Momenten van...: Verhalen over vroeger [1 ed.] 978-90-313-5167-1, 978-90-313-6579-1 [PDF]

Momenten van… vertelt waargebeurde verhalen over vroeger. Ouderen vertellen over hun momenten van geluk, ontmoeting, afs

137 8 19MB

Dutch Pages 125 [127] Year 2009

Report DMCA / Copyright

DOWNLOAD PDF FILE

Table of contents :
Front Matter....Pages 1-7
Momenten van ontmoeting....Pages 8-19
Momenten van alledag....Pages 20-35
Momenten van gezelligheid....Pages 36-47
Momenten van bezinning....Pages 48-61
Momenten van verbondenheid....Pages 62-77
Momenten van plezier....Pages 78-91
Momenten van geluk....Pages 92-111
Momenten van afscheid....Pages 112-125
Back Matter....Pages 126-128
Papiere empfehlen

Momenten van...: Verhalen over vroeger [1 ed.]
 978-90-313-5167-1, 978-90-313-6579-1 [PDF]

  • 0 0 0
  • Gefällt Ihnen dieses papier und der download? Sie können Ihre eigene PDF-Datei in wenigen Minuten kostenlos online veröffentlichen! Anmelden
Datei wird geladen, bitte warten...
Zitiervorschau

Momenten van ...

Momenten van ... Verhalen over vroeger Deirdre Beneken Genaamd Kolmer, Loes den Hollander en Annelies Bast (red.)

Bohn Stafleu van Loghum Houten 2008

© 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of opnamen, hetzij op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 jo het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Samensteller(s) en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een betrouwbare uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor drukfouten en andere onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen. De uitgever heeft getracht de rechthebbenden van het beeldmateriaal te traceren. In niet alle gevallen is dit gelukt. Zij de menen rechten te kunnen doen gelden op foto’s, kunnen contact opnemen met de uitgever. ISBN 978 90 313 5167 1 NUR 748 Ontwerp omslag: Annelies Bast Ontwerp binnenwerk: Annelies Bast Fotografie objecten: Nico Jankowski Bohn Stafleu van Loghum Het Spoor 2 Postbus 246 3990 GA Houten www.bsl.nl

Voorwoord Verhalen over vroeger: wie kent ze niet? Momenten van ... bevat waargebeurde verhalen over vroeger. Ouderen vertellen over hun momenten van geluk, ontmoeting, afscheid, bezinning en verbondenheid. De geboorte van een eerste kind, het huwelijksaanzoek in een oude trein, een dagje kostschool, de bevrijding door de ogen van een jong meisje, laten zien hoe het leven vroeger was. De verhalen zijn geïllustreerd met nooit eerder vertoonde beelden uit privé-fotocollecties. Met onder anderen Jan Terlouw en Marjan Berk kijken we terug naar het verleden en staan we stil bij het heden. Proza en poëzie wisselen elkaar af. Momenten van ... is een boek vol belevenissen gemaakt door mensen die recht uit het hart hun mooiste momenten hebben verteld. Wellicht creëren deze momenten weer een nieuw moment met een dierbare wanneer de verhalen en de beelden de herinnering doen leven! Deirdre Beneken Genaamd Kolmer Loes den Hollander

Inhoud Momenten van ontmoeting

8

Momenten van alledag

20

Momenten van gezelligheid

36

Momenten van bezinning

48

Momenten van verbondenheid

62

Momenten van plezier

78

Momenten van geluk

92

Momenten van afscheid

112

Dankwoord

126

Foto’s

127

Over de auteurs

128

Momenten van ... Drie generaties

10

Kinderen brengen nieuwe gedachten – Jan Terlouw

12

De kunst van het ontmoeten

15

Opa-geluk

16

Mijn opa

17

Een lied voor Wilhelmina

18

ontmoeting

10

Momenten van ...

Drie generaties

ontmoeting

Tot na de Tweede Wereldoorlog was het niet ongebruikelijk dat ouders bij hun kinderen in huis gingen wonen als ze lichamelijke of geestelijke ziektes kregen. En hun kleinkinderen groeiden op in het besef dat de ouderdom met gebreken komt en je als familie je verantwoordelijkheden hebt ten opzichte van zieke ouders. Maar de aanwezigheid van grootouders in een jong gezin was niet altijd gemakkelijk en ook niet altijd gewenst. Krappe behuizing en generatieverschillen waren daar debet aan. Door de komst van verpleeghuizen verdween de vanzelfsprekendheid van directe familiehulp. Tegenwoordig komt het nog maar weinig voor dat volwassen kinderen hun ouders in huis nemen.

11

12

Momenten van ...

Kinderen brengen nieuwe gedachten

ontmoeting

13

Interview Jan Terlouw Woonplaats: Leeftijd: Beroep: Uitspraak:

Twello 76 jaar Natuurkundige, politicus en schrijver ‘Onze kinderen zijn altijd een inspiratiebron voor mij geweest.’

Opwinden Je hoort vaak dat ouderen zich opwinden over de jeugd van tegenwoordig. Dat doe ik niet. Natuurlijk zit er kaf tussen het koren, maar de jeugd die ik tegenkom, maakt me eerder optimistisch dan somber. Ik heb 12 kleinkinderen die allemaal vrienden hebben en als ik die jonge mensen ontmoet, tref ik doorgaans jeugd die belangstelling en respect heeft voor ouderen. Ik kan me opwinden over politici in de wereld die met de mond belijden dat we iets moeten veranderen aan bijvoorbeeld het energievraagstuk maar niet verder komen dan schijnoplossingen. De problemen worden niet minder als de grote spelers niet actief meedoen.

Ouder worden Het ouder worden gaat gepaard met vermindering van lichamelijke krachten en ook wel een beetje met slijtage van de geestelijke vermogens. Ik was vroeger dol op wiskundepuzzels maar ik merk dat de snelheid van denken afneemt en mijn geheugen minder wordt. Het is een feit, je moet het gewoon aanvaarden. Ik heb niets te klagen, ben altijd goed gezond geweest.

Ik heb mijn hele leven nog nooit één nacht in een ziekenhuis gelegen.

Jeugd Ik kom uit een domineesgezin op de Veluwe en mijn jeugd is sterk bepaald door de oorlog. Ik was 8 toen die uitbrak en 13 toen het voorbij was. Tijdens het laatste oorlogsjaar leefde ik behoorlijk zelfstandig, anders dan een jongen van 12 normaal gesproken leeft. Ik had verantwoordelijke taken in het gezin, hielp om te zorgen dat andere mensen te eten kregen. Eigenlijk was ik toen al tamelijk volwassen. Na de bevrijding moest ik weer kind worden. Op tijd naar bed, huiswerk maken. Dat viel niet mee, maar ik heb me gevoegd. Ik ben geen type dat ruzie maakt. Maar ik voelde me in die periode niet gelukkig. Ik was blij dat ik 17 werd en kon gaan studeren.

Doorgeven en inspiratie Ik heb een aantal jeugdboeken geschreven. Dat schrijven ontstond doordat ik mijn kinderen vroeger verhalen vertelde. Ik las niet voor maar vertelde iedere

14

Momenten van ...

avond een verhaal dat betrekking had op de actualiteit. In mijn jeugdboeken komt steeds een belang-

Onze kinderen zijn altijd een grote inspiratiebron voor me geweest. Kinderen brengen nieuwe gedach-

rijk thema naar voren. De hoofdpersonen gaan hun verantwoordelijkheden niet uit de weg, maar pakken

ten en een nieuwe tijd.

ze aan. Dat zal toch wel iets zijn wat ik wil doorgeven.

Wat gemist had kunnen worden en wat niet

In die trant hebben we ook onze kinderen opgevoed. Pak de problemen áán, ga niet bij de pakken neerzit-

Het kabinet waarin ik minister van Economische Zaken

ten, doé iets! Opvoeden is vóórdoen, ik moet eigenlijk zeggen: voorléven. Laten zien wat de waarden en de eruit voortvloeiende normen zijn voor jou en welke opvattingen jij hebt over hoe je moet leven. Niet zeuren was voor mij een belangrijke boodschap om door te geven. Mijn vrouw en ik straften ook niet als de kinderen iets hadden uitgehaald wat niet mocht. We eisten een verklaring voor hun gedrag en ze kwamen niet weg met: ‘weet ik niet’ of: ‘daarom’. Op die manier leerden we ze dat ze zichzelf moesten verantwoorden voor hun daden. Een aantal dingen in mijn leven hebben mij heel erg geïnspireerd. Allereerst de wetenschap. Ik heb altijd genoten van de natuurwetenschappen. Maar ook de kunsten. Dat vind ik allemaal terug in onze kinderen. Een van onze dochters is violiste. Een andere dochter heeft net een prachtige historische roman geschreven. Een derde dochter is juriste en ze komt regelmatig brainstormen over alles wat haar bezighoudt. Met onze zoon, die ingenieur is, heb ik nogal eens wat in de kleinkunst gedaan. Met de dochter die ook schrijver is, heb ik al drie thrillers geschreven en de vierde staat in de steigers.

en vicepremier was, had ik wel willen missen. Dat was het slechtste kabinet van de vorige eeuw. Het had voor mij niet hoeven bestaan. Verder had ik ongeveer niets in mijn leven willen missen. Ik heb een prachtig leven gehad, tot nu toe. Natuurlijk was de oorlog een vreselijke tijd maar toch ook een bijzondere. De oorlog heeft mij veel inzicht in mensen gegeven, denk ik. De natuurkunde heeft me altijd erg geboeid, de politiek idem. Ik heb de hele wereld afgereisd. Ik had echt ongeveer niets willen missen.

Het leven van nu Het is nodig om mijn activiteiten langzaamaan te verminderen. Wat minder hooi op de vork. Mijn krachten nemen af en dat geldt ook voor de krachten van mijn vrouw. Afbouwen zal de toekomst zijn. Maar er is geen gevaarlijker leven dan achter de geraniums. Ik blijf dus wel dingen doen. Zoals schrijven, ik heb vorig jaar nog een nieuw jeugdboek geschreven en werk samen met een van mijn dochters dus aan onze vierde thriller. Ik spreek ook mijn eigen jeugdboeken in. Ik geef lezingen en zit nog in diverse besturen. Ik geniet van het contact met onze kinderen en kleinkinderen. Het is een genot om te zien dat onze kinderen heel erg op elkaar zijn gesteld. Als mijn vrouw en ik er niet meer zijn, hebben zij elkaar nog. Dat is een goed gevoel.

ontmoeting

De kunst van het ontmoeten Ik ken jou Ik weet wie je bent Ik weet hoe je je voelt Ik weet hoe je leeft Ik weet alles van je Totdat ik goed kijk En luister naar je verhaal Je in de ogen zie En je koude huid voel Bijna geschrokken kom ik tot inkeer Zie ik heel wat anders Je bént Je lééft Je vóelt Zoals dat bij jóu past Nu wil ik naar je luisteren Nu wil ik de juiste vragen stellen En samen met jou zoeken naar perspectief Ik wil je blij maken. Ik wil oprecht bij je zijn Dat is een kunst ‘De kunst van het ontmoeten’.

Peter Westerhof

15

16

Momenten van ...

Opa-geluk

Nooit geweten dat ik het leuk zou vinden om opa te worden. Toen mijn dochter me vertelde dat ze zwanger was, was ik blij voor haar. Ik wist hoe graag zij moeder wilde worden. Maar dat ik grootvader werd, was niet zo vanzelfsprekend voor me. Op de dag voor de geplande geboorte belde mijn dochter me ‘s nachts uit bed en vertelde dat de vliezen waren gebroken. Een paar uur later was ze opgenomen in het ziekenhuis. Maar de dag erna was

naar het ziekenhuis en dat leverde me nog een bon op voor te hard rijden. Maar ik voelde me nog geen opa. Toen ik de verloskamer binnenkwam, stond mijn dochter op me te wachten. Trots, naast een wiegje. Ik keek in het wiegje en er ging een schok door me heen toen ik me realiseerde dat dit mijn kleinkind was, waar ik de opa van was en dat ik ook die opa wilde zijn. Ik dacht terug aan hetzelfde moment,

er nog geen sprake van enige baarmoederactiviteit. Ik moest die dag naar een cursus en in de loop van de middag werd ik gebeld en hoorde ik dat er een

31 jaar geleden, toen ik vader werd. Vanaf het moment dat ik in de wieg keek zit ik vastgeklonken aan mijn kleindochter. We zijn de beste

dochter was geboren. Ik reed in een recordtempo

maatjes. Ze mag zelfs Opi tegen me zeggen.

ontmoeting

Mijn opa

17

en mijn broertje schaken en een beetje op de citer spelen. En af en toe bekeken we het motorenboekje. Ik snapte er niets van, maar het was zo gezellig samen

Mijn opa was eigenlijk heel stoer. Want hij had een

met hem op de bank. Zo ook vond ik zijn pruimtabak

motor, een Harley-Davidson! En een groene lange leren motorjas. En natuurlijk zo’n ouderwetse leren

erg vies, maar wilde toch telkens even zo’n sliertje proberen. Net als het aluin uit zijn scheerdoos: even

motorpet met zijflappen.

dat koude blokje tegen mijn wang.

Maar ik was nog te klein om op die motor te rijden. Met mij deed hij heel gewone opa-dingen: sjoelen en

Hij is al heel lang dood, maar wat zou ik nog graag een keer een stukje met hem wandelen, zijn sigaar

samen naar zijn volkstuin om te harken. Hij leerde mij

ruiken en vooral zijn bulderende lach horen ...

18

Momenten van ...

ontmoeting

19

Een lied voor Wilhelmina Bij een bezoek in 1926 aan Amsterdam wordt koningin Wilhelmina op straat toegezongen. Het kinderkoor ‘De Joodsche stem’, onder leiding van dirigent Jacob Hamel, zingt een speciaal lied voor haar. In 1929 vraagt AVRO-directeur Willem Vogt aan de dirigent of hij een radiokinderkoor wil gaan leiden. Elke dinsdagmiddag staat het ‘kinderkoor Jacob Hamel’ voor de radiomicrofoon. ‘Hansje pansje kevertje’, ‘Jarig Jetje’ en natuurlijk de ‘Kleppermars’: Klepperde, klepperde klep klep klep, Klepperde, klepperde klep klep klep, ’k Ben zo blij, dat ik, ’k ben zo blij, dat ik ’k Ben zo blij, dat ik ze heb!

Momenten van ... Thuis wonen

22

De grote schoonmaak

24

Naar de kapper

26

Nathalie

27

Een dagje kweekschool

28

Winkelhaken en motgaten

32

Door weer en wind

34

alledag

22

Momenten van ...

Thuis wonen ‘Mijn kinderen sturen me brieven en kaarten, die lees ik graag. Wanneer ik post ontvang is het alsof ik even hun stem hoor en ze dicht bij me zijn. Als mijn ogen het toelaten schrijf ik altijd een briefje terug. Zo houden we contact met elkaar.’ ‘Vroeger zaten we met tien kinderen aan deze tafel. We luisterden naar hoorspelen en lazen elkaar verhalen voor, soms speelde een van mijn dochters pianomuziek. Ik genoot daarvan.’

‘In deze stoel zit ik zo graag. Lekker dicht bij de kachel, dan heb ik het warm. Mijn man zat ook graag in deze stoel te lezen. Ik denk nog vaak aan hem.’

alledag

23

‘Wanneer de zon schijnt ga ik even in de tuin zitten. Ik luister naar de vogels en kijk naar de bloemen en het groen. Soms val ik eventjes in slaap; een middagdutje.’

