140 13 612KB
Dutch Pages 73 [84] Year 2011
Verloren kinderen na scheiding door
Gerard Wouters
1e druk juli 2011 2e druk augustus 2012 3e druk juli 2019 4e druk november 2019 ISBN E-BOEK: 978-94-6217-243-2 ISBN LUISTERBOEK: 978-94-6217-244-9 Uitgever: Davey Jones Publishing, Prinsenbeek, The Netherlands. (Imprint van ClusterEffect). Omslagontwerp: Gerard Wouters Copyright © 2011, Taoïstisch Gezondheidsinstituut - Gerard Wouters, Beverwijk, The Netherlands www.taoistisch.nl Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm, internet of op welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
Een waar gebeurd verhaal over de onmogelijke strijd van een vader om zijn kinderen te mogen zien en zijn ontwikkeling tot een autoriteit op het gebied van scheidingen en het PAS syndroom
Voorwoord Mannen die hun kinderen niet mogen zien, noemen wij in Nederland “Dwaze Vaders”. Er zijn heel wat Dwaze Vaders in Nederland ook al hoor je er maar zelden iets over. Natuurlijk lezen we dingen in de krant zoals vaders die hun ex en daarna hun kinderen vermoorden en vervolgens de hand aan zichzelf slaan. En wat te denken van vaders die hun kinderen ontvoeren? Dit zijn natuurlijk vreselijke berichten, maar niemand hoort ooit het werkelijke verhaal achter zo een drama. Diverse zogenaamde deskundige psychiaters en buitenstaanders roepen dan direct dat zo iemand psychisch gestoord is en een mentale afwijking heeft, maar is dat wel echt zo? Weet je, ik zou dat soort mensen graag direct een enorme draai om hun oren geven, want wat men zich geheel niet realiseert is dat ik ook bijna zo een “gestoorde” was omdat ik ook diverse keren in het verleden op dit punt in mijn leven gestaan heb! Ben ik dan ook gestoord? Denk het niet. Ik ben namelijk Niranam psycholoog en therapeut en een autoriteit op mijn vakgebied, en heb al tweeëntwintig jaar een goed lopende praktijk, een IQ van 142 punten, geef lezingen en workshops en ben auteur van diverse boeken. Ik durf zelfs nog veel verder te gaan, op dit moment ben ik één van de heel weinige echte deskundigen op dit gebied daar ik het allemaal zelf heb moeten meemaken om het te geloven en vooral om het te begrijpen. Bovendien heb ik inmiddels vele jaren ervaring met de behandeling van kinderen en volwassenen die de dupe geworden zijn van een scheiding. Met dit boek wil ik graag mensen informeren over hoe arrogant en ondeskundig er wordt om gesprongen met kinderen en hun vaders in Nederland. Ik wil een stem zijn voor al die vaders die zich in mijn verhaal
herkennen en een voorbeeld van hoe je daar sterker uitkomt. Tevens wil ik graag de moeders laten weten wat ze allemaal teweeg brengen met hun egocentrische gedrag en wat de schade is die kinderen oplopen door hun zielige wraakzucht gericht op de ex partner, in negentig procent van de gevallen de vader. En dit allemaal met de medewerking en goedkeuring van de jeugdzorg en de vele blijkbaar wereldvreemde kinderrechters in Nederland. Heel misschien is dit ook nog een goede handleiding voor de vele kinderrechters in Nederland over hoe het dus niet moet. Wat er allemaal achter hun rug om gebeurt en hoe allerlei zaken worden verdraaid, gesaboteerd en er soms keihard gelogen wordt zogenaamd in het belang van het kind. De enigen die er echt wijzer van worden zijn de advocaten. Voordat ik mijn verhaal begin even een paar cijfers zodat je een beeld krijgt van de omvang dit van probleem in Nederland. Het is intussen een enorme grote groep mensen en kinderen geworden door de ondeskundigheid waarmee hiermee wordt omgegaan. Elk jaar en al meer dan 50 jaar lang zijn ongeveer 65.000 kinderen per jaar de dupe van het uit elkaar gaan van mensen. Uit onderzoek blijkt dat in 54 procent van de gevallen deze kinderen hun vader nooit meer zien. Dat zijn de werkelijke cijfers die er niet om liegen. Doordat deze kinderen niet de juiste behandeling en begeleiding hebben gekregen van jeugdzorg en de Raad van de Kinderbescherming is dit een door de jaren onzichtbare nationale ramp geworden. Het feit dat vrijwel geen enkele hulpverlener op de hoogte is van de geestelijke schade die een kind daardoor oploopt en niemand weet hoe je dat behandelt is daar debet aan. Je ziet dan dat deze kinderen vaak behandeld worden voor seksueel misbruik wat nooit heeft plaatsgevonden. Het wordt dus tijd dat iemand eens het werkelijke verhaal gaat vertellen over hoe er wordt omgesprongen met kinderen en vaders, zogenaamd in het belang
van het kind. Dit is mijn verhaal!
1. De beslissing Dit verhaal begint in 1993. Op dat moment woon ik al bijna negen jaar samen met mijn vriendin Jolanda en onze dochters Patricia van vier en Natascha van een paar maanden oud. De relatie is al een paar jaar niet meer wat het hoort te zijn en ik begin mij steeds meer af te vragen of het nog wel goed gaat komen. Ben al twee jaar bezig om haar te laten inzien dat ik mij niet gewaardeerd voel en geen enkele aandacht meer van haar krijg. Al haar aandacht gaat naar de kinderen en het huishouden en dat is voor mij gewoon niet goed genoeg. Het voelt alsof ik slechts goed was om de kinderen te maken en voor de opvoeding te betalen, meer niet. Ik trek mij dan ook regelmatig terug op het door mij ingerichte zolderkamertje waar ook mijn computer staat, maar blijkbaar snapt ze niet waarom. Ook ga ik regelmatig weg met mijn platonische vriendin Helena, iemand die ik al vele jaren ken. Met haar bespreek ik ook mijn situatie en vraag mij af of ik nou zo veeleisend ben, of dat de relatie gewoon niet meer klopt voor mij. Ik ben in 1991 begonnen met een opleiding voor boekhouder en daardoor heb ik geestelijk een behoorlijke ontwikkeling doorgemaakt, maar helaas is Jolanda daarin niet mee gegroeid. Dat merk ik vanaf dat moment steeds meer en dat wordt steeds vaker een probleem voor mij. Steeds weer probeer ik met haar te praten en haar te stimuleren om de krant eens te lezen of het nieuws eens te kijken zodat ze weer een beetje contact krijgt met de buitenwereld, maar helaas tevergeefs en in 1993 begint mij dat aardig op te breken. Natuurlijk ga ik het niet zomaar opgeven en vooral niet omdat we nu wel
samen twee kinderen hebben. Het wordt echter steeds moeilijker voor mij om haar te bereiken, het lijkt wel alsof wij in twee verschillende werelden leven en dat valt mij erg zwaar. Ook het feit dat ik in de ogen van haar ouders absoluut niet goed genoeg ben voor hun dochter helpt natuurlijk niet echt. Al bijna negen jaar word ik vernederd, gemanipuleerd en constant afgekeurd door haar ouders. Hun reden hiervoor is blijkbaar dat ik steeds van baan wissel. Dat ik daardoor steeds beter werk krijg en meer salaris, schijnen ze gewoon niet te willen snappen. Helaas krijg ik daarbij ook geen enkele steun van Jolanda. Ze zit er maar wat bij en zegt er niets van. Daar word ik soms erg boos over. Van je eigen vriendin mag je toch wel verwachten dat ze voor je opkomt? Haar vader is een mislukte ingenieur die alles beter denkt te weten, maar bij het inrichten van de kinderkamer spontaan vergeet dat een commode open moet kunnen om de luiers eruit te halen. Het feit dat ik hem steeds vertel dat de indeling die hij per se wil niet mogelijk is, weerhoudt hem er niet van om toch zijn zin door te drijven en de commode aan de voet van de hoogslaper van Patricia te zetten met de deuren naar het bed toe gericht. Op mijn vraag of hij dan even een luier uit de commode wil pakken snapt hij pas dat de deuren op deze manier niet open kunnen! Een erg domme actie van een ingenieur. Haar moeder is een oud ABN AMRO medewerkster die afgekeurd thuis zit en een vreselijke claimmoeder. Ze belt haar dochter wel drie keer per dag en die gesprekken gaan echt helemaal nergens over! Hoe vaak heb ik al niet gevraagd aan Jolanda of dat niet wat minder kan, maar natuurlijk zonder enig resultaat. Ze is een koppige stier qua sterrenbeeld. En bezitterig bovendien. Het huis waarin wij op dat moment wonen, in de wijk Slotermeer in Amsterdam, is helemaal met witte meubels ingericht. Het lijkt wel een ziekenhuis en ik heb mij daar ook nooit echt thuis gevoeld. Jolanda vindt het allemaal wel mooi. Dan is er ook nog de “camping”. Haar ouders hebben een stukje land gekocht op een coöperatieve camping met daarop een grote stacaravan. We moeten daar in de zomer verplicht elk weekend naartoe en dan blijven we er ook nog slapen! Op een gegeven moment trek ik dat gewoon niet meer en vertel haar
dat ze voortaan maar alleen moet gaan. Ik heb daar echt helemaal niets op die camping. Bovendien word ik daar constant in het gezelschap van haar ouders geconfronteerd met hun afkeuring voor mij als persoon. Ik ben dat na al die jaren spuugzat! Ik kan nooit iets goed doen in hun ogen, dus verdwijn ik maar. Dat scheelt mij in elk geval veel stress. God, ik begin mij steeds meer te realiseren dat ik mij nog nooit zo eenzaam gevoeld heb in mijn leven, en dat terwijl ik samenwoon met een vriendin en twee kinderen. Volgens de onderzoeken hoor je daar gelukkig van te worden, maar ik word steeds ongelukkiger bij de gedachte dat dit nog jaren kan duren. Als ik daaraan terug denk dan word ik nu nog steeds depressief. In januari van 1994 ben ik na veel gesprekken met Helena eindelijk tot de conclusie gekomen dat ik alleen gelukkiger ben dan samen met Jolanda en de kinderen. Op een vrije middag besluit ik Jolanda te vertellen dat ik er mee stop. Die middag heeft Patricia zwemles in het buurthuis in Slotermeer en Jolanda is heel verbaasd dat ik daar ineens verschijn. Blijkbaar voelt ze wel dat er iets mis is want ze vraagt constant wat er is. Ik zeg dat we straks even moeten praten als we thuis zijn. Waarop zij reageert met “je wilt er zeker mee stoppen hè?” Ik had het zeker niet hier midden in het zwembad willen vertellen, maar die koppige stier blijft mij constant maar vragen wat er dan is waarop ik uiteindelijk maar toegeef dat ik er mee stop. Ik trek het niet meer, ben niet meer gelukkig. Ik heb er twee jaar iets van proberen te maken, maar ik zie het gewoon niet beter worden. Daarop blijft het stil totdat we thuis zijn. Thuis gaan we verder alsof er niets aan de hand is totdat ’s avonds de kinderen in bed liggen. Dan vraagt ze mij of ik het niet nog eens wil proberen, maar dat doe ik al twee jaar en het heeft nog helemaal niets opgeleverd. Daarna wordt ze boos en beschuldigt mij ervan vreemd te gaan met Helena. Zulke grote onzin heb ik nog nooit gehoord! Daarna volgt er een enorme huilbui, die mij tot mijn stomme verbazing eigenlijk compleet koud laat. Ik sta zelf verbaasd hoe weinig ik nog voor haar voel op dat moment en zeker nadat ik jarenlang enorm van haar gehouden heb
en haar als een prinses behandeld heb. Niettemin vind ik het niet meer dan normaal dat ik haar troost, maar meer ook niet. We besluiten om samen te blijven totdat ik een ander huis gevonden heb, maar dat duurt helaas niet al te lang. Het feit dat ik vanaf het moment dat ik haar verteld heb dat ik ermee stop gewoon mijn eigen leven leid kan ze blijkbaar niet begrijpen. Dus ik moet maar weggaan. Waar naartoe vertelt ze er natuurlijk niet bij. Ja daar sta je dan, en nu? Gelukkig biedt Helena mij aan om dan een korte tijd bij haar in te trekken. Zij kan wel wat gezelschap gebruiken, haar vriendje heeft het net uitgemaakt en aangezien ik altijd degene ben die haar weer “opraap” na zo een drama, vindt ze het wel fijn om mij een tijdje bij haar in huis te hebben. Dus een paar dagen daarna verhuis ik naar Helena, natuurlijk na de nodige huilbuien van Jolanda waarin ik beloof regelmatig langs te komen voor haar en de kinderen. Dan is het tijd om de auto vol te laden en te vertrekken naar Helena die in de Amsterdamse Jordaan woont. Onderweg krijg ik het zelf ook te kwaad en laat de tranen flink stromen. Toch voelt het ook als een enorme opluchting. Ik hoop dat ik nu weer gelukkig word. Bij Helena thuis aangekomen en na de heleboel uitgeladen te hebben krijg ik een kopje thee en barsten ook bij mij de tranen weer los. Het voelt als een mislukking van de relatie om op te stappen, maar ik weet ook heel goed dat ik geen andere keuze meer heb als ik ooit weer gelukkig wil worden. Niettemin merk ik toch dat ik Jolanda en de kinderen nu al mis. Wat een dubbel gevoel, ik weet niet goed wat ik ermee moet. Die avond spreek ik met Helena af hoe we het een en ander financieel doen. Dat lijkt geen probleem te zijn. Slapen wordt een stuk lastiger. Ik slaap op een matrasje naast het bed van Helena, hoewel je dat eigenlijk geen slapen kan noemen. Ik kan mijn draai niet vinden.
