; • minder schreeuwen, roepen en schelden; • een betere taalfunctie/cognitie; • verbeterd sociaal en emotioneel functioneren; • meer welbevinden.
09
INZICHTEN UIT DE PSYCHOMOTORISCHE THERAPIE EN DE BEWEGINGSWETENSCHAPPEN Bewegen helpt om geestelijke achteruitgang te vertragen en zorgt voor een betere lichamelijke conditie. Ook als iemand niet veel meer kan, zijn er vaak nog bewegingen mogelijk, zoals een ballon een tikje geven, de maat slaan of kauwen. Ook psychomotorische therapie, dit is lichaamsgerichte psychotherapie, spreekt mensen met dementie aan zonder een beroep te doen op hun cognitieve vermogens. Taal is niet vereist om profijt te kunnen hebben van bewegen. In spelvormen leren mensen met dementie hun fysieke mogelijkheden te gebruiken en maken ze contact met anderen. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat bewegen zorgt voor: • verbetering van de cognitieve functies; • minder onrust; • minder passiviteit; • meer initiatief;
10
• een betere doorbloeding en het sneller verdwijnen van afvalstoffen uit het lichaam; • minder overgewicht.
MUZIEK EN BEWEGEN ALS ONDERDEEL VAN DE DAGELIJKSE ZORG Lang niet alle verpleeg- en verzorgingshuizen beschikken over een muziek- of bewegingstherapeut die de verzorgenden kan helpen bij het toepassen van deze inzichten. En lang niet alle bewoners krijgen een van deze therapieën aangeboden. Bovendien is een halfuurtje therapie in de week vaak niet genoeg. Op de afdeling komt het probleemgedrag weer terug. Daarom is het zo belangrijk dat muziek en bewegen élke dag deel uitmaken van de zorg voor mensen met dementie, als vanzelfsprekend onderdeel van de dagelijkse zorg. Dit boek geeft inspiratie en praktische handvatten voor iedereen die zelf aan de slag wil met muziek en bewegen. Het bevat ontroerende voorbeelden van hoe bevlogen verzorgenden,
daarbij geholpen door vele enthousiaste mensen uit het veld, waardoor de adviezen stevig geworteld zijn in de praktijk. De voorbeelden en adviezen zijn ingebed in de belangrijkste actuele inzichten over de zorg voor mensen met dementie. Dat maakt dit boek ook zeer waardevol voor opleiders, managers en beleidsmakers in de zorgsector.
11
1 Inleiding
familie en mantelzorgers muziek en bewegen inzetten om mensen met dementie een moment van plezier en menselijk contact te bieden. Ook geeft het praktische adviezen die makkelijk toepasbaar zijn op verschillende momenten in de dagelijkse zorg. Deze adviezen zijn verzameld door psycholoog en docent theorie muziektherapie Annemieke Vink. Zij werd
12
Een gelukkige en gezonde oude dag: zo zien we onze laatste levensjaren graag voor ons. Maar zonder ziekte oud worden is vrijwel onmogelijk, want oud worden gaat bijna altijd gepaard met het krijgen van chronische ziekten. Waar het eigenlijk om gaat is hoe we oud willen worden. Iedereen wenst zich een menswaardig leven tot het einde. De manier waarop we in Nederland de ouderenzorg hebben georganiseerd, staat dat menswaardig leven in de weg betogen Joris Slaets en Erik Scherder, twee Nederlandse hoogleraren die zich inzetten voor de ouderenzorg. Zij vinden dat de zorg op de schop moet. Maar het gaat niet alleen om de organisatie van de zorg, zegt Gea Broekema, directeur van Alzheimer Nederland. De ouderen gaat het om de inhoud: de bejegening is voor hen het allerbelangrijkst. En richt je aandacht tevens op de fase dat iemand nog thuis woont, dus óók op mantelzorgers. Muziek en bewegen helpen mantelzorgers en verzorgenden om het welbevinden bij dementerenden te vergroten en dus om menswaardig te leven. En het verhoogt het eigen werkplezier, betoogt psycholoog en docent theorie muziektherapie Annemieke Vink.
Daarom beginnen we dit boek met welbevinden. Wat is menswaardig oud worden? Hoe pakken we dat aan? En wat vinden ouderen zelf? De vier deskundigen geven hun mening.
OP ZOEK NAAR DE INDIVIDUELE BRONNEN VAN WELBEVINDEN Joris Slaets, hoogleraar ouderengeneeskunde aan het Universitair Medisch Centrum Groningen: ‘Hoe wil je oud worden vind ik interessanter dan hoe oud wil je worden. Maar de hele gezondheidszorg is gericht op uitstel van het sterven. Ik weet niet of een heel hoge leeftijd bereiken zo fantastisch is. Het gaat om kwaliteit van leven, prettig oud worden. Dan praat je over zaken als het geven en ontvangen van liefde, aandacht, vriendschap, zinvolle activiteiten. Dat staat heel ver van de zorg zoals we die nu hebben georganiseerd in verpleeg- en verzorgingshuizen.’
13
2 HET BEGINT BIJ WELBEVINDEN
2 HET BEGINT BIJ WELBEVINDEN
‘Een dak boven je hoofd, veilig zijn, voldoende eten en drinken, dat vinden we goede ouderenzorg in onze samenleving’, stelt Slaets. Ziekten worden behandeld met medicijnen door specialisten die meestal van elkaar niet weten wat ze voorschrijven. Een pilletje voor het hart, een bloedverdunner, een pilletje tegen de duizeligheid, tegen de depressie. Al die medische behandelingen kosten heel veel geld. ‘Je moet je afvragen of ouderen er echt mee geholpen zijn. Zorgen we er zo voor dat ouderen prettig hun laatste levensjaren doorbrengen?’ ‘Om de kosten van de zorg in de hand te houden én de kwaliteit hoog, doen we een heleboel domme en overbodige dingen. We bieden zorg met de stopwatch, een wasbeurt mag niet vaker dan x keer per week en niet meer dan x minuten in beslag nemen. Om het risico op ondervoeding en uitdroging te vermijden, zetten sommige verpleeghuizen hun bewoners iedere week op de weegschaal. Dat noemen ze kwaliteit van zorg. We zoeken oplossingen voor beperkingen, handicaps en gezondheidsproblemen, maar vragen ons niet af: vergroot dit iemands persoonlijk welbevinden? Wordt de oudere zelf hier
14
gelukkiger van, zorgen de dingen die we doen voor prettige laatste levensjaren? Als we ons dit zouden afvragen, kwamen we op een heel andere organisatie van de zorg en op heel andere interventies uit.’ We moeten op zoek naar de individuele bronnen van welbevinden van iedere oudere, zegt Slaets. ‘Maak kleine gemeenschappen van ouderen en verzorgenden samen. En laat die verzorgenden voor iedere bewoner onderzoeken wat diens bronnen van welbevinden zijn. Wat maakt hem of haar blij, in het hier en nu? Probeer van alles uit. Dan kom je uit bij al die dingen die inspelen op emoties: muziek maken, bewegen, dansen, naar buiten gaan, aangeraakt worden. De bron van welbevinden die het langst blijft bestaan is genegenheid. Muziek speelt daar een heel bijzondere rol in. Daar is al veel over gezegd en geschreven. Er zijn dementerende mensen die geen gesprek meer kunnen voeren, maar via muziek ontstaat er contact. Bewegen kun je niet passief, muziek beleven wel. Met muziek kun je dus nog een paar stappen verder gaan. Daar komt steeds meer wetenschappelijk bewijs voor.’
Erik Scherder, hoogleraar neuropsychologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en hoogleraar bewegingswetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen: ‘De zorg is met handen en voeten gebonden aan regels van de zorgverzekeraars en de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Die regels leiden tot absurde situaties waardoor de zorg én meer kost, én zich niet kan focussen op welbevinden.’
‘In de wetenschap zijn we op zoek naar wat muziek en bewegen doen voor het oudere brein. Dat is nog niet zo eentwee-drie helder te maken, bewijsvoering is lastig omdat je afhankelijk bent van de verzorging die tijd moet maken om met de bewoners mee te werken aan bijvoorbeeld experimenten om dagelijks zoveel minuten in beweging te zijn. Maar we weten uit onderzoek dat kinderen die speciale
bewegingsprogramma’s volgen of muziek maken, zo hun cognitieve functies verbeteren. En we weten ook dat passiviteit desastreus is voor het brein. De stofwisseling wordt lager, de doorbloeding wordt minder en dat zet de deur open voor neurodegeneratieve ziekten zoals dementie. Als je dan kijkt in verpleeghuizen … daar zitten mensen de hele dag. En als meneer Jansen opstaat, dan zeggen ze, meneer Jansen, gaat u lekker zitten. Want als meneer Jansen gaat rondlopen, kan hij vallen, onrust veroorzaken, anderen lastigvallen, ergens heen lopen waar de verzorging hem niet kan zien. Dus als meneer Jansen blijft zitten, houdt de verzorging greep op de situatie. Dat begrijp ik heel goed, er is altijd te weinig personeel.’ Actieve mensen zijn gelukkigere mensen, dat is bekend uit onderzoek. Maar in de zorg doen we precies het tegenovergestelde. De dieperliggende oorzaak is de financiering van de verpleeghuiszorg. ‘Er zijn geen financiële prikkels om mensen zo lang mogelijk actief te houden. Integendeel, hoe sneller iemand in bed komt te liggen, hoe hoger de zorgzwaarte en des te meer geld een verpleeghuis krijgt. Dat moeten we gaan omkeren.’
15
2 HET BEGINT BIJ WELBEVINDEN
ACTIEF ZIJN MAAKT GELUKKIGER
Er moet weer vreugde in de huizen komen, vindt Scherder. En meer bewegen kan daarvoor zorgen. ‘Lekker naar buiten, het daglicht zien, ruiken, proeven en kauwen. Zo houd je mensen actief.’ Het activeren van ouderen moet in zijn ogen structureel onderdeel zijn van de dagelijkse zorg. Er hoeven niet speciaal nieuwe programma’s ontwikkeld te worden, mensen gewoon laten meehelpen met de dagelijkse dingen kan ook. Ouderen activeren, dat vraagt wél om een ommezwaai op de werkvloer. ‘De verzorgende moet met de handen op de rug blijven staan en tegen de bewoner zeggen: u smeert zelf uw broodje, u gaat de aardappels schillen. De bewoner moet ook maaltijden krijgen die niet tot pap zijn gemalen, zodat hij goed moet kauwen. Kauwen is een vorm van bewegen die goed is voor de cognitie, zo blijkt uit onderzoek.’ Als de bewoners zo veel mogelijk zelf doen, gaan dingen veel langer duren. Aan het eind van de dag moet iedereen gevoed en schoon in bed liggen. ‘Wat we missen is mankracht. Alle extra mensen zijn wegbezuinigd. Maar waren ze extra, moet je je afvragen. Is kwaliteit van leven, is welbevinden een luxe? Er moeten dus óók meer mensen komen.’ Verder moet de verzorging meer kennis krijgen over de gevolgen van passiviteit. ‘Vaak wordt iemand die iets niet wil met
16
rust gelaten. Ze wil immers niet? De cliënt staat centraal! Maar het is onderdeel van de dementie dat die mevrouw nee, nee, nee zegt. Je moet haar nadrukkelijk uitnodigen om mee te doen.’
2 HET BEGINT BIJ WELBEVINDEN
MUZIEK EN DANS GEVEN DE DOKTER GEEN KANS Annemieke Vink, psycholoog en docent theorie muziektherapie aan het ArtEZ Conservatorium in Enschede: ‘Er is voor mensen met dementie enorm veel aan welbevinden te winnen als de zorg gebruikmaakt van inzichten uit de muziektherapie en de bewegingswetenschappen/psychomotorische therapie.’
‘Zo’n tachtig tot negentig procent van de mensen met dementie ontwikkelt gedurende het ziekteverloop gedragsproblemen en dat leidt tot overbelasting van mantelzorgers en zorgprofessionals. Op die gedragsproblemen wordt vaak niet adequaat gereageerd. Te vaak worden er medicijnen voorgeschreven, maar helpen die wel? Medicijnen kunnen problemen zoals agressie, depressie en hallucinaties goed verhelpen of verminderen, maar bij dwaaldrang en apathie helpt medicatie meestal niet. En je moet je afvragen of je medicijnen wilt gebruiken. Bijwerkingen zoals 17
duizeligheid en een verhoogd valrisico dragen niet bij aan iemands welbevinden. Van antipsychotica, die vaak worden toegediend ter bestrijding van onrust, is bekend dat ze die juist kunnen veroorzaken. En emotionele problemen, zoals het continu ervaren van een gevoel van onveiligheid en vervreemding, zijn met geen medicijn te behandelen. Het gebruik van medicatie moet dus zorgvuldig worden afgewogen. Heeft de dementerende er belang bij?’ ‘Er komt steeds meer onderzoek waaruit blijkt dat een andere benadering het welbevinden kan bevorderen en de gedragsproblemen kan verminderen. Ook mijn eigen onderzoek laat dat zien. Belevingsgerichte zorg, zintuigactivering, muziektherapie en bewegingsgerichte therapie hebben een positieve invloed op het functioneren van mensen met dementie. Het aanbieden van therapie alleen is vaak niet genoeg. Een veel gehoord geluid is dat er tijdens de therapie wel een goede manier werd gevonden om contact te maken, maar dat het probleemgedrag thuis of op de afdeling niet veranderde of zelfs toenam. Dat laat zien hoe belangrijk het is dat iedereen die bij de zorg betrokken is de
18
dementerende benadert vanuit de inzichten die de therapie aanreikt. Muziek en bewegen zijn dus veel breder inzetbaar dan als therapie alleen. In het dagelijks leven zijn ze uitstekend toepasbaar voor het maken van contact, om mensen te activeren of te laten ontspannen.’