‘Waar zou ik zijn zonder mijn wandelstok. Hij is mijn beste vriend geworden.’

24

Momenten van ...

De grote schoonmaak ‘De voorjaarsschoonmaak – de grote schoonmaak – begon altijd een dag of veertien voor Pasen. De kolenkachel ging uit, werd schoongemaakt en op zolder gezet. Pas met Allerheiligen – 1 november – ging de kachel weer aan. Alle bedden werden buiten gelucht. De winterkleren en truien werden gewassen, de pakken werden gelucht en alles werd opgeborgen met mottenballen. Mijn vader rookte sigaren, dus elk jaar moest ook het plafond gewit worden. En natuurlijk werden alle kasten leeggehaald en gesopt. Met groene zeep en bleekwater. En de kokosmatten werden gereinigd met water en azijn, dat haalde de kleur mooi op. De deuren werden gesopt en de kelder en het kolenhok uitgemest. Soms deed mijn moeder dit allemaal alleen, maar vaak kwam haar zus helpen. Het duurde ongeveer een week. En dan kregen we allemaal nieuwe kleren en zaten we op ons “paasbest” zondags in de kerk.’ Gerrie Mommers (82 jaar)

alledag

25

26

Momenten van ...

Naar de kapper

‘Dat ik zo bang was voor de kapper kan ik me niet herinneren. Maar ik weet wel nog dat toen ik alleen ging er van tevoren even gebeld werd, hoe kort het dan moest worden. Ik denk dat mijn moeder bang was dat er anders voor het geld niet genoeg afging. Van een bepaalde coupe was geen sprake. Gewoon zo kort mogelijk. Dan kon je tenminste zien dat je naar de kapper geweest was.’

Edgar van de Laak (53 jaar)

alledag

27

Nathalie

Ze was net 40 jaar oud toen haar man overleed

De moeder van een goede vriend wordt 90 jaar en

en zij alleen haar acht zonen moest grootbrengen. Hij herinnert zich zijn jeugd als warm, veilig

ik ben uitgenodigd voor het feest dat haar zonen hebben georganiseerd.

en waardevol. De beste herinneringen bewaart hij aan de zaterdagavonden, als ze met het hele

Ze heeft geen gemakkelijk leven gehad. Bijna

gezin om de tafel zaten en pinda’s dopten. Terwijl

vijftig jaar geleden werd ze plotseling weduwe

ze dat deden moesten ze van moeder aan elkaar

en moest haar acht zonen, waarvan de oudste 16 en de jongste 5 was, alleen opvoeden. Ze had

vertellen wat er de afgelopen week allemaal in hun leven was gebeurd. Het was streng verboden

destijds samen met haar man een bakkerszaak

om de draak te steken met wat de anderen ver-

en toen hij wegviel was ze genoodzaakt om een beroepskracht als bakker in te huren en zelf de bedrijfsvoering ter hand te nemen. Alle zonen werden later bakker en zij bouwden samen met hun moeder het bedrijf uit tot een succesvolle familieketen. De acht zonen hebben allemaal een voordracht voor hun moeder en de hele familie- en vriendenkring geniet. Ik hoor een zelfgeschreven en gecomponeerd aangrijpend lied van de oudste, een levensalfabet van de tweede, een hilarische discussie van de derde en de vierde en een prachtig verhaal van de vijfde. Dan is de zesde zoon, mijn vriend, aan de beurt. Hij heeft een cd-speler bij zich en laat horen wat hij heeft opgenomen. De zaal is muisstil als er een radioprogramma wordt aangekondigd. Dit programma blijkt gisteren te zijn uitgezonden. De luisteraars mogen een plaat aanvragen voor iemand met wie zij een

telden en mijn vriend is er stellig van overtuigd dat die zaterdagavondgesprekken de basis zijn geweest voor het ontstaan van hun uitstekend georganiseerde familiebedrijf. Als de kinderen samen spraken luisterde moeder en draaide platen van Gilbert Bécaud, haar lievelingszanger. Hoewel ze geen woord Frans sprak kon ze alle teksten meezingen en ze eindigde altijd met haar favoriete lied: Nathalie. Dan zetten de kinderen de stoelen aan de kant en dansten met hun moeder in hun midden. Ze heet Annie, vertelt hij, maar ze noemen haar Toos. Hij mag haar tenslotte persoonlijk toespreken. ‘Toos,’ horen wij hem zeggen, ‘deze plaat is voor jou. Omdat je de liefste, de beste en de verstandigste moeder van de wereld bent. Ik hou van je.’ Daarna begint Bécaud het alom bekende nummer te zingen. Als één man staan alle zonen op, lopen naar hun moeder en buigen galant voor haar.

speciale band hebben. De stem van mijn vriend vertelt dat zijn moeder 90 jaar gaat worden en hij daar bijzondere aandacht aan wil besteden. Ze is

Twee mannen nemen de geëmotioneerde oude vrouw op hun schouders en de anderen dansen om hen heen.

namelijk, licht hij toe, een dijk van een moeder.

Niemand houdt het droog.

28

Momenten van ...

Een dagje kweekschool Drie jaar heb ik op kostschool gezeten. Drie jaar

’s Avonds baden we een ‘eng’ gebed. ‘Lieve Jezus,

weg van thuis, alleen in de vakanties was je ‘naar

ik ga nu slapen. Ik weet niet of ik zal ontwaken...’

huis’. In het begin was het moeilijk. Je kwam

Zelf maakte ik ervan: Lieve Jezus, ik ga nu slapen. Morgen zal ik weer vrolijk ontwaken’.

ineens in een grote groep meisjes van 16 tot 20 jaar, ingedeeld in klassen. Het was een ‘kweekschool’, een opleiding voor onderwijzeres.

Je eigen ‘cel’ Het was vreemd. De eerste avond in je eigen cel, chambrette heette dat. Een bed, een kastje, een wastafeltje en een gordijn ervoor. Alle chambrettes naast elkaar. Samen vormden ze één zaal. Elke zaal had de naam van een heilige: Luciazaal, Annazaal, Lourdeszaal. Er werd hardop gebeden.

’s Morgens werd je gewekt om 6 uur door een keiharde bel. En dan was het opschieten, want om half 7 begon de mis in de kapel. Na de mis was er ontbijt en daarna even vrijaf. De lessen begonnen om 8 uur. Om half 10 een pauze en om 12 uur middageten. Na het eten was er recreatie in de grote zaal, de ‘grote rik’ genoemd. Ieder zat bij haar eigen klas, samen te praten of te handwerken. Sommige meisjes maakten iets moois voor hun moeder of voor een zusje dat ging trouwen: een theemuts of een ontbijtlaken.

alledag

29

Na de rik gingen we naar de ‘cour’, de speelplaats. Er werd badminton gespeeld of een balspel. Er was een handwip en er waren stelten. Soms liepen we in groepjes wat op en neer, druk pratend. Daarna begonnen de middaglessen, tot half 4. Een gezellig moment van de dag was het ‘gouter’. Om half 4 kregen we een boterham met thee. Bijna iedereen had van thuis een peperkoek meegekregen en die werd dan aangesneden. Je deelde jouw peperkoek met de meisjes die naast je zaten. Het was een druk gepraat aan de lange tafels. Je werd er hees van! Daarna was het ‘studie’. We hadden een grote studiezaal waar ieder haar eigen lessenaartje had met boeken. Van 5 tot 7 had je tijd voor je huiswerk. Om 7 uur ging de zoemer en gingen we naar de refter voor de avondboterham. In de zomer speelden we ’s avonds buiten op het veld handbal of slagbal. We speelden met veel vuur.

Om 9 uur was het bedtijd. Het was toch wel een verademing om de gordijnen van je ‘cel’ dicht te doen en lekker alleen te zijn.

De derde klas In de derde klas werd er een club opgericht, een klas-club met een eigen naam, een clublied, een vlag en natuurlijk een eigen bestuur. Onze naam was Christi-jeugd.

De vierde klas De vierde klas (hoogste klas) had een bijzonder voorrecht. Die klas had een eigen huiskamer, de ‘kleine rik’ genaamd. De kleine rik was gezellig ingericht met een hoekbank, een salontafel en een dressoir met daarop een heuse pick-up met platen! We hebben wat afgedraaid en geluisterd. Het pianoconcert van Tsjaikovski herinner ik me nog zo goed!

30

Momenten van ...

Samen studeren Iets wat heel pedagogisch, maar ook gezellig was, was het samen studeren in de proefwerktijd. De ‘goede’ leerlingen werden geacht een ‘minder goede’ leerling uit te zoeken om samen de leerstof door te nemen. Zo zag je dan overal groepjes van twee zitten, ’s zomers buiten op de speelplaats, aan een tafel, elkaar druk uitleggend of overhorend.

Hoge hakken Iedere zaterdag gingen we naar een lagere school, als stagiaire. Ik was een beetje angstig in het begin, maar het wende wel. We kochten ineens allemaal schoenen met hoge hakken om wat groter of ouder te lijken. Geleidelijk aan werden we al aardig volwassen.

Donderdagmiddag Op donderdagmiddag werd er altijd gewandeld. Drie-aan-drie, in rijen, liepen we dan over de straat. De zuster die met ons meeging zocht

Vriendschap Er ontstond een echte vriendschapsband in de klas. Je vertelde over je familie en leerde ook elkaars broers en zusjes kennen. De leerlingen kwamen uit het hele land, dus hoorde je ook veel over hun dorp of stad. Je leefde met elkaar mee.

alledag

31

expres een weg uit waarbij de leerlingen die in de stad woonden, vlug even vooruit konden lopen naar hun huis om hun familie te begroeten.

Sport en spel Er waren nogal wat evenementen. Een sportdag in het kader van de Olympische Spelen met hoogspringen en verspringen. Een Vlaamse kermis met ballen gooien, vissen vangen en een terras waar allerlei lekkers te krijgen was. Ook studeerde we een mooi toneelstuk in met als titel: De tenhemelopneming van Maria.

Eindexamen en afscheid Na vier jaar hard werken was er het eindexamen. De hele school feliciteerde ons en zong een afscheidslied. Toen drong het pas tot me door dat de kostschooltijd ten einde was. We moesten echt afscheid nemen van elkaar. Dat was moeilijk. Dat ik niet meer terug zou komen, niet in de refter, niet in de rik, niet op de slaapcel, niet in de kapel. Gelukkig kwamen mijn moeder en mijn zussen me ophalen en zij namen me mee naar huis, nu voorgoed! Ik nam vele mooie herinneringen met me mee en die heb ik nu nog steeds! Liedy Beneken Genaamd Kolmer-Vrensen (76 jaar)

32

Momenten van ...

Winkelhaken en motgaten ‘Na de lagere school ging ik naar de textielschool

Om kwart voor twaalf baden we een rozenhoedje

in Tilburg. En dat wilde ik helemaal niet want ik kon goed leren. Ik wilde onderwijzeres worden of

en ik mocht altijd voorbidden want ik kon dat het snelst.

verpleegster. Maar meisjes mochten bij ons thuis

De oorlog en de jaren daarna waren gouden

niet doorleren. Na de textielschool leerde ik in een atelier kunststoppen – onzichtbaar stoppen.

tijden voor het stoppen. Want door de schaarste was textiel op de bon. Wat ik toen heel veel heb

Dat was tijdens de oorlog. Ik ben daarna in een

gedaan is borstzakken en knoopsgaten van ‘ge-

stoppage gaan werken. Voor 1 gulden in de week, 48 uur per week. We zaten op lage krukjes, want

keerde’ kostuums weer onzichtbaar dicht maken. En gaten in tapijten repareren. In de jaren vijftig

dan hingen de jassen en broeken niet zo zwaar af. En voordat er radio was zongen we onder het werk liedjes: Latijnse liederen en Marialiedjes.

brachten de mensen uit Indië sarongs en wandkleden mee. Het stoppen van deze nieuwe stoffen en patronen heb ik mezelf aangeleerd.

alledag

33

Ik heb dit werk dertig jaar gedaan. Tien jaar voordat ik trouwde in Tilburg en twintig jaar erna. Die twintig jaar in Hilversum kreeg ik mijn werk via een stomerij: brandgaatjes, heel veel motgaten, scheuren in Schotse rokken (die speld hè) en winkel haken van de fiets. Ook heel veel jacquets die toen nog bij het trouwen en begraven gedragen werden. De ‘billentikkers’ dat ging nog wel, maar de gestreepte broeken, dat was moeilijk werk, die fijne draadjes voor de strepen. Ik kreeg wel eens cadeautjes van tevreden klanten. Ik herinner me een rijke meneer die een kostuum had met een gewone broek, een plusfour (drollenvanger) en een bijpassende pet. Dat pak was een en al stop. Maar hij was zo blij dat ik elke keer weer de gaatjes maakte. Van hem kreeg ik heel dure babypakjes voor mijn zoon. Ik weet nog wat mijn allerlaatste klusje was. Een geruite rok met een winkelhaak van 10 cm in het vierkant. Ik weet zelfs de kleuren nog: oranje, beige en bruin. Ik ben toen, dat was begin jaren zeventig, in winkels gaan werken. Eerst in een sigarenwinkel en later in kledingzaken. Stoppen was te duur geworden. Mensen gooiden kleren met gaatjes gewoon weg en kochten iets nieuws. Ik heb dertig jaar gestopt en was er heel goed in, maar ik heb dat werk nooit, echt nooit, leuk gevonden.’ Gerrie Mommers (82 jaar)

34

Momenten van ...

Door weer en wind

alledag

De bakker, de melkboer, de voddenman, ze kwamen vroeger allemaal aan huis. Voor de melkboer zette je het rekje met de lege flessen klaar en een briefje erbij met wat je hebben wilde. Voor de bakker bleef je thuis. De voddenman kondigde zichzelf luidkeels aan: ‘vodden, wie heb er nog vodden!’ De kolenboer kwam alleen in de winter en ging achterom de kolen in het hok of de kelder storten. De ijsdrager bracht het ijs voor de (niet elektrische!) koelkast. En dan waren er nog de scharensliep, de ijscoman, de mosselman en de marskramer met handige zaken als lint, spelden en veters. Wat een vertier op straat met al deze nering!

35

Momenten van ... En dan is er koffie

38

Van sigarettenautomaat naar cappuccino op een terrasje

40

Woensdagmiddag

42

Dieren

44

gezelligheid

38

Momenten van ...

gezelligheid

En dan is er koffie ‘Kom je even een bakkie doen?’ Iedereen weet wat daar mee bedoeld wordt: samen een kopje koffie drinken. Met een koekje erbij of zelfs een plakje cake. En dan maar gezellig kletsen, roddelen en soms over heel ernstige zaken praten. Het heet niet voor niets een bakkie leut of troost ... Vroeger kwam ‘Boffie met de koffie’, tegenwoordig komt het meestal uit een apparaat. Maar soms wordt het nog ouderwets met de hand opgegoten, met buisman erdoor en met schuimig geklopte melk. Mmmm, dat is pas koffie!

39

40

Momenten van ...