De volgende dag worden we tegelijkertijd wakker en begint de eerste dag zonder Jolanda en de kinderen. Eerst maar eens een douche nemen. Dat wordt wel even wennen in dat kleine badkuipje met dat verschrikkelijke gordijn wat constant aan mijn lijf blijft plakken. Het voelt net als “c(r)amperen”. Na een aantal dagen begint het te wennen. Elke dag als ik thuis kom van mijn werk dan eten we en maken vervolgens een flinke wandeling in het dorp waar de ex van Helena woont. Waarom doet iemand zichzelf dit toch aan? Na een aantal dagen begin ik langzamerhand een beetje te “krimpen”. De weegschaal geeft aan dat ik al flink wat kilo’s aan het kwijtraken ben. Dat is nog eens een onverwachts gunstige ontwikkeling! Ik heb dan geen last meer van vreetstress en dat merk ik altijd meteen aan mijn lijf. Na een week sta ik ’s morgens in de badkamer en komt Helena naakt binnen zoals dat gewoon was, maar dit keer valt ze huilend in mijn armen. Ik troost haar een beetje en probeer ondertussen mijn erectie even opzij te duwen want die zit een beetje klem tussen onze lijven. Ja, ik ben natuurlijk ook maar een mens en Helena heeft werkelijk een prachtig lijf met grote borsten erop. Ik zou wel een rare vent zijn als mijn lijf daar niet op zou reageren, maar ik probeer het gewoon te negeren want ze is niet MIJN vriendin en bovendien nog heel verdrietig over het beëindigen van haar relatie anders zou ze niet zo ‘s morgens huilend in mijn armen vallen. Dus ik doe daar verder niks mee, laat haar uithuilen en daarna ga ik verder met aankleden. Dit zelfde gebeurt de dagen daarop nog een paar keer zowel ’s morgens als ’s avonds. Na een paar weken logeren bij Helena heb ik afgesproken met Jolanda. Die is blijkbaar erg blij om mij te zien en ik eigenlijk ook wel tot mijn verbazing. Die avond hebben we eigenlijk voor het eerst sinds jaren weer een goed gesprek. Dat wil zeggen dat ik nu, na al jaren met haar te praten, eindelijk eens het gevoel krijg dat ze ook echt hoort wat ik zeg. Ik vertel haar dat ik dit heel erg gemist had. Ik kon haar eindelijk vertellen wat ik haar al jaren probeerde te vertellen dat ik gewoon meer aandacht wilde hebben en af en toe eens wat waardering voor wat ik allemaal deed voor hen. Tot mijn verbazing antwoordde zij daarop “Ik heb al die jaren alleen maar gedacht dat je meer seks wilde.” “Maar dat was helemaal niet wat ik je tijdens al die gesprekken verteld heb”
zei ik! We kletsen een tijdje en daarna vertelt ze mij dat ze een nieuw badpak heeft gekocht. Dat moet ik natuurlijk zien en je snapt het waarschijnlijk al, daarop volgt een heftige vrijpartij. Shit, ik wist niet meer dat zij zo hartstochtelijk kon vrijen. Dat was al jaren niet meer op deze manier gebeurd tussen ons. Toch voelde dit niet als een reden om het opnieuw met haar te proberen, de schade aan de relatie was te groot. Bovendien ben ik twee jaar lang bezig geweest om te proberen de relatie nieuw leven in te blazen en dat maak je niet even goed met één leuke avond. Dat is gewoon niet genoeg. Het was al te laat, maar ik hield natuurlijk nog wel van haar. Als ik later weer bij Helena thuiskom is ze eigenlijk een beetje jaloers op mijn avond. “Het is echt niet alsof ik dat gepland had hoor”! Ik stond er zelf ook zeer verbaasd over wat er gebeurd was die avond. Jolanda heeft mij gewoon verleid! Iets wat al jaren niet meer gebeurde. Vervolgens ging het leventje bij en met Helena weer verder. Ondertussen heb ik een paar dagen de tijd genomen om mij in te schrijven bij diverse woningbouw verenigingen voor een huisje. Na ongeveer anderhalve maand bij Helena gewoond te hebben kreeg ik een huisje aangeboden op de Hoofdweg in Amsterdam. Ik ben het samen met Helena gaan bezichtigen en vond daar een bejaard echtpaartje dat al negenenveertig jaar op dat adres woonde. Piet en Tina. Het klikte meteen tussen ons en we zijn daarna nog regelmatig bij hen op visite geweest in hun nieuwe woning, erg gezellig! Een paar dagen daarna heb ik weer afgesproken met Jolanda en de kinderen. Dit keer wilde ze dat ik bleef slapen. Dus ik Helena maar gebeld dat ik die avond niet thuis zou komen. De volgende morgen was Patricia heel blij verrast om te zien dat ik er nog was en vroeg ze of ik nu zou blijven. Dat ging natuurlijk niet en ik voelde me even niet meer zo lekker. Ik wilde haar natuurlijk geen valse hoop geven dat haar papa en mama weer bij elkaar gingen komen. Ik was tenslotte niet voor niets weggegaan. Een paar dagen daarna kreeg ik de sleutels van mijn nieuwe huisje en begon het schilderen en behangen. Nadat ik goed en wel ingericht was heb ik
Jolanda en de kinderen het huisje laten zien, maar Jolanda was blijkbaar niet zo blij. Nu werd het haar toch wel pijnlijk duidelijk dat ik echt niet terug zou komen bij haar en de kinderen. Vanaf dat moment liep het ineens niet meer zo lekker tussen ons. Op 27 augustus 1994 ga ik Patricia halen. We gaan we eerst naar Peter, een vriend van ons, en van daaruit naar de kermis in Haarlem. Als laatste gaan we die dag naar de bioscoop. In mei van 1994 hadden we besloten om toch maar afspraken te maken over een omgangsregeling voor Patricia. Natascha kreeg ik niet mee. Die regeling ging een paar keer goed totdat ik een andere vriendin kreeg, Corry. Toen was het feest ineens over. Ik heb Corry, een stevige dame, ontmoet toen ik mij ging inschrijven bij het stadhuis waar zij werkte. Ik was daar met Helena om mijn verhuizing naar de Hoofdweg door te geven en we werden geholpen door Corry die daar op dat moment werkte. Dat klikte en dat was voor Helena blijkbaar een reden om ons maar aan elkaar te koppelen en een afspraakje voor ons te regelen. Het voelde een beetje alsof ze op deze manier van mij af probeerde te komen omdat ik tot op dat moment nog bij haar woonde, maar goed ik heb een afspraakje gemaakt met Corry en we zijn naar de film geweest en hebben daar een leuke avond gehad en aan het einde daarvan beetje gezoend. Voelde wel een beetje onwennig en eigenlijk was Corry helemaal mijn type niet, maar ik was erg blij met een beetje aandacht en dat was het begin van de relatie met Corry, waar ik al binnen een week mee ging samenwonen. Zoals je begrijpt ging toen de relatie met Jolanda helemaal richting het vriespunt. Zeker toen Patricia op 2 september 1994 een nachtje bij mij mocht blijven slapen en ik Corry en haar dochter Daphne daarin betrok. We hebben die dag de verjaardag van Patricia gevierd die op 6 september jarig was. Patricia heeft het heel leuk gehad en gespeeld met Daphne. Ik had een hele grote speelgoedboot voor haar gekocht en daar zijn ze samen mee aan de slag gegaan. Het was voor Daphne wel even wennen om mij te moeten “delen” met Patricia, omdat ze mij tot dan toe helemaal voor zichzelf had. Ik woonde
immers bij hen. Toen de twee kinderen naar bed moesten vroeg Patricia uit zichzelf of ze bij Daphne in bed mocht slapen. Daar had ik geen probleem mee. Jolanda ging echter helemaal uit haar dak toen ze hoorde dat ik “haar” dochter kennis had laten maken met Corry en haar dochter. Ik kreeg Patricia vanaf dat moment met steeds meer moeite van haar mee Tot begin november want toen was het afgelopen. Ik moest maar naar het huis van Jolanda komen om Patricia en Natascha daar te zien. Dat voelde echt heel raar en zeker omdat ik die paar keer dat ik dat gedaan heb onder “toezicht” stond van Jolanda en haar nicht die daar plotseling op de bank zat als een politieagentje. Dat was ik na twee keer dan ook zat en zei dat ik daar niet meer aan mee wenste te werken en gewoon een omgangsregeling met Patricia en Natascha wilde, ik was tenslotte toch geen crimineel!. Dat bleek achteraf een enorme vergissing van mijn kant, want zo werd ik wel ingeschat door Jolanda en haar nicht en later ook zo behandeld door de Raad van de kinderbescherming, maar daar kom ik later nog op terug. Uiteindelijk volgde het onvermijdelijke, Jolanda wenste niet mee te werken aan een normale omgangsregeling en dus werden de advocaten ingeschakeld. Op 10 november 1994 werd mij door de rechter, op verzoek van Jolanda, het ouderlijke gezag afgenomen en werd ik vanaf dat moment toeziend voogd. Dat kan dus zomaar in Nederland en je hebt er als vader niets over te vertellen. Ook werd er een convenant gemaakt met daarop afspraken over een omgangsregeling, die echter nooit werd uitgevoerd omdat Jolanda daar niet aan wenste mee te werken! Als argument werd daarbij gebruikt dat Patricia slecht sliep en angstgevoelens had ten opzichte van mij. Een smoes die heel vaak gebruikt wordt in omgangszaken zo blijkt achteraf. Daarbij wordt gewezen op wat er een aantal weken daarvoor gebeurd is toen ik Patricia weer niet meekreeg van Jolanda. Patricia wilde zogenaamd niet met mij mee volgens Jolanda, maar daarmee