WAT ZEGT DE OUDERE ZELF? Gea Broekema, algemeen directeur van Alzheimer Nederland: ‘Sinds jaar en dag vragen we mensen die leven met dementie hoe ze de zorg beleven, wat ze belangrijk vinden, waar ze tegenaan lopen. Daar komt wel een patroon uit. Een prettige bejegening, verzorgenden die er echt zijn voor de mensen met dementie, die met aandacht hun werk doen. Maar het is wel en én. De gewone dagelijkse verzorging moet natuurlijk goed zijn.’
2 HET BEGINT BIJ WELBEVINDEN
Hoe je de zorg organiseert en hoe je zorg biedt, dat zijn twee verschillende dingen, betoogt Broekema. De organisatie van de zorg is iets wat op instellingsniveau gebeurt. ‘Hoe je de zorg biedt, gaat over het intermenselijk contact. Als je ouderen met dementie en hun mantelzorgers vraagt naar wat zij belangrijk vinden in de zorg, dan is het altijd de bejegening. Het persoonlijke contact met de verzorgende, de wijkverpleegkundige of de casemanager: dat moet goed zijn. Een hulpverlener die zich echt inleeft in de behoeften van de dementerende en met volle aandacht zorg biedt, werkt aan iemands welbevinden en aan diens kwaliteit van leven. Dan heb je het over het model belevingsgerichte zorg. Muziek en bewegen horen daar mijns inziens bij.’ Bij belevingsgerichte zorg gaat het erom wat bij iemand past. ‘Je kunt niet iedereen zomaar muziek en bewegen aanbieden en je moet ook nog eens heel goed weten welke muziek iemand aanspreekt. Iedere verzorgende of mantelzorger zal zich moeten verdiepen in waar iemand van houdt, welke muziek hij ooit leuk vond, of hij van dansen hield of van wandelen.’ Ook voor mantelzorgers is het niet altijd vanzelfsprekend om bewust activiteiten
aan te bieden die gericht zijn op welbevinden, constateert Broekema. Een goede thuisondersteuning van mantelzorgers is een van de speerpunten van Alzheimer Nederland. ‘We moeten veel meer investeren in casemanagement. Casemanagers kunnen mantelzorgers leren hoe ze kunnen omgaan met moeilijke situaties en zo helpen om de harmonie in huis terug te brengen. Durf het op een andere manier te proberen, kijk wat 19
het doet! Bij ziekte nemen mensen vaak afstand, ook familie. Als de oude, vertrouwde manier van met elkaar omgaan niet meer kan, is er geen contact meer. Een casemanager kan mensen helpen omschakelen en helpen zoeken naar andere manieren van contact maken. Dat moet je oefenen, dat moet je ervaren.’ ‘Er is zoveel mogelijk, ga samen ontdekken waar je als mantelzorger en dementerende samen plezier aan beleeft. Dat is moeilijk, als je jarenlang met je moeder een patroon hebt van afstandelijkheid, als je niet bent opgevoed met lijfelijkheid. En dan moet je je moeders handen gaan masseren …’ Broekema benadrukt nog eens dat investeren in thuisondersteuning aansluit op wat ouderen zelf graag willen én ervoor zorgt dat zij minder snel een beroep doen op dure verpleeghuiszorg. ‘Ondersteuning is zorg die onder de Wet maatschappelijke ondersteuning valt, die door de gemeenten
20
wordt uitgevoerd. Iedere gemeente kan eigen beleid ontwikkelen. Ik heb wel wethouders gesproken die zeggen: ons speerpunt is jongeren. En als je dan vraagt: weet je hoe hard het aantal mensen met dementie in uw gemeente gaat stijgen? Men heeft vaak geen idee. Er is in de samenleving nog te weinig kennis over dementie. Zorgvragers moeten oplossingen maar in hun eigen netwerk zoeken, zegt men. Maar als je weet hoe lang het duurt voor mensen eindelijk aangeven dat er hulp nodig is, uit schaamte of omdat de diagnose heel laat wordt gesteld … Het water staat hun dan al aan de lippen. Zestig tot tachtig procent van de dementerenden woont thuis omdat men dat zelf graag wil. Gemiddeld brengen ze pas de laatste anderhalf tot twee jaar van hun leven door in het verpleeghuis, als het echt niet anders kan. Investeer dus in ondersteuning van de mantelzorger. Dan kan de dementerende nog langer thuis wonen en hoeft hij misschien helemaal niet meer naar het verpleeghuis.’
22
Psycholoog en docent theorie muziektherapie Annemieke Vink heeft de afgelopen zes jaar onderzocht wat muziek kan doen voor dementerende ouderen in het verpleeghuis. Zij en andere muziektherapeuten vinden dat muziek niet alleen op indicatie aangeboden moet worden in de vorm van muziektherapie. ‘Ik hoop dat men het zo belangrijk vindt dat het in de normale dagplanning wordt meegenomen. Muziek hoort bij het leven. Mensen kunnen er elke dag van genieten en zich er beter door voelen.’
ZORG MET EEN LIEDJE Werken aan welbevinden behelst veel meer dan muziek en bewegen. Maar zelf muziek maken en bewegen zijn wel erg belangrijk om welbevinden te bereiken, blijkt uit steeds meer onderzoek. Het zijn niet alleen goede manieren om contact te maken en iemand zich prettig te laten voelen, mogelijk activeert het ook het brein en vertraagt het dementie.
Muziek en bewegen zijn dus belangrijk, maar niet alle verzorgenden en mantelzorgers houden van zingen en dansen. Vaak weten ze niet hoe ze het aan moeten pakken. Annemieke Vink ontwikkelde samen met muziektherapeuten, bewegingstherapeuten en andere zorgverleners tien praktische, eenvoudig toepasbare adviezen voor verschillende momenten. Ze staan verderop in dit boek beschreven. Bewegen krijgt in de adviezen een belangrijke plaats, omdat hiervan bekend is dat het goed is voor het welbevinden van ouderen. Bewegen gaat bovendien vaak samen met muziek of zang, al is het maar in de vorm van meewiegen of in de handen klappen. En het is net als muziek een activiteit die zonder speciale hulpmiddelen of extra kosten thuis kan worden gedaan, op de dagopvang of in het verpleeghuis. ‘Mijn droom is dat muziek en bewegen vanzelfsprekend gebruikt worden in de dagelijkse zorg. Bij het wakker worden, in de huiskamer, tijdens het eten, het kan op allerlei momenten van de dag van pas komen. Ik ben ervan overtuigd dat het vaker inzetten van muziek het welbevinden van dementerende
23
3 MEER WELBEVINDEN MET MUZIEK EN BEWEGEN
3 MEER WELBEVINDEN MET MUZIEK EN BEWEGEN
ouderen heel erg kan verbeteren. Dat we mensen elke dag uit bed halen is vanzelfsprekend. Waarom zou je dan niet ook elke dag muziek draaien waar iemand prettig wakker van wordt, of samen een liedje zingen bij het aankleden?’
EEN KIST VOL IDEEËN Om verzorgenden en mantelzorgers te stimuleren meer met muziek en bewegen te doen, bedacht Annemieke Vink de Metronoomkist. Dit is een kist op wieltjes vol met cd’s, fotoboeken en beweegspelletjes, helemaal gericht op ouderen met dementie. ‘Je kunt de kist aanvullen met eigen materiaal, gericht op individuele ouderen’, aldus Vink. Het is handig om een Metronoomkist te hebben, vinden de mensen die ermee werken. Het stimuleert om meer met muziek en bewegen te gaan doen. Verderop in dit boek staat hoe je een Metronoomkist kunt samenstellen. Het hebben van zo’n kist is vaak niet genoeg. De muziektherapeut kan verzorgenden en mantelzorgers ondersteunen bij het inzetten van geschikte muziek, de fysiotherapeut of de 24
activiteitenbegeleiding kan helpen bij het inzetten van bewegingsactiviteiten en in de thuissituatie kan een casemanager adviseren bepaalde muziek- of beweegactiviteiten uit te proberen. Muziektherapeute Simone Zwart doet dat in Het Zonnehuis Oostergast in Zuidhorn. Ze beheert de Metronoomkisten en adviseert zorgmedewerkers en vrijwilligers in het gebruik ervan. ‘Het is belangrijk dat ik enthousiasme uitstraal. Ik zoek in ieder team een aanspreekpunt, iemand
PROBEER HET EENS UIT
Een aanrader uit de Metronoomkist is het muziekkussen. Dit is een mooi midden tussen muziektherapie en een muziekactiviteit. ‘Muziektherapie heeft als doel om met de bewoner in contact te komen en om van daaruit aan diens hulpvraag te werken. Dat is dus anders dan een muziekactiviteit, die je aanbiedt als entertainment, als stukje dagbesteding of even wat persoonlijke aandacht’, legt Monique van Bruggen-Rufi uit. Van Bruggen-Rufi is net als Vink werkzaam aan het ArtEZ
Conservatorium in Enschede. Daarnaast werkt ze als muziektherapeut bij de Atlant Zorggroep in Apeldoorn en doet ze in samenwerking met het Leids Universitair Medisch Centrum onderzoek naar de effecten van muziektherapie op de kwaliteit van leven. ‘Het nadeel is dat muziektherapie meestal maar kortdurend aangeboden kan worden, vaak maar een halfuur per week. Het werkt wel een tijdje door, maar als je ziet wat een rust er over mensen komt, wil je hun dat vaker bieden. Dat kan met het muziekkussen. Ik laat de verzorging en de familie zien wat ze met dat kussen kunnen doen en hoe het werkt, en op wat voor momenten je het kunt inzetten. Bijvoorbeeld om onrust te verminderen, als iemand moe is of verdrietig, als iemand zich niet kan uiten, als praten niet helpt of niet lukt. Je zorgt dat de bewoner lekker comfortabel ligt of zit. Je doet dit speciale kussen onder het hoofd en dan zet je de muziek heel zachtjes aan. Samen met de verzorging, de bewoner of de familie zoek ik uit welke muziek het beste bij de stemming aansluit. Kom niet met muziek omdat je die zelf mooi vindt. Muziek moet je heel individueel aanbieden. Er zijn natuurlijk nog veel meer mogelijkheden. Durf dingen uit te proberen!’ 25
3 MEER WELBEVINDEN MET MUZIEK EN BEWEGEN
die ik weer enthousiast maak om muziek en bewegen toe te passen. Als anderen zien hoe mooi dit werkt, willen ze het ook proberen. Ik zet een Metroomkist een tijdje in een huiskamer maar haal hem soms ook een tijdje weg, om er wat nieuws in te doen bijvoorbeeld. Het gebeurt ook dat de verzorging in de huizen er zelf materiaal aan toevoegt. Cd’s, fotoboeken, ballonnen, wat dan ook. Als ik de kist breng, zeg ik er duidelijk bij: het moet niet maar het mag, zoek een goed moment om de kist erbij te pakken. Al is het soms voor een paar minuten, het zijn de kleine momenten die het hem doen.’
Dat geldt natuurlijk ook voor bewegen. Verpleegkundige Ans Oldenkotte van verpleeghuis Oldenhove in Losser: ‘De bewoners die wij krijgen zijn kwetsbaarder dan vroeger, hebben meer zorg nodig en kunnen minder. Wij gaan uit van wat mensen nog wél kunnen. Onze activiteitenbegeleider zoekt nieuwe mogelijkheden; zij is daar heel inventief in. Ze heeft van isolatieschuim tennisrackets gemaakt. Met een ballon als bal kunnen de mensen vanuit de stoel tennissen. Dat is heel licht en zo krijg je de mensen toch aan het bewegen. Je ziet dat bepaalde mensen die in zichzelf gekeerd in de stoel zitten, bij zo’n spelletje langzaam maar zeker loskomen en mee gaan doen. Dan weet je dat dit soort dingen echt goed is om te doen!’ De dingen die je bedenkt om iemand zich prettig te laten voelen, moeten echt bij de persoon passen. Het is maatwerk. Oldenkotte: ‘Klassieke muziek vinden de mensen hier bijvoorbeeld helemaal niet mooi. Te moeilijk. We hebben de verzameling van de Metronoomkist aangevuld met rustgevende cd’tjes, bijvoorbeeld met het geluid van de zee, het bos en geluiden van de boerderij. Dat spreekt hier op het platteland de mensen wel aan. Eén ding is zeker: ga nooit uit van je eigen smaak.’ 26
HET VUURTJE BRANDEND HOUDEN
‘Muziek werkt echt’, zegt mantelzorger Ignar Rip. Iedere dag gebruikt hij muziek bij de verzorging van zijn dementerende moeder. Bij het douchen zorgt een vast patroon van liedjes voor contact maar ook voor afleiding. ‘Dementie is alsof je geblinddoekt door het spookhuis loopt. De hele tijd geluiden, dingen die je voelt en bewegingen om je heen die je niet kunt plaatsen. Ik heb het idee dat muziek ervoor zorgt dat mamma zich prettig voelt, bekende wijsjes geven haar houvast en dus een gevoel van veiligheid.’ Bij activiteiten zoals douchen zingt Rip zelf voor zijn moeder, samen zingen gaat niet meer. Als zijn moeder in de huiskamer zit of in bed ligt, zorgt een iPod met speciaal voor haar uitgezochte muziek voor een ontspannen of juist actieve sfeer. ‘De iPod en zelf liedjes zingen, het is voor mij zo vanzelfsprekend. Ik zou niet weten hoe ik mijn moeder anders zou willen verzorgen. Het gaat moeiteloos.’ In een instelling blijkt het integreren van muziek en bewegen in de dagelijkse zorg soms lastig. Na een project ebt het aanvankelijke enthousiasme weg in de dagelijkse drukte op een psychogeriatrische afdeling. ‘Je moet wel oppassen dat het niet
Welbevinden zou centraal moeten staan in de zorgvisie van een instelling en van de zorg thuis. Het inzetten van muziek en bewegen kan dan vastgelegd worden in het zorgplan van iedere bewoner. Zo wordt het een vanzelfsprekend onderdeel van de dagelijkse zorg; even normaal als eten en wassen. Het
allermooiste zou natuurlijk zijn als elke bewoner kon beschikken over een eigen kistje met materialen. Op de persoon toegesneden en op ieder moment aan te vullen met cd’s, foto’s en souvenirs. Het kost niets en het doet zoveel goed.