Van sigarettenautomaat naar cappuccino op een terrasje Toen ik nog jong en een verstokt roker was, wist ik in Tilburg alle sigarettenautomaten te hangen. Nu, op mijn oude dag, heb ik deze verslaving ingruild voor een andere. Ik fiets en wandel graag en stippel mijn routes uit rond terrasjes die ik heb leren waarderen voor de sfeer en cappucino’s met gebak. Zo krijgt een wandeling langs Bankven, Diaconieven en de Brouwkuip speciale betekenis omdat Venkraai wenkt waar een boerenkersenvlaai wacht. Een fietstochtje naar Biest Houtakker, Diesen, Hilvarenbeek en Goirle krijgt extra kleur door de kersenvlaai met amandel op het terras van St.Pieter. En wat te denken van een terrasje in Oisterwijk, vlak bij de kerk, waar ze bij de cappuccino nog een likeurtje met slagroom serveren! Dat is alleen al een rondje Staalven waard. Soms voel ik me schuldig en dan neem ik de volgende keer een flesje water mee voor op een bankje of sla de slagroom over. Ik vertel dat wel eens en dan zegt de een ‘och wat, je fietst dat toch weer eraf’; en zegt de ander ‘och Jan, je rookt al niet en hebt geen seks. Je mag je best wat gunnen’. Zo blijf ik in discussie en ook een beetje in vorm. Jan Bisschops (74 jaar)

gezelligheid

41

42

Momenten van ...

Woensdagmiddag Zij kwam elke woensdagmiddag, mijn oma. Met haar mandje vol klosjes en garen om mijn moeder te helpen met verstelwerk. Het begon altijd pas als alles zorgvuldig was neergelegd. En nadat ik haar een kopje thee had ingeschonken en op mijn knietjes op de stoel tegenover haar was gekropen. Dan begon zij te zingen. Honderdduizend en één kinderversjes. Zonder haar ogen van haar werk af te halen. En ik zong met haar mee, terwijl ik naar haar handen keek. Het kon mij niet lang genoeg duren. En soms zing ik ze nog. Stilletjes. Als ik met het opvouwen van de was een sok met een gaatje vind. Lena van Gastel

Daar was ereis een vrouw, Die koeken bakken wou, En ’t deeg dat wou niet rijzen; De pan viel om En de koeken waren krom; De meid zag scheel

Naar bed, naar bed, zei Duimelot.

En de koeken waren geel; De knecht zag recht En de koeken waren slecht

Janje Kardoes, wat heb je in je zak? Een flesje jenever en

Eerst nog wat eten, zei Likkepot. Waar zal ik het van halen? zei Langejan. Uit Grootvaders kast, zei Ringeling

En de man hiet Jan van Gijsen

een pruimpje tabak.

Dat zal ik verklappen, zei ’t kleine ding.

gezelligheid

43

Jan, kan je voor de juffrouw een paar schoenen maken?

Klein, klein kleutertje, Wat doe je in mijn hof?

Jawel juffrouw, als ze maar op de leest willen raken.

Je plukt er al mijn bloempjes af En maakt het veel te grof.

Van voren spits, van achteren smal.

Och, mijn lieve Mamaatje,

Jawel juffrouw, ik zal. Maar niet met wijde bekken.

Zeg het niet tegen Papaatje. Ik zal zoet naar schook toe gaan

Dan zou ik met de juffrouw gekken.

En de bloemetjes laten staan.

Wanneer kan de juffrouw ze komen halen? Als ze maar geld heeft om te betalen. Maar heeft de juffrouw nog geen geld ontvangen, Dan moeten ze maar in de winkel blijven hangen. Dag Jan van Loenen, Dag juffrouw zonder schoenen, Dag Jan van Besteveld, Da juffrouw zonder geld.

Eia, poppeia En lust ons kindje pap? Als ’t kindje dan geen honger heeft, Dan lust het wel de kat.

Hij wandelde voort op zijn dooie gemak, Al met bijzondere gratie: Hij droeg een rokje van wafelgebak, Met knopen van speculaasje. Zijn schoenen, die waren van witte drop, En elke knoop dat was een krentje. ’k Wou, ik zijn adres maar geweten had, Want nooit zag ik aardiger ventje dan dat. Neen, nooit zag ik aardiger ventje!

44

Momenten van ...

DIEREN

Piet de parkiet Als Piet slaapt, slaapt mevrouw Hendriks ook. Maar sinds hij bij haar in het verpleeghuis woont, wordt er niet veel meer geslapen. Mevrouw Hendriks haalt haar vriend graag uit zijn kooi en laat hem plaatsnemen op haar hoofd of haar schouder, waar hij rustig een hele ochtend blijft zitten. Ze vertelt hem verhalen en hij luistert. Als ze ontbijt, zit hij stil aan tafel en stoort haar niet bij het eten. Piet is vaak het onderwerp van gesprek tussen mevrouw Hendriks en haar medebewoners. Iedereen is dol op hem en door die gedeelde liefde veroorzaakt hij een gezellige sfeer in de huiskamer. Gelukkig is Piet niet eenkennig en is hij bereid om soms naar een ander hoofd te fladderen, zodat mevrouw Hendriks haar vriendje ook zélf eens kan bekijken.

gezelligheid

45

DIEREN

Konijnen en zo

Het konijn is wit en daarom heet ze Witje. Het is een lekker rustig konijn, dat het heerlijk vindt om geknuffeld en geaaid te worden. Poezen geven kopjes tegen je hand. Maar ze hebben een eigen wil. Een poes leidt haar eigen leven en daar mag je als mens wellicht een rol in spelen. Als jij je maar netjes aanpast aan zo’n eigenzinnig exemplaar op vier poten…

46

DIEREN

Momenten van ...

Honden Ze blaffen, ze keffen, ze likken, ze bijten, ze springen tegen je op, ze zitten katten achterna, ze knabbelen aan je schoenen, ze roven het vlees van je bord, ze krassen met hun nagels op je parket, ze verscheuren je krant in duizend stukken, ze plassen in de tuin van je buurman, ze belagen de postbode, je moet ze altijd in de gaten houden. Toch zijn ze onvoorwaardelijk trouw en zullen ze hun baas met hun leven verdedigen. Ze zijn puur, want ze kunnen niet veinzen. Honden: de beste kameraden die je wensen kunt.

gezelligheid

DIEREN Hij is nu acht: Kasper, onze Duitse herdershond. En hij praat met me. Niet met woorden maar met zijn ogen, zijn poten en door de geluiden die hij maakt. Als hij aandacht wil, voel ik een natte neus tegen mijn been, een poot op mijn arm of een kop tegen mijn dijbeen. We noemen hem niet alleen Kasper. Hij heet ook Konijn, Hondenpoes en Kassewassehondemannetjekonijnekereltje. Wát je ook roept, hij komt altijd. Ik was vroeger bang voor grote honden. Maar sinds Kasper is die angst verdwenen. Eigenlijk vind ik hem niet eens zo’n grote hond. Misschien komt dat wel omdat ik hem heb gekend als pup. Ik kan me nog goed herinneren dat ik hem naar het bos droeg om hem uit te laten. En als hij de kans krijgt, kruipt hij nog steeds bij me op schoot. Hij heeft een goedmoedig karakter. Hij zoekt nooit ruzie maar kan stevig van zich laten horen als een andere hond hem belaagt. En hij gaat ook zeer rechtop staan als we ‘s avonds samen buiten lopen en hij in de verte een hardloper ziet naderen. Hij dreigt niet, hij gromt niet, hij stáát er alleen. En iedere hardloper gaat aan de andere kant van de straat lopen als wij moeten worden gepasseerd. Kasper is een mooie hond. Dat wordt vaak tegen hem gezegd en op die momenten kan hij de bewonderaar aankijken alsof hij wil zeggen: dat weet ik zelf ook wel. Hij is trots, fier, nergens bang voor en onvoorwaardelijk trouw. Hij is mijn beste vriend.

47

Kasper

Momenten van ... Wij brengen in herinnering

50

Ik wil graag naar God – Zr. Leonardine van der Meulen

54

Het is en was

57

Communicantjes

58

bezinning

50

Momenten van ...

Wij brengen in herinnering

bezinning

Ik heb de foto’s gezien van de jongens op de Grebbeberg. Jonge gezichten. Te jong om te doden. Te jong om te sterven. Waar moet je kijken als je het geweer richt? Soldaten zien toch óók niets anders dan een andermans gezicht. En wát ze doden is: het evenbeeld… Soldatenplicht! Wat grond, wat land van moeder aarde en zonen vechten tegen zonen. Om het bezit van de moeder doden ze elkaar. Wat overblijft ten slotte is een handvol zand op een gezicht. De zonen zijn gedood en teruggeborgen in de moederschoot. In Rotterdam hield een kleine jongen op met spelen. Hij keek naar de stenen die leven werden om hem heen. Een stenen regen, fonteinen van stenen die spoten en sprongen in een dodendans. Hij schreeuwde naar zijn moeder naast hem maar ze lag al begraven onder al te veel stenen. Uit de hemel daalden ze neer. Parachutisten. Als grote bonte vlinders dwarrelden ze door elkaar. Tussen hen in ploften kleine witte wolkjes. Traag en geruisloos bleven ze vallen tot hun doorboorde lichamen de aarde raakten en een wijde wade zich over hen heen legde als een bloem.

51

52

Momenten van ...

Op de grijze binnenplaats in de gevangenis is het gebeurd.

En Ernst Zeppefeld, een zwakzinnig kind, hebben ze ’s nachts uit de inrichting gehaald.

En ergens in de duinen of zo maar op straat. Stampende laarzen en snauwende stemmen.

Niemand heeft meer iets van hen gehoord. Er worden mensen gevangen en mensen geslagen

Iemand zegt het.

er wordt gemarteld en verhoord.

Bevel is bevel. Je hebt dit geweten, je hebt erop gewacht.

Het doden wordt beroep. Was ’t acht of tien miljoen?

Maar waarom nu al en waarom jij?

wachtend op een nieuw visioen.

De zon is warm en de merel zingt… Toen klonken de schoten en de hemel kantelde.

Een stilte van twee minuten.

De hemel kantelde en de zon werd niet verduisterd. Alles was ondersteboven en de merel zong! Uitbundig en onbarmhartig mooi zong hij naar een veel te blauwe lucht. Zing niet, merel, deze dood heeft geen lied. Fluister alleen, niet harder dan de wind, fluister ’n paar namen. Waar zijn de meisjes van Polak gebleven met hun donkere ernstige ogen, en de jongens van Cohen? Ze hebben in onze straat gewoond en niemand heeft meer iets van hen gehoord. De kinderen van Gerson zijn van school gegaan.

Velden bezaaid met beenderen

’n Bloem en een vlag en een helm op een heuvel. En eindeloos lange rijen van kruisen. Strak en stram staan ze in het gelid. Wachters van de dood. Kruistekens van wanhoop en waanzin. Tekenen die naar de hemel schreien. Een stilte van twee minuten, waarin we de doden oproepen. Dode, dode, sta op. Jullie zijn onze geschiedenis, ons verleden en daarom ons heden. Jullie kruisen zijn als wachters over de dood: én als bewakers van het leven: ALS we het niet vergeten! Liedy Beneken Genaamd Kolmer-Vrensen (76 jaar)

bezinning

53

54

Momenten van ...

Ik wil graag naar God

bezinning

55

Interview Zr Leonardine van der Meulen Woonplaats: Heeswijk Leeftijd: 88 jaar Beroep: Gepensioneerd lerares Engels en Duits, religieuze Uitspraak: ‘Ik bid veel voor mensen die me dierbaar zijn’

Ouder worden

Jeugd

Ik vind de ouderdom niet leuk om mee te maken. Dat komt omdat ik steeds meer de lichamelijke beperkingen ga voelen. En het helpt ook niet mee dat ik tegenwoordig in een verzorgingshuis woon. Vanaf het moment dat ik hier kwam wonen merkte ik, dat ik werd behandeld als een onmondig kind. Maar ik heb me daartegen verzet en blijf dat doen. Al de eerste dag dat ik hier woonde, werd ik ermee geconfronteerd. Ik moest naar de oogarts voor controle en

Ik heb een zalige jeugd gehad. Ben opgegroeid in Friesland en kom uit een gezin van 11 kinderen. Ik herinner me dat we thuis altijd zongen, meerstemmig. De jongens mochten een instrument leren bespelen, zoals mondharmonica, trekharmonica en trommel. De meisjes niet, die zongen alleen. Als ik aan mijn jeugd denk, denk ik aan vreugde. En aan armoede. Er was geen geld om de kinderen na de lagere school naar het hoger onderwijs te sturen. De hoofdonderwijzer

opeens stond er een vrijwilliger voor de deur om me te begeleiden. Ik ga al jaren zelfstandig naar de oogarts en wil dat ook zelfstandig blijven doen, zolang het me lukt. Er kwam ook een verpleegster langs om me te helpen met wassen en aankleden. Ze wilde mijn bed opmaken. Ik kan dat allemaal zelf, gelukkig. Ik heb 26 jaar zelfstandig in een huisje gewoond, vlak bij het klooster. Maar ik ben fysiek niet meer fit, als ik val kom ik niet meer zelfstandig overeind. Het is beter als

zei tegen mijn vader dat ik moest dóórleren maar dat kon mijn vader niet betalen. Als je van school kwam, moest je naar de boer om te leren melken. Maar ik was bang van koeien, daarom hoefde ik niet. Mijn oudste broer zorgde ervoor dat ik in betrekking kon voor dag en nacht bij een rijke mevrouw. Ik werd dus op mijn veertiende dienstbode en verdiende anderhalve gulden per week, puls kost en inwoning. Ik bleef daar twee jaar en op mijn zestiende kon ik in betrekking

ik ergens woon waar 24 uur per dag hulp beschikbaar is. Maar ik wil die hulp alleen accepteren als het nodig is. Ik houd zelf de regie over mijn leven.

komen bij een bakkersgezin. Daar ben ik gebleven tot ik 23 was. Ik moest toen geopereerd worden aan mijn rug en kon geen zwaar lichamelijk werk meer doen.

56

Momenten van ...

Opwinden

Wat gemist had kunnen worden en wat niet

Ik kan me heel erg opwinden om dat gedonder met die leraren, tegenwoordig. Leerlingen hebben vaak

Het verlies van mijn zusje had ik willen missen en ook de sterfgevallen die de laatste jaren steeds vaker

een veel te grote mond en de leraren kunnen het

voorkomen. Maar dat hoort bij het leven.

onderwijs niet meer aan. Ik zou in deze tijd niet graag

Als ik terugkijk op mijn leven, kan ik nog steeds

voor de klas willen staan. Ik wil natuurlijk niet genera-

genieten van de herinnering aan alle lol die ik had in

liseren maar ik vind dat de jeugd tegenwoordig vaak niet goed wordt opgevoed. Ze leren geen ontzag te

mijn pubertijd, ik heb veel gevreeën met de jongens. We waren met weinig tevreden en genoten van wat

hebben en denken dat zíj de baas zijn over ouders en

we hadden. Ik had alle vrienden en vriendinnen niet

leraren. Maar het lukt me tegenwoordig ook om me minder

willen missen. Ik had mijn roeping voor het religieuze leven niet willen missen. En ik had vooral nooit willen

druk te maken over zaken waar ik me aan erger. Ik kan beter afstand nemen dan voorheen. Keep distance, is mijn uitgangspunt. En ik houd me niet meer bezig met wat anderen van die houding denken.

missen dat ik heb kunnen studeren.

Doorgeven en inspiratie Ik wil graag mijn geloof doorgeven. Daarmee bedoel ik dat mensen ergens in geloven, dat er een persoonlijke God is die voor je openstaat. Maar je moet zelf ook openstaan voor die God. Bidden is daarbij belangrijk. Ik bid veel voor mensen die me dierbaar zijn, of die mijn gebed vragen. De grote inspiratie van mijn leven heb ik gevonden door non te worden. Daardoor ben ik geworden wie ik ben, heb ik alsnog kunnen studeren. Eerst middelbaar onderwijs, daarna de kweekschool. Ik was al 27 toen ik eindelijk kon gaan leren. Na de kweekschool heb ik jaren voor de klas gestaan, na mijn hoofdakte heb ik ook de akte Duits en Engels gehaald.