nam ik geen genoegen en zei dat ik dat van Patricia zelf wilde horen. Die kwam naar beneden en heeft daar vervolgens haar moeder nagepraat. Daarop heb ik in mijn boosheid de buitendeur dichtgegooid en dat leverde een kapot raam op. Natuurlijk was dat niet slim, maar ik ben wel een mens en ook nog een vader die zielsveel van zijn kinderen houdt. Bovendien was er op 12 november 1994 ook een moment waarop Patricia eerst zei dat ze niet mee wilde, maar toen Jolanda in de keuken was trok ze heel snel haar jas van de kapstok en zei tegen mij dat ze maar een grapje maakte en wel meewilde. Daarop rende Patricia snel de trap af om met mij mee te gaan. Haar moeder riep dat ze dat niet wilde, maar Patricia zat al in de auto en ging niet meer naar boven. Jolanda eiste dat ik haar om twaalf uur zou terugbrengen, maar het was al half twaalf dus daar ging ik natuurlijk niet mee akkoord. Toen werd het dus twee uur ‘s middags. Ik heb, om van het gezeur af te zijn en toch mijn dochter nog even te kunnen zien, daarmee ingestemd. Toen ik haar weer thuis bracht mocht ik blijven eten en dacht ik dat alles weer goed was, maar dat bleek achteraf toch niet zo. Dat was ook direct de laatste keer dat ik haar meekreeg en gezien heb. De gedachte dat ik mijn dochters nooit meer zou zien, wat duidelijk de intentie van Jolanda was, maakte mij buitengewoon boos. Daarna was praten geen optie meer. Ze wilde mij mijn dochters afnemen en daar kon ik natuurlijk niet mee akkoord gaan. De paniek sloeg toe bij mij. Op 16 november 1994 bel ik met Jolanda en krijg tot mijn grote verassing Patricia aan de lijn. Er volg een leuk gesprek en, nadat ik vraag of ik Jolanda aan de lijn kan krijgen, volgen een paar kusjes van Patricia door de telefoon. Ik vraag aan Jolanda of zij met de kinderen op 2 december 1994 naar mijn werk wil komen, omdat dan met het hele bedrijf het Sinterklaasfeest wordt gevierd waarbij iedereen zijn kinderen meeneemt die dan ook een paar cadeautjes krijgen. Ik moet dit opgeven aan degene binnen het bedrijf die dit organiseert. Jolanda belooft dat ze er zal zijn met de kinderen.
Op 25 november 1994 krijg ik een brief van de advocaat van Jolanda met het verslag van die bewuste 12 november. Hierin wordt gesteld dat ik nadat ik Patricia had thuisgebracht, maar gewoon ben blijven “zitten.” PARDON! Ze heeft mij zelf gevraagd of ik wilde blijven eten. En nu heb ik mezelf opgedrongen en had Jolanda liever gewild dat ik wegging? Daar snap ik helemaal niets van. Ook wordt in de brief even vermeld dat ik niet meer langs moet komen omdat ze rust wil voor Patricia, een smoes die heel vaak gebruikt wordt in dit soort rechtszaken om van een omgang af te komen leer ik helaas achteraf. In de brief staat ook dat Jolanda op advies van de school een afspraak heeft gemaakt met het RIAGG en dat ze best wil meewerken aan een omgangsregeling, wat een keiharde leugen blijkt achteraf. Er is dus werk aan de winkel voor mijn advocaat, die meteen een brief stuurt en de feiten en omstandigheden in dit verslag van 12 november 1994 naar de prullenbak verwijst. Op 2 december 1994 zit ik om vier uur op mijn werkplek met smart te wachten totdat Jolanda met Patricia arriveert, maar natuurlijk tevergeefs. Een half uur voordat het feest op mijn werk zal losbarsten, belt ze mij op dat ze niet kan komen omdat plotseling haar ouders voor de deur staan en daarom wil Patricia niet meer mee. Wat een rotstreek! Natuurlijk is dit helemaal niet zo toevallig gebeurd, ze belt tenslotte drie keer per dag met haar moeder en dit is natuurlijk de perfecte manier om mijn kind bij me weg te houden. Zo werkt dat dus als je uit elkaar gaat. Wat achterbaks! Daar zit je dan met je goede gezicht, ik kan wel janken. Iedereen is er met zijn kinderen en ik zit voor paal te wachten op kinderen die niet komen. Met ook nog de cadeautjes die ik zelf gekocht had voor de kinderen. Ik heb nu absoluut geen zin in vragen van mijn collega’s waar mijn kinderen zijn omdat ik het dan zeker niet droog ga houden en “sluip” daarom het bedrijf maar uit, mijzelf doodschamende omdat ik geen kinderen te zien krijg of bij me heb.
De volgende dag ga ik naar het huis van Jolanda en de kinderen om dan maar mijn eigen cadeaus af te geven en zo te laten zien dat ik wel aan hen gedacht heb. Maar ondanks dat ik duidelijk kan zien dat ze wel thuis zijn blijft de deur gesloten. Ik bel daarom maar bij de buren aan die de portiekdeur voor mij open doen. Vervolgens zet ik de cadeaus voor de huisdeur neer en vertrek weer naar Amsterdam Noord waar ik met Corry en Daphne woon op dat moment. De week ervoor had ik de school van Patricia nog gebeld om te vragen hoe zij erbij komen om mijn dochter door te verwijzen naar de RIAGG en waarom. Daar wenst men mij geen antwoord op te geven en krijg ik de boodschap dat ik dat maar met mijn ex moet uitzoeken. Ik dacht dat je als vader recht had op informatie, maar daar blijkt in de praktijk niemand zich aan te storen! Ook als ik hen daarop wijs krijg ik geen ander antwoord. Je wordt er gewoon moedeloos van overal vind je als man een dichte deur wanneer je uit elkaar gaat! Ik voel me net een crimineel zoals ik nu behandeld word en dat heb ik echt niet verdiend! Er zit dus niets anders op dan de rechter maar in te schakelen want dit heen en weer sturen van briefjes met haar advocaat heeft toch geen enkele zin. Jolanda weigert pertinent mee te werken aan een omgangsregeling en wordt door iedereen geholpen om mij de kinderen af te nemen en ze vooral bij mij uit de buurt te houden. Onvoorstelbaar dat dit in Nederland mogelijk is denk ik bij mijzelf, niet wetende dat dit nog maar het topje van de ijsberg is met betrekking tot de tegenwerking die ik nog ga ondervinden in deze zaak. Gelukkig heb ik thuis Corry en Daphne die wel erg blij zijn om iemand te hebben die hun behandelt zoals dat hoort en waar ik een beetje troost en steun kan vinden in deze idiote en voor mij buitengewoon frustrerende situatie. Vooral Daphne is erg blij om een echte vader in huis te hebben omdat haar eigen vader nauwelijks naar haar omkijkt. Op 12 december 1994 krijg ik een briefje waarin mij medegedeeld wordt dat Patricia bij het RIAGG geweest is en dat de omgangsregeling - die er helemaal niet is - maar even op een laag pitje gezet moet worden. Het RIAGG begint nu ook al met die smoezen om de omgang te saboteren? Niemand vertelt mij bovendien waarom ze daar loopt en wat er dan aan de hand is met mijn dochter.
Op 21 december 1994 krijg ik van mijn advocaat een briefje met de datum van de rechtszitting, 11 januari 1995 in het gerechtsgebouw aan de Parnassusweg in Amsterdam. Ik merk in die tijd dat Corry toch wel behoorlijke problemen heeft met haar moeder en hoe die haar behandelde in het verleden en wat voor een enorme impact dat nu nog steeds op haar leven heeft. Zij heeft een behoorlijke hekel aan haar moeder en voelt zich door haar enorm tekort gedaan in haar jeugd. Dat kan ik er in mijn situatie met de kinderen en Jolanda natuurlijk helemaal niet bij hebben. Dus ik overtuig haar om zelf hulp te zoeken voor die jeugdtrauma’s en gelukkig doet ze dat ook. Binnen een week heeft ze een therapeut gevonden en enkele weken daarna kan ze voor het eerst onder behandeling komen. Een pak van mijn hart. Ik hoop maar dat ze nu een stuk van die boosheid die ze in zich draagt en vooral op Daphne afreageert kwijtraakt. Dat heeft Daphne namelijk niet verdiend. Daphne is een topdochter die er alles aan doet om het haar moeder naar de zin te maken, maar niets goed kan doen in haar ogen. Ik steek daar regelmatig een stokje voor en geef haar moeder regelmatig op haar donder als ze weer onterecht tekeer gaat tegen Daphne. Dat helpt gelukkig wel en komt de sfeer behoorlijk ten goede. Uiteindelijk wordt de relatie tussen Daphne en haar moeder een stuk beter. Het valt mij trouwens op dat wanneer Daphne het weekend naar haar vader moet, die wel een omgangsregeling heeft, ze erg nerveus wordt en begint te wauwelen. Ik krijg al snel in de gaten dat dit er blijkbaar bij hoort als je twee huizen hebt met twee verschillende regels. Lijkt mij ook best verwarrend voor een kind, maar zij ziet in ieder geval haar vader nog. Dat moet ik eerst nog maar voor elkaar zien te krijgen met mijn kinderen. Het feit dat hij zijn dochter wel ziet geeft mij weer een klein beetje hoop. Het is dus wel mogelijk om als vader een omgangsregeling te krijgen?