ANDERE WEGEN NAAR WELBEVINDEN Muziek en bewegen passen in een breder streven om mensen met dementie te activeren en hun welzijn zo veel mogelijk te bevorderen. Verzorgenden, activiteitenbegeleiders en mantelzorgers zijn vaak heel creatief in het bedenken van manieren om de zintuigen te prikkelen. ’s Winters zetten Oldenkotte en haar collega’s regelmatig de ‘spaceprojector’ aan, die een bewegend, caleidoscopisch beeld in een mooie kleur op het plafond projecteert. ‘En we hebben een geurverstuiver voor een lekker geurtje zo nu en dan.’ Het verpleeghuis in Losser waar Oldenkotte werkt, is daarin niet uniek. In tal van huizen bedenken teams van verzorgenden en activiteitenbegeleiders hoe ze de zintuigen van mensen met dementie kunnen prikkelen. Ruiken, zien, voelen, horen: dat kan allemaal nog wél. 27
3 MEER WELBEVINDEN MET MUZIEK EN BEWEGEN
verwatert en dat je niet in je oude gedrag schiet. Je moet elkaar voor dit soort dingen steeds weer motiveren’, zegt Oldenkotte.
Zo is er in Losser nagedacht over het zo prettig mogelijk maken van de vaste onderdelen van de verzorging. ‘We hebben ook gekeken hoe we het wassen konden veraangenamen. Voor sommige bewoners was dat een heel vervelend gebeuren. We hebben nu een wassysteem waarin we kleine en grote wasbeurten hebben. We maken soms ook gebruik van droge washandjes, die warm je op in de magnetron en daar zit een waslotion in. Deze vorm van verzorgend wassen wordt door onze bewoners als minder belastend ervaren. Ook voor het personeel is het een goede ontwikkeling, want voor hen is het fysiek minder belastend.’ Maar er is nog veel meer mogelijk. In vier zorgcentra van De Friese Wouden bijvoorbeeld, een zorggroep in het oosten van Friesland, gebruiken verzorgenden en activiteitenbegeleiders theatertechnieken om écht wederkerig contact te maken met dementerende ouderen. Dat gebeurt in huiskamervoorstellingen en in een-op-eencontact. ‘Door de dementie gaat het communiceren met de omgeving steeds moeizamer. Daardoor is er meer kans op vereenzaming en depressiviteit. Het verlies van geheugen berooft ouderen van het vertrouwde dit-ben-ikgevoel. Er is een sterke prikkel nodig om contact te maken met dementerende ouderen. 28
Theater, zang, taal en poëzie bieden zulke prikkels’, zegt Sylvia de Jong, acteur en trainer bij Theater Veder. Ze is een van de acteurs die de medewerkers van De Friese Wouden trainden in de Veder Methode. ‘Praten draagt maar beperkt bij aan communicatie. Eenendertig procent van je communicatie is intonatie, negen procent is woorden en zestig procent is non-verbaal gedrag. Het kan dus heel goed werken om rolfiguren te spelen, liefst in kostuum, je kunt rekwisieten, bijvoorbeeld spulletjes van vroeger, gebruiken, een verhaal uitbeelden, poëzie voordragen en liederen zingen.’ Theater Veder De huiskamervoorstelling door acteurs van Theater Veder is de eerste stap in het leren toepassen van theatertechnieken volgens de Veder Methode. De acteurs/trainers laten verzorgenden, activiteitenbegeleiders en vrijwilligers zien wat je kunt bereiken als je echt contact maakt. Vervolgens krijgen zij een basiscursus in het toepassen van theatertechnieken, gevolgd door coaching-on-the-job, de certificeringstraining en coaching; www.theaterveder.nl.
sketch met spullen die men van vroeger kent. Via hedendaagse poëzie nodigen we de bewoners vervolgens uit naar het hier en nu’, vertelt opleidingsadviseur Wia Bouma van De Friese Wouden. Het verschil tussen voor en na de huiskamervoorstelling vindt ze groot. ‘Eerst zitten de bewoners gebogen, zijn in zichzelf gekeerd. Gaandeweg stellen ze zich open, je ziet een glimlach. Je ziet dat opengaan ook bij de medewerkers gebeuren: er ontstaat echt contact. Tijdens de voorstelling kijk je, wanneer is er bij die ander herkenning. Je ziet of iemand reageert, al is het heel minimaal. Dan ga jij daarop weer improviseren. Het mooie is dat het niet bij een huiskamervoorstelling hoeft te blijven. Dit kun je ook toepassen bij de dagelijkse verzorging.’
29
3 MEER WELBEVINDEN MET MUZIEK EN BEWEGEN
De Veder Methode brengt ouderen terug naar de tijd dat ze nog jong waren. Het langetermijngeheugen wordt aangesproken. De herkenning creëert zelfvertrouwen en de veiligheid van de eigen identiteit. Vanuit een gevoel van welbevinden ontstaat de mogelijkheid tot een betere communicatie in het hier en nu, en wordt het contact tweerichtingsverkeer. Dat heeft niet alleen voor de oudere maar ook voor de medewerkers in de zorg veel toegevoegde waarde. ‘Een huiskamervoorstelling begint met een momentje van individuele aandacht voor iedere oudere. Dan volgt een creatief beeldend aanbod gericht op het langetermijngeheugen, dat kunnen gedichtjes en liedjes van vroeger zijn, maar ook een
30
Welbevinden is iets van ieder moment, de hele dag. Daarom moet het zijn ingebed in de dagelijkse zorg. Hoe organiseer je dat? Verzorgenden en mantelzorgers hebben het vaak al zo druk. Het gaat dus om het in balans brengen van de prioriteiten. Welbevinden centraal stellen levert de verzorgende én de mantelzorger dan juist veel op. In het maken van de omslag is er echter wel een verschil tussen zorg thuis of in een instelling. Thuis kun je het gewoon ‘gaan doen’, in een verpleeghuis vraagt het om verandering van beleid.
DE BEWONER CENTRAAL? Natuurlijk is er in ieder verpleeghuis oog voor de behoeften van de bewoners. Er zijn regelmatig activiteiten, in de huiskamer en centraal georganiseerd, maar dit blijven losse momenten én het zijn groepsactiviteiten. Ze zijn vooral een taak van de activiteitenbegeleiders en de vrijwilligers. Vaak zijn het uurtjes waarin de zorgmedewerkers even kunnen pauzeren, de administratie bijwerken of opruimen. Werken
aan individueel welbevinden is in zo’n setting een verhoging van de werkdruk. Er komt weer een taak bij. De bewoner staat goed beschouwd dus niet écht centraal in deze benadering.
DE OMSLAG IN DINKELDAL EN HOGE BOEKEL
In 2009 maakten twee psychogeriatrische afdelingen van verpleeghuis Oldehove in Losser de omslag van het medisch model, waarin iemands gezondheid richting geeft aan de zorg, naar belevingsgerichte zorg, waarin welbevinden en kwaliteit van leven centraal staan. Ook ging men in deze periode van grootschalig naar kleinschalig wonen. Dat betekende een enorme verandering. Voor zo’n proces moet je de tijd nemen, zegt Bert Jansink, teamleider Zorg van de afdelingen Dinkeldal en Hoge Boekel. ‘Kleinschaligheid betekent voor ons: mensen gaan hier echt wonen. Dit is hun thuis. Als je ergens woont, dan horen daar activiteiten bij zoals even praten, een spelletje doen, zingen 31
4 DE OMSLAG MAKEN
4 DE OMSLAG MAKEN
of de handen masseren, maar ook wassen en koken. Welzijn moest dus integraal onderdeel worden van de zorg.’ Jansink: ‘Onze medewerkers hebben de knop omgezet, maar er is nog regelmatig discussie. Moet iemand de totale ADLzorg krijgen of is welzijn belangrijker? Je wordt door de familie wel beoordeeld op het feit dat iemand netjes gewassen en in de kleren is. Bijvoorbeeld, een van onze bewoners had zo’n verschrikkelijke hekel aan scheren. Die werd echt opstandig als je hem de pyjamajas uitdeed. De verzorging overlegde het met de familie. Samen zijn we tot de conclusie gekomen: we verzorgen die man van onderen, we wassen zijn gezicht en wil hij niet geschoren worden, dan wordt hij niet geschoren. Wil hij zijn pyjamajas niet uit, dan laten we hem lekker in de pyjamajas lopen. Het heeft wel een tijdje geduurd voor het geaccepteerd werd, want het valt op. Familie van medebewoners vraagt: heb je geen tijd om die man te wassen, is het scheerapparaat kapot? Nee, leggen we dan uit, dat is onze visie. Die man is op deze manier gelukkig.’ Belevingsgerichte zorg, welbevinden voorop stellen, vereist dus veel communicatie. Niet alleen intern, ook met familie en bezoekers. Bij Hoge Boekel en Dinkeldal krijgt welbevinden 32
structureel aandacht in het werkoverleg en in de zorgleefplanbespreking. Als er twijfels zijn met betrekking tot voeding of hygiëne, dan wordt de verpleeghuisarts erbij gehaald. Is het moeilijk om met een bewoner contact te krijgen, dan vraagt men advies aan de muziektherapeut en/of de activiteitenbegeleider. De verzorging heeft daarin de regie. Dat is dus heel anders dan het medisch model, waarin de verpleeghuisarts eindverantwoordelijk is voor de zorg.
In Berchhiem, Haersmahiem, Brugchelencamp en het Suyderhuys, allemaal zorgcentra van De Friese Wouden, is belevingsgericht werken al jaren het uitgangspunt. ‘Toen we dit een jaar of vijf geleden begonnen in te voeren in de dagelijkse zorg, zei iedereen “dat doen we allang”. Maar toen we dieper gingen kijken wat het inhield, constateerden medewerkers dat ze wel de intenties hadden, maar dat het in hun gedrag nog niet zo naar voren kwam. Daar zijn we dus aan gaan werken’, zegt regiomanager Peter Kamsma. ‘Bij iedere stap die je zet, realiseer je je dat je er nog niet bent. Het is nooit klaar. Het begon met bewustwording van wat belevingsgericht werken is, momenteel werken we dat vergaand uit naar eigen regie en keuzes van de cliënt. Medewerkers gaan anders naar cliënten kijken: op welke punten is iemand nog zelfredzaam? En hoe kun je die zelfredzaamheid stimuleren? Het zit vaak in kleine dingen, zeker als je praat over ouderen met dementie. Zelfredzaamheid gaat over de waardigheid van mensen, en dus ook over hun welbevinden.’ Dat staat soms haaks op het beleid in de zorg om zo veel mogelijk risico’s af te dekken. Een oudere mag niet vallen, dus moet hij in de rolstoel ook al kan hij met wat moeite wel lopen.
Het vlees is gemalen, want stel dat hij zich verslikt. Kamsma: ‘In de dementiezorg is het van belang dat je niet al die risico’s wilt afdekken. Je moet accepteren dat ongelukjes gebeuren. Wij rekenen ons personeel er niet op af, want als er meer kan en mag, is dat goed voor het welbevinden van onze bewoners.’ Kleinschalig wonen is een van de uitwerkingen van belevingsgericht werken bij De Friese Wouden. Kamsma: ‘Toen we daarmee begonnen, konden onze medewerkers kiezen of ze daar wilden werken. In kleinschalig wonen gaat het erom dat je de ander echt centraal kunt stellen. Dat gaat heel diep. Je moet in staat zijn te ontdekken hoe je contact kunt maken met mensen die zich moeilijk uiten, hoe je kunt zorgen dat zij zich prettig voelen. En tegelijkertijd heb je een schema te volgen: boodschappen doen, koken, de was. Het stelt andere eisen aan je medewerkers.’ Je kunt wel heel veel willen, maar je moet ook praktisch blijven, stelt Kamsma. Twee jaar geleden werkten Berchhiem, Haersmahiem, Brugchelencamp en het Suyderhuys mee aan een onderzoek van de Vrije Universiteit naar het effect van wandelen op de ontwikkeling van het dementieproces en de gevolgen daarvan. Kon de voortgang van dementie worden geremd door beweging? Zijn mensen fitter, minder depressief, hebben ze meer weerstand 33
4 DE OMSLAG MAKEN
DE OMSLAG BIJ DE FRIESE WOUDEN
tegen ziekten? ‘Hartstikke mooi onderzoek, maar er ging ontzettend veel energie zitten in de organisatie. Wandelen is omslachtig in een organisatie, je moet personeel vrijstellen, roosters maken en noem maar op. We zoeken het nu niet meer alleen in het wandelen maar ook in makkelijker te organiseren vormen van bewegen. Met name het verleiden tot alledaagse handelingen. In het kleinschalig wonen laten we de bewoners zo veel mogelijk actief meewerken in het huishouden bijvoorbeeld.’