Het leven van nu Ik ben 88 en dat merk ik aan alles wat ik doe. Het is nodig dat ik me in acht neem. Mijn lijf wil me vaak niet meer gehoorzamen. Het is op. Ik heb hier een prachtig appartement. Een woonkamer met aparte slaapkamer, kitchenette, douche en toilet. Echt prachtig. Ik ben hier graag alleen met mezelf. Maar ik ga natuurlijk wél regelmatig naar beneden, koffie drinken met andere bewoners. Veel van hen zijn ook religieuze. Maar de meesten zijn stokdoof of dementerend. Ik ben doodmoe van het schreeuwen en alles drie keer vertellen, als ik beneden ben geweest. Wat mij betreft is het zo wel genoeg. Ik wil graag naar God. Ik zie wel een beetje op tegen doodgaan. Ben bang dat het niet gemakkelijk zal zijn. Volgens het katholieke geloof is sterven de straf voor de erfzonde. Maar dat geloof ik niet. De dood is een natuurlijk proces. Alles wat leeft gaat dood. Het hoort erbij.

bezinning

H ET IS EN WA S Ouder worden, jonger zijn Groot goed gebleven, klein puur en rein Puur in hart van kiem tot as Gelukkig in ziel, Het is, en ook altijd was

Tom Snakkers

57

58

Momenten van ...

COMMUNICANTJES

De prinsessenjurk Mijn moeder had de communiejurk zelf gemaakt en ik was helemaal idolaat van mijn wijde cirkelrok. Ik deed de hele dag niets anders dan snel ronddraaien en daarna door mijn knieën zakken, zodat die rok heel breed om me heen lag. Ik voelde me een prinses. We mochten niet op de hostie bijten, want dat was het lichaam van Jezus. Bijten betekende gebrek aan respect voor dat lichaam. De hostie was droog en kleefde aan mijn verhemelte. Ik wist me geen raad en durfde het ding er niet met mijn vingers af te peuteren. Bijten mocht niet, aanraken zou waarschijnlijk ook buitengewoon zondig zijn. Dus ik zat daar maar stil met mijn lippen stijf op elkaar te wachten tot het lichaam van Jezus in mijn mond was opgelost. Alle tantes en ooms kwamen op visite en ik kreeg allerlei toepasselijke cadeautjes. Een rozenkrans, een Mariabeeldje, boekjes met Bijbelse tekeningen en van mijn ouders een gouden kettinkje met een gouden kruisje. Maar ik ben weinig binnen geweest. Ik wilde alleen maar naar buiten, op straat ronddraaien en in mijn eigen wijde rok gaan zitten.

Loesje Loeffen, mei 1956

bezinning

COMMUNICANTJES

59

Hansje Loeffen, (1954-1981), mei 1961

Het matrozenpak Hans was mijn broer, we scheelden bijna zes jaar. Hij kan zijn verhaal jammer genoeg niet meer zelf vertellen, want hij is maar 27 jaar geworden. Maar ik herinner me zijn eerste communie nog goed. Hij was erg trots op zijn matrozenpak, hij zeurde al weken voor die feestdag of hij het pak alvast een keer op zondag mocht aantrekken. Op de dag van zijn eerste communie was hij heel erg opgewonden. Hij wees de hele dag met zijn vinger naar zijn voorhoofd als iemand iets tegen hem zei en dat kwam volgens mij omdat hij zo nerveus was. Ik denk dat deze officiële foto de enige foto is waar hij zijn vinger niet tegen zijn voorhoofd houdt. ’s Middags knoeide hij slagroomtaart op zijn pak en mijn moeder was wel een kwartier bezig met heet water en theedoeken om de vette vlek te verwijderen. Hans droeg het matrozenpak daarna iedere zondag, tot hij eruit groeide.

60

Momenten van ...

COMMUNICANTJES

Connie Simonis, mei 1960

Er eindelijk bij horen We werden op de eerste communie voorbereid tijdens de catechismuslessen op school. Ik herinner me dat we altijd veel in de kerk zaten. We gingen vaak ’s morgens met de hele klas naar de kerk, voordat we naar school moesten. Godsdienst speelde een grote rol in mijn jeugd. Ik weet nog dat ik het heel spannend vond om ‘het lichaam van Christus’ te krijgen. Maar ik vond het wel een raar idee dat je iemand opat! Ik herinner me nauwelijks iets van de dag dat ik mijn eerste communie deed. Er was wel een feestje maar dat was vast niet zo groots opgezet als tegenwoordig. Ik herinner me zelfs niet meer wat ik toen gekregen heb. Voor mij was het vooral belangrijk dat ik vanaf die dag mee mocht, als mijn ouders ter communie gingen. Ieder kind kreeg een herinneringsprentje in die tijd. Ik kan het gedichtje dat op mijn prentje stond, nog steeds opdreunen. Helaas staat mijn naam er verkeerd op geschreven.

bezinning

COMMUNICANTJES

Een wisselcadeau Mijn moeder maakte mijn communiejurk en na mij hebben mijn vier zusjes de jurk ook nog gedragen. Als voorbereiding voor de eerste communie studeerden we op school Marialiedjes in. En op de grote dag moest ik ’s morgens in bed blijven, terwijl mijn moeder alle andere kinderen verzorgde. Ik kreeg geen druppel te drinken en geen kruimel te eten, anders mocht ik niet ter communie en zou het hele feest niet doorgaan. Ik was opgewonden maar had ook een enorme honger en dorst. Ik vond de kerkdienst mooi. De communicantjes zaten op de eerste rij, daarachter de ouders en grootouders. Maar het duurde allemaal erg lang, vooral omdat ik zo’n honger had. Ik kreeg een wijwaterbakje en een schilderijtje als cadeau. Het schilderijtje was een afbeelding van Onze Lieve Heer met een hostie in zijn hand. Vóór hem zat een bruidje geknield. Het schilderijtje heeft een week bij mijn bed gestaan en was daarna opeens verdwenen. Een jaar later kwam het weer tevoorschijn, toen kreeg mijn zusje het cadeau voor háár eerste communie.

61

Leida van de Lest, mei 1934

Momenten van ... De mooiste dag

64

Griesmeelpudding met bessensap – Marjan Berk

68

Poésiealbum

72

En zo hebben we toch nog een band gekregen

76

verbondenheid

64

Momenten van ...

De mooiste dag

verbondenheid

Veel te lange mouwen Op de ochtend van mijn huwelijk kwam mijn verloofde dansend en lachend de kamer binnen. Hij wapperde met de veel te lange mouwen van zijn jacket. Ik schrok. Gelukkig was er een vriendin in het gezelschap die een naald en draad uit haar tasje toverde en vliegensvlug het jacket passend maakte. Wat een geluk. De dag was gered.

65

66

Momenten van ...

Ome Jan gooit met water Mijn broer Jan was priester en hij trouwde ons. Toen we de kerk inliepen besprenkelde hij ons met wijwater. Een van de kleine bruidsmeisjes, Marijke, bleef stokstijf staan. Ze wilde niet verder lopen en met een angstig gezicht riep ze: ‘Ome Jan gooit met water!’. We moesten allemaal lachen.

verbondenheid

67

We moeten maar niet te lang wachten We hadden elkaar leren kennen tijdens een van de looptochten met de Pax Christi. Twee jaar lang hebben we heen en weer gereisd tussen Tilburg en Den Haag. Hij bracht me altijd netjes naar het station en zo ook op deze dag. Op het moment dat ik de trein instapte zei hij: ‘We moeten maar niet te lang wachten’. Ik kon alleen nog lachend zwaaien. Drie maanden later trouwden we.

68

Momenten van ...

Griesmeelpudding met bessensap

verbondenheid

69

Interview Marjan Berk Woonplaats: Leeftijd: Beroep: Uitspraak:

Amsterdam en Overijssel 75 jaar Schrijfster, columniste ‘Ik heb het altijd belangrijk gevonden om goede manieren door te geven. En daaronder versta ik vooral dat je respect hebt voor anderen.’

Ouder worden Het prettige van ouder worden is dat je niet zo je best meer hoeft te doen om in de smaak te vallen. Je kiest steeds bewuster, de overbodigheden worden steeds minder en je leert het af om je uit te putten aan onzin. Ouder worden is een glijdende zaak voor mij, waar ik niet expliciet bij stilsta. Op bepaalde momenten realiseer ik me opeens dat het leven anders is dan vroeger. Ik zie dat bijvoorbeeld door middel van mijn kinderen. Ik heb er vijf. De oudste is 52, de jongste 35. Zij staan op bepaalde punten anders in het leven en als ik met hen praat, moet ik mezelf steeds bijstellen. Ik merk naarmate ik ouder word steeds meer dat het leven vroeger veel organischer in elkaar zat. Wij hadden geen rode cent maar we aten altijd met vrienden en iedereen bracht wat mee. We leefden gemakkelijker, basaal en genoten van primaire dingen. Ik kan terugverlangen naar ouderwets eten. Griesmeelpudding met bessensap. Zelf bakken. Later zag je de speciale lekkere dingen bij de banketbakker verdwijnen die te arbeidsintensief zijn geworden, zoals karamels,

zoutjes met een noot erop, allerlei soorten taartjes. Wij hadden vroeger een huisnaaister, die de boel vermaakte. We leefden losser. Tegenwoordig moeten mensen zoveel, ze hebben veel verplichtingen. En ze zijn veel meer luxe gewend.

Jeugd Ik heb een kleurrijke jeugd gehad en dat het geen gemakkelijke jeugd was zag ik pas later, achteromkijkend. Maar dat zie je niet als kind, dan zit je er middenin. Mijn moeder scheidde van mijn vader in 1938. Ze kreeg toen 115 gulden alimentatie en betaalde 38 gulden huur. Toen mijn moeder in 1930 trouwde, werd ze ontslagen bij de PTT. Ze werkte bij de internationale telefoonlijnen. Na de scheiding ging ze kamers verhuren, in die tijd deden gescheiden vrouwen of vrouwen die weduwe waren dat vaak. Ik was 7 jaar toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Mijn vader kwam mijn broertje en mij halen en dwong mijn moeder mee te gaan naar Rotterdam en daar hebben we dat bombardement meegemaakt.

70

Momenten van ...

Opwinden Ik kan me erg druk maken over onrecht. Momenteel bijvoorbeeld het gesodemieter met de thuiszorg. Het weghalen van extraatjes voor oude mensen. De regering richt zich veel te veel op symptoombestrijding. Het is allemaal kortetermijnpolitiek. Bij de ontwikkeling van onze welvaart is de preventie gewoon overgeslagen. Het kon jarenlang niet op. Er is veel te weinig een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van de burger. De wereld is heftig. Ik word beroerd van excessen als potenrammen of het stigmatiseren van oude mensen. En het verkeer vind ik tegenwoordig ook gruwelijk. Al die mensen alleen in een auto en dan in de file staan. Over al die zaken kan ik me opwinden. En daarnaast wind ik me tegenwoordig totaal niet meer op over onzin. Daar ben ik mee opgehouden.

Doorgeven en inspiratie Wij moesten vluchten toen er een brandbom op het huis van mijn grootmoeder viel. Zo begon voor ons de oorlog. Later heeft mijn moeder heel veel onderduikers gehad. En aan het eind kwam de hongerwinter. En toen de oorlog eindelijk voorbij was en we ons leven weer probeerden op te pakken, werd mijn moeder ziek. Ze kreeg kanker. Ze is zes jaar ziek geweest en stierf toen ik 18 was. Vlak voor haar dood gaf ze nog schriftelijk toestemming aan mij om toegelaten te worden tot de verpleegstersopleiding. Bij die opleiding was het verplicht om intern te wonen en daardoor ontkwam ik eraan dat ik terug moest naar mijn vader.

Ik heb het altijd belangrijk gevonden om goede manieren door te geven. En daaronder versta ik vooral dat je respect hebt voor anderen. We zijn vrije mensen maar onze vrijheid bestaat bij de gratie van gebondenheid. Dat beschouw ik als onze enige vrijheid. Ik ben ervan overtuigd dat je deze gedachte alléén kan doorgeven door het vóór te doen. Door vóór te leven. Dat vergt een bepaalde discipline van jezelf. Ook al is ze al jaren dood, mijn moeder is voor mij nog steeds een bron van inspiratie. Ze was geen moederlijke vrouw maar ze was wél heel geestig en muzikaal. Ze was bohémien.

verbondenheid

Voor mijn moeder had de musische kant van het leven grote prioriteit. De sfeer van mijn moeder is levend gebleven in mij. Geen zelfbeklag, zaken relativeren en in hun context bekijken.

71

een ander. Samen met anderen eten. Ik ben behoorlijk arm geweest maar ik heb me nooit arm gevoeld. Er was altijd genoeg te lezen en te luisteren. Er was altijd genoeg te genieten.

Ik ben een nieuwsgierig mens, kan me goed aanpassen en relativeren is mijn overlevingsstrategie. Dat heb ik geleerd van mijn moeder. Ook mijn grootvader is nog altijd een inspiratiebron voor mij. Het was een man met een groot rechtvaar-

Het leven van nu Ik heb nog steeds een druk leven. Ik schrijf iedere week 2 columns voor dagbladen, iedere maand 1 column voor Margriet en de Gaykrant, geef veel lezingen, zit in het bestuur van Lira, ben lid van de Muscial

digheidsgevoel.

Awardjury. En ik schrijf. Daarnaast vind ik het heerlijk

En als ik het over inspiratie heb, heb ik het ook over de literatuur. Een troostend fenomeen, dat je laat zien dat het leven universeel is. Ieder mens ervaart hetzelfde, lees er de boeken maar op na.

om met mijn kinderen, kleinkinderen en met vrienden samen te zijn. Een druk leven, dus. Mijn leeftijd en fysieke gesteldheid eisen dat ik me gedisciplineerd gedraag. Ik kan niet meer doorhalen zoals ik vroeger deed. Moet mijn energie koesteren en trainen. Kan niet te veel eten. Ga er maar aanstaan. Ik heb het uitslapen verleerd toen ik kinderen kreeg. Ik begin iedere dag al vroeg te lezen. En dan geef ik mezelf een ontbijtje op bed. Ik vind het leven dat ik leid prettig en ik denk na over doodgaan. Doodgaan is natuurlijk, vanzelfsprekend. Ik hoop dat ik niet nalatig ben, dat ik het allemaal netjes achterlaat. Ik hoop behoorlijk afscheid te kunnen nemen en niet alleen te zijn als ik mijn ogen sluit.

Wat gemist had kunnen worden en wat niét De oorlog had ik graag overgeslagen in mijn leven. Ik vind oorlog absoluut het domste wat er bestaat. Ik kan nog steeds beroerd worden als ik terugdenk aan dat bombardement aan het begin van de oorlog. En ik gruw van het toenemende geavanceerdere wapentuig van tegenwoordig. Wat ik aan het leven ook niet gemakkelijk vind is dat mijn menselijk landschap steeds leger wordt. De vrienden die doodgaan. Je eigen generatie dunt uit. De generatie de jouw taal spreekt, die je nog heeft gekend toen je jong was. Dat maakt eenzaam. Mijn grootmoeder zei op haar 86ste: ‘Niemand noemt mij meer Marie.’ Wat ik belangrijk vind in het leven is muziek en lezen. Lekker eten. Ik ben dol op lekker eten. Koken voor

72

Momenten van ...