2. De beschuldiging Ik krijg tot mijn stomme verbazing op 10 januari 1995, de dag voor de rechtszitting, een brief van mijn advocaat met een twintig pagina’s tellend verslag van Jolanda vol met allerlei verwijten en gebeurtenissen over de periode dat ik weggegaan ben t/m 20 december 1994, op welke datum volgens het verslag Patricia ineens vertelt dat ik allerlei blote kontenspelletjes met haar gespeeld zou hebben? WAT?! Ik geloof dat ik nu even een beetje ziek word! Nu word ik ook nog beschuldigd van seksueel misbruik! Is Jolanda nou helemaal gek geworden? Woedend ben ik! Gelijk realiseer ik mij dat dit verslag niet zomaar toevallig twee dagen voor de rechtszitting ineens wordt geproduceerd door mijn ex. Dit is absoluut met voorbedachten rade geschreven om mij in een negatief daglicht te zetten. Ik heb nooit geweten dat mijn ex zo’n vreselijke HEKS was. Maar alsof dat nog niet genoeg is krijg ik ook nog een briefje van het RIAGG, waarin gezegd wordt dat ik seksuele spelletjes met Patricia gedaan heb. Op dat moment hebben zij Patricia nog helemaal niet eens gezien of onderzocht blijkt achteraf! Ik dacht dat je in Nederland onschuldig was totdat het tegendeel bewezen is, maar dat blijk in het Familie(on)recht in Nederland toch heel anders te werken. Ik vraag mijn advocaat of dit zomaar kan, een beschuldiging uiten van seksueel misbruik en hij vertelt mij dat dit helaas heel vaak voorkomt bij rechtszaken die gevoerd worden om een omgangsregeling te krijgen met als doel die omgang te saboteren. Iets wat ze heel vaak nog lukt ook! Op 11 januari 1995 is dan de rechtszaak en de rechter stelt direct dat er hoe dan ook een omgangsregeling gaat komen en dat er alvast afspraken gemaakt moeten worden voor een voorlopige regeling. Zoals verwacht protesteert Jolanda daar tegen en begint een dramatisch verhaal te vertellen over hoe overspannen Patricia wel wordt bij de gedachte dat ze naar haar vader toe moet. De rechter is daarvan gelukkig niet onder de indruk. Hij kaatst het
gelijk terug met de mededeling dat zij die angst bij Patricia zelf veroorzaakt heeft. Ook het verhaal van het seksuele misbruik neemt hij met een flinke korrel zout, omdat volgens hem dit soort beschuldigen wel heel toevallig uitsluitend geuit worden bij een rechtszaak die gevoerd wordt om een omgangsregeling. Hij geeft de Raad van de Kinderbescherming de opdracht om een onderzoek te doen naar de kinderen, Jolanda en mij. Daarnaast eist hij dat er een voorlopige regeling komt onder toezicht. Daarbij wordt een aantal mensen genoemd als optie, een buurvrouw, een gezamenlijke vriend met zijn vriendin. Ik ben opgelucht dat in ieder geval de rechter haar belachelijke verhaal niet zomaar slikt. Dat geeft de burger weer een beetje moed, maar voor hoelang? Het is wel duidelijk dat Jolanda het spelletje heel smerig wil spelen. Corry zit tijdens de hele rechtszaak achter in de zaal te koken. Dus die kan ik daarna nog even kalmeren onderweg naar huis. Het is 16 januari 1995. Ik rijd in de buurt van Jolanda en kom haar tegen, rijdend in de auto van iemand anders. Ik rijd haar achterna in de hoop een glimp van mijn kinderen op te vangen, die ik op dat moment al maanden niet meer gezien heb. Dat wordt een complete achtervolging die in een politieserie niet zou misstaan. De achtervolging eindigt uiteindelijk op de Slotermeerlaan, de straat achter haar huis. Ze rijdt de auto in een parkeerhaven en ik zet de mijne er direct achter. Ik stap uit en zeg dat ik met haar wil praten, maar zij begint gelijk te schreeuwen en roept naar de mensen die daar buiten op de stoep staan dat ze de politie moeten bellen. Het eerste wat in mij op komt is de vraag of Jolanda helemaal gestoord geworden is? Iets wat ik haar ook door de autoruit vraag, maar waar ik natuurlijk geen antwoord op krijg. Natuurlijk is er altijd wel weer een of andere gek die dan inderdaad de politie gaat bellen en ik wacht het rustig af, ondertussen door het autoraam spelend met Natascha. Patricia verstopt zich onder een deken die in de auto ligt, maar laat merken dat ze eigenlijk ook wel wil spelen. Haar moeder laat haar luid en duidelijk weten dat ze dat niet wil. En Patricia blijft verstopt onder de deken, af en toe jaloers kijkend naar haar zusje die in de kinderstoel zit en dus niet weg kan, maar dat ook duidelijk niet wil omdat ze het spelletje en de aandacht wel leuk vindt. Ongeveer een half uur daarna komt inderdaad de politie en ik vertel wat er
aan de hand is en dat ik gewoon met Jolanda wil praten, maar dat zij helemaal hysterisch begint te doen. Daar is geen enkele reden voor, want ik ben helemaal niet dreigend bezig en wil alleen praten over haar beschuldiging aan mijn adres en hoe belachelijk het wel is om zoiets van mij te denken. Na bijna elf jaar samenwonen, mag je toch verwachten dat iemand weet wie en hoe je bent? Maar dat wil ze blijkbaar gewoon niet horen, en nog steeds niet na al die jaren. Ja, dan blijkt ineens dat je ex toch een stuk minder intelligent is dan je dacht en daardoor minder haar gezonde verstand gebruikt. Hoewel, dat dacht ik op dat moment nog in mijn onsterfelijke naïviteit! De politie adviseert mij om maar weg te gaan omdat dit alleen maar in mijn nadeel gaat werken en natuurlijk wordt hier door haar advocaat een paar dagen later dankbaar gebruik van gemaakt om aan te tonen hoe agressief en bedreigend ik wel ben voor de kinderen. Zoals je ziet wordt alles wat je doet tegen je gebruikt en dit is nog maar het begin van de strijd! Ik rijd dus maar weer terug naar Amsterdam Noord. Volgens hem durft Patricia niet meer op straat te spelen, wat complete onzin is omdat ik een paar dagen daarna langs haar huis rijd en Patricia daar gewoon buiten zie spelen. Maar de advocaat van Jolanda stelt dat wanneer ik hen blijf lastigvallen, ik een officieel straatverbod krijg. Op het tegenargument van mijn advocaat dat ik mijn kinderen mis, wordt door haar advocaat meesmuilend geantwoord dat ik best wel een paar “weekjes” buiten mijn kinderen kan. De arrogante lul! Ik moet van hem maar “even” wachten tot het onderzoek van de Raad afgerond is, iets wat wel maanden kan en helaas ook zal duren. Dat is waar die advocaat natuurlijk ook op rekent, omdat Jolanda in die tijd op haar gemak Patricia kan bewerken. Ik krijg op 23 januari 1995 een brief van mijn advocaat waarin gesteld wordt dat de buren niet willen meewerken aan een voorlopige omgangsregeling onder hun toezicht en ook het voorstel om de omgang dan te laten plaatsvinden bij onze gezamenlijke vriend Peter thuis wordt niet geaccepteerd door Jolanda. Met andere woorden er komt dus hoe dan ook geen omgangsregeling met mijn kinderen, wat ik ook probeer en voorstel. Op 27 januari 1995 krijg ik een brief van de Raad met een uitnodiging voor een eerste gesprek op 17 februari 1995 over de omgangsregeling met mijn
kinderen. Het gesprek zal plaatsvinden met ene mevrouw van de Kraats en mevrouw de Vries die maatschappelijk werksters zijn en tevens onderzoeksters zijn bij het M.W.K.J., een onderzoeksbureau dat ingeschakeld is door de Raad. Op dat moment denk ik nog dat als ik haar maar open en eerlijk de waarheid vertel, dat ik dan uiteindelijk mijn omgangsregeling krijg. Hoe naïef kan een mens zijn? Ik rijd die dag dus met de auto naar dat onderzoeksbureau in Amsterdam en neem Corry mee die net zo strijdlustig is als ik, maar achteraf gezien had ik haar ook wel thuis kunnen laten, want ze mag niet mee naar binnen.