34
WERKPLEZIER In verpleeghuizen werken veel verzorgenden die nog zijn opgeleid vanuit ‘wij weten wat goed voor u is’. Vanuit die visie zetten zij zich met hart en ziel in voor de bewoners. Ze hebben geleerd dat basiszorg ongelooflijk belangrijk is, de bewoners moeten er netjes uitzien en goed gevoed zijn. Daar halen zij hun werkplezier uit. Het werk moet ook vlot en efficiënt gebeuren, de maximale tijdsduur van allerhande werkzaamheden is tot op de minuut nauwkeurig berekend. ‘Dat zat er ook bij ons in geramd’, zegt teamleider Zorg Bert Jansink. ‘En nu moest het weer anders.’ In Hoge Boekel en Dinkeldal volgden teams van verzorgenden en activiteitenbegeleiders samen een scholing belevingsgerichte zorg, een aantal dagdelen gespreid over drie jaar. Ieders persoonlijke drijfveren om in de zorg te werken boden aanknopingspunten voor verandering. Werk jij in de zorg om mensen met dementie netjes in de kleren te krijgen of is jouw drijfveer ondersteuning te bieden bij iemands laatste levensjaren? Ook De Friese Wouden bood dit soort trainingen aan en bouwt daarop voort met een driejarig traject van Theater
Werken aan welbevinden is niet alleen goed voor de mensen met dementie. Het biedt ook de mensen die in de zorg werken veel voldoening. Het is een verrijking van het vak. ‘Het geeft extra inhoud aan je beroep’, zegt Ans Oldenkotte, verpleegkundige in Losser. Welbevinden biedt structurele mogelijkheden om wat voor mensen met dementie te betekenen. Via muziek en bewegen, maar ook via andere activiteiten die gericht zijn op welbevinden, kunnen onrust en agressie vaak op een positieve manier worden omgebogen. ‘De tijd die je neemt om even naast iemand te gaan zitten en echt contact te maken, betaalt zich dubbel terug’, aldus Annemieke Vink.
KWALITEIT VAN LEVEN Zorg die helemaal gericht is op welbevinden, gaat om kwaliteit van leven. ‘Het gaat erom die dingen te doen waar de mensen nog plezier aan beleven’, zegt de Groningse hoogleraar ouderengeneeskunde Joris Slaets. ‘Verzorgenden kunnen hier een grote bijdrage aan leveren. Mensen ondersteunen in hun dagelijks leven, dat is immers hun domein.’ Natuurlijk blijven het medische aspect en de basisverzorging belangrijk, maar welbevinden centraal stellen betekent dat in die drie prioriteiten voor iedere bewoner een individuele balans wordt gezocht. Welbevinden integreren in de dagelijkse zorg lukt alleen als dit uitgedragen wordt door de hele instelling. Het management moet erachter staan, het moet deel uitmaken van het beleid en de verzorging moet de tijd krijgen om zich dit eigen te maken. Het is echt een andere manier van werken, vindt directeur van Alzheimer Nederland Gea Broekema. ‘Als verzorgende moet je er helemaal kunnen zijn voor de bewoner. Voor je aan het werk gaat moet je dus je privézaken achter je laten. Hoe je dat als team kunt doen, heb ik in Zweden gezien. Een dienst of de dagopvang begon daar met een korte bijeenkomst voor 35
4 DE OMSLAG MAKEN
Veder. De Friese Wouden heeft twintig verzorgenden en activiteitenbegeleiders geschoold in de Veder Methode, waarin contact maken met behulp van theatertechnieken, muziek en poëzie centraal staat. In eerste instantie om huiskamervoorstellingen te geven, maar de methodiek wordt nu ook steeds meer toegepast in de dagelijkse verzorging. Deze medewerkers hebben een voortrekkersrol in de huizen waar ze werken, het is de bedoeling dat behalve de andere verzorgenden en activiteitenbegeleiders ook vrijwilligers volgens deze contactmethode gaan werken en creatieve middelen gaan toepassen.
edewerkers. Men vroeg iedereen: ben je er echt? Kun je de m dingen die je bezighouden achter je laten? Want als je er vandaag niet met aandacht kunt zijn, dan gaan je cliënten dat merken. En dan deed men een meditatieoefening, om mindful aan het werk te kunnen gaan. Natuurlijk zijn er soms zorgen die je niet achter je kunt laten als je aan het werk gaat. Dan moet het mogelijk zijn dat je er even niet bent voor je cliënten, dat je voor een andere taak wordt ingeroosterd. Deze aanpak kan alleen als het organisatiebeleid is.’
DE ROL VAN DE MANTELZORGER In de thuissituatie is welbevinden vanzelfsprekender dan in het verpleeghuis. Als contact maken moeilijker wordt of er meer onrust ontstaat, kan de mantelzorger net als de verzorgende
36
op zoek gaan naar de dingen die ervoor zorgen dat hun dierbare lekker in zijn vel zit. ‘Zoek dingen waar je allebei plezier aan beleeft’, zegt Annemieke Vink. ‘Als mantelzorger geniet je mee, dat geeft positieve energie. Het is ook goed voor de onderlinge band.’ En de mantelzorger weet welke muziek iemand aanspreekt. ‘Kijk wat iemand nog wel kan!’ Mantelzorger Ignar Rip is het gewoon gaan proberen, zonder enige kennis van wat muziek kan doen. ‘Het groeide vanzelf. Ik wandelde altijd veel met mijn moeder en toen het voeren van gesprekjes moeilijker werd, kwam het zingen vanzelf. We zongen samen, en ik merkte dat zij daardoor makkelijker stapjes kon zetten. Nu zingt ze niet meer mee. Ik zing voor haar en soms beweegt ze mee met haar voet en haar hand. Ik zie dat ze er plezier aan beleeft en ik heb zelf ook lol.’
38
‘Welbevinden zou een nog grotere plaats moeten innemen in de opleiding voor verzorgenden’, vindt directeur van Alzheimer Nederland Gea Broekema. ‘Daar begint het. Het verbeteren van welbevinden met muziek en bewegen maakt daar deel van uit.’ Bij het ROC Friese Poort in Drachten staat dit op het onderwijsprogramma.
SAMEN OPLEIDEN In het schooljaar 2011-2012 zijn de mbo-opleidingen Maatschappelijke Zorg en Verpleging & Verzorging niveau 3 en 4 van Friese Poort in Drachten gestart met een gezamenlijk eerste jaar. Als eerste in Nederland. ‘We willen de leerlingen een bredere basis geven, waardoor ze in staat zijn zich beter in te leven in de cliënten waar ze mee werken. Leerlingen die Verpleging & Verzorging gekozen hebben, moeten nu ook creatief aan de gang met handvaardigheid, theater, dans en muziek. Leerlingen van de opleiding Welzijn krijgen nu ook anatomie en verpleegtechnische vaardigheden.
Dat riep aanvankelijk wat weerstand op, daar hadden ze niet voor gekozen!’ Aan het woord is opleidingsmanager Wietze Knol. ‘Onze leerlingen zien nog niet waarvoor ze die vakken in ’s hemelsnaam nodig hebben. Ze willen verzorgen/verplegen of begeleiden. Door hun jonge leeftijd zien ze het brede spectrum niet. Ook is hun beeld vaak geromantiseerd, het ideaal van veel leerlingen is het werken op de kinderafdeling van het ziekenhuis. Ze realiseren zich nog niet dat dat niet alleen maar leuk en gezellig is, maar juist heel zwaar. We vertellen wel dat veel van de leerlingen in de ouderenzorg zullen gaan werken, en dat het daarbij om veel meer gaat dan de mensen netjes wassen en aankleden. De leerlingen horen over verschillende visies op ouderenzorg, waaronder belevingsgericht werken. In de lessen drama leren ze hoe je met een bewoner op een prettige manier contact maakt zodat je medewerking krijgt. We hebben workshops handmassage zodat ze bewoners leren helpen te ontspannen. En daarnaast leren ze natuurlijk ook alle gebruikelijke technische handelingen.’ 39
5 HET BEGINT MET OPLEIDING EN SCHOLING
5 HET BEGINT MET OPLEIDING EN SCHOLING
CREATIEF TALENT AANBOREN De aanleiding om een gezamenlijk eerstejaar te organiseren is de behoefte van zorgaanbieders in de regio. Door de veranderingen in de ouderenzorg naar kleinschalig wonen en belevingsgericht werken is de vraag ontstaan naar breder opgeleide zorgprofessionals die goed multidisciplinair kunnen samenwerken. ‘Activiteiten doen met bewoners, dat is niet meer uitsluitend het domein van de activiteitenbegeleiding. Het is ook iets van verzorgenden’, zegt Wia Bouma, opleidingsadviseur bij De Friese Wouden, een van de organisaties uit de klankbordgroep die de behoefte aan een bredere basisopleiding aanzwengelde bij Friese Poort. ‘Belevingsgericht werken vraagt om andere competenties. Het heeft meerwaarde als je als verzorgende creatief bent, dingen durft uit te proberen, in durft te spelen op wat je ziet bij jouw cliënt. Wij willen die competenties bij onze medewerkers ontwikkelen. Het is ook heel goed als
40
mensen in de opleiding al leren hoe ze hun talenten en creativiteit kunnen gebruiken om het welbevinden van cliënten te vergroten.’
DEEL II ZELF AAN DE SLAG
42
Muziek en bewegen zijn belangrijke bronnen van welbevinden. Het project De Metronoom ontwikkelde al in 2008 tien adviezen om het welbevinden van dementerende ouderen gedurende de dag te verbeteren. Ze zijn eenvoudig en prima toe te passen in de dagelijkse zorg. Thuis en in het verpleeg- of verzorgingshuis. Op de dvd bij dit boek kunt u zien hoe de adviezen in praktijk worden gebracht en wat dit betekent voor de dementerenden.
ADVIES 1 PRETTIG WAKKER WORDEN
De ochtenden zijn hectisch in een verpleeghuis. Ook thuis kan dat zo zijn, bijvoorbeeld omdat de dementerende oudere op de dagopvang wordt verwacht. Toch moet je uitgaan van de oudere en niet van het werk dat op je wacht. Geef iemand rustig de tijd om wakker te worden, dan verloopt het contact makkelijker. Die tijd win je terug, omdat iemand rustiger en coöperatiever wordt. Laat de persoon even aan het licht wennen, praat met een rustige, lage stem. In de laatste stadia van dementie kan het helpen om de
handen of de wangen te strelen. Rustige muziek kan helpen bij het prettig ontwaken. Je kunt hiervoor een cd-speler of iPod gebruiken, maar ook een muziekkussen. Ga niet uit van wat je zelf mooi vindt, maar van waar de oudere goed op reageert. Het luisteren naar muziek vermindert onrust en spanning, het zorgt voor een gevoel van veiligheid. Daardoor is het contact maken gemakkelijker. Toepassing: individueel; bij het opstaan; in de slaapkamer Doelen: rust en contact Biedt: stimulans en comfort
ADVIES 2 MET GEMAK IN CONTACT
Dementerende ouderen worden vaak erg onrustig bij het wassen en aankleden. Toch is dit een uitgelezen moment voor het geven van persoonlijke aandacht. De onrust vermindert als je de oudere betrekt bij wat je doet. Doe het zo veel mogelijk samen: het wassen, de haren kammen, het scheren, crème en geurtjes aanbrengen. Vertel wat je doet, of zing een liedje tijdens de handelingen. 43
6 TIEN MUZIEK- EN BEWEGINGSADVIEZEN
6 TIEN MUZIEK- EN BEWEGINGSADVIEZEN
Je kunt ook een cd opzetten, maar zelf zingen werkt waarschijnlijk beter. Zo geef je een gevoel van veiligheid. Is iemand toch onrustig of agressief, dan kan een zachte knijpbal helpen. Als de oudere dat kan, is het het beste om uit bed te wassen en aan te kleden. Dat vraagt meer activiteit van de oudere zelf. Laat de oudere na afloop zo veel mogelijk zelf opruimen en stuur bij als dat nodig is.
liedje te zingen, zoals Eén, twee in de maat, Potje met vet, Door de bossen, door de heide en De paden op, de lanen in.