Poésiealbum Lieve Jeanne Moedig en vroolijk Lustig en oolijk Vrij van verdriet Moge U ’t leven Bloemen steeds geven Bloemen wier stengel Geen doornen U biedt

Je vriendinnetje E. Nooij

verbondenheid

Lieve Jeanie De tijd vliegt snel besteed haar wel Zoo zegt een spreekwoord, waar Tot ’t wel besteden Behoort met reden Bemint je Ma en Vaar

Je liefhebbende Vader

73

74

Momenten van ...

Lieve Jeanie Lees op en neer dan zeg ik blij ik houd van U houdt gij van mij Je zusje Catootje

verbondenheid

Lieve Elleke Diep in jouw kleine hartje Daar zingt een stemmetje fijn Het wil je steeds vertellen Van daden goed en rein O luister naar dat stemmetje Al klinkt het nog zo fijn Dan zal jouw hele leven Een grote zegen zijn Je mama

75

76

Momenten van ...

En zo hebben we toch nog een band gekregen Toen mijn tweede moeder, Fré Groenewegen, na

amper een band met elkaar – ben ik met haar over

een TIA haar zelfstandigheid moest opgeven, koos ze voor een verzorgingshuis in Kaatsheuvel. Een van

vroeger gaan praten. Kris-kras gesprekken over de onverwachte dood van haar moeder op kerstavond,

de redenen was dat zij zich als ex-schoenenverkoop-

over dat haar vader binnen een jaar hertrouwde, over

ster van het Haagse Huf met deze plaats verbonden voelde. Ik heb haar in die jaren elke week een paar keer opgezocht en om dit te kunnen volhouden – wij hadden

de dood van haar verloofde die leed aan epilepsie, over de oorlog en haar baan als schoenenverkoopster. Ook stelde ze me een vraag en gaf daarna meteen zelf lachend het antwoord.

verbondenheid

77

Zegwaard en Benthuizen

Wat Rotte’s stroomgod heeft voorspeld

“Zeg Jan, weet jij hoe Zegwaard en Benthuizen aan hun naam zijn gekomen? Nou, dat zat zo: Lang, lang geleden zocht een han-

is alles zoo geschied. Wie kent in Schieland’s grazend veld, het vriendelijk bergje niet,

delsreiziger een herberg om te overnachten. En voor

de stille dreven schone laan,

dat hij naar binnen stapte keek hij nog even in de

langs veld en spiegelend meer. De wandelaar tot u opgegaan (bis)

vallende schemer om zich heen, maar te onderscheiden was er niet veel meer. Zijn eerste vraag aan de

zingt Hildegond ter eer.

herbergier was dan ook: “Zeg waard, bennen dat daar bomen of huizen?.

Hillegersberg Mijn tweede moeder wist zoveel te vertellen. Ze verbaasde me met alles wat ze wist over Hillegersberg (Rotterdam). Ze liet me dit – nog eigenhandig geschreven – gedicht lezen met als titel ‘Het Hillegersberg’s Volkslied’. Toen Hildegond een reuzemaagd van Hollands duinenrand onschuldig werdt van huis gejaagd, nam zij haart schoot vol zand. Zij zocht een plaats voor ’t soevenier van hare dierbare grond. en het lieve meisje stichtte hier (bis) de berg van Hildegond (bis) En treurend op de heuveltop, blonk in haar oog een traan. Toen hief zich Rotte’s stroomgod op met al haar leed begaan Wees welkom sprak hij schone maagd, waartoe dat droef geschrei. Uw naam die deze heuvel draagt, (bis) zal klinken wijd en zijd

Ik heb mijn tweede moeder leren kennen door naar haar te luisteren. En zo hebben we toch nog een band gekregen. Jan Bisschops (74 jaar)

Momenten van ... Koek en zopie

80

Tante Annie

82

Spring maar achterop

84

Over Trotskopje en Dik Trom

86

We gaan naar Zandvoort

90

plezier

80

Momenten van ...

Koek en zopie De winters van weleer. Wat keek je uit naar de eerste sneeuw! Natuurlijk maakte je een prachtige sneeuwpop. En je moeder had wel een winterpeen over van de hutspot en twee kooltjes mocht je ook nog wel. Met de hele straat op de slee, voortgetrokken door de auto van de dokter. Een spiegelgladde glijbaan maken, zo lang mogelijk. En natuurlijk sneeuwballen gooien, ook naar de meester. Maar het mooiste moment was wanneer je je schaatsen uit het vet kon halen. En al deed je nog niet mee met de ‘tocht der tochten’ in Friesland, op de sloten en vijvers bij jou in de buurt kon je ook lekker schaatsen. Had je geld meegekregen van je moeder dan kocht je bij het koek-en-zopie-tentje warme chocolademelk. Of erwtensoep!

plezier

81

82

Momenten van ...

Tante Annie

was. Ze was inmiddels grootmoeder van dertien kleinkinderen en die droegen haar op handen. Ze

Op oudejaarsdag hebben de meeste mensen wel

leefde dan wel alleen maar ze was nooit zonder gezelschap. Het hoogtepunt van het jaar was de

wat anders aan hun hoofd dan het bijwonen van een uitvaart maar voor mij is het vandaag

oudejaarsnacht, die steevast door de hele familie samen werd gevierd. Tante Annie nam op zo’n

de realiteit. Tante Annie, de moeder van mijn

familiefeest een prominente plaats in. Ze was

beste schoolvriendin, wordt begraven en er is

namelijk helemaal gek van vuurwerk en bracht

veel belangstelling voor deze gebeurtenis. Zij was een bijzondere verschijning, die als jonge

dat in grote hoeveelheden mee. Geen rotjes of zevenklappers, dat was haar te veel herrie. Nee,

vrouw al weigerde zich iets aan te trekken van

het ging haar om het echte werk: de vuurpijlen

de gangbare, meestentijds onuitgesproken, regels uit haar omgeving. Ze ging onverstoorbaar haar eigen gang en daardoor was er altijd achter haar rug kritiek op wat ze zei of deed, vooral geuit door vrouwen uit de buurt. Tante Annie rookte op straat en dat werd als ordinair bestempeld; ze droeg netkousen met naad, zomaar op een doordeweekse dag en dat was hoerig; ze liet haar man meewerken in het huishouden, hij deed bijvoorbeeld de zware boodschappen, die was dus een mietje en daar werd over gesnoven. Er werd ook geroddeld over haar grote gezin, ze had namelijk zes zonen en één dochter. Ze lust er wel pap van, hoorde ik als kind een andere buurvrouw eens over de heg heen tegen mijn moeder zeggen. Groot was de consternatie toen tante Annie na dertig jaar huwelijk aankondigde dat haar taak als echtgenote erop zat en ze een nieuw leven begon. Ze had

die in de lucht uiteenspatten tot een veelkleurige zacht knetterende bol. Ze zette er soms tien op een rij en dan moesten de zonen ze tegelijk aansteken. Als de lonten brandden stond tante Annie te midden van haar nakomelingen vol spanning te wachten op wat ze te zien zouden krijgen en als de lucht dan bijna explosief gekleurd werd door alle kleuren van de regenboog hief ze haar armen in de lucht en gilde: Yeahhhhh! Ze is bijna 85 jaar geworden en het is jammer dat ze de oudejaarsavond net niet meer kan meemaken. Haar familie had haar zo graag nog één keer uit haar dak zien gaan van vuurwerk. Als we achter de zes zonen, die hun moeder dragen, de kerk verlaten staat de stoet midden op het kerkplein stil. De zonen knikken naar de kleinkinderen die zich links van het plein hebben opgesteld. Ik zie opeens wat er gaat gebeuren. De kleinkinderen steken een serie lonten van vuur-

gewacht tot de kinderen zelfstandig waren en vertelde toen onomwonden dat de liefde al lang de deur uit

pijlen aan en even later spetteren de grote kleurige vuurballen uiteen in de lucht. Iedereen houdt zijn adem in. Je zou zweren dat er iemand ‘yeahhhh’ riep.

plezier

83

84

Momenten van ...

Het is een van de dingen die je als kind móest leren: fietsen. Eerst op een driewieler of een klein fietsje met zijwieltjes. Dan op een echte fiets. Je vader holde met je mee en hield je vast aan je kraag. En op een dag liet hij je los. Je kon het, je fietste! Je kreeg een nieuwe fiets voor je verjaardag, of een mooi tweedehandsje. Je poetste ’m, en leerde banden plakken. Je schoof blinkende melkdoppen tussen de spaken. En dan was je groot genoeg voor een echte heren- of damesfiets. Met een terugtraprem of handremmen en voor de nette meisjes een dameszadel. Je ging met vrienden op fietsvakantie, helemaal naar Limburg! En als je tweemaal die fietsbel hoorde, dan sprong je achterop ...

plezier

Spring maar achterop

85

86

Momenten van ...

Over Trotskopje en Dik Trom In een antiquariaat vond ik oude kinderboeken. Ik vroeg me af wat mijn ‘voorouders’ vroeger graag lazen of moesten lezen. Ik reed met mijn fiets naar mijn twee oude tantes. Tante Toos (86 jaar) en tante Diny (84 jaar) vertelden me over hun lievelingsboeken en over de ‘kwartjesboeken’ die ze vroeger spaarden. Ze lieten me een tweede druk (1857) zien van de ‘Gedichten voor kinderen’ van Hiëronymus van Alphen en een oude Engelbewaarder. Toen pakte tante Toos een kleurrijk kinderboek uit de oude boekenkast met als titel: Hoe Trotskopje genas. Ze lachte er een beetje om. ‘Dit is een typisch meisjesboek, voorspelbaar en wat flauw, maar wel amusant om te lezen’, vertelde ze. Tante Toos las liever jongensboeken want die waren tenminste spannend. Mijn twee tantes wisten nog wel precies waar het boek over ging. Ze vertelden… Het boek gaat over Coba. Een meisje uit een groot gezin met zeven broertjes en zusjes. Het gezin is arm, de vader is werkloos. Coba is ijdel en trots en kan de armoede niet verdragen. Ze verlangt naar mooie kleding en linten in het haar. Plotseling vindt Coba een medaillon. Ze brengt het medaillon terug naar de eigenares. De eigenares is heel rijk en is erg op Coba gesteld. Coba lijkt namelijk op haar eigen dochter die is overleden. De vrouw vraagt aan Coba om bij haar te komen wonen. Coba doet dit en gaat naar een rijke meisjesschool. Coba verbergt haar armoedige afkomst voor de andere kinderen. Op een dag is zij met haar nieuwe rijke vriendinnen in de stad en ziet ze haar vader lopen die op zoek is naar werk. Hij ziet er armoedig uit. Coba doet net alsof ze hem niet ziet. Dan wordt de vader van Coba ernstig ziek en als Coba dat hoort, gaat ze terug naar haar familie. Ze komt tot inkeer. Het spijt haar dat ze haar familie heeft verloochend. Ze toont berouw en bidt dat haar vader mag genezen. Ook bidt ze om een beter kind te worden, niet meer zo trots. De vrouw waar Coba bij had gewoond geeft de familie een nette woning en geeft de vader werk. Coba blijkt echt veranderd te zijn. Ze is een lieve Coba geworden waar iedereen veel van houdt.

plezier

87

88

Momenten van ...

plezier

Als je eindelijk het ‘aap, noot, mies’ onder de knie had, kon je beginnen aan ‘Ot en Sien’. Kleine verhaaltjes over kleine avonturen: ‘Een man met een aap’, ‘Ot is stout’, ‘Boodschappen doen’. Moeder is altijd thuis en heeft koek. En op zondag gaan de kinderen met vader naar de eendjes. Als je moe was geworden van al die nieuwe woorden, dan kon je ook nog de mooie tekeningen van Cornelis Jetses bekijken.

89

Wie herinnert zich niet Dik Trom, achterstevoren op een ezel. En al het andere kattenkwaad dat hij samen met zijn vriendjes Piet en Jan uithaalt. Echte Hollandse jongens die het voortdurend aan de stok hebben met veldwachter Flipsen. Als er gezongen wordt, is het uit volle borst. Tranen vloeien van blijdschap en geluk. En: eind goed, al goed. Want: ‘Het is een bijzonder kind – dat is-ie!’

90

Momenten van ...

Op vakantie ging je vroeger niet. Maar wel een dagje naar Zandvoort of Scheveningen. Om te zwemmen in de zee, of alleen pootje te baden. Soms zelfs dat niet eens: gewoon lekker met z’n allen bij elkaar zitten in gehuurde rieten strandstoelen. Genieten van zon en zee zonder nat te worden of te verbranden. De kinderen speelden met een bal of een vlieger en maakten kuilen en zandkastelen. Of mochten een ritje op de ezel maken. En zat er een beetje zand tussen de meegebrachte broodjes, dat deerde niet. Je was uit!

plezier

We gaan naar Zandvoort

91

Momenten van ... Ik kom tijd tekort – Thea Kras

94

Een geboorte in 1955

98

Mijn herinnering aan de bevrijding

102

Geboorte

105

Verliefd, verloofd ...

106

Geluksmomenten

108

geluk

94

Momenten van ...

Ik kom tijd tekort

geluk

95

Interview Thea Kras-van Staveren Woonplaats: Leeftijd: Beroep: Uitspraak:

Zandvoort 75 jaar Huisvrouw, gepensioneerd verzorgster ‘Toen ik jong was, kreeg je gewoon een pak slaag als je ondeugend was.’

Jeugd Ik woon al mijn hele leven in Zandvoort en ben opgegroeid in een groot gezin. We hadden 10 kinderen, mijn vader was bakker en had een eigen zaak. Mijn moeder stond in de winkel en voedde tussendoor de kinderen op. Mijn ouders waren dol op elkaar. Ik herinner me nog goed dat mijn vader altijd heel vroeg uit bed moest om brood te gaan bakken en dat hij tegen de tijd dat wij moesten opstaan naar boven kwam met een kopje thee en een beschuitje met boter en suiker voor mijn moeder. En dan zei hij: ‘Ik ga de gravin wakker maken, rustig aan jullie en niet storen.’ Ik herinner me ook nog goed dat mijn vader ’s winters voordat wij opstonden een schep hete kolen uit de oven in de bakkerij nam en daar de kachel in de woonkamer mee vulde, zodat wij in een warme kamer konden ontbijten. We hadden een brood-en-banketzaak en die zaak liep als een trein. Iedereen moest meewerken, ik stond ook al vroeg in de winkel. Mijn vader was een strenge man maar hij was rechtvaardig. Toen ik jong was, kreeg je gewoon een pak slaag als je ondeugend was. Daar maakte niemand zich druk om.

Tijdens mijn jeugd brak de oorlog uit en die heeft een onuitwisbare indruk achtergelaten. Maar voor mijn gevoel eindigde mijn jeugd definitief toen mijn vader overleed. Hij stierf plotseling. Ik was 15. Het was voor iedereen een verschrikkelijke klap. Ons gezin is daarna nooit meer hetzelfde geweest.