3. Het onderzoek Op het moment dat ik de kamer instap waar het onderzoek gaat plaatsvinden met mevrouw van de Kraats krijg ik een onbehagelijk gevoel. Wat een vreselijke stereotype hersenplukker is dat, bah! Dit wordt dus geen gezellig gesprekje merk ik wel. Ik krijg daarin helaas gelijk. Ik heb geen idee wat er van mij verwacht wordt en waarom ik hier eigenlijk zit, maar probeer zoveel mogelijk antwoord te geven op haar vragen over wat er tot nu toe gebeurd is en in de hele relatie met Jolanda en de kinderen. Ze wil weten wat ik voel met betrekking tot de huidige situatie. Ja Truus wat denk je zelf? “IK BEN BOOS!” Ik mag mijn kinderen al maanden niet zien en wordt afgeschilderd als een crimineel, een seksmaniak, kindermisbruiker en noem maar op. Nee, daar word je erg gelukkig en blij van! Vervolgens komen de “echte” vragen. Hoe ga ik om met bloot. “Hoe bedoelt U dat” vraag ik haar. “Heeft Patricia u wel eens bloot gezien” vraagt ze. “Ik heb geen idee, het kan, ik weet het eigenlijk niet.” “Heeft Patricia u wel eens met een erectie gezien”, vraag ze verder. Ik geef aan dat ik dit toch wel hele rare vragen vind voor een onderzoek naar een omgangsregeling met mijn kinderen en ik snap niet goed wat ze van mij wil horen. Niettemin blijft ze de vraag herhalen en wil duidelijk een antwoord. Ik zeg dat ik dat ik niet weet of Patricia dat ooit gezien heeft. “Het is echt niet zo dat ik de hele dag met een erectie door het huis heen loop mevrouw.” Ik laat duidelijk merken dat ik niet gecharmeerd ben van dit soort intieme vragen, maar dat interesseert haar blijkbaar niets. Zij vindt het duidelijk heel gewoon. Achteraf blijkt dat ik door mijn eerlijkheid haar de mogelijkheid gegeven heb
om een hele gemene draai aan het verhaal te geven. Een stellige ontkenning was beter geweest, maar weet ik veel? Ik werd dus gestraft voor mijn eigen eerlijkheid en naïviteit. Na een uur is het derdegraadse verhoor eindelijk afgelopen en keer ik samen met Corry opgelucht terug naar huis. Beetje voorbarig blijkt achteraf want het ergste moet nog komen. Er wordt mij verteld dat ik met een paar weken het rapport wel thuis krijg en dan mag ik daarop reageren en het corrigeren. Dat was wel erg positief ingeschat van hen! Op 17 maart 1995, een maand daarna, krijg ik dan inderdaad het concept rapport thuisgestuurd met de gesprekken van Jolanda, Patricia en mij erin. En met de conclusie van het M.W.K.J. erbij. Het lezen van dit rapport leverde mij bijna een hartaanval op! Ten eerste blijkt dat ik helemaal geen enkele kans krijg om iets te corrigeren want het rapport is al naar de kinderrechter gestuurd! Er is mij vooraf heel duidelijk verteld dat ik het rapport mocht corrigeren voordat het naar de rechter gestuurd zou worden, maar dat zijn ze blijkbaar in hun ijver even vergeten? Zo wordt er dus met jouw rechten als vader omgegaan in Nederland? Het is een pak papier van éénentwintig A4tjes. Het meeste is algemene informatie over wanneer we elkaar leerden kennen, mijn werk enzovoorts. Op pagina twee wordt het verhaal vanuit het standpunt van Jolanda verteld. En al gauw begonnen de insinuaties over seks, pornofilms al dat soort zwartmakerij over mijn persoon. Erg discreet is ze niet. Er wordt al gauw gewoon keihard gesteld dat ik mijn oudste dochter misbruikt heb zonder dat iemand daar op dat moment nog onderzoek naar gedaan heeft, of zich afvraagt waarom Patricia dit soort dingen vertelt over mij. Iets waar ik later zelf achter kom, wanneer ik mijzelf als toekomstige hulpverlener ga verdiepen in de materie “scheiding en kinderen”. Jolanda beklaagt zich dat wanneer Patricia bij mij geweest is ze zo agressief is
en onhandelbaar, daar wordt dankbaar gebruik van gemaakt en dat wordt mij direct in de schoenen geschoven, maar ik weet op dat moment al dat dit gedrag heel gewoon is bij kinderen met een omgangsregeling na een scheiding. Daphne, de dochter van Corry, heeft er namelijk ook last van, met dit verschil dat wij dat gewoon erkennen voor wat het is, het oppakken en het gedrag corrigeren door haar op haar gemak te stellen. Het wordt in dit rapport echter wel iets anders opgeschreven en zonder de verklaring dat dit normaal is bij kinderen in een scheidingssituatie, waardoor de indruk gewekt wordt dat ik dat veroorzaak als totaal gestoorde vader zijnde. Ook wordt uitgebreid uit de doeken gedaan hoe een moeizame relatie ik had met Jolanda’s ouders. Alleen het waarom vergeten ze voor het gemak maar even! Ik krijg heel sterk de indruk dat men er alles aan doet om mij af te schilderen als een ongeschikte vader en ik doe alles fout, kan zelfs geen fatsoenlijke relatie met mijn schoonouders opbouwen enzovoorts. Kortom het ligt allemaal aan mij! Haar vader was een enorme egocentrische etterbak die alleen maar aan zichzelf dacht, mij constant liep te vernederen en er alles aan deed om controle over mij te krijgen. Wat hem mede dankzij Jolanda’s passieve gedrag nog lukte ook. De mensen om hem heen spraken toch echt heel anders over hem dan in dit rapport en hij werd door diverse mensen in zijn omgeving ronduit belachelijk gemaakt. Iets wat hij zelf blijkbaar niet in de gaten had. Hij vond zichzelf heel erg intelligent en schepte constant op over hoe belangrijk en goed hij wel was. Hij zat ook in het bestuur van de “camping”. Ik was in zijn ogen maar een dom mannetje. Het hele rapport hangt van partijdigheid aan elkaar en het is wel duidelijk dat men er alles aan doet, ja ook die zogenaamde onderzoekster, om mij zwart te maken en af te schilderen als de slechtste vader op deze planeet. Iets wat ik echt onbegrijpelijk vind, maar er wordt naar mij absoluut niet geluisterd. En klagen heeft ook geen enkele zin blijkt achteraf wel. Als klap op de vuurpijl staat er verderop in het rapport dat ik normaal met bloot omga en dat dit voor mij inhoud dat ik met een blote erectie door het huis loop! Ik vraag mij af of dat mens nou helemaal gestoord geworden is? DAT HEB IK HELEMAAL NIET GEZEGD! Dat had ze toch zelf ook wel
kunnen bedenken, of was dit er met opzet zo in gezet? Godzijdank vertelt Patricia in haar deel van het onderzoek dat ze helemaal geen idee heeft over wat voor blote konten spelletjes Jolanda het heeft en ze vertelt dat ze mij nog nooit bloot heeft gezien. En ik denk bij mezelf “nu maar hopen dat de rechter vooral dit stukje goed leest”! Niettemin dien ik op 24 mei 1995 een klacht in bij het M.W.K.J. Daarop word ik op 5 oktober 1995 - ja ze nemen daar rustig de tijd voor hoor - uitgenodigd voor een gesprek met de directeur van de Stichting Rijnhove waar het M.W.K.J. onder valt. Een meneer die mij tijdens het gesprek gewoon ijskoud vertelt dat er niets in het rapport aangepast zal worden wat ik ook beweer. Het is echt niet te geloven dat dit zomaar kan in Nederland en het verbaast mij zeer dat dit soort belangrijke en vertrouwelijke gesprekken niet op tape opgenomen worden zodat je achteraf kan bewijzen wat je werkelijk verteld hebt. Ik hoop dat iemand dat als standaard gaat invoeren na het lezen van dit boek? Uit het rapport blijkt verder dat Jolanda bij het RIAGG rondloopt voor gesprekken, iets waar ik niets van begrijp. Als Patricia misbruikt zou zijn, dan zou mijn dochter toch gesprekken moeten hebben bij het RIAGG? Na veel over en weer leveren van commentaar op het rapport dat een grote éénzijdige afschildering is van hoe slecht ik wel ben als vader, iets waar mijn vrienden en kennissen gelukkig heel anders over denken, komt er dan op 10 juli 1995 een brief met een advies van de raad aan de rechter. Het komt erop neer dat er een regeling moet komen van 1 uur per maand onder begeleiding van de raad en dat 4 maanden lang op proef. Het idee is dat zij mij dan wel even heropvoeden als vader zijnde. Dus met andere woorden ik ben een zware crimineel die zijn kinderen onder “bewaking” van iemand van de Raad mag zien. Je snapt toch hoop ik wel dat ik daarmee niet akkoord ga? Ze willen me dus niet alleen afschilderen als slechte vader, maar mij ook nog vernederen als een klein kind die niet weet hoe hij met zijn kinderen moet
omgaan. Iets wat mij overigens vijf jaar lang uitstekend afging. Moeder geeft overigens braaf aan dat zij er wel aan wil meewerken, maar op het moment dat deze regeling daadwerkelijk ten uitvoer moet worden gebracht haakt ze af. Ze wenst niet mee te werken aan een omgangsregeling met “haar” kinderen. Dus er wordt dan maar geconcludeerd dat er geen basis is voor een omgangsregeling en natuurlijk krijg ik daarvan de schuld! Mijn verzoek om omgang met mijn kinderen moet dan maar afgewezen worden volgens de Raad. Dit is de weg van de minste weerstand iets waar ze bij de Raad erg goed in zijn blijkt wel achteraf en wat zij in elke zaak toepassen. Er wordt dus precies gedaan wat de moeder wil en ondertussen doet men het voorkomen alsof dit in het belang van het kind is! Ik word hier niet blij van. Wat wordt er toch enorm gelogen en bedrogen door de Raad en het door hun ingehuurde onderzoeksbureau. En dit soort mensen moeten beoordelen of ik wel een goede vader ben? Bovendien willen zij mij wel even opvoeden terwijl ze zelf geheel niet integer zijn, zo blijkt wel uit hun vijandige en leugenachtige gedrag tot nu toe. Ik vraag mij af hoe dit in godsnaam mogelijk is. Waarom ziet niemand wie ik werkelijk ben? Ik ben niet de vijand, ik ben hun vader! Een enorm gevoel van machteloosheid maakt zich meester van mij en ik vraag mij af “waarom doe ik dit eigenlijk nog”? Op 10 juli 1995 stuurt mijn advocaat dan een brief naar de kinderrechter met mijn antwoord op het advies van de Raad. Ik ben het er absoluut niet mee eens dat ik als crimineel behandeld word en het is essentieel dat er nu snel een omgangsregeling komt omdat de kinderen ondertussen van mij vervreemden. Dat kan plaatsvinden bij wederzijdse vrienden van Jolanda en mij. In de brief aan mij vertelt mijn advocaat dat er op 20 september 1995 een zitting zal plaatsvinden. Jezus, nog langer wachten! Ondertussen is mijn relatie met Corry beëindigd, Ik moet gewoon toegeven dat ze gewoon niet bij mij paste. Ik kan er niets meer mee ook na menige
smeekbedes, op haar knieën nota bene, ben ik weggegaan. Ik vind het heel erg jammer voor Daphne waar ik het wel goed mee kan vinden en ik geef ook aan dat ze mij altijd kan bellen als ze mij nodig heeft of wil praten. Iets wat ze daarna één keer doet wanneer ze boven op het dak staat na een gigantische ruzie met haar moeder. Die begint na mij een relatie met een asielzoeker uit Chili die niets heeft en niets wil met Daphne. Je snapt wel dat ik daarvan behoorlijk baal? Liefst zou ik Daphne zelf in huis nemen en haar als mijn eigen dochter opvoeden. Er zo voor zorgend dat zij het goed heeft en niets tekort komt in haar jonge leventje, maar dat kan ik wel schudden? Daar gaat natuurlijk niemand mee akkoord! Met pijn in mijn hart hang ik ook de telefoon op nadat ik Daphne een beetje gerust gesteld heb. Het is niet fijn om haar zo te moeten achterlaten in deze vreselijke situatie, maar wat kan ik nog doen? Een paar maanden daarna kom ik in een vrijgezellenclub Linda tegen, een prachtige vrouw met een zoon van 9 jaar en een dochter van 11 jaar. Ze is met haar vriendinnen uit en kijkt regelmatig veel betekenend naar mij. Dus ik trek de stoute schoenen aan en vraag haar om te dansen, iets wat ze graag doet. Het klikt meteen en al snel zitten we te zoenen. We spreken af dat ik de volgende dag naar haar toe kom, ze woont in Hoorn, achter mijn zuster nota bene! Erg grappig. Een paar maanden daarvoor ben ik door mijn zuster die in Hoorn woont uitgenodigd om te komen barbecueën op de verjaardag van haar man. Toen zei ik voor de grap “ik zie wel wie ik die dag tegenkom in mijn bed en beslis dan of ik kom.” Het is om je dood te lachen want de dag daarvoor kom ik dus Linda tegen die letterlijk achter haar woont. Ik breng mijn moeder naar mijn zuster en zeg haar dat ik straks wel kom met mijn vriendin en ik laat haar perplex achter voor de deur van mijn zuster, terwijl ik de zijstraat inrijd naar het huis van Linda! Linda doet de deur open, ze is alleen thuis want de kinderen zijn dat weekend bij hun vader. Al heel snel zitten we op de bank uitgebreid te zoenen. Ik vraag haar of ze straks meegaat naar mijn zuster, maar ze heeft afgesproken met haar vriendin. Na een half uurtje kletsen en zoenen bedenkt zij zich dan toch en belt haar vriendin af. “Nou dat wordt lachen” denk ik bij mezelf.