Toepassing: individueel; ’s ochtends en ’s avonds; in de slaapkamer Doelen: rust en contact Biedt: motoriek en comfort
ADVIES 4 ALS DE DAG VAN TOEN
ADVIES 3 DE DAG OPGERUIMD BEGINNEN
Besteed aandacht aan het loopje van de slaap- of badkamer naar de huiskamer. Ook dit is een uitstekend moment voor wat persoonlijk contact en activering. Laat de oudere zo veel mogelijk zelf lopen of zelf de rolstoel voortbewegen. Vertel over het doel, bijvoorbeeld: we lopen samen naar de deur, daar staat uw stoel. De dingen die je onderweg ziet, kunnen aanknopingspunten zijn voor een gesprekje. Het kan helpen om samen een (wandel) 44
Toepassing: individueel; ‘s ochtends, in de slaapkamer Doelen: contact en structuur Biedt: stimulans en motoriek
Een gesprek voeren met een dementerende oudere is moeilijk. Vooral voor de partner en familie, die het gevoel krijgt van eenrichtingsverkeer. Gesprekken bloeden snel dood. Liedjes van vroeger zijn een uitstekende manier om wél contact te krijgen en wat in gesprek te komen. Muziek helpt bij het herinneren. De cd Toen Was Het Stil Op Straat met liedjes als Het dorp, Ja zuster, nee zuster en Op een mooie pinksterdag biedt mensen met dementie veel momenten van herkenning. Ineens komt er een herinnering of emotie naar boven. Toepassing: individueel en als groepsactiviteit. Bij groepsactiviteit uitvoering door meer personen; ’s middags en ’s avonds in de huiskamer
ADVIES 5 AAN TAFEL, WE GAAN ETEN
Mensen met dementie eten vaak weinig. Goede voeding is echter wel belangrijk om vitaal te blijven. De maaltijd is bovendien een geschikt moment voor activering. Probeer de ouderen zo veel mogelijk zelf te laten doen onder begeleiding: tafel dekken, een broodje smeren, het eten opscheppen, de thee inschenken en de tafel weer afruimen. Voedsel dat gekauwd kan worden is belangrijk: dit activeert de hersenen. Zorg voor rust en gezelligheid aan tafel. Het kan helpen om een rustige cd op te zetten. Uit onderzoek blijkt dat mensen dan langer aan tafel blijven en meer gaan eten. James Last en Frank Sinatra zijn hiervoor bijvoorbeeld geschikt. Toepassing: individueel en als groepsactiviteit. Bij groepsactiviteit uitvoering door meer personen; ’s middags en ’s avonds; in de huiskamer Doelen: rust en contact Biedt: motoriek en plezier
ADVIES 6 KUNT U NOG DANSEN, DANS DAN MEE
Ouderen brengen vele uren zittend in de huiskamer door. Probeer af en toe die passiviteit te doorbreken. Muziek en beweging zijn daarvoor uitstekende middelen. Zet een cd op en ga eens een dansje maken. Het mooie is dat dit ook zittend kan. Er zijn zo veel manieren waarop je kunt meebewegen op muziek. Je kunt samen een gekleurd parachutedoek vasthouden en het doek ritmisch meebewegen op de maat van de muziek, je kunt iets doen met pittenzakjes, zachte ballen of muziekinstrumenten. Toepassing: individueel en als groepsactiviteit. Bij groepsactiviteit uitvoering door meer personen; ’s middags en ’s avonds; in de huiskamer Doelen: rust en contact Biedt: stimulans, motoriek en plezier
ADVIES 7 HUISKAMERMOMENTEN
Houd dementerende ouderen gedurende de dag zo actief mogelijk. Veel dommelen overdag kan zorgen voor een slechte 45
6 TIEN MUZIEK- EN BEWEGINGSADVIEZEN
Doelen: rust en contact Biedt: stimulans en plezier
nachtrust met desoriëntatie en dwalen. Laat iemand zelf de koffie en thee inschenken, of een borreltje. Luister naar liedjes van vroeger, of kijk naar dvd’s met tv-programma’s van vroeger. De dvd Toen Was Het Stil Op Straat met fragmenten van Willem Duys, Johnny & Rijk, Willy en Willeke Alberti en Mini & Maxi is een aanrader. Net als de liedjes van Wieteke van Dort, Frank Sinatra en de muziek van James Last. Je kunt ook samen iets gaan doen: een collage maken, een seizoenstafeltje samenstellen, iets bakken. Toepassing: voor 2 personen of als groepsactiviteit. Bij groepsactiviteit uitvoering door meer personen; de hele dag door; in de huiskamer Doel: contact Biedt: stimulans, motoriek en plezier
ADVIES 8 COMFORTABEL ZITTEN
Zorg dat iemand goed zit. Dat voorkomt pijn, vermindert onrust en spanning en stimuleert activiteit. Zit iemand passief, met het hoofd voorovergebogen, zorg dan dat hij rechter op 46
komt te zitten. Zit iemand in de rolstoel, dan is het mogelijk die te kantelen. Denk er wel aan dat die persoon vervolgens naar het plafond zit te kijken en weinig visuele prikkels krijgt. Toepassing: individueel; ’s ochtends en ’s middags; in de huiskamer Doelen: ritme en contact Biedt: motoriek en comfort Tips voor rolstoelgebruik • B enadruk iemands zelfstandigheid. Dat kun je doen door tijdens gesprekken op gelijke hoogte te zitten, zodat je elkaar kunt aankijken. Dat zorgt voor een veilig gevoel. • Zorg dat de persoon niet bang hoeft te zijn tijdens het rijden. Zeg altijd wat je gaat doen en waar je naartoe gaat. Loop rustig, maak geen onverhoedse bewegingen. Kondig drempels en bochten aan. • Zorg voor voldoende lucht in de banden. • Zet de rolstoel altijd op de rem als je wegloopt. • Altijd voorwaarts de stoep/de helling op en achterwaarts de stoep/de helling af.
ADVIES 10 COMFORTABEL LIGGEN
Even naar buiten: dat geeft weer heel andere prikkels dan de huiskamer. Het ervaren van de seizoenen, het voelen van de buitenlucht, de geuren en geluiden, de dingen die je ziet: het zijn allemaal aanknopingspunten voor een praatje. Tijdens het wandelen kun je samen zingen of een spelletje doen, zoals raden wat je hoort, en Ik zie, ik zie wat jij niet ziet. Neem wat lekkers mee voor onderweg. Als verzorgende mis je hier misschien de tijd voor, maar je kunt wel de partner of familie voorstellen om met de oudere naar buiten te gaan.
Mensen met dementie brengen veel uren in bed door, vooral in de laatste stadia van de ziekte. Comfortabel liggen is dan heel belangrijk. Muziek kan helpen om onrust en angst te verminderen. Het geeft ontspanning en een gevoel van veiligheid. Ook helpt het om makkelijker in slaap te vallen. Het is belangrijk om rustige muziek te kiezen waar de oudere van houdt. Toepassing: individueel, dag en nacht, in de slaapkamer Doel: rust Biedt: comfort
Toepassing: individueel en als groepsactiviteit. Bij groepsactiviteit uitvoering door meer personen; de hele dag door; binnen en buiten Biedt: stimulans, motoriek en plezier
47
6 TIEN MUZIEK- EN BEWEGINGSADVIEZEN
ADVIES 9 DE PADEN OP, DE LANEN IN
48
EEN PERSOONLIJKE VERZAMELING MUZIEK EN MATERIALEN Cd’s met muziek of een iPod met favorieten en allerlei andere materialen kunnen helpen bij het in de praktijk brengen van de adviezen in dit boek. Psycholoog en docent muziektherapie Annemieke Vink bedacht hiervoor de Metronoomkist, een kist op wieltjes vol met geschikte cd’s, fotoboeken en beweegspelletjes, helemaal gericht op ouderen met dementie. Maar dementerende ouderen hebben ook hun persoonlijke voorkeuren. Hoe meer muziek en bewegen op de persoon zijn toegesneden, des te positiever het uitwerkt. Het mooist is het dus als ieder zijn of haar eigen Metronoomkist heeft. Mantelzorgers en/of verzorgenden kunnen, liefst samen met de oudere om wie het gaat, een persoonlijke verzameling materialen samenstellen. Zoek daarvoor precies díe muziek en spulletjes uit waar iemand het meeste plezier aan beleeft. Dit hoeft zich niet te beperken tot muziek en bewegen. Ook kijken, ruiken en voelen zijn belangrijke zintuiglijke ervaringen waaraan iemand genoegen kan beleven. Een zeepje met
de geur van vroeger kan een wereld aan emoties en herinneringen oproepen. Het is van het grootste belang om open te onderzoeken wat de oudere het meest aanspreekt. Probeer van alles uit. Bedenk dat dementerende ouderen mogelijk genieten van andere dingen dan hun omgeving van hen gewend is; hun voorkeur kan verschoven zijn. Ga aandachtig te werk en laat je niet (af)leiden door een vooropgezette mening over de smaak of wensen van degene voor wie je het doet.
TIPS VOOR HET ZOEKEN NAAR MATERIAAL
Wat zong iemand zelf vroeger op school? Kies boekjes met (kinder)liedjes en plaatjes of foto’s van vroeger om samen te bekijken en uit te zingen. Zoek cd’s met muziek uit iemands jonge jaren. Ga na welke muziek er in de periode van iemands verkering en huwelijk populair was. Zoek er foto’s van artiesten en musicalsterren bij. Denk 49
7 MAAK ZELF EEN METRONOOMKIST
7 MAAK ZELF EEN METRONOOMKIST
ook aan de eigen fotoalbums om herinneringen op te halen aan vroeger én aan de muziek van vroeger. Was iemand zelf muzikaal actief? Kies muziek en spulletjes die daaraan herinneren. Probeer ook eens een cd met rustgevende geluiden: zee, bos, zachte muziek of boerderijgeluiden. Om vast te houden of mee te bewegen kunnen rinkelballetjes, zachte (knijp)balletjes, een pittenzak en dergelijke gebruikt worden. Vul de verzameling aan met allerlei andere voel- en belevingsmaterialen, eventueel uit de eigen bezittingen van de oudere.
FAVORIETE LIEDJES EN ARTIESTEN
Hier een selectie van muziek en artiesten die veel gebruikt worden door muziektherapeuten: Voor 75-plussers: • Het dorp van Wim Sonneveld • Andre Rieu • Het kleine café aan de haven van Vader Abraham • Daar bij die molen 50
• • • • • • • • • • • • • •
Tulpen uit Amsterdam De speeltuin De kleinste (Groene dal, stille dal) Op een mooie pinksterdag In een blauw geruite kiel De klok van Arnemuiden Klein Vogelein Langs berg en dal Karretje op de zandweg Marina Kleine kokette Katinka Sophietje Ketelbinkie Liedjes uit Kun je nog zingen, zing dan mee van Wieteke van Dort
Voor 50-75-jarigen: • De Beatles, met name: Ob-La-Di, Yesterday, Let it be, Yellow Submarine, Imagine, So this is Christmas • Elvis Presley, en vooral: Are you lonesome tonight, Muss I den (Wooden heart), Jailhouse rock, Love me tender • Frank Sinatra, met name: My Way • Satisfaction van de Rolling Stones
• Ramses Shaffy: Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder, Laat me, Sammy, Pastorale • Lenny Kuhr: De troubadour • Sweet Caroline en Beautiful Noise van Neil Diamond • John Denver: Take me home country roads en Thank god I’m a country boy
51
7 MAAK ZELF EEN METRONOOMKIST
• Kom van dat dak af van Peter en zijn Rockets • Oerend hard van Normaal • Rob de Nijs: Malle Babbe, Jan Klaasen de Trompetter, Zet een kaars voor je raam, Ritme van de regen • Boudewijn de Groot: Land van Maas en Waal, Testament • Herman van Veen, onder andere: Suzanne
52
EEN LIEFDEVOLLE WASBEURT Mevrouw Op de Weegh is 94 jaar oud. De laatste jaren is ze bedlegerig en merkt niet zoveel meer van de wereld om haar heen. Ze herkent Ans niet, ook al heeft ze Ans al jaren om zich heen als een van haar verzorgenden. Ze moet ’s ochtends wakker gemaakt worden, anders zou ze gewoon blijven slapen. Ze houdt er niet zo van om gewassen en verschoond te worden. In de kamer liggen twee dames elk nog diep in slaap verzonken. Voor het raam staan bloeiende planten en wat mooie spulletjes. In een hoek staat een eetkamertafel met een persje erover. Op een tafeltje staat een draagbare cd-speler. De twee oude dames zijn zich niet van elkaars aanwezigheid bewust. Ze merken er ook niets van dat Ans met haar waskar binnenloopt. Een van de dames is mevrouw Op de Weegh.
Vandaag is het tijd voor een volledige wasbeurt. Ans parkeert de waskar naast het bed en probeert mevrouw Op de Weegh wakker te maken. Ze noemt haar naam en strijkt zachtjes met haar vinger over haar wang. Er gebeurt niets. Pas als Ans luid in het oor van mevrouw Op de Weegh praat, reageert ze een beetje maar ze opent haar ogen nog niet. ‘Mevrouw Op de Weegh! Goedemorgen!’ Geen reactie. ‘Tónia! Ik ga je even wassen, vind je dat goed?’* ‘Jaa …’ Voor ze begint zet Ans de cd-speler aan het hoofdeinde van het bed, die past nog net naast een prachtig boeket rozen, en ze zet rustige achtergrondmuziek op. Ze gaat geroutineerd en snel te werk. Snel, want als het te lang duurt vindt mevrouw Op de Weegh het vervelend worden. Maar niet haastig, want de oude dame moet ook een beetje kunnen
* In verpleeghuis Oldenhove worden de bewoners in sommige gevallen met hun voornaam aangesproken. Daar reageren ze vaak beter op dan op hun achternaam. Het gebruik van de voornaam is onderdeel van de belevingsgerichte aanpak en gebeurt altijd in overleg met de familie van de bewoner.
53
8 HOE DOE JE DAT IN DE PRAKTIJK? VOORBEELDEN
8 HOE DOE JE DAT IN DE PRAKTIJK? VOORBEELDEN
bijhouden wat er allemaal met haar gebeurt. Ans zoekt voortdurend contact door mevrouw op de Weegh te vertellen wat ze gaat doen en te vragen of ze dat goed vindt. Meest in het Twents, want dat is voor de mensen in Oldenhove over het algemeen hun moedertaal en de taal die voor hen het dichtst bij staat. ‘Heb je er geen zin aan? Ik doe het wel lekker snel.’ Als de hoofdsteun naar beneden gaat en de pyjama uit is, gaan opeens de ogen van mevrouw Op de Weegh open. Contact! ‘Hoei!’ ‘…’ ‘Goedemórgen! Wat denk je, wat doet ze toch allemaal met mij?’ Snel even wassen met een speciaal, lekker warm lotionwashandje en dan een hemd en een schone pyjama aan. ‘Efkes mooi de kneupkes dichtmaken. Word es wakker! Kiek mie es aan!’ Ans blijft praten en mevrouw Op de Weegh zegt zo nu en dan iets terug. Veel meer dan een lettergreep is dat niet, maar uit die ene lettergreep is precies op te maken wat de oude dame ervan vindt. Als Ans voorzichtig haar verkrampte rechterhand openmaakt, klinkt er een luid en duidelijk ‘au’. 54
OP BEZOEK BIJ MOEDER Ineke gaat iedere dag op bezoek bij haar moeder, die met vijf andere dementerende ouderen in een kleinschalige woonvorm woont van het Zonnehuis in Zuidhorn. ‘Je hebt niet altijd gespreksstof ’, zegt ze. ‘Maar ik kom toch graag bij haar, omdat het fijn is om elkaar even te zien. Ze herkent me. Als ik op vakantie ben, is ze vaak wat van slag.’