Ouder worden Als je gezond blijft, is het ouder worden een heerlijke ervaring. Ik geniet van de vrijheid, van kunnen doen wat ik wil. Ik ben een onrustig mens en maak iedere dag al vroeg plannen om de dag mee te vullen. De ouderdom ervaar ik niet als een probleem. Eerlijk gezegd begrijp ik zelf soms niet dat ik al zo oud ben. Ik voel mijn leeftijd niet aan mijn lijf. Ik merk wél aan andere dingen dat ik ouder ben geworden. Ik ga bijvoorbeeld steeds meer nadenken over wat ik zeg, vóór ik iets zeg. Ik ervaar veel meer vrijheid in mijn hoofd en in mijn leven. Er zijn minder zorgen dan vroeger. De kinderen leven hun eigen leven, ik kan beter afstand nemen van mijn zorgen over hen. De ouderdom voegt innerlijke rust toe.

96

Momenten van ...

Opwinden

Er komen steeds meer Engelse uitdrukkingen tevoor-

Ik kan me erg druk maken over het onbehouwen gedrag van mensen in het verkeer. De agressie die

schijn in ons taalgebruik en dat vind ik storend. Ik houd mijn kleinkinderen voor dat ze geïnteresseerd

eraan te pas komt, verschrikkelijk. En ik kan helemaal

moeten zijn in andere mensen en naastenliefde voor

beroerd worden van de onbeschofte taal die mensen

elkaar moeten tonen. Dat ze niet meteen agressief

er tegenwoordig links en rechts uitslaan.

moeten worden als iets hun niet aanstaat.

Ik kan er ook niet goed tegen als kinderen te lijden hebben onder een scheiding van de ouders. Vroeger

Ik ben in mijn leven vaak geïnspireerd door bepaalde

bleven mensen vaak door armoede bij elkaar, dat

politici, bijvoorbeeld door Van Agt en Wiegel. Hun

was zeker niet altijd goed. Maar men deed in mijn beleving toch beter zijn best om een gezin bijeen te

opvattingen, hun uitspraken, hun wijsheid, hun humor, daar genoot ik van en daar dacht ik over na.

houden. Vaders en moeders dachten daarbij meer aan het belang van de kinderen en schoven hun eigen belang opzij. Nadat mijn vader was overleden, bleef zijn geest toch aanwezig in ons gezin. We bleven rekening houden met hoe hij iets gewild zou hebben. Als het gezin onvolledig wordt doordat een van de ouders weggaat, kan de invloed van die ouder helemaal verdwijnen. Ik vind dat niet goed. Ik wind me tegenwoordig minder op over geld. Dat hoeft ook niet meer. We hebben het financieel beter dan ooit. Maar daar hebben we dan ook hard voor gewerkt, ik vind het dus logisch dat er geen geldzorgen meer zijn. Eerlijk gezegd wind ik me ook minder op over het leed van anderen. Ik kan natuurlijk wel onder de indruk zijn als er iets vervelends gebeurt in mijn omgeving maar ik duik er niet meer zo diep in. Ik bescherm mijn eigen emoties beter.

Ik word ook al jaren heel erg geïnspireerd door een oude vriendin. Ze is nu 86 en ze is nog heel actief. Een interessante vrouw. Als ze ergens problemen mee heeft, stuurt ze een brief naar de Tweede Kamer. En ze krijgt dus altijd antwoord.

Doorgeven en inspiratie

Wat gemist had kunnen worden en wat niét Ik had de Tweede Wereldoorlog graag willen missen. Dat was een verschrikkelijke tijd. Ik was 8 jaar oud toen die uitbrak. We moesten met ons hele gezin evacueren. Ik vergeet nooit de angst voor bombardementen en de honger die we geleden hebben. En ik kan nog altijd geëmotioneerd raken als ik denk aan het weghalen van Joden uit ons dorp. Ik heb dat voor mijn ogen zien gebeuren. Ik kan nog steeds niet naar een oorlogsfilm kijken. Ik had ook graag willen missen dat mijn schoondochter ziek en daardoor invalide werd. Haar kinderen,

Ik vind het heel belangrijk om aan jongeren door te

mijn kleinkinderen, hebben door de ziekte van hun moeder een onbezorgde jeugd gemist. Dat is onver-

geven dat ze normaal Nederlands moeten spreken.

teerbaar.

geluk

En ik had natuurlijk het verlies van mijn vader toen ik nog zo jong was graag willen missen. Het was te vroeg, het is niet klaar. Het verlangen blijft bestaan. Maar er zijn ook veel dingen die ik nooit had willen missen. Alle prachtige vakanties die ik samen met mijn man heb gehad en nog steeds heb. In Zandvoort wonen en iedere dag in de zee kunnen zwemmen. De vrijheid proeven van het strand en de duinen. En mijn werk in de verzorging van demente mensen, dat ik jarenlang met hart en ziel heb gedaan. Ik heb daar geen opleiding voor gevolgd maar ik heb me in dat werk toch altijd thuis en gewaardeerd gevoeld.

Het leven van nu Ik kom tijd tekort. Mijn dagen zijn helemaal gevuld, omdat ik heel actief ben. Ik fiets, loop, zwem, tennis,

97

bridge, lees en zit al jaren in het vrouwenkoor van Zandvoort. Contact onderhouden met kinderen, kleinkinderen en vrienden kost natuurlijk ook tijd. En we reizen. We zijn de afgelopen jaren naar Australië, Noorwegen en Canada geweest en hebben een rondreis gemaakt door Zuid-Afrika. En er staan nog meer grote reizen op het programma. Regelmatig pakken mijn man en ik de fiets en dan gaan we er een paar dagen tussenuit, lekker door Nederland fietsen. We wonen in een prachtig land! Of we toeren rond met de auto. Als de dag 48 uren zou hebben, zou hij bij mij ook volzitten. Ik ben iedere morgen opnieuw blij dat ik kan opstaan.

98

Momenten van ...

Een geboorte in 1955

Wachten op de weeën ... ... en dan ben je er eindelijk

geluk

99

Je weegt zeven pond en vijftig gram

Je krijgt je eerste badje

100

Momenten van ...

... en leert hoe ze je moet verschonen

Mama geeft je een flesje ...

geluk

101

Ik doop u ...

En steeds maar weer plasjes doen

102

Momenten van ...

Mijn herinnering aan de bevrijding Het was stil. Ineens was het stil. En we merkten het pas na enige tijd! Nachten lang en ook de hele dag hadden we het trommelvuur gehoord. We ‘woonden’ in die dagen in de kelder. We sliepen er ook. En de kelderramen trilden aan één stuk door. De Engelsen zaten dichtbij nu. Aan de Hilvarenbeekse weg, werd er gezegd. En nu was het doodstil. Wat gebeurde er?

Aardappels rooien Ik was twaalf jaar en ik dacht aan de afgelopen weken. Er was haast geen eten meer. En het was nu te gevaarlijk om ‘de boer op te gaan’. We deden dat vaak. Met een karretje gingen we het kanaal over, met een vlot, want de brug was opgeblazen, die lag in twee schuine stukken in het water. Bij de boeren, die ‘over het kanaal’ woonden, mochten we zelf wat aardappels rooien en mee naar huis nemen. Het veld lag vlak naast de spoorlijn en op een keer waren er vliegtuigen heel laag over ons heen gevlogen, om een trein te beschieten. We hebben toen in een greppel gelegen tot het weer veilig was. Met ons karretje aardappelen gingen we terug naar het vlot, maar aan de overkant stonden de Duitsers klaar om alles af te pakken. We zijn toen omgelopen en over de brug bij de Trappisten gegaan. Het was een lange weg, maar we kwamen thuis, mét eten!

geluk

Onder de banken kruipen

103

groene camouflagetakken; in onze ogen waren

Ik dacht ook aan school. Daar was het te gevaarlijk geworden. Als het luchtalarm ging moesten

dat tekenen van de overwinning! We riepen, we liepen mee, we zwaaiden, we

alle kinderen onder de banken kruipen. Meestal

lachten of huilden. De mensen omhelsden elkaar.

raakte er wel iemand in paniek. Die wilde dan

Vrouwen en meisjes klommen boven op de tanks

weglopen, de straat op! En ik dacht aan het

en maakten de intocht mee. Voor de eerste keer zag ik soldaten die lachten en vriendelijk waren,

kleine zusje van een klasgenoot. Zij was op straat getroffen door een kogel van een Duitser, die op een onderdrukker schoot. Het hoofd van de school kwam het in de klas vertellen. We waren allemaal zo van streek! Later gingen we naar het meisje kijken; ze lag er heel wit en stil, dood-stil en met een bloemenkransje op het hoofd, op de plaats waar ze getroffen was door de kogel. Ook voor ons, kinderen, was de oorlog daardoor heel dichtbij gekomen, het was de eerste keer dat ik de dood heb gezien.

die gewoon zaten te eten en hun eten deelden met de Tilburgse meisjes die naast hen zaten met de armen om elkaars schouders. Toen kwam er een zielig groepje aan. De NSB’-ers

En nu zaten we in de kelder en het was stil geworden. We luisterden en wachtten. Toen hoor-

waren uit hun huizen gehaald en ze werden nu voortgedreven over dezelfde weg als de tanks namen. Iedereen begon te schelden. Ze liepen met de handen achter het hoofd. Ik zag hoe ze steeds geduwd werden in hun rug en voortdurend struikelden. Ze zagen er doodsbang uit. Mensen gooiden met stenen. Mijn blijdschap werd er even anders door, een beetje doffer. Ik had gedacht dat alleen Duitsers zo tegen mensen optraden, maar waarom wij nu ook? De oorlog was nu toch afgelopen! ‘Ze hebben het verdiend’, hoorde ik

den we geluiden: mensen renden over de straat en ze schreeuwden: ‘daar heb je ze, daar zijn ze, de tanks komen er aan’. We durfden het niet te geloven, maar het geschreeuw hield aan. Het werd één lange kreet van opgewonden blijdschap. We gingen allemaal de straat op en daar zagen we het met onze eigen ogen: de tanks reden Tilburg binnen. Over de Koningshoeve kwa-

iemand naast me zeggen. Langzaam begon de Bevrijding voor mij echt realiteit te worden. De Tommies sprongen van hun tanks af. Ze daalden als het ware vanuit de hoogte neer en belandden tussen ons, in de straten. Wij omringden hen. We wilden ze van dichtbij zien, ze aanraken, een hand geven, tegen ze lachen. En we vroegen hun namen. ‘Hello’,

men ze. Hoog en groot en met een hard lawaai van ijzeren banden. Voor ons was dit muziek! Boven op de tanks zaten de Tommies, met vuile,

zeiden ze en schudden honderd handen. Ik leerde mijn eerste Engelse woorden: ‘thank you’ en ‘please, what’s your name?’. En ze schreven hun

bezwete gezichten. Op hun helmen zaten nog

namen voor je op: Johnny, Jim en Edward. Dit

Tommies en tanks

104

Momenten van ...

het land, dat nog niet bevrijd is en voor alle doden en gewonden. Wees gegroet Maria.

Eindelijk vrij! Zo was op 27 oktober de Bevrijding begonnen. Maar ze ging nog heel lang door. Het gevoel van ‘eindelijk vrij’ bleef duren. We kregen fijne contacten met onze bevrijders. En ze hielpen ons door de moeilijke wintermaanden heen. Ik zie nog de vier grote witte broden, die ineens voor ons op tafel werden gelegd. ‘Santa Claus’ zei Jimmy en hij was al weer weg. We keken er eerst een tijd naar en raakten het met een vinger aan. waren ze, onze bevrijders! Ik nam hun handtekeningen mee naar huis. Hier en daar zag ik al vlaggen hangen en er klonk muziek. De mensen bleven maar buiten met elkaar praten. ‘Vandaag is het de verjaardag van Peerke Donders’, zeiden er een paar. ‘Dat we nu net op 27 oktober bevrijd zijn!’. Ik kende het huisje van Peerke Donders aan de Heikant heel goed. Later hoorden we dat er ook langs de Heikant bevrijdingstroepen waren binnengekomen. Die avond werd het leven weer normaal. Geen angst meer, geen stampende laarzen en snauwende stemmen in de straten. Buren liepen bij elkaar in en uit. We konden weer gewoon in bed slapen, niet meer in de muffe kelder! In het gezin werd er gebeden. Uit dankbaarheid voor de Bevrijding. Wees gegroet Maria. En voor de bevrijders. Wees gegroet. En voor de rest van

Het snijden van het brood was een ritueel en we aten de grote sneden langzaam en plechtig! In de kerstnacht, om 12 uur, gingen we naar de nachtmis. Het was erg donker en koud. We passeerden de soldaten die de wacht hielden bij de voedselvoorraden. We zeiden ‘hello’ en ze riepen ons achterna: ‘pray for me and for Antwerp’. Sommigen hadden een vriendin in Antwerpen en Antwerpen was nog niet bevrijd. En zij zelf? Zij waren ook nog niet thuis, onze bevrijders. Ze waren zelf nog niet vrij van de oorlog. Ieder jaar opnieuw komt dit allemaal weer bij me terug. Die sfeer van opluchting, ontspanning en vreugde tot op de bodem van je ziel, de ontroering en de grote dankbaarheid bij het herdenken van onze Bevrijding. Leve de Vrijheid! Liedy Beneken Genaamd Kolmer-Vrensen (76 jaar)

geluk

105 Geboorte Je was in je moeder, al maanden lang. Je groeide, bewoog je, mysterieus wonder, vervult en beheerst haar en maakt haar soms bang. Je was in je vader, diep in zijn ziel. Daar lag je te sluimeren, kreeg langzaam gestalte. Je groeide naar moeder, naar vader. zij groeiden naar jou. Zo kwam je nader. Je bent het ultieme verbond van hun leven. Eén uit twee mensen, een wezen apart. In liefde verwekt en vol blijdschap ontvangen, met zorgen omringd en gewenst gestart. De wereld ligt vóór je, de toekomst omarmt je, er is in jouw leven geen weg meer terug. Slaap nog maar even, de dag om te starten komt toch al te vlug… Loes den Hollander

106

Momenten van ...

geluk

Verliefd, verloofd ...

Zomaar zoenen op straat, zoals verliefde stelletjes tegenwoordig doen, dat deed je vroeger niet. Stel je voor! Dat durfde je alleen op een stil stuk hei, of op de achterste rij van de cinema. En als je samen op de foto ging dan gaf je elkaar keurig een arm. Een oude dame vertelt: ‘Als mijn zus en ik ’s avonds in de gang te lang afscheid namen van onze verloofdes, dan liet mijn vader in de kamer een heel harde wind. Dan vond hij het hoog tijd dat ze weggingen.’ En als je niet oppaste met je-weet-wel, dan was het heel snel trouwen geblazen, een moetje. En dat wilde je toch niet, zeker als je je uitzet nog niet bij elkaar had gespaard ...

107

108

Momenten van ...

geluk

109

Geluksmomenten Zeven De 7e mei leek ooit voor mij voorgoed de zwartste dag in mijn leven te worden. Op die dag verongelukte namelijk, twee weken voor ons huwelijk,

me, vernielde mijn trots. Ik bleef vijftien jaar bij hem. Vijftien jaar te lang. Ik was bang om alleen te zijn. Toen las ik een artikel in een tijdschrift en dat ging over de angst voor geluk. Het ging

mijn verloofde. Ik kwam in een diep dal terecht

over mij. Ik ontdekte dat ik bang was geworden

maar ik krabbelde weer overeind en precies twee jaar later leerde ik op 7 mei een nieuwe vriend

voor de kant van het leven waar ik vurig naar verlangde. Ik kon beter omgaan met wat ik had,

kennen. We trouwden weer twee jaar later op 7

ook al wist ik dat ik daar kapot aan zou gaan.

mei. We kregen ons eerste kind op 7 mei en ook ons derde kind. En drie jaar geleden studeerde

De laatste zin van het artikel was: Pas als je in staat bent om het roer definitief om te gooien, kun je op de weg belanden waar je thuishoort. Ik verliet hem dezelfde avond. Ik had niets. Geen huis, geen geld, geen baan. Maar ik had wél de toekomst. Die heb ik gegrepen en ik sta nog altijd versteld van de kracht die ik bleek te bezitten. Ik ben eindelijk mezelf geworden en dat is het

ons eerste kleinkind op 7 mei af als econoom. Wie had op de dag van het ongeluk kunnen bedenken dat ik van de 7e mei zou gaan houden? Ik niet. Maar het gebeurde. Ik koester die dag. Voor mij heeft 7 mei alle wonden geheeld en me geluk gebracht.

grootste geluk wat er voor mij bestaat.