Mijn broers en zusters zijn prima mensen hoor, maar ik heb al lang geleden moeten constateren dat zij niet de mogelijkheid of de motivatie hebben mee gekregen om zichzelf persoonlijk te ontwikkelen en dat zie en merk je dan ook aan hen. Ik werk op dat moment als hoofd financiële administratie en verdien daar goed geld mee. Ik heb gelukkig wel de motivatie gevonden om te groeien en ben daarom op mijn zevenentwintigste alsnog gaan studeren voor boekhouder. Ik steek op zijn zachtst gezegd en zeker wat gedrag betreft, dus nogal af bij de rest van de familie. Ik heb daar persoonlijk nooit zo mee gezeten, maar dat is voor een ander natuurlijk een heel ander verhaal? Met die gedachte in mijn achterhoofd stel ik mij de ontmoeting voor met Linda en mijn familie. Dat kan nog grappig worden! Om een uurtje of drie lopen we dan naar het huis van mijn zuster en al voordat wij de tuin inlopen zegt Linda “dat kan toch nooit jouw familie zijn”? Terwijl zij een blik werpt op al die mensen die daar in de tuin zitten. Dus ik antwoord, “Sorry, maar dat is toch echt mijn familie.” Ik kan mijn lachen maar net inhouden. Uiteindelijk stel ik haar voor aan iedereen en wordt het toch nog een gezellige dag. Mijn zuster staat daarbij helemaal verbaasd dat ik iemand meeneem en al helemaal als ik haar vertel dat dit haar buurvrouw is! Hoe verzin je het? Word je verliefd op iemand die achter je zuster woont op de dag voordat je bent uitgenodigd op de verjaardag van haar man? Hoezo toevallig? Nadat we een aantal weken een relatie hebben laat ik Linda weten wat er aan de hand is met mijn kinderen en zij is net zo boos als ik en zegt mij toe 100% achter mij te staan. Ze weet heel goed hoe ik ook met haar kinderen omga en dat sterkt haar in haar overtuiging dat mij enorm onrecht aangedaan wordt. Daar gaat zij niet mee akkoord en vanaf dat moment is het niet meer mijn, maar onze strijd! Ook de kinderen staan helemaal achter mij en gelukkig maar, want het is voor mij niet erg makkelijk om weer een relatie te hebben met een vrouw en kinderen terwijl ik de mijne niet mag zien. Met haar zoon heb ik geen probleem, die vraagt al na een week of ik het weekend bij hun blijf slapen, maar haar dochter daar heb ik meer problemen mee. Het lijkt wel of zij afstand houdt en ik snap niet goed waarom.
Ook Helena laat mij weten er voor mij te zijn. Ook haar naam verschijnt diverse keren in het rapport en er wordt op gezinspeeld dat ik al jaren met haar vreemd ga terwijl ik met Jolanda een relatie heb!. Ik begrijp niet hoe ze daar bij komen, maar ik ben vastbesloten om dit misverstand uit de wereld te helpen. Ik geef op 8 september 1995 in een brief aan mijn advocaat aan dat beide dames aanwezig zullen zijn op de zitting van 20 september. Tijdens de zitting zijn Linda en Helena achter in de zaal aanwezig. Beide dames hebben erg hun best gedaan om er super uit te zien en het is duidelijk dat zowel de rechter als Jolanda behoorlijk geïntimideerd zijn door de dames. Dat was ook precies wat ik wilde bereiken! Zelfs mijn advocaat is diep onder de indruk van mijn nieuwe vriendin Linda, hij noemt haar Liza Minelli en blijft dat ook vanaf dat moment doen, ook in de jaren die daarop volgen. Erg grappig! Tijdens de zitting heeft mijn advocaat wel even wat punten uit het rapport die hij even moet corrigeren tegenover de rechter. In het rapport wordt gesteld dat Jolanda zich alleen voelde staan voor de opvoeding en verzorging van de kinderen, maar daar kan geen sprake van zijn omdat zij mij helemaal niet toeliet om ook maar één enkele taak van haar over te nemen. Verder wordt in het rapport gesteld dat er in mijn jeugd in het gezin veel geweld was, maar ook dat is complete onzin en heb ik absoluut niet gezegd tegen die onderzoekster! Vervolgens wordt er verteld dat Patricia wel eens driftig werd en dat er dan door vader hardhandig ingegrepen moest worden, wat insinueert dat ik mijn kind mishandelde. Wat ook complete onzin is want ik heb haar maar twee keer in al die jaren hoeven straffen met een tik op haar schouder en die deed mij meer pijn dan haar. Ook het verhaal dat ik elke morgen bloot met een erectie door het huis loop
wordt als volslagen onzinnig bestempeld door mijn advocaat. De antwoorden op deze rare vragen zijn compleet uit zijn verband gerukt met als doel mij af te schilderen als een seksmaniak! Ook staat er in het rapport dat moeder toegezegd heeft dat ik mijn kinderen altijd bij haar thuis mag bezoeken wat natuurlijk het beeld van haar als fantastische moeder moet ondersteunen, maar als dat zo zou zijn waarom moest ik dan naar de rechter om een omgangsregeling te vragen? Sterker nog wanneer ik in de buurt verschijn dan wordt Jolanda gebeld dat ze de kinderen binnen moet halen. Iets wat ik al diverse keren heb meegemaakt. Ze is dus de hele buurt tegen mij aan het opstoken! Het advies van de Raad dat ik één uur per maand, onder begeleiding, bij de Raad mijn kinderen mag zien is veel te vernederend voor mij en slaat ook helemaal nergens op. Ondanks onze sterke argumenten wordt door de rechter bepaald dat er drie keer een proefcontact gaat plaatsvinden onder begeleiding bij de Raad. Ik krijg dan op 6 oktober een uitnodiging om op 23 oktober 1995 naar de raad te komen om afspraken te maken over de proefcontacten. Op 18 oktober 1995 krijg ik dan (eindelijk) een verslagje van mijn gesprek met de directeur van het onderzoeksbureau. Daarin staat dat hij geconstateerd heeft dat ik tijdens de bespreking van het rapport op 22 mei 1995 niet voldoende gelegenheid heb gehad om inhoudelijk te reageren op het rapport en dat ik dit alsnog mag doen. Ik vind dit wel rijkelijk laat. Bovendien heeft de rechter nu het rapport met al die idiote en niet kloppende feiten, leugens en beschuldigingen al in handen! Dat doe ik dan ook op 23 oktober 1995 met een briefje waarin ik stel dat het rapport erg eenzijdig is, diverse dingen gesteld worden die ik geheel niet gezegd heb, dat diverse van mijn uitspraken volledig uit hun verband gerukt zijn en dat als hij twijfelt aan mijn capaciteiten als vader dat de kinderen van mijn huidige partner met alle plezier over hun ervaringen met mij persoonlijk aan de rechter willen getuigen. Iets wat ik hun daarvoor al gevraagd had.
Ik zou op maandag 23 oktober 1995 een afspraak hebben met een dame van de Raad om afspraken te maken voor de proefcontacten, maar die belt mij op vrijdag 20 oktober, nota bene op de verjaardag van mijn vriendin Linda, dat ik niet meer hoef te komen omdat zij met Jolanda gesproken heeft en die weigert mee te werken aan een omgangsregeling, ook al is dat maar één uur per maand onder toezicht bij de Raad. Natuurlijk hangt zij daarbij een zielig verhaal op over hoe overspannen Patricia reageerde op het feit dat zij haar vader moest zien. Het is toch niet te geloven, hoeveel vernedering kan een mens verdragen? Op dat moment zit ik met een huis vol visite en sta mooi weer voor paal tegenover iedereen die daar aanwezig is met geen enkele plek om me even terug te trekken met mijn verdriet. De dag daarna sta ik voor de deur bij Jolanda om een verklaring te krijgen voor haar weigering, terwijl ze in de rechtbank braaf akkoord ging met de proefcontacten. Iets wat trouwens alle vrouwen op aanraden van hun advocaat doen in deze rechtszaken blijkt in de praktijk. Dat levert geen verklaring op, maar wel even een moment waarop ik mijn kinderen kan zien. Dit meld ik ook direct bij de Raad en mijn advocaat om een reactie van haar advocaat voor te zijn en die kunnen er allebei gelukkig begrip voor opbrengen. Helaas is die dame van de Raad dat al weer snel vergeten en wordt mij achteraf verweten dat ik door deze actie weinig inzicht heb in hoe een beschadigende invloed dit heeft op de kinderen. Nou mevrouw, daar was bij de kinderen niets van te merken toen ik daar was! Op 9 november 1995 krijg ik wederom een brief van de Raad die mij weer versteld doet staan. Naar aanleiding van een gesprek dat ze gehad hebben met het RIAGG en wat Jolanda het RIAGG verteld heeft over het gedrag van Patricia. Zij zou heel heftig reageren op de gedachte aan contact met mij, woorden die overigens door niemand betwijfeld of op waarheid onderzocht zijn! Wordt besloten dat het niet in het belang is van Patricia dat er een omgangsregeling komt.
HALLO! Er is toch door de rechter bepaald dat die proefcontacten er moeten komen? Hoe is het dan in godsnaam mogelijk dat de Raad Jolanda alles maar laat bepalen en alles wat zij zegt als zoete koek slikt? Dit is typerend voor de manier waarop de Raad werkt blijkt achteraf wel. Dit overkomt dus elke (dwaze) vader in Nederland. Het is niet te geloven. Er moet eerst maar “rust” komen wordt er gesteld. Ja, dat zal ik nog heel vaak te horen krijgen van de Raad en van de advocaat van Jolanda. Alleen wat niemand schijnt te willen begrijpen is dat die rust er NOOIT gaat komen als er geen omgang komt en de strijd die moeder samen met de kinderen aan het voeren is tegen mij stopt! Een mens zou er spontaan krankzinnig van worden! En zo langzamerhand begin ik moordplannen te krijgen. Bij de gedachte dat ik mijn kinderen nooit meer te zien krijg heb ik zo iets van, dan schiet ik ze allemaal maar dood en mezelf erachteraan. Want als ik mijn kinderen niet meer mag zien dan heeft het leven voor mij ook geen zin meer. Gelukkig heb ik die fantastische dame met haar kinderen in Hoorn die me elke keer weer opvangt, zeg maar gerust “opdweilt”. Op 13 november 1995 word ik door mijn advocaat gewezen op het bestaan van de Stichting Dwaze vaders. Eind van die maand ga ik samen met Linda voor het eerst naar een bijeenkomst van de Dwaze Vaders en ik kom er behoorlijk verdrietig van terug. De boodschap dat, als je ex niet meewerkt jij je kinderen nooit meer gaat zien, hakt er behoorlijk in bij mij! Ik kan het gewoon niet geloven. Helaas blijkt het maar al te waar te zijn! Op 27 november 1995 schrijf ik in mijn wanhoop dan maar rechtstreeks een brief aan de rechter. Ik heb op dat moment mijn kinderen al ruim een jaar niet meer echt gezien. Hopelijk dat die nog een greintje menselijkheid bezit? Edelachtbare vrouwe, Met de moed der wanhoop richt ik mij tot u. Ik begrijp best dat mijn actie waarschijnlijk dwars tegen alle procedures ingaat die in dit soort gevallen bestaan, maar dat moet dan maar in het belang van mijn kinderen.