55
8 HOE DOE JE DAT IN DE PRAKTIJK? VOORBEELDEN
Nu de ogen nog schoon, dat vindt mevrouw Op de Weegh ook niet fijn. ‘Ach … nee … Ik wil dat niet hebben!’ Gelukkig duurt die kwelling maar even. De haren worden gekamd, dan het kunstgebit in en als laatste de bril op. Mevrouw Op de Weegh is gedurende het halve uurtje stukje bij beetje weer mens geworden. Ze ligt met een zweem van een glimlach in bed. Ans brengt haar gezicht dicht bij dat van mevrouw Op de Weegh en maakt even heel direct contact met een blik en een glimlach. Dan pakt ze het boeket dat aan het hoofdeinde van het bed staat. ‘Ruik eens, wat een mooie bloemen! Weet je wel wat dat voor bloemen zijn?’ Geen antwoord. ’Dat zijn rózen!’ ‘Rozen ...’ ‘Fijne dag, vandaag!’ Ten slotte geeft Ans de oude dame nog een stoffen voelboek in handen. Een rits, knopen, een zak, klittenband: allerlei dingetjes om aan te friemelen. Dat helpt om haar onrust kwijt te raken. Zo is er zelfs voor deze mevrouw die bijna niets meer kan nog wat te bewegen.
Moeder en dochter houden elkaars handen vaak vast. ‘Samen wat zingen, dat is een fijne manier om even contact te maken. Je hebt samen plezier en gezelligheid.’ Maar ze doen ook andere dingen. In de spiegel kijken, de nieuwe handtas bewonderen, een klein stukje lopen of een cd’tje luisteren. Vandaag ligt het poëziealbum dat ze in 1930 kreeg bij moeder op schoot. Moeder en dochter bekijken het samen. Moeders vader had hierin het eerste versje geschreven. De naam van haar vader weet ze op dat moment niet meer. Als Ineke begint met het versje voor te lezen, zegt daarna ook zij een paar regels op. ‘Moeder heeft nu zo’n tien jaar last van deze aandoening. De eerste jaren heeft ze nog zelfstandig gewoond. Ze at wel elke dag bij ons en ging een paar ochtenden naar de dagopvang van een verzorgingstehuis. Maar op een gegeven ogenblik brak ze haar heup. Ze ging revalideren en daarna verhuisde ze naar de Woonhaven. Dat is een woongroep voor licht dementerenden. Ze vond het vreselijk om haar huis uit te moeten. Dat had haar vader in 1931 gebouwd. Haar hele leven lag daar. Ik vond het ook heel erg voor haar. Maar moeder heeft zich snel aangepast. Ze vond het er zelfs gezellig.’ Samen met moeder heeft ze een levensverhaal gemaakt, dat op het kantoortje van de verzorging wordt bewaard. Ze is er blij 56
mee. ‘Ik lees het nog wel eens voor aan moeder, maar ze herkent toch steeds minder uit haar eigen leven. Liedjes van vroeger, die weet ze nog. We zingen dus ook regelmatig samen deze liedjes.’
ALS IK DRIE KEER MET M’N FIETSBEL BEL … In Oldenhove wonen, zoals in alle verpleeghuizen, meer vrouwen dan mannen. Alle reden voor de weinige heren om zich zo nu en dan even af te zonderen. Dan krijg je toch een andere sfeer en andere gesprekken. De mannenclub, vier of vijf bewoners plus activiteitenbegeleider Erwin, komt regelmatig bijeen voor een gezellig bakje koffie. Erwin schenkt in en brengt het gesprek op gang. Al gauw gaan de sterke verhalen over tafel. Verhalen over vroeger natuurlijk. Maar het is mooi weer en Losser ligt er prachtig bij in de voorjaarszon. Een uitgelezen gelegenheid om er met de duofiets op uit te gaan. Meneer Van Voorst wil wel mee, lekker de buitenlucht in. Oldenhove heeft twee duofietsen, eentje mét en eentje zonder motortje. Alleen die zonder is nog beschikbaar, dus er moet gewerkt
vinden de bewoners van Oldenhove veel terug uit het dorp van hun jeugd met oude boerderijen, een tuffelschuur (aardappelschuur), een smidse en een bakspieker (bakhuisje).
MET CATOOTJE NAAR DE BOTERMARKT ‘Dag lieve mamma, daar ben ik weer!’ Mevrouw Rip wordt zachtjes geknuffeld door haar zoon Ignar. Mevrouw Rip is vandaag niet zo lekker. ‘Ik houd je vast, houd je mij ook vast?’ De handen zijn in elkaar verstrengeld en de gezichten dicht bij elkaar. Ignar praat zachtjes. ‘Ben je vandaag naar de Botermarkt geweest? Heb je Catootje daar gezien? Zullen we even gaan kijken? Ik heb wel trek in een broodje. Hee, daar zijn de twee beren, die staan broodjes te smeren! En weet je wie ik ook zie? Moriaantje! Die loopt daar met zijn parasolletje, dat uitslovertje. Iedere dag met een ander parasolletje!’ De iPod staat zachtjes aan en strooit rustige muziek de kamer in. ‘Dat doen we altijd zo’, heeft Ignar even eerder verteld. ‘Mamma heeft nooit een voorkeur gehad voor bepaalde muziek. We zijn gewoon wat gaan proberen. Een iPod is dan zo makkelijk, ik 57
8 HOE DOE JE DAT IN DE PRAKTIJK? VOORBEELDEN
worden! Eerst naar buiten. De duofiets past zowaar precies in de toch vrij krappe lift. Via de kelder bereiken de mannen de binnentuin van Oldenhove. Erwin doet het meeste werk op de fiets. Meneer Van Voorst trapt gezellig mee. Hij geniet zichtbaar van het uitje. Genoeglijk maken ze eerst een rondje door de tuin, langs de volière en de borders, voor ze het dorp ingaan. Ze gaan naar het vlakbij gelegen cultuurpark, openluchtmuseum Erve Kraesgenberg. Een geliefde bestemming, want daar
kan het iedereen aanraden. Onder Favorieten staan de uptempo liedjes. Tsjing boem, daar heb je de fanfare, De kat van ome Willem, Vierentwintig rozen, Ome Thijs heeft de prijs in de voetbalpool, dat soort dingen. Dan hebben we een mapje sluimermuziek, die staat aan als ze rust nodig heeft. En we hebben een mapje met verhalen. Daarin zit een mooi kerstverhaal, en Pinkeltje.’ Mevrouw Rip kreeg al heel jong alzheimer, maar ze wist het lange tijd heel goed te camoufleren. ‘Wij merkten wel dat er wat aan de hand was, maar waarom zouden we mamma door een medische molen heen halen als er toch geen genezing is? Mamma’s dementie wordt steeds dieper, maar ze is prettig en makkelijk in de omgang. Mijn ouders wonen nog gewoon samen in hun eigen huis.’ De Rips zijn geen types om het Alzheimercafé te bezoeken of naar de hulpverlening te gaan. ‘Daar hoef je weinig van te verwachten. Ga maar met je moeder in een fotoboek kijken, zeiden ze. Dat houd je als mantelzorger toch niet vol, om dat iedere dag, iedere week te doen. En als je moeder die foto’s niet meer herkent, wat dan?’ Samen met zijn vader helpt Ignar zijn moeder iedere dag bij het opstaan, douchen en ontbijten. ‘Tijdens het douchen ben ik 58
‘Mijn moeder brak haar heup. De iPod ging mee naar het ziekenhuis en draaide dag en nacht sluimermuziek. Zodat als ze wakker werd, wist: dat is mijn muziek en ze zich veilig kon voelen. En dat gebeurde ook. Het ligt eraan hoe mamma is welke muziek ik opzet. Je ziet duidelijk dat ze ontspant bij sluimermuziek en we gebruiken ook muziek om haar een beetje actief te houden. Ik denk dat mensen hanteerbaarder worden als je de juiste muziek gebruikt. Ze gebruiken ook minder medicijnen. Antidepressiva zijn helemaal niet nodig. Mamma gebruikt ze niet. De koppeling met persoonlijke aandacht doet het hem. Je kunt niet 24 uur per dag zorgen, dat houdt niemand vol. Als ik loop te zingen en te ouwehoeren dan hebben we contact. Als de iPod speelt reageert ze ook, maar anders. Die afwisseling, die is goed.’
EEN ACTIEVE OCHTEND Zo’n vijftien ouderen zitten iedere ochtend in carréopstelling in een zonnige grote ruimte van de Heemhof in Apeldoorn. Het is de dagbehandeling voor mensen met beginnende dementie. Er zijn vandaag ongeveer evenveel mannen als vrouwen. Meneer Besselink is jarig. Er wordt gezongen en er is taart. Activiteitenbegeleider Patricia is wat later. Ze heeft nog even boodschappen gedaan. Het is vrijdag, dan wordt er altijd iets lekkers gebakken. Patricia gaat bij iedereen even langs. Een hand op de schouder, oogcontact, een vraag. Hoe gaat het met u? Hebt u vannacht lekker geslapen? ‘Patricia, hoe is het met je?’, vraagt meneer Dalhuis. Hij heeft zich voor vandaag extra mooi aangekleed, want er is een fotograaf. Zijn snor krult prachtig omhoog. Om halfelf begint activiteitenbegeleider Didi met het voorlezen van de krant. Ze heeft vooraf een aantal berichten geselecteerd. Actualiteiten die gisteren op het journaal waren, maar ook nieuws uit de buurt. Onderwerpen waar de bezoekers van de dagopvang een mening over kunnen 59
8 HOE DOE JE DAT IN DE PRAKTIJK? VOORBEELDEN
de hele tijd aan het zingen en ouwehoeren, vaak over Catootje op de Botermarkt. Mijn vader vindt het aan de ene kant mooi, maar voor zijn eigen oren veel te druk!’ Sinds mevrouw Rip ‘te slecht’ is voor de dagbehandeling, komt er twee keer per week vijf uur lang een dame om iets met haar te doen, zodat meneer Rip wat tijd heeft voor zichzelf. ‘Wat die vrouwen allemaal doen, dat is fantastisch’, zegt hij. ‘De een gaat met haar bellenblazen, een ander gaat met haar naar buiten.’
hebben. De een luistert actief en reageert op het nieuws. Een verkeerd uitgesproken woord wordt direct verbeterd door een paar scherpe opletters. Anderen kijken wat om zich heen. Soms dommelt iemand even weg. Didi ontlokt reacties met vragen. ‘De krant lezen is een vast onderdeel van de dag. Zo prikkelen we de mensen om in het hier en nu te zijn.’
60
Na een kwartier is het tijd voor een kopje koffie. ‘Zal ik even helpen?’, vraagt meneer De Vries. Hij loopt met de kop-enschoteltjes heen en weer en ook anderen helpen. ‘We stimuleren mensen zo veel mogelijk om dingen zelf te doen’, legt Didi uit. ‘Zo blijven ze in beweging. Maar ze moeten niks’, benadrukt ze. ‘De bezoekers van de dagopvang hebben een eigen wil en dat respecteren wij. Natuurlijk proberen we wel mensen over de streep te trekken, want een beetje bewegen is zo goed voor je.’ In de opslag staat een bed. ‘Dat is het privilege van meneer De Vries. Hij heeft last van zijn rug en mag een middagslaapje doen. Vanwege zijn rug helpt hij altijd met op- en afruimen, want hij wil in beweging zijn. We zorgen dat hij goed zit en tussen de middag gaat hij ook altijd even wandelen. We willen de mensen actief houden. Thuis zitten ze de hele dag en dommelen wat in hun stoel. Daardoor zijn ze ’s nachts vaak wakker. Wij proberen ervoor te zorgen dat ze een normaal dagen-nachtritme hebben.’ Patricia is al die tijd met mevrouw Bloemensteijn in de keuken bezig geweest. Ook hier geldt: wie wil, helpt mee. ‘Vorige week waren het er wel vier!’, zegt Patricia. Vandaag is het
Het krantlezen wordt afgesloten met het weerbericht. Ook dat is vaste prik. Het heeft een halfuurtje geduurd, inclusief koffiepauze. Nu is het tijd voor beweging. ‘U mag de stoelen naar achteren schuiven en gaan staan, of u mag blijven zitten’, zegt Didi. ‘Staat u een beetje wiebelig? Ga dan maar zitten hoor!’ Een van de bezoekers loopt naar buiten om te gaan roken. De rest doet mee, in een opperbeste stemming. ‘Hakke, teen, drie, vier … marcheren!’, roept Didi. Er wordt gestampt, in de handen geklapt en met de armen gezwaaid. Na vijf minuten is het voorbij. ‘Of zullen we nog een rondje?’ Daar gaan ze opnieuw. Mevrouw Posthuma maakt dansende
ewegingen en op de achtergrond loopt mevrouw Bloeb mensteijn aandachtig heen en weer. ‘Daar krijg je het warm van’, zegt meneer De Vries. ‘Het is een rare dag’, vindt mevrouw Broers. ‘Rommelig?’, vraagt Patricia. ‘Ja, rommelig.’ ‘Leuk dat het u opvalt dat we vandaag bezoek hebben.’ Het is nog een halfuurtje voor de middagmaaltijd. Stagiaire Ilse gaat de kring rond met Pim Pam Pet. ‘Trekt u een letter, meneer Koekoek?’ Twee onrustige heren lopen steeds naar de jassen. Didi neemt ze aan de arm mee terug. ‘Komt u maar zitten.’ ‘Een eiland met de letter H?’ ‘Helgoland’, roept meneer Kuiper. Niemand weet waar dat ligt. ‘Dat zoeken we op’, zegt Didi. ‘We hebben hier een atlas, een pc, alles zoeken we op.’ ‘Ik ga me steeds jonger voelen, sinds ik hier kom’, vertelt mevrouw Dijkmans. Ze heeft net een meneer geholpen zijn hemd in de broek te doen. ‘Met het busje weg, dat is een ontsnapping! En als ik thuiskom heeft mijn man lekker
61
8 HOE DOE JE DAT IN DE PRAKTIJK? VOORBEELDEN
alleen mevrouw Bloemensteijn. ‘Als mevrouw Bloemensteijn goed heeft geslapen, kan ze helpen. Maar ze hoeft niet.’ ‘Ik mag niet meer koken’, zegt mevrouw Bloemensteijn. ‘Ik herinner me het niet meer. Mijn man doet het nu.’ Vroeger stond ze altijd met plezier in de keuken. ‘Hier kan het wel, want hier wordt het gecontroleerd.’ ‘Wat gaat u maken?’, is de vraag. ‘Envelopjes’, zegt mevrouw. En ze roert driftig door.
gekookt. Er is hier veel ellende en verdriet hoor. Tevreden zijn, dat is belangrijk. Ik vind het niet leuk dat ik niks meer kan, maar ik kom hier heel graag. Ze zijn aardig tegen iedereen. Het is hard werken voor ze hoor, hier. Het is fijn dat we elkaar hier helpen. Dan heb je toch iets goeds gedaan.’ Patricia: ‘De mensen gaan bergafwaarts, maar je ziet wel dat ze na een poosje beter in hun vel gaan zitten. Het resultaat zit in de kleine dingen. Mensen moeten voelen dat ze hier kunnen zijn zoals ze zijn. De groep accepteert dat. Lukt iets niet, kan iemand even een handje helpen? Elkaar helpen is belangrijk. We willen iedereen het gevoel geven: u bent welkom. Plezier in ons werk halen we uit wat we hier iedere dag zien gebeuren en uit de onderlinge samenwerking. Didi en ik doen dit werk al acht jaar. We zijn ontzettend goed op elkaar ingespeeld.’