Een nieuwe dag Ik kan me zo gelukkig voelen in de stilte aan het begin van een nieuwe dag. De wereld is nog roerloos. De takken van de bomen in onze voortuin bewegingloos. De bloemknoppen nog gesloten. Dauw hangt over het gras. En dan beginnen de vogels te fluiten. Op die momenten omarm ik het leven.

Eindelijk mezelf Hij was mijn eerste liefde. Ik geloofde in hem, in een toekomst samen, in eeuwige trouw en onbreekbaar geluk. Hij bedroog me, mishandelde

Zielsgelukkig De mooiste en gelukkigste momenten in mijn leven waren de momenten dat mijn ziel werd geraakt. Er zijn in een leven zoveel gebeurtenissen die blijdschap, verdriet of pijn veroorzaken. Als je daar niet bewust bij stilstaat, kunnen deze momenten voorbij gaan en vergeet je ze wellicht. Maar de momenten die je raken, blijven je bij. Dit zijn heel vaak heel kleine dingen maar als je ze bewust beleeft, kunnen ze een houvast geven in moeilijke momenten. Dan kun je daardoor weer in evenwicht komen.

110

Momenten van ...

Klein geluk

Groot geluk

Twee grote geluksmomenten in mijn leven waren de geboorten van mijn dochters. Geluk kan alle

Grote geluksmomenten in mijn leven waren de eerste kreten van mijn vier zonen toen ze uit

maten hebben: van heel klein, iemand die iets

mijn lijf kwamen. Ik was toen nog geen 30. Nu

aardigs zegt, tot heel groot, een prachtig verge-

ben ik de 70 al gepasseerd en beleef ik geluk als

zicht waarbij je je als mens nietig voelt in het

ik in het voorjaar ‘s morgens om 8 uur op de fiets

grote geheel dat de natuur is.

stap en een strak blauwe hemel zie met één grote witte wolk waar die oranje bal van de zon door-

Contact Ik had eerst jarenlang een eigen kapsalon en later een leuke baan als receptioniste/telefoniste. Daardoor kwam ik veel in contact met mensen, luisterde naar hun verhalen en deelde hun emoties. Dat contact voelde aan als puur geluk.

heen komt. Wat een geluk dat ik dat allemaal mag meemaken.

Een zwoele zomeravond Een mooie zomeravond. De tuin geurt naar phloxen en kamperfoelie. Het is rustig op die ene merel na, die uitbundig op het puntje van een tak zijn avondlied zingt. Ik zit op het terras en mijn gedachten dwarrelen terug naar de bezigheden van deze dag. Het was een drukke, goede dag. Geen moment heb ik mij extra hoeven haasten, de puzzel van bezigheden viel naadloos in elkaar en alle taken voor vandaag zijn volbracht. De zwoele lucht maakt mijn hoofd leeg en ik geniet van de langzaam vallende avond. Een diep geluksgevoel overvalt mij. Dit is het leven, dit is mijn leven.

Moeder en kind Een bijzondere gelukservaring is de wetenschap dat ik voor mijn zieke moeder kan zorgen. Dat wil ik ook: voor deze vrouw zorgen die mijn moeder was en die inmiddels ook mijn kind is geworden. Onbetaalbaar is de blijdschap waarmee ze me binnenhaalt, ontroerend het vertrouwen dat ze

geluk

in me heeft en wonderlijk haar totale overgave. Ik laat me meenemen in de stroom, waarin ze steeds meer zorg en veiligheid nodig heeft. Er is geen tijd; de uren hobbelen langzaam voorbij. We

111

Liefde en aandacht Ik ben gelukkig nu de kinderen zoveel liefde en aandacht voor me hebben. Ze verzorgen me zo goed.

leven in het hier en nu. Voor haar is het al genoeg dat ik er bén. Als dat geen bevestiging is van de zin van het bestaan!

Het vakantiehuisje

Beste vrienden Geluk is niet iets wat ik altijd voel. Maar soms is het er op een onverwacht moment. Zomaar, opeens. Ik kan het voelen als ik een mooie lucht

We woonden in onze vakantie in een klein huisje

zie of als iemand iets bijzonders doet of tegen me

in een kastanjebos op de grens van Zwitserland en Italië. Het was een heus pannenkoekenhuisje, met een deurtje en kleine raampjes, een huisje zoals een kind het zou tekenen. Voor het huisje stond een bank met uitzicht op een weiland vol gras en bloemen, aan de rand van de wei kastanjebomen die net begonnen te bloeien. Na een periode van kwakkelweer en avonden in het huisje

zegt. Het kan me ook overvallen door iets wat mijn kleinkind tegen me zegt. Zoals laatst, toen hij zomaar zei dat opa en ik zijn beste vrienden zijn. Geluk zit vaak in kleine dingen: een lieve opmerking van mijn dochters waardoor ik besef

bij de open haard, viel plotseling de zomer over ons heen met hete dagen en zwoele nachten. We luierden overdag in de schaduw van de kastanjebomen, we wandelden langs prachtige bloemenweiden waarin de helderoranje vuurlelies bloeiden. En ’s avonds, als de dag vertrok en de nacht kwam, zat ik met mijn lief op de bank voor het huisje. Pikkedonker was het er, en we keken naar de sterren die helder aan de hemel stonden. We volgden vol enthousiasme de vuurvliegjes die na het maaien van het gras heen en weer vlogen en die sporen van licht nalieten. We dronken een glaasje, zaten daar op dat bankje alsof we er al jaren zaten en waren restloos gelukkig. Alles, maar dan ook werkelijk alles, was goed.

dat ze van me houden, me thuis voelen in mijn huis. En niet te vergeten: vriendschappen die al jaren duren.

Laat geluk Ik was gelukkig in mijn tweede huwelijk. Mijn tweede man was heel zorgzaam voor me. We maakten samen mooie reizen en hij gaf me vaak mooie cadeaus. Ik vond het geluk op latere leeftijd.

De kleine dingen Ik was gelukkig toen ik samen met mijn man onze 7 kinderen mocht opvoeden. Ondanks dat het vaak moeilijk was, genoot ik ervan om ons gezin op te bouwen in liefde. Er waren veel gelukkige momenten en die hadden vaak te maken met de kleine dagelijkse dingen.

Momenten van ... Dichter bij de dood

114

Afscheid

116

Kom niet aan mijn verdriet

117

Doortje

118

Heimwee naar moeder

120

De keerzijde

122

Die fantastische Ander

124

afscheid

114

Momenten van ...

De begrafenisstoet Als klein kind zag ik de dood voorbijgaan op straat, in de plechtige begrafenisstoet; paarden met lange zwarte kleden over hun lijven trokken de koets waar-

Een van die verhalen vertelt over Conle, een koningszoon uit de tweede eeuw, die een vrouw ziet komen in een prachtig gewaad. ‘Ik kom van het Land van

aan kransen hingen met felle letters op witte linten.

de Levenden’, zegt de vrouw. ‘Daar is geen dood en geen zonde. Er zijn eeuwigdurende feesten en we

Soms zag ik iets van de kist zelf en dat gaf een schok,

leven in grote vrede. Ga met me mee Conle, hier zit

omdat de dood dan zo dichtbij leek. Ik wilde eigenlijk weglopen maar bleef staan. Vlak achter de koets liep

je maar te wachten tussen levenloze stervelingen, terwijl levende stervelingen je uitnodigen’. Conle zei:

de familie, met zwarte kleren en soms een rouwsluier.

‘Het verlangen is over mij gekomen, maar ik hou van

Ook kinderen met een rouwband om de arm. Dan, achteraan in de stoet, en dat shockeerde opnieuw,

mijn volk’. De vrouw antwoordde: ‘Ik zie de zon al ondergaan.

zag ik mannen die gewoon hardop liepen te praten. Het shockeerde maar het luchtte ook op. Het gaf me verlof om weg te gaan. Even had ik stilgestaan bij de dood.

We zullen het Land van de Levenden bereiken vóór de nacht. Kom toch mee, want dit land verrukt de geest van iedereen die er komt. Er zijn daar alleen vrouwen en meisjes… En Conle sprong in de glazen boot en ze roeiden weg over de zee. Niemand weet waarheen ze zijn gegaan…

Het Land van de Levenden In de vroeg-Ierse literatuur gaan veel verhalen over de dood. Zij noemen het: ‘De Andere Werkelijkheid’. De Ieren keken uit over de zee en droomden van het land waar de zon ondergaat. Daar voert een boot je naar toe, een glazen boot, midden door die lange baan van avondlicht op het water.

Do not go gentle into that good night Een klein meisje ging sterven. Er werd met haar gepraat over de hemel. Nooit meer pijn, niet meer ziek. En God zou er zijn om voor haar te zorgen. Het zou er goed zijn. Uiteindelijk was ze ermee verzoend en ze zei: ‘Ik zal het fijn vinden als ik in de hemel ben, maar mag ik dan wel, heel alsjeblieft, af en toe nog een weekendje thuis komen?!’ Thuis was voor het meisje alles hier op deze aarde, de mensen, haar familie en vriendinnetjes. Zij was het levende bewijs van de dichtregel van Dylan Thomas die hij schreef toen zijn vader zou gaan sterven: ‘Do not go gentle into that good night. Rage rage against the dying of the light’.

afscheid

Dichter bij de dood

115

116

Momenten van ...

Afscheid

verlammend. Ik betrapte mezelf meer dan eens

Twee dagen geleden was ik aanwezig bij de begra-

op vreselijke gedachten. Waarom Ineke en niet dat creatuur van drie huizen verder, dat het leven

fenis van Ineke, een collega. Het was een stralend zonnige dag maar die zon werd door geen van de

van haar kinderen verziekt met haar dwingende, eisende en trainerende kunstjes? Dan schrok ik

aanwezigen opgemerkt. Dat kan ook bijna niet als

van mezelf. Ik was niet alleen kwaad, ik was ook

je bedenkt dat Ineke nog geen zestig jaar was en

bang. Want getuige zijn van de naderende dood

nog zoveel plannen had voor de toekomst. Soms komt een sterfbericht bijna binnendenderen en

van iemand die bijna even oud was als ik maakte me bang en deed me mijn eigen lijf soms achter-

dat was nu het geval. Twee maanden geleden

dochtig bekijken.

werkte ze nog, al vertelde ze toen wel dat ze zo weinig eetlust had en tegen haar zin gewicht verloor. Haar huisarts stuurde haar door naar een internist en die liet haar opnemen in het ziekenhuis. Twee weken intensieve onderzoeken leverden een soort doodvonnis op: ze had kanker in vrijwel alle vitale organen en niemand kon meer iets voor haar doen. Het is bijna niet te bevatten dat je leven in zes weken tijd uit je weg kan drijven en je daar niets tegen kunt beginnen. Dat je geen volgende lente meer zult meemaken, of de zomer, of de herfst en je met Oud en Nieuw geen vuurwerk meer zal horen knallen. Dat je je kleinkinderen niet zult zien opgroeien en je man en kinderen al moet achterlaten. Ineke meed haar bed. ‘In bed gaan de meeste mensen dood,’ zei ze. Toen de pijn onhoudbaar werd en ze akkoord

Een van Ineke’s kinderen hield tijdens de begrafenisplechtigheid een toespraak die me heel diep trof. Ze vroeg haar moeder om vanaf de plaats waar ze nu was een beetje mee te kijken bij de opvoeding van haar kinderen. En ze vroeg of haar moeder op haar wilde wachten tot ze zelf de oversteek moest maken. Ze zou haar dan nodig hebben, vertelde ze, want ze kende ‘daar’ de weg niet. Opeens zie ik in de krant allerlei rouwadvertenties van mensen van mijn eigen leeftijd. Het lijkt of mijn generatie even extra aan de beurt is. Het heeft geen nut, realiseer ik me, om me druk te maken over iets waar ik toch ook niet aan zal ontkomen. Ik weet al lang dat het leven een paradox op zich is. Maar mijn gedachten blijven momenteel toch bezig met betrekkelijkheid en zingeving. Het verwart me en maakt me onrustig. Toen ik samen met zoveel anderen bij het open

ging met morfine gleed ze gelukzalig glimlachend het leven uit. Je staat erbij en kijkt ernaar en de machteloosheid is bijna

graf stond realiseerde ik me dat de vrouw die begraven werd helemaal nog niet klaar was met het leven. Maar het leven blijkbaar wel met háár.

afscheid

Kom niet aan mijn verdriet Kom niet aan mijn verdriet het is van mij, ik koester het zorgvuldig. Het wordt niet groter en niet kleiner maar het blijft in stand. Het is de oorzaak van mijn tranen, mijn gedachten, mijn herinneringen. Ik heb het nodig om te zien hoe alles was. Het is niet groot genoeg om hopeloos te zijn, het heeft geen kans, geen toekomst. Kom nog niet aan mijn verdriet. Ik zal je roepen als ik delen wil. Loes den Hollander

117

118

Momenten van ...

Doortje Het zonlicht schijnt mooi op jou Doortje, op je zwarte habijt, op je oude gezicht met een jonge uitstraling. Heerlijk hoe we hier samen wandelen, in de herfstzon, omringd door bomen. Een gelukservaring. Ik voel je hand, je knijpt zacht in die van mij. Het is fijn bij jou te zijn! Ieder bezoek, ieder samenzijn is bijzonder. We drinken thee in de spreekkamer, rusten uit op ons houten bankje, kijken naar het licht op het water en luisteren naar de wind in het riet. Je vertelt over Afrika en over je bezoeken aan zieke mensen, hoe je door even een hand vast te houden iemand kunt helpen, gewoon door er te zijn! Het contact met de Ander is je bestaan. Je zoekt naar wat er in de ander leeft, naar wat er in jou leeft. De ontmoeting met de ander en met jezelf is mooi, omdat je het binnen laat komen, binnen in je ziel. Zo word je geraakt! En daarin ben je eerlijk. Doortje, je zegt wat je denkt, wat je voelt, zonder enige gêne, zonder beperking. Soms zo ontactisch, haast grappig. Onbevangen ben je dan, kinderlijk! En zo puur! Ik heb God gevonden, zeg je, in de mens! Doortje, we zijn bijna uitgewandeld, met je duim zet je plechtig een kruisje op mijn voorhoofd. Ik sluit even mijn ogen. Een zegen, zoals bij ieder afscheid. Het is avond geworden, een rode gloed schijnt op Huize Witven en we zwaaien tot we elkaar niet meer zien. Nu streel ik over jouw voorhoofd. Wat ben je mooi, zo zacht, zo licht, zo breekbaar. Je stem vervaagt langzaam…. en langzaam komen de zusters een voor een je kamer binnen. Rustig, betrokken, haast heilig. Het lijkt alsof de kleine slaapkamer ineens veel ruimer is. Ik denk dat wel 15 zusters rondom het bed staan, 15 nonnen boven de 75 jaar. Ik aai over je witte haren en zit naast mama op de leuning van de stoel. Buiten valt de regen op het groene veld. Ik mag je vertellen wat er gaat gebeuren. Je ontvangt ‘Het Heilig Oliesel’, het Sacrament van de Zieken. Daar sta ik dan in deze kamer vol zusters die om de beurt iets warms of iets liefs tegen je zeggen. Je kan niet meer praten en ik bedank stuk voor stuk de zusters voor hun lieve woorden. Het is haast surrealistisch. Ineens heb ik de stem van jou Doortje! Ik knik vriendelijk naar de kleine oude zusters en besef dat deze zusters ook jouw familieleden zijn. We bidden samen het Onze Vader en na afloop maak je een klein kruisje met je rechterhand. Ik kan het wel uitschreeuwen in deze stille kamer omdat het zo mooi is, zo teer, zo zacht. De zusters zingen het Salve Regina en jij beweegt je lippen. Het is jouw laatste lied. Dagboekfragment: 28 september 2003 Deirdre Beneken Genaamd Kolmer

afscheid

119

120

Momenten van ...