In januari van dit jaar wendde ik mij tot u, omdat mijn ex weigerde nog langer een omgangsregeling toe te staan. Haar reden hiervoor was het feit dat ik een nieuwe relatie was aangegaan met een andere vrouw. Vanaf het moment dat mijn ex hiermee geconfronteerd werd is zij de omgang met mijn kinderen gaan saboteren. Eerst heb ik mij hierin geschikt, tenslotte zag ik mijn kinderen nog, ook al was dat maar een aantal uren in de twee weken. Dit werden steeds minder uren en op 12 november mocht ik mijn dochtertjes niet meer meenemen en uitsluitend nog bij mijn ex bezoeken. Echter na 12 november werd het mij absoluut onmogelijk gemaakt om mijn dochtertjes nog te zien. Daar deze situatie absoluut niet in het belang was van mijn kinderen, ben ik ten einde raad maar naar mijn advocaat gegaan om op deze manier een omgangsregeling af te dwingen. Toen mijn ex echter op de hoogte gesteld werd van het feit dat zij in de rechtbank moest verschijnen in verband met een omgangsregeling, heeft zij onder invloed van haar ouders een verhaal verzonnen over dat ik met mijn oudste dochtertje vieze spelletjes zou hebben gespeeld. Dit alles kwam mij pas ten ore op de dag voorafgaande aan de zitting en kwam voor mij als een donderslag bij heldere hemel. Ik kon niet geloven of begrijpen dat mijn ex dit over mij durfde te beweren. Nu zijn we inmiddels een jaar verder en er is nog steeds geen regeling omdat mijn ex nog steeds niet wenst mee te werken aan een omgangsregeling. Ik ben dus niets opgeschoten na een jaar vechten. In dit jaar ben ik vernederd, misbruikt, misleid, beschuldigd van alles wat maar slecht is in deze wereld. Niettemin blijf ik doorvechten in het belang van mijn twee dochtertjes Patricia en Natascha. Inmiddels leef ik samen met mijn huidige partner en haar twee kinderen. In hun ogen ben ik de perfecte ouder, terwijl ik in mijn ogen niets bijzonders doe. Ik luister naar hun verhalen, speel met ze, geef ze antwoord op hun vragen, troost ze als ze even verdriet hebben, verbind ze als zij zich bezeren enzovoorts. Alle dingen die een normale ouder ze hoort te geven. Toch ontstaat in de rechtszaal de indruk dat ik een slechte, geestelijk en emotioneel gestoorde persoonlijkheid ben. Dat komt omdat niemand, maar dan ook niemand schijnbaar inziet dat mijn ex alles op alles zet om mij uit de ouderlijke macht te zetten en daarmee voorgoed het contact te verbreken tussen mij en mijn dochtertjes. Zij schuwt
daarbij geen enkel middel en liegt en bedriegt er op los. Op zich moet zij dit natuurlijk zelf weten. Maar er gebeurt iets wat buitengewoon gevaarlijk is. Want zij vertelt deze leugens blijkbaar zo vaak dat zelfs de Raad van de kinderbescherming en het M.W.K.J. erin geloven. Ik zou een slechte en geesteszieke vader zijn voor mijn dochtertjes en zij zouden door mij onder zware geestelijke spanning komen te staan. Welnu, wie controleert of dit werkelijk zo is? Juist, niemand, iedereen wordt namelijk gedicteerd door mijn ex. Niemand heeft ooit gecontroleerd of dit werkelijk zo is en toen mijn dochtertje Patricia onderzocht werd door het M.W.K.J. vertelde zij zelfs haar vader te missen en hem graag te willen zien. Klinkt u dat in de oren als een kind dat door haar vader zwaar overspannen raakt en misbruikt wordt? Niettemin veegde u dit gewoon van tafel tijdens de laatste rechtszitting. Daarom wil ik u er nogmaals aan herinneren dat het belang van mijn dochtertjes op het spel staat en dat het absoluut niet in het belang van mijn dochtertjes is dat zij hun vader niet meer mogen zien. Dit dreigt te gebeuren omdat iedereen blijkbaar schijnt te vergeten wat een vreselijke hekel mijn ex aan mij heeft, omdat ik een relatie heb met iemand anders en daar zeer gelukkig mee ben. De onwil van mijn ex en haar frustraties worden echter in geen enkel rapport dat tot nu toe in deze nare zaak verschenen is meegewogen, noch in de conclusies en de adviezen van de Raad. Daarom verzoek ik u tijdens de volgende zitting te doen wat echt in het belang is van mijn dochtertjes en ze de kans te geven ook een vader te hebben in hun prille leven, want door dit te ontkennen worden ze geestelijk en emotioneel ernstig beschadigd en dat kan nooit de bedoeling zijn van ons rechtssysteem. Hopelijk ziet u nu in wat voor een persoon ik werkelijk ben en wat ik voel voor mijn dochtertjes, in plaats van te luisteren naar mijn ex. EEN WANHOPIGE EN LIEFHEBBENDE VADER! Ik heb er maar ingeschreven dat ik bij haar woon om mijn argument kracht bij te zetten, maar in werkelijkheid ben ik alleen de weekeinden bij Linda. In de tussentijd heb ik contact gehad met de Stichting dwaze Vaders en daar blijk ik recht te hebben op alle informatie die mijn ex ook krijgt van dokters, tandartsen en school. Dus ik stuur diezelfde dag nog een brief naar de huisarts van de kinderen, het RIAGG en de directeur van de school. Op 30 november
1995 krijg ik een briefje van de school dat ik de informatie ga ontvangen en kopieën van schoolrapporten. Dat duurt echter niet zo heel lang. Al heel snel wordt dat besluit teruggedraaid. Ook het gesprek dat ik graag wil met de lerares van Patricia wordt, nadat zij me zelf eerst aan de telefoon vertelde dat wel te willen, door de directeur afgeblazen. Blijkbaar interesseert het de rechter geen donder wat ik in mijn brief vertel want de omgangsregeling wordt tijdens de zitting van 27 december 1995 gewoon keihard afgewezen op basis van het advies van de Raad. Niemand die dus gaat controleren of wat Jolanda vertelt wel de waarheid is? En dat noemen ze dan rechtsspraak? Ik begin steeds beter te begrijpen waarom de Dwaze vaders constant spreken van omgangsONrecht! Mijn advocaat stelt dat ik tot 27 februari 1996 de tijd heb om in hoger beroep te gaan. Helaas blijkt dat achteraf niet kloppend te zijn. Ondertussen is het bedrijf waar ik op dat moment werkte, een advocatenkantoor gespecialiseerd in letselschade, onder buitengewoon verdachte omstandigheden failliet gegaan. Hoeveel pech kan een mens verdragen? Het blijkt dat de man die de dagelijkse leiding over het bedrijf heeft, er buitengewoon vreemde vrienden en relaties op nahoudt. Nadat de tent failliet gegaan is en ik alleen in het pand achterblijf om de administratie af te maken, hoor ik dat hij met allerlei dubieuze Russen contacten onderhoudt en bevriend is met heer Olivier, de grootste oplichter van Nederland en ook meneer Janmaat van die extreem rechtse partij is zijn vriend! Olivier die hij liefkozend “Tuur” noemt, komt op een gegeven moment zelfs in het pand kijken of er nog iets van meubels zijn die hij voor een prikkie kan kopen. Gelukkig wordt mijn naam direct door de curator van alle blaam gezuiverd. Ik krijg ook de administratie mee naar huis om het daar af te maken. Die hebben gelukkig een heel andere indruk van mij en veel respect voor de manier waarop ik omga met dit faillissement. Zij hebben geen idee hoe ik er van baal,
maar daar val ik ze dan ook niet mee lastig. Als klap op de vuurpijl krijg ik op 4 januari 1996 een briefje van het RIAGG dat ik geen informatie ga ontvangen over Patricia, wat in strijd is met de wet, maar dat interesseert blijkbaar niemand in dit idiote land! Navraag bij een andere advocaat die ik vraag om een second opinion levert een voor mij buitengewoon teleurstellende mededeling op. Ik blijk achteraf maar 3 weken te hebben om in hoger beroep te gaan tegen het vonnis van 27 december 1995 en ben dan ook mooi te laat met instellen van het hoger beroep. Dus daar sta je dan met je mooie gezicht … uitgepiest! Ik kan dus juridisch helemaal niets meer en het huilen, staat mij nader dan het lachen. Wat een idioot land is dit toch. Je hebt als vader dus geen enkel recht. Het is gewoon niet te geloven. Heb het idee dat ik in een bananen republiek woon. Tijdens mijn contact met de dwaze Vaders blijkt echter steeds weer dat de goede vaders geen contact hebben met hun kinderen en dat de etterbakken dat wel hebben. Of die willen dat niet eens. Wat een onrecht. Mijn advocaat probeert in 1996 nog een aantal keren om toch een hoger beroep te krijgen, maar natuurlijk wordt dat afgewezen! Ik begin weer moordgedachten te krijgen! Als ik Linda toch niet had? Dan was dat ook allang gebeurd. Want je kinderen niet mogen zien voelt alsof de adem uit je longen gestolen wordt! Ik vraag mij af hoeveel verdriet en tegenslag ik nog kan verdragen?
4. De sociale dienst Toen ik dacht dat ik alle ellende wel gehad had kreeg ik nog even een buitengewoon onaangename verassing, namelijk een rechtszaak aan mijn broek van de Sociale Dienst die de uitkering van Jolanda even op mij wil komen verhalen. Shit, heb ik nog niet genoeg problemen? Tegenslag komt nooit alleen, dat blijkt maar weer! Ik heb op dat moment al de nodige schulden opgebouwd met de auto die ik gekocht heb om mijn twee kinderen te kunnen vervoeren en de rest voor mijn advocaat. Maar blijkbaar is dat nog niet genoeg en wil de Sociale Dienst ook nog even zijn deel van de buit! Als je dacht dat dat al vervelend genoeg is dan heb je het mis, want ik kom ook nog bij een advocaat terecht die mij probeert op te lichten. Die krijgt dus een klacht aan zijn broek via de Deken van de Orde van Advocaten. Die stelt mij gelukkig in het gelijk, waardoor zijn rekening gehalveerd wordt. Dan maar weer terug naar mijn oude advocaat? Ik heb gelukkig sinds kort weer werk gevonden via een uitzendbureau, maar dat houdt wel in dat ik weer geen Pro Deo advocaat meer krijg. Nog meer schulden in het verschiet dus? Tijdens de rechtszitting blijkt dat ik eigenlijk voor mijn kinderen moet betalen. Met andere woorden, je mag ze niet zien, maar je mag er wel voor betalen! Onbegrijpelijk! Wat een onrechtvaardige wetten heb je in Nederland. Zo word je dus elke keer weer geconfronteerd met het verlies van je kinderen. Vervolgens rekenen ze volgens de Trema normen? Dat houdt in dat ze je hele salaris nemen, daar halen ze af wat je aan uitkering zou krijgen en daarvan mag je 70% betalen aan de sociale dienst. Met je huur en al je schulden en zo wordt geen enkele rekening gehouden. Nu snap ik dus waarom zoveel dwaze vaders tot de bedelstaf veroordeeld worden en ergens drie hoog achter moeten wonen.