OPBLOEIEN BIJ EEN SPELLETJE In de huiskamer annex keuken die centraal gelegen is tussen enkele afdelingen van zorgcentrum Oldenhove in Losser zit een groepje dames gezellig koffie te drinken. Koekje erbij. Nog een kopje? Het is de stilte voor de storm, want ze moeten aan de slag. 62
Eerst samen eten maken, lasagne wordt het vandaag. En als de lasagne in de oven staat, is er vóór het eten nog net tijd voor een spelletje. Verpleegkundige Ans en activiteitenbegeleider Olga schuiven de boel een beetje aan de kant, zodat de dames en één heer in een kring kunnen zitten. Ze krijgen elk een ‘tennisracket’ van isolatiebuis, bedacht en gemaakt door Olga. Heel licht en dus
dit kunnen, voor de anderen zit dit er niet meer in. Meestal doen we zoiets ’s middags, dan zijn ze weer een beetje uitgerust. Maar ook dan niet langer dan drie kwartier, dan is het wel op.’
MINDER ONRUST, MINDER PIJN ‘Het was magisch wat ik daar zag gebeuren’, zegt Edith over de muziektherapie die haar stiefmoeder aan het eind van haar leven kreeg toen ze op de psychogeriatrische afdeling van Het Immendaal in Beekbergen woonde. ‘Moeder zat vol onrust en was ontzettend angstig. Ook had ze veel pijn, maar ze kon niet goed aangeven waar die pijn vandaan kwam. De dokters wisten het ook niet en zeiden “als we weten wat het is, gaan we toch niet meer behandelen”. ’ Muziek was altijd belangrijk in het leven van mevrouw Bos geweest. Edith stelde de verzorging voor om haar stiefmoeder naar muziek te laten luisteren, in de hoop dat ze zich daardoor prettiger zou voelen. Vanaf dat moment kwam de muziektherapeut iedere week langs met haar gitaar. ‘Als het begon was mijn stiefmoeder altijd een en al afweer, “houd 63
8 HOE DOE JE DAT IN DE PRAKTIJK? VOORBEELDEN
makkelijk te hanteren. Erg enthousiast lijkt het groepje niet, eigenlijk hebben ze na het groenten snijden helemaal niet meer zoveel energie. Olga brengt het spel op gang. Ze tikt een ballon naar een van de dames. Die mept met volle kracht terug. Daar komt de ballon alweer. Nu naar de buurvrouw. Een andere dame, Emmy, eerst heel erg in zichzelf gekeerd en onbewogen in haar rolstoel, kijkt nu aandachtig naar hoe de anderen bezig zijn. Haar blik is levendig geworden, haar houding alert. ‘Koen, daar komt ie!’ En Koen stompt de ballon terug naar Olga. Dan is Emmy aan de beurt. Ze krijgt de ballon toegespeeld en slaat hem weer in de kring. De andere dames worden ook steeds enthousiaster. ‘Wat leuk! Oooh! Dát is pas leuk.’ Na een minuut of twintig zijn de bewoners moe van het spelletje. Ze zoeken hun plaats aan tafel op voor een lekker hapje zelfgemaakte lasagne. ‘Het is geweldig om te zien hoe bewoners die normaal erg passief zijn, mee gaan doen en helemaal opbloeien bij zo’n spelletje’, zegt Olga. ‘Er zijn nog maar ongeveer acht of negen bewoners van deze afdeling die
maar op, houd maar op”. Maar als we dan even doorzetten, na een minuut of vijf à tien, dan kwam er een soort ontspanning. Mijn stiefmoeder ging rustig ademen en uiteindelijk viel ze zelfs een beetje in slaap. Dat lukte op geen enkele andere manier.’ Edith wilde die ontspanning vaker voor haar stiefmoeder. Ze nam cd’s mee met rustige achtergrondmuziek en muziek van vroeger. Ook dat had wat effect, net als het speciale muziekkussen dat de muziektherapeut uitleende: een kussen met speakertjes dat werd aangesloten op de cdspeler op het nachtkastje, zodat mevrouw Bos zich in bed comfortabeler zou gaan voelen en makkelijker zou kunnen inslapen. ‘Het werkte fantastisch. Ook toen moeder haar been brak en ze een paar dagen in het ziekenhuis lag. Het kussen ging mee en de verpleging werd geïnstrueerd in het gebruik.’ De muziektherapie en het muziekkussen zorgden voor een beetje welbevinden. ‘Je zag de verandering’, zegt Edith. ‘Laat je dus niet misleiden als iemand zegt dat ze niet wil. Zet door, probeer het. Mijn stiefmoeder had nog maar weinig kwaliteit van leven, maar door de therapie en het kussen kon ze eindelijk ontspannen.’ 64
LEVEN IN DE BROUWERIJ Drie dames en een heer zitten in de huiskamer van het gloednieuwe Zonnehuis in Zuidhorn. Allemaal in hun eigen wereldje. ‘Zo meteen komen de vrijwilligers die met ons gaan zingen’, vertelt de verzorging. Ze moet het steeds herhalen. En dan ineens staan Martin, Janny en Anneke in de kamer. Ook muziektherapeut Simone is meegekomen. Martin stemt zijn gitaar. Janny gaat op de bank zitten naast mevrouw De Boer. Anneke kiest een strategisch plekje zodat ze de ruimte goed kan overzien. Naast mevrouw Koster zit haar dochter, die iedere dag op bezoek komt. Weet u een mooi liedje, vraagt Simone aan mevrouw Koster. Mevrouw Koster plukt wat aan haar lip. Ze lacht wat, zegt niets. ‘t Knaapje zag een roosje staan, zet Martin in. De vrijwilligers, de dochter en de verzorgenden barsten los in gezang. Mevrouw Koster en mevrouw De Boer zingen mee en bewegen mee op de muziek. Bij mevrouw De Boer blijven de handen dit hele halfuurtje in de lucht, zo leuk vindt ze het. Vrijwilligster Janny zit naast haar, ze hebben samen plezier. Het ene liedje na het andere wordt gezongen. Op de vraag ‘wat wilt u zingen’, komt steeds
8 HOE DOE JE DAT IN DE PRAKTIJK? VOORBEELDEN
geen antwoord. Maar Martin doet dit al jaren, hij weet waar de bewoners zoal van houden. Liedjes van vroeger. Mevrouw Pieters zit stil te genieten. Af en toe prevelen haar lippen wat woorden mee en ze beweegt haar hand. ‘Dat doe je goed’, zegt ze tegen Martin. Simone heeft een tijdje naast meneer Bouman gezeten. Ze heeft hem een bellenstok gegeven. Meneer Bouman rammelt ermee op de maat. Zingen doet hij niet. ‘De muziekmiddag duurt een halfuur’, zegt verzorgende Dina. ‘We proberen het iedere veertien dagen te doen en iedere maand is er een grote zangmiddag voor het hele Zonnehuis, maar dat is voor onze bewoners over het algemeen veel te druk.’ Simone organiseert de muziekmiddagen in de huiskamers. ‘We weten precies hoe laat de vrijwilligers komen, zodat we er rekening mee kunnen houden.’ Er wordt wel vaker gezongen. Ook op andere dagen zet de verzorging wel eens een cd’tje op met liedjes van vroeger, om mee te kunnen zingen. ‘Vaak na het eten, om te zorgen dat de bewoners weer een beetje energie krijgen.’ Simone vervolgt: ‘Het is een vrij klassieke muziekmiddag, waarbij de vrijwilliger met het instrument vooral bepaalt wat er gezongen wordt. We zitten in een overgangssituatie: we zijn 65
naar kleinschalig wonen gegaan en we zijn nog wat zoekende hoe we de traditionele muziekmiddag vorm kunnen geven in de huiskamers. Je ziet dat het qua contact maken van de vrijwilligers met de bewoners nog best beter kan, en dat ik een vrij sturende rol heb. Maar de muziekmiddag schudt de boel lekker op, het brengt even leven in de brouwerij, het breekt de dag.’
EEN FRISSE NEUS Zon, stapelwolken, een licht briesje, regen en wind. Regelmatig naar buiten en even bewegen doet altijd goed. Activiteitenbegeleider Wilma wandelt een paar keer per week met groepjes bewoners van Zonnehuis Oostergast in Zuidhorn. Huizen, weiland, een slootje en een brug, zelfs een woonwijkje met een speeltuintje en bankjes vallen binnen hun beperkte actieradius. Met als gezellige afsluiter koffie met een koekje op het terras van de Eetkamer van Oranje. Woensdagmiddag, halftwee. Mevrouw Slagter draagt een fleurige jurk en bijpassende lichtgroene zomerjas. Voetje voor voetje komt ze de drempel over met haar rollator. 66
‘Niet zo hard, niet zo hard …’, klaagt ze, terwijl ze de straat oversteekt. En er is nog iets wat haar dwarszit: ‘Straks kan mijn moeder me niet vinden!’ Wilma stelt haar gerust. ‘Ze weten binnen precies waar we zijn, maak je maar geen zorgen.’ Ze praat gezellig met mevrouw Slagter om haar af te leiden en dat lukt wonderwel. Langzaam maar zeker kuieren ze voort. ‘Ik ben geen hardloper’, zegt mevrouw Slagter. ‘Ik houd van fietsen maar dat kan niet meer.’ Ondertussen zijn mevrouw Drukker, Henk en hun vrijwillige begeleiders al een heel eind verder. Nog een keer oversteken, dan langs een slootje waar meerkoeten dobberen, en over een bruggetje. Regelmatig even stilstaan, aandachtig kijken, dan weer verder scharrelen. Het verste punt van de wandeling is een klein speeltuintje. Mevrouw Drukker zit al op het vaste bankje. Mevrouw Slagter gaat erbij zitten, kijken naar de kinderen én naar Henk die zoals gewoonlijk even op de wip wil. Vrijwilliger Roelof zit aan de andere kant en Wilma gaat er voor het oogcontact met Henk even naast liggen. Vandaag is een bijzondere dag. Henk vindt de wip zo leuk dat hij helemaal loskomt en zomaar uit zichzelf aan Wilma vraagt: ‘Hou is’t er mit?’
8 HOE DOE JE DAT IN DE PRAKTIJK? VOORBEELDEN
Dan is het tijd om de terugtocht te aanvaarden. Mevrouw Slagter kijkt eens om zich heen in het nieuwbouwwijkje en zegt: ‘Ik ben hier nog nooit eerder geweest.’ Wilma spreekt haar niet tegen. ‘Het is hier ook allemaal nieuw, hè.’ Onderweg maakt Wilma haar een compliment, dat ze de pas er goed in houdt. ‘Dat komt omdat ik achter mijn rollator loop. Allenig ging ik niet zo hard!’ Algauw komt het hoofdgebouw van het Zonnehuis weer in zicht. Het is zo’n mooie dag dat het groepje besluit om op het terras te gaan zitten. Koffie komt er, met een koekje, of twee, voor de liefhebbers. Mevrouw Slagter zit naast Henk. Ze legt haar hand op zijn pols en vraagt: ‘Henk, wie ben ik? Dat weet jij wel!’ Even later zet Wilma het Gronings volkslied in en opeens zit het hele clubje te zingen. Allemaal genieten ze zichtbaar van de gezelligheid. Nu nog de laatste paar honderd meter van de wandeling en dan zijn ze, ruim een uur na vertrek, weer thuis. De beide dames hebben steeds met de rollator gelopen. Henk niet, hij is nog betrekkelijk jong en goed ter been. Hij heeft geen dementie maar autisme. Henk heeft grote behoefte om te bewegen en loopt veel en graag. Tijdens het kopje koffie
op het terras staat hij verschillende keren onaangekondigd op om even een rondje te lopen. Hoe verschillend hun problematiek ook, ze wonen alle drie in dezelfde gesloten wooneenheid. Ze kunnen er niet zelfstandig op uit, er moet echt iets ondernomen worden om hun een beetje buitenlucht en lichaamsbeweging te bieden. Even uit het alledaagse levert later ook nieuwe gespreksstof op in de huiskamer, net als de foto’s die gemaakt zijn tijdens de wandeling. Een foto 67
van Henk op de wip op de deur van de koelkast, en een van dames op het ‘leugenbankje’. ‘Mevrouw Slagter moppert vaak als we op pad gaan. Ze zegt dat ze geen zin heeft. We moeten haar eroverheen tillen’, zegt Wilma. ‘Als we eenmaal op pad zijn, komen we langs de sloot, we zien eendjes en kikkers. Het wandelen is niet alleen een manier om in beweging te komen, maar ook om contact te maken. Bij thuiskomst is ze heel voldaan.’ Wilma geniet zelf ook van het wandelen met bewoners. ‘De wereld wordt toch bepaald door woorden, door het hoofd. Als mensen daar niet meer in mee kunnen, is het mooi als je een andere manier kunt vinden om samen iets zinvols te ondernemen.’