Heimwee naar moeder

konden uitgebreid afscheid nemen en ik mocht erbij zijn toen ze stierf. Ze is negentig jaar gewor-

Het gebeurt meestal onverwacht maar het hakt

den, wat wil ik nog meer? Meer niet, het is goed

er steeds behoorlijk in. Ik zie een vrouw van mijn

zo. Meestal, tenminste. Niet altijd. Ik kan zomaar

leeftijd lopen, gearmd met haar oude moeder. Ik

verdrietig worden als ik word overvallen door

hoor het liedje zingen waar ze zo dol op was: het

gebeurtenissen die me aan mijn moeder doen

zijn de kleine dingen die het doen. Ik hoor mezelf

denken. Ik wil plotseling weer het gevoel hebben

lachen en weet dat ik op dat moment precies lach

dat ik iemands kind ben, ik wil die moederarmen

als zij deed. Ik lijk op mijn moeder.

om me heen voelen, gewoon even minder vol-

Ik mis mijn moeder. Sinds ze dood is ben ik wees.

wassen zijn. Het hoeft niet lang te duren, het

Ooit in je leven word je een wees, als het goed

verlangen gaat vanzelf weer over. Mijn moeder

is. Ooit verlies je je ouders en hoef je je om hen

is dood, rustig maar, ik weet het wel. Ik ben het

ook geen zorgen meer te maken. Mijn moeder

er zelfs helemaal mee eens. Maar toch… het

was een eigenwijze dame, die geen hulp of enige

zou heel even mogelijk moeten zijn om haar te

vorm van bemoeienis duldde. Haar buurman

horen. De telefoon pakken, haar nummer intoet-

vertelde me dat ze regelmatig viel maar ook dat

sen, het bekende “Jáááá, zeg het eens,” horen en

ze had hem verboden daar met mij over te pra-

daar weer van in de lach schieten. Strijdjes strij-

ten. Ze was bang dat ik over een verzorgingshuis

den. Ze zou nooit iets rechtstreeks afkeuren, ze

zou beginnen en ze wilde onafhankelijk blijven

vroeg alleen: ‘Vind jij dat mooi?’ Daar kon ze me

in haar eigen huis. Ik herinner me al vanaf mijn

mee aan het stampvoeten krijgen. Maar ze stopte

vroegste jeugd haar nadrukkelijke wens om geen

me ook eens in bad, toen ik de dertig al was

ziekbed te hoeven doormaken. ‘Laat mij maar

gepasseerd. Ik kwam doodmoe en verkleumd bij

op een avond gaan slapen en niet meer wakker

haar binnen en ze nam me mee naar de bad-

worden,’ zei ze. ‘Geen vreemde handen aan mijn

kamer. Soms wil ik even geen weeskind zijn,

lijf, alsjeblieft.’

maar in bad worden gestopt. Soms heb ik heim-

Ik had het haar gegund maar ik ben ook tevreden

wee naar mijn jeugd en naar de tijd dat ik een

met wat uiteindelijk gebeurde. Ze kreeg een her-

moeder had. Mijn moeder heeft me vaak verteld

senbloeding en lag nog twee weken in het zieken-

dat zij haar eigen moeder altijd is blijven missen.

huis. Ze weigerde vocht en voeding en gaf dui-

Ik ben bang dat ik ook in dat opzicht sprekend

delijk te kennen dat het genoeg was geweest. We

op haar lijk.

afscheid

121

122

Momenten van ...

De keerzijde

Plotseling liep er een oudere man langs, die nadenkend het naambordje van Sofie bestudeerde,

Geluk bestaat niet zonder ongeluk. Dat is een

haar geboortedatum bekeek en de datum van haar sterven.

wijsheid waar ik pas achter kwam, nadat een van de ergste dingen die een mens kan gebeuren, mij

‘Uw dochter?’, vroeg hij belangstellend. Ik knikte.

was overkomen.

‘Tsjonge, zestien jaar geworden,’ schudde hij

Mijn dochter Sofie stierf op 16-jarige leeftijd aan

meewarig zijn hoofd.

een hersentumor – na acht jaar ziekte, pijn, ziekenhuizen, hersenoperaties, bestralingsbehande-

‘Ja,’ antwoordde ik kortaf. Maar hij ging niet weg.

lingen, functieverlies en revalidatieperiodes.

‘Ik ben hier vaker langsgekomen,’ vervolgde hij

Na haar dood liep ik dagenlang over de begraafplaats, de enige plek waar ik wat rust kreeg en me zelfs ‘prettig’ dood voelde tussen de doden. Urenlang staarde ik naar haar graf … Dat ze daar lag, dáár onder de grond, wie bedenkt zoiets, wat was de zin? Waarom begreep ik het niet meer? Waarom kreeg ik geen antwoord op al die oervragen van: waarom zíj en waar ze was ze nu? In een hemel geloofde ik niet, over andere dimensies had ik geen mening. Op een zaterdagochtend, toen ik weer in opperste wanhoop naar de begraafplaats was gefietst, begon ik voor de zoveelste keer de bloemen op haar graf water te geven, de grond met mijn vingers aan te harken en een paar dennenappeltjes legde ik neer in de vorm van een hart. Maar het was helemaal niets, dat geklungel bij haar graf, en het gestaar naar die rotbloemen werkte op mijn zenuwen. Dit hier was het enige wat nog over was van mijn fantastische kind en dat was dus buitengewoon weinig.

onverstoorbaar, ‘en elke keer heb ik naar dit graf gekeken, zelfs de brief gelezen die erop ligt van haar vriendinnetje.’

afscheid

123

‘Juist,’ knikte ik afwezig, maar het ontroerde me toch.

het meisje tot mijn spijt niet geïnteresseerd en andersom – als een meisje wel eens op mij viel

‘Ik zie dat u er veel zorg aan besteed, ze moet een bijzonder kind zijn geweest.’

– dan wilde ik haar niet en zocht toch naar meer, naar dat absolute gevoel van ‘dat is ze’. Maar

‘Dat was ze ook,’ zei ik en toen begon ik te huilen.

zover is het dus nooit gekomen.’

‘Ik ben jaloers op u.’ Dat zei hij opeens.

Een tijdje bleef hij nadenkend voor zich uitstaren. Toen wees hij met een in plastic verpakt schepje

‘Pardon?’ (Even dacht ik dat ik hem verkeerd had

en harkje naar een graf.

verstaan en snoot verward mijn neus.) Maar toen werd ik kwaad.

‘Daar ligt mijn broer, die is onlangs overleden. Ik woon nu nog samen met mijn zuster.’

‘Jaloers?’ vroeg ik vinnig. ‘U bent jaloers op mij?

Hij zweeg even en ik hield mijn mond.

Omdat ik op deze wrede en zinloze manier het liefste heb verloren wat ik had – mijn kind? Hou toch op, meneer…’ ‘Ja,’ antwoordde hij rustig. ‘Daar ben ik jaloers op.’ Sprakeloos bleef ik hem aanstaren. ‘Weet u,’ zei hij bedaard, ‘ik ben inmiddels al een stuk ouder en heb een redelijk comfortabel leven achter me. HBS gedaan en daarna dankzij vervolgopleidingen een goede baan gehad, zodat ik me materieel alles kon veroorloven, waar mijn ouders vroeger slechts van konden dromen. Maar uiteindelijk heb ik niets.’ ‘O?’ ‘Ik ben namelijk altijd alleen gebleven,’ vervolgde hij peinzend. ‘Omdat ik helaas nooit de ware heb ontmoet, ook al heb ik daar vaak genoeg mijn best voor gedaan….’ ‘Juist ja,’ knikte ik opgelaten. ‘Maar goed,’ haalde hij even zijn schouders op,

‘Maar het is altijd aan me blijven knagen,’ pakte hij de draad weer op, ‘dat ik in dit leven nooit onvoorwaardelijk heb liefgehad.’ Opeens zag hij er aangedaan uit. ‘U moest eens weten hoe verschrikkelijk ik dat heb gevonden, dat ik de liefde, vooral van en voor mijn eigen kinderen, nooit heb gekend…’ ‘Oké, dat zal best. Maar het is wel een hoge prijs, als je zulke liefde ook weer kwijtraakt.’ Nijdig schopte ik een paar kiezels weg. ‘Het heeft mijn hart gebroken.’ De oudere man zweeg. Keek lang naar het graf van Sofie. Toen rechtte hij zijn rug. ‘Mevrouw, ik ben maar een simpele ziel en ik hoop heus dat ik de juiste woorden gebruik. Maar ik wil u dit toch zeggen. Ik had het ervoor over gehad, ook het verlies. U hebt de onvoorwaardelijke liefde gekend. En dat beschouw ik als de hoogste vorm van geluk die ons in dit leven ten

‘verstokte romanticus als ik ben, moet de ware ook echt de ware zijn, ik weiger daar concessies in te doen. Dus als ik al eens verliefd was, bleek

deel kan vallen….En daarom,’ hij raakte even meelevend mijn arm aan, ‘ben ik toch jaloers op u….’

124

Momenten van ...

Die fantastische Ander Lopend, In mezelf gekeerd Mijmer ik over het leven Alle rust, met de omgeving en in mezelf Die balans Soms zo slopend Zo naar buiten gericht Scheldend over de dagelijkse gang Alle stress, met de omgeving en in mezelf Die disbalans Mijn koude huid, Mijn kloppende knie, Het gemis van thuis Het gevoel “Het komt nooit meer goed”

En dan ineens Realiseer ik me: Ik ben helemaal niet alleen Er zijn mensen En die, als met de handen ineen Zorgen samen voor mij Door een woord, door een steuntje Door begrip en respect. En deze ware ontmoetingen Maken dat ik Lopend, In mezelf gekeerd Mijmer over het leven Alle rust vindt met de omgeving en met mezelf Die balans Peter Westerhof

afscheid

125

Dankwoord Momenten van ... is ontstaan dankzij de verhalen, de teksten en de beelden van mensen die hun ervaringen uit het verleden ‘levend’ hebben laten worden. Zij hebben hun verhalen over vroeger verteld en ieder gedicht, verhaal of foto is onderwerp geweest van een intense ontmoeting. Het verleden is gaan leven dankzij de inzet van deze mensen. Dank aan iedereen die heeft meegewerkt, voor alle mooie momenten van ... Connie Aerts Marina van Ast Liedy Beneken Genaamd Kolmer-Vrensen Marjan Berk Jan Bisschops Von en Niek Bruynzeel Nicky de Cock José Franssen Lena van Gastel Marit Hofland Hans Houweling Marjon Jens Frans Jespers Thea Kras-van Staveren Edgar van de Laak Els Lugtigheid-Bekker Familie Luif Zr. Leonardine van der Meulen Gerrie Mommers Lies Rottier Tom Snakkers Jan Terlouw Corry Weerstand Peter Westerhof

Foto’s Fotocollectie Annelies Bast: p. 1, p. 6, p. 9, p. 11 (rechts), p. 17, p. 18-19, p. 24, p. 33, p. 34, p. 38, p. 39 (rechtsboven en rechtsonder), p. 44 (onder), p. 45 (links en rechtsboven), p. 46 (linksboven en linksonder), p. 51, p. 57, p. 79, p. 80 (boven), p. 84 (rechtsboven en onder), p. 85, p. 87-88, p. 90-91, p. 97, p. 102, p. 104, p. 106-107, p. 113-115 Fotocollectie Deirdre Beneken Genaamd Kolmer: p. 41 (Mugs & Muffins, Tilburg), p. 108, p. 110, p. 116, p. 119 Fotocollectie Liedy Beneken Genaamd Kolmer-Vrensen: schutblad, p. 11 (links), p. 22-23, p. 28-31, p. 37, p. 46 (rechtsonder), p. 63-67 Jan Bisschops: p. 77 Fotocollectie Loes den Hollander: p. 44 (boven), p. 45 (rechtsonder), p. 47, p. 49, p. 55, p. 58-59, p. 95, p. 121 Fotocollectie Gerrie Mommers: p. 21, p. 26, p. 32, p. 35 (linksonder), p. 93, p. 98-101 Hollandse Hoogte: p. 69 (Vincent Mentzel) iStockphoto: p. 12, p. 15, p. 16, p. 20, p. 48, p. 54, p. 56, p. 71, p. 83, p. 94, p. 105, p. 112, p. 122, p. 125 Nico Jankowski: p. 39 (linksonder) Leida van de Lest: p. 61 (privé-archief) Ben van Meerendonk/AHF, collectie IISG, Amsterdam: p. 10, p. 25, p. 35 (rechtsboven en rechtsonder), p. 40, p. 53, p. 80 (onder), p. 84 (linksboven) Connie Simonis: p. 60 (privé-archief) Spaarnestad Photo, Haarlem: p. 50, p. 68 (Ton Nelissen), p. 70, p. 76 (Smits), p. 81 (NA/ANEFO) Jan Terlouw: p. 13 (privé-archief)

Over de auteurs Dr. Deirdre Beneken genaamd Kolmer is senioronderzoeker in de familiezorg aan de Universiteit van Tilburg (Tranzo). Daarnaast werkt zij als senioradviseur en gezinstherapeut in de gezondheidszorg voor het Expertisecentrum Familiezorg en de Familie Academie. Als gastdocente is zij verbonden aan het UMC Radboud, STOC en Hogeschool van Amsterdam. In voorgaande jaren heeft zij in de kinder- en jeugdpsychiatrie gewerkt en in rehabilitatiecentra in India. Als pedagoge is ze gespecialiseerd in opvoedingsfilosofie. Onlangs is haar boek: De kunst van het ontmoeten, verschenen.

Loes den Hollander was tot medio 2006 werkzaam als directeur van een zorginstelling. Nadat zij deze carrière had beëindigd, debuteerde ze als auteur van literaire thrillers en verschenen van haar de boeken Vrijdag, Zwanenzang, Naaktportret, Broeinest en Dwaalspoor. Inmiddels is ook haar verhalenbundel Loslaten verschenen. www.loesdenhollander.nl

Annelies Bast werkt sinds 1990 als grafisch vormgever. Direct na haar studie kunstgeschiedenis begon ze op de studio van reclamebureau DDB. Na een paar jaar bij Will van Sambeek & Cie, starte ze in 1998 haar eigen bedrijf, Werktitel. Ze werkt voornamelijk voor uitgeverijen, waaronder Boom, Hogrefe Uitgevers en Thema. Voor het boek Momenten van ... is zij verantwoordelijk voor het beeldmateriaal.