JET BOK EN KAATJE KOOLENBRANDER Een huiskamervoorstelling kan meer zijn dan entertainment. In dit voorbeeld vertelt Loes, acteur/trainer bij Theater Veder, over zo’n voorstelling.*
‘Goedemorgen! Wat leuk om hier te zijn!’ Met mijn collega Judith als Jet Bok, kom ik binnen als Kaatje Koolenbrander, een dienstmeisje. Jet is artiest, gekleed in een prachtig variétékostuum, een veer op haar hoofd. In stille afwachting zitten twaalf bewoners in een hoefijzervorm in de huiskamer. Zodra we binnenkomen en vertellen dat we het heel leuk vinden om hier te zijn, beginnen de eerste hoofden zich op te richten. Nieuwsgierige blikken. Jet en Kaatje, we stellen ons aan iedereen afzonderlijk voor. In een rolstoel zit een mevrouw met een stevig postuur. Ze beweegt onrustig in haar stoel. Haar mooi gewatergolfde haren zijn een beetje in de war geraakt. Als ik door mijn knieën ga om haar goed aan te kunnen kijken en haar hand beetpak, kijkt ze me aan. Ik stel me voor en zeg dat ik het heel gezellig vind dat zij er bij is. Hoe mooi ze eruitziet in haar lichtblauwe trui met gebloemde rok. Ze pakt mijn hand met twee handen vast en geeft er een kus op. Ik leg mijn andere hand op de hare. Ze praat snel en gehaast. Niet alles is te verstaan. Aan haar gezicht zie ik een levendige blik, die naar mijn ogen zoekt. Ik kijk haar aan terwijl ik haar hand
* Dit voorbeeld is overgenomen uit de cursusmap van Theater Veder.
68
streel en geef haar mijn mooiste glimlach. Ze geeft een klapje op mijn handen en laat me los. Ik ga me voorstellen aan de mevrouw die naast haar zit. Als later Jet een lied zingt, zie ik de mevrouw onrustig gebaren. Ik loop zachtjes naar haar toe en pak haar hand. Ik hurk naast haar en samen kijken we naar Jet. ‘Je bent een lief deerntje’, zegt ze tegen mij en ze kust mijn hand. ‘U bent ook lief ’, zeg ik.
SAMEN OP HET KOOR Iedere woensdagavond gaan ze naar de repetitie van De Vergeetmijnietjes in Sint Agnes in Heemskerk: ouderen met dementie in gezelschap van hun volwassen kinderen, hun partner of een vrijwilliger. Samen zingen is leuk voor iedereen en het verbetert het sociale contact. 69
8 HOE DOE JE DAT IN DE PRAKTIJK? VOORBEELDEN
‘Straks ga je slapen, dan ga je naar bed’, zegt ze. Ze streelt mijn hand en arm. ‘Ja’, zeg ik. Ik strijk een lok die over haar gezicht hangt naar achteren. Het lied van Jet is afgelopen. Mevrouw kijkt rond en zingt: ‘Lang zal ze leven.’ Ik kijk rond en zie: zo gezellig in een kring in de huiskamer, het zou zomaar een verjaardag kunnen zijn. Ik zing met haar mee. Alle bewoners zetten in. Met zijn allen zingen we Lang zal ze leven. Ik sta op. ‘Elke dag is er wel ergens iemand jarig’, zeg ik en een meneer knikt instemmend. ‘Het is heerlijk om feest te vieren.’ Ik lees een gedicht van Toon Hermans over het plezier van het leven.
Het is halfacht en het zaaltje stroomt vol. De muziektherapeuten Jolijn en Gea hebben de stoelen in een kring gezet. Mevrouw Van Huizen is er met haar dochter. Ze zijn een paar weken niet geweest omdat de dochter op vakantie was. ‘En daarna dacht ik dat het koor gestopt was’, zegt de dochter. Meneer Brouwer loopt met een kruk. ‘Wat is er gebeurd’, vraagt Jolijn. ‘Hij is uit bed gevallen’, zegt zijn vrouw. ‘Maar zingen kan ie wel hoor!’ Meneer Brouwer knikt instemmend. ‘Waar is mijn man toch’, vraagt mevrouw De Zwaan. ‘Hij komt zo’, zegt Jolijn. Gea deelt ondertussen de mappen met de liedjes uit en Jolijn pakt haar accordeon. ‘We gaan beginnen!’ Na een paar zangoefeningen om de stemmen los te maken mogen mevrouw en meneer Mens als eerste een lied kiezen. Het wordt De Zilvervloot. Bij het refrein Piet Hein wordt de groep gesplitst, de ene groep zingt ‘Piet Hein’ en de andere groep antwoordt. Mevrouw Mens slaat de maat mee, maar het klinkt allemaal nog erg zacht. ‘Dat kan wel iets overtuigender’, zegt Jolijn. Na een paar liedjes zingt iedereen uit volle borst. Dan mag mevrouw Van Huizen. 70
‘Welke dokter, kennen wij een dokter die kan zingen? Is dat die forse man of die jonge met dat keurige overhemd?’ Die zijn het allebei niet. Mevrouw Bos weet het niet meer. Gea vraagt door, want misschien komt de herinnering aan gisteren terug. ‘Vond u de dokter een knappe man?’, vraagt Gea. ‘Ach nee!’, roept mevrouw Bos. Ze lacht en iedereen lacht mee. Ze kiest Ja zuster, nee zuster. Meneer Brand wil Daar bij die molen. ‘Hebben we al gehad, pap’, zegt zijn zoon. My Bonnie dan. ‘Zij is mijn Bonnie’, zegt meneer Visser en hij wijst naar zijn vrouw. ‘Och nee, doe niet zo gek’, zegt ze. Het koor De Vergeetmijnietjes is opgericht als aanvulling op de sociale zorg voor mensen met dementie in Heemskerk en omgeving. De ouderen wonen zelfstandig of in een verzorgingshuis, sommigen wonen in het Sint Agnes waar de repetities zijn. Iedereen is in gezelschap van de partner, een zoon, dochter of een mantelzorger. ‘Want,’ zo zegt Gea na afloop: ‘dit koor gaat niet om het leveren van een prestatie maar om het bevorderen van het onderlinge contact. Door samen te zingen deel je emoties en verbind je je met
71
8 HOE DOE JE DAT IN DE PRAKTIJK? VOORBEELDEN
‘Welk lied wilt u zingen?’ Daar bij die molen natuurlijk! Mevrouw en meneer Visser kiezen Sarie Marijs. Ondertussen geeft dochter Van Huizen haar moeder een los blad met de tekst. De map is te zwaar. ‘Mooi hè?’, zegt mevrouw Mens tegen haar man. Het is het de beurt van mevrouw Bos. ‘Ik heb een mooi liedje! Heb ik gisteren met de dokter gezongen.’ Jolijn en Gea zijn geïnteresseerd.
de ander. De achterliggende gedachte is dat door het betere contact ook de dagelijkse zorg makkelijker gaat.’ De repetities zijn expres ’s avonds, zodat kinderen met een baan mee kunnen doen. ‘Muziek spreekt het gezonde deel in de mens aan’, aldus Gea. ‘Ik hoor terug van de kinderen “we zien moeder weer zoals ze was” of “ik heb op de kooravonden een gewoon gesprek met moeder, maar als ik bij haar op visite kom, is het gesprek na een paar minuten doodgebloed”.’ Het zingen is goed voor de herinnering, sommige dementerende koorleden zingen de dag na de repetitie nog liedjes van de vorige avond. Het roept ook herinneringen op. Jolijn: ‘Van een van de dochters hoorde ik dat haar moeder met
72
hele verhalen kwam over de Jordaan. Ze kon de buurt precies beschrijven, de straten en de winkels. De dochter wist niet dat haar moeder die buurt zo goed kende.’ ‘Toen we met het koor begonnen zag je dat de volwassen kinderen zich ongemakkelijk voelden bij het gedrag van hun dementerende vader of moeder’, zegt Gea. ‘De natuurlijke reactie is dan dat je wilt voorkomen dat moeder of vader steeds hetzelfde vraagt of iets raars zegt. Samen op een koor zitten maakt gelijkwaardiger én de kinderen zien van de anderen hoe die met hun vader of moeder omgaan. Nu zeggen ze gewoon, mam dat hebben we net gezongen. Maar het is prima om een lied twee keer te zingen als vader of moeder daar zo’n plezier aan beleeft.’
DEEL III HANDIGE ADRESSEN
9 ADRESSEN
9 ADRESSEN DEMENTIE ALGEMEEN Alzheimer Nederland. Belangenvereniging voor mensen met dementie en hun mantelzorgers: www.alzheimer-nederland.nl Alzheimercentrum van het VUmc te Amsterdam. Onderdeel van de afdeling Neurologie van het VUmc: www.alzheimercentrum.nl Dementie-en-dan. Multimediale campagne over onderzoek, zorg en kwaliteit van leven: www.dementieendan.nl Innovatiekring Dementie. Kennisbank met een Helpdesk Dementie: www.innovatiekringdementie.nl Informatiebank Dementie: www.moderne-dementiezorg.nl
Bouwen aan leefbaarheid. Website over vergroten van de leefbaarheid voor kwetsbare groepen: www.bouwenaanleefbaarheid.nl Stichting Wonen met Dementie. Kleinschalige woonprojecten voor mensen met dementie bij jou in de buurt. Tevens informatie over kleinschalig wonen, zowel voor de professional als voor de leek: www.wonenmetdementie.nl Vilans. Kenniscentrum voor langdurende zorg: www.vilans.nl Expertisecentrum mantelzorg: www.expertisecentrummantelzorg.nl www.pratenovergezondheid.nl. Mensen met dementie, hun naasten en/of mantelzorgers vertellen over de ziekte. Zorgverleners krijgen een helder beeld van de ervaringen. Initiatief van het Universitair Medisch Centrum Groningen. 75
MUZIEK
BEWEGEN
Stichting Diva Dichtbij: www.divadichtbij.nl
Nederlandse Vereniging voor Psychomotorische therapie: www.nvpmt.nl
Nederlandse Vereniging voor Muziektherapie: www.nvvmt.nl
Dementie in Beweging. Informatieve website van de Vrije Universiteit te Amsterdam: www.dementieinbeweging.nl/Stappenplan
Werkveldgroep Muziektherapie Verpleeg- en Verzorgingshuizen: www.nvvmt.nl Stichting Muziektherapie: www.stichtingmuziektherapie.nl Kenniskring Kennisontwikkeling Vaktherapieën: kenvak.hszuyd.nl Voorbeelden van te gebruiken muziek en materialen: www.demetronoom.nl
MATERIALEN Barry Emons. Webwinkel met materialen, met onder andere snoezelproducten en muziektherapiewaterbedden: www.barryemons.nl Stichting Boom. Uitleen van beeld- en spelmateriaal voor mensen met dementie: www.stichtingboom.nl Dementie Winkel. Webwinkel met materialen: www.dementie-winkel.nl
76
Mezzo. Landelijke vereniging voor mantelzorgers en vrijwilligerszorg: www.mantelzorg.nl Informatie van de overheid: www.rijksoverheid.nl/mantelzorg Mantelzorgmakelaar: www.mantelzorgmakelaar.nl Menzis: www.menzis.nl
ORGANISATIES IN DIT BOEK
ArtEZ Conservatorium Enschede, afdeling Muziektherapie, Enschede www.artez.nl/conservatorium/Muziektherapie De Friese Wouden, Drachten www.friesewouden.nl ROC Friese Poort, Drachten www.rocfriesepoort.nl Theater Veder, Amsterdam www.theaterveder.nl ViVa! Zorggroep, Heemskerk www.vivazorggroep.nl Zonnehuis Oostergast, Zuidhorn www.zonnehuisgroepnoord.nl
Alzheimer Nederland, Bunnik www.alzheimer-nederland.nl
77
9 ADRESSEN
MANTELZORG
Zorgcentrum De Heemhof, Apeldoorn www.atlant.nl Zorgcentrum Oldenhove, Losser www.zsmzorg.nl
78
10 MET DANK AAN
10 MET DANK AAN Met dank aan onze sponsoren:
Aan het onderzoek dat aan dit boek ten grondslag ligt werkten mee: • Stichting Stimulering Kwaliteit Verpleeghuiszorg: Henk Schildkamp, Joris Slaets, Leontien Giezen en Nico Moorman • Muziek- en bewegingsadviezen: Gea van Straaten, Anke te Lintelo, Willem van Bruggen, Louis Hollander, Maureen Gaasbeek, Aukje Kok, Menaida Estenbar, Jeannet Vennema, Germa Schmidt en Ans Oldenkotte Met dank aan alle bewoners, familieleden en verzorgenden, muziektherapeuten, activiteitenbegeleiders en andere betrokkenen bij de tien adviezen en dit boek.
79