Dit grapje kost mij dus gewoon 500 gulden per maand, ondanks dat ik dat helemaal niet kan betalen word ik er wel toe veroordeeld. Bovendien rekenen ze met terugwerkende kracht vanaf 1994 en heb ik daardoor dus op dat moment gelijk een achterstand van meer dan tienduizend gulden! Na een aantal maanden stop ik dus gewoon met betalen want ik kan niet meer, ben compleet op! Ik ben ook maar een mens en al dat onrecht dat mij wordt aangedaan wordt me allemaal even een beetje te veel. Die schuld loopt dus maar op en op. Nergens wordt rekening gehouden met het feit dat Jolanda er gewoon zwart bijwerkt als thuiskapster. Misdaad loont dus wel degelijk in Nederland. En natuurlijk kan ik dat met geen mogelijkheid bewijzen. Of ik moet een detective inschakelen. Daar zie ik na een gesprekje met iemand van een dergelijk bureau maar snel vanaf. Kost mij 3.500,- gulden! Als klap op de vuurpijl raak ik dan ook mijn werk weer kwijt en moet ik een WW uitkering aanvragen bij het GAK. Dat gaat precies één maand goed en daarna hebben ze mij gevonden en wordt er beslag gelegd op mijn uitkering! Van het geld waar ik recht op heb per maand wordt 750,- gulden afgenomen. Zo langzamerhand begin ik mij af te vragen welke bank nog niet beroofd is? Op deze manier houd ik niet eens genoeg geld over om mijn rekeningen te betalen! Gelukkig krijg ik na niet al te lange tijd een goede baan aangeboden doordat ik mijzelf in 1991 tot en met 1995 heb omgeschoold tot boekhouder. Een erg slimme zet blijkt wel, want ik heb in no time weer een goed betaalde leidinggevende functie. Dit keer bij IDM Bank, een onderdeel van ABN AMRO. Dan begin ik ook maar weer, zij het met grote tegenzin, te betalen aan de sociale dienst. Ergens in de zomer van 1998 rijd ik met Linda door de buurt waar Jolanda met de kinderen woont en plotseling roept ze “stop hier even” tegen mij. Ik sta verbaasd op mijn rem. Linda stapt uit en loopt naar een grasveldje wat even verderop voor de flat ligt waar Jolanda en de kinderen wonen. Tot mijn stomme verbazing zie ik in de verte dat daar Patricia staat met een paar
vriendinnetjes! Linda loopt recht op haar af en begint een gesprekje met haar. Tijdens dat gesprek vertelt Patricia dat ze haar vader mist en dat ze wel weet waar hij woont! Een buitengewoon vreemde uitspraak voor een kind dat volgens de briefjes die ik via haar advocaat en de Raad krijg, niets meer met mij te maken wil hebben. Daar klopt dus duidelijk niets van, maar helaas kan ik daar verder niets mee. Op 27 november 1998 krijg ik ineens een brief van het Stadsdeel Geuzenveld / Slotermeer, de afdeling Burgerzaken. Daarin wordt verteld dat Jolanda een verzoek heeft ingediend tot naamswijziging van de kinderen. Zoals je begrijpt ben ik stom verbaasd! Naamswijziging? Hoezo naamswijziging? Kan dat zomaar in Nederland? Nou wil ze de kinderen ook mijn naam nog afnemen! Ik neem gelijk contact op met de Dwaze Vaders om advies en krijg daar een aantal argumenten die ik kan gebruiken om deze onzin tegen te houden. Tijdens het gesprek dat op 17 maart 1999 volgt bij de Raad geef ik die argumenten ook op. Met een naamswijziging neem je de kinderen een stukje identiteit af en dat is absoluut beschadigend voor hun toch al kwetsbare geestelijke gezondheid. Bovendien is die al behoorlijk beschadigd door hen de mogelijkheid af te nemen hun vader te zien. Maar natuurlijk stoort niemand zich aan mijn argumenten en wordt uiteindelijk toch hun achternaam veranderd in die van Jolanda. Ondertussen word ik letterlijk geterroriseerd door het incassobureau van de sociale dienst met de nodige dreigbrieven, maar die negeer ik volkomen omdat ik anders helemaal geen leven meer heb. Ik communiceer uitsluitend via mijn advocaat en probeer constant een realistische regeling te krijgen, maar daar wensen ze niet aan mee te werken, ze willen het onderste uit de kan. Ik moet 900,- per maand betalen en daarmee basta! Mijn relatie begint er ook al aardig onder te lijden. Gelukkig kunnen ze mij niet meer vinden omdat ik ondertussen verhuisd ben naar Nieuw Sloten. Helaas sneuvelt kort daarna mijn relatie met Linda. De breuk ontstaat door de kinderen en dan vooral de dochter die het nodig vindt om mij constant te treiteren, waarbij ik geen enkele steun ontvang van Linda omdat ik hun vader niet ben. Zij geeft mij geen enkele mogelijkheid en verantwoordelijkheid voor de kinderen. Dat betekent dat ik dus ook niets kan zeggen wanneer zij dingen
doen die niet mogen. Dat houdt natuurlijk niemand vol, zeker niet in de omstandigheden waarin ik verkeer met mijn eigen kinderen. Het valt ook niet mee om een relatie te hebben met een vrouw met kinderen als je je eigen kinderen niet mag zien. De zus van Linda heeft ook drie kinderen en elke keer als we daar op visite zijn geweest dan ben ik emotioneel helemaal total loss. Dat begint mij steeds meer op te breken en uiteindelijk kost dat mij de relatie met Linda. Ik baal! In juli van 1999 besluit ik toch maar weer een poging te wagen om een omgangsregeling te krijgen, het blijven toch je kinderen hè? Dus stuurt mijn advocaat een brief naar die van haar om informatie en om contact met de kinderen. Het antwoord daarop is werkelijk onvoorstelbaar. Jolanda stelt dat ik maar vijf jaar eerder interesse voor hen had moeten tonen en dat zij geen zin heeft in contact. Bovendien heeft Patricia psychische problemen en daarvan ben ik natuurlijk de schuldige. Wat een arrogantie! Gelukkig gaat mijn advocaat niet akkoord met deze kortzichtige stelling en reageert daarop met het voorstel om een gesprek te hebben met onze beide advocaten om een regeling te bespreken. Op 31 juli 1999 kom ik in een vrijgezellenclub mijn toekomstige vrouw tegen. Een fantastische mooie dame met rood haar. Ze gaat diezelfde avond nog met mij mee naar huis en trekt gelijk bij mij in. Helaas maar voor zes weken. Daarna gaat het mede door toedoen van een met haar bevriend stelletje waar we mee op vakantie zijn gegaan uit. Iets waar ik knap ziek van ben, omdat ik overtuigd ben dat zij de ware voor mij is. Iets wat gelukkig later ook zo blijkt te zijn. In december 1999 komt ze bij mij terug en in januari komt ze ook weer bij mij wonen en maakt mij daarmee heel gelukkig. Eindelijk weer een lichtpuntje in mijn situatie met de kinderen. Halverwege 2000 vertel ik haar over de situatie met mijn kinderen en over mijn voornemen om een nieuwe rechtszaak tegen mijn ex te beginnen teneinde een omgangsregeling te krijgen. Daarop vraagt zij of zij het hele dossier mag lezen voordat ze besluit of zij daar aan mee wil werken. Natuurlijk mag dat en ik zeg dat ik wel hoop dat zij hierachter staat, omdat
het voor mij anders weinig zin heeft om eraan te beginnen. Wanneer dat namelijk lukt, dan zit zij wel om de twee weken opgescheept met mijn kinderen en daar moet ze natuurlijk wel zin in hebben. Na een aantal weken heeft ze het hele dossier doorgeworsteld en is ze tot de conclusie gekomen dat mij enorm onrecht aangedaan wordt en dat zij ervoor gaat en mij 100% gaat steunen in mijn strijd. Ik tref ook elke keer weer de juiste vrouw aan in mijn leven! Een geluk bij een ongeluk. Ergens begin september van 2000 ben ik aan het skaten om mijn conditie een beetje op pijl te houden en kom daarbij langs het huis van Jolanda en de kinderen, maar ik zie direct dat er iets niet klopt. Ik rijd erlangs en zie dat het huis leeg staat! Ze is dus zomaar verhuisd zonder mij daarvan op de hoogte te stellen? Daar baal ik als een stekker van. Ik rijd daar wel eens vaker langs om even een glimp op te vangen van mijn kinderen, maar ook dat wordt mij nu dus bruut afgenomen. Mijn advocaat stuurt daarop gelijk een verzoek om inlichtingen naar het bevolkingsregister, maar hij krijgt nul op rekest, omdat zij haar adres heeft laten afschermen. Shit! Weer wat nieuws? Gelukkig werkt een vriendin van mij bij de gemeente en die vertelt het hele verhaal aan een collega, die daarop spontaan en geheel op eigen initiatief het adres gaat zoeken. Twee weken daarna krijgt zij het adres van hem met de mededeling dat hij het belachelijk vindt wat Jolanda geflikt heeft en hij het essentieel vindt dat ik weet waar mijn kinderen verblijven. Daar ben ik hem natuurlijk erg dankbaar voor. Dit is een buitengewoon onverwachtse verrassing voor mij. Zou het dan toch eindelijk eens goed komen? In die tijd werk ik al een aantal jaren als financieel Interim manager, naast mijn werk en opleiding als hulpverlener waar ik op dat moment nog niet van kan leven. Ergens op een donderdag eind september 2000 heb ik de hele dag diverse workshops in het gebouw van het Beatrix theater in Utrecht, die georganiseerd worden door interim-bureau Deloitte.
Zoals altijd ga ik ’s middags even naar buiten om een wandeling te maken door het winkelcentrum. Alleen deze keer is er iets anders aan de hand. Net tijdens de laatste workshop van die morgen heb ik namelijk spontaan besloten dat de relatie met mijn rooie dame zo goed voelt dat ik haar ten huwelijk wil vragen. En niet zomaar ergens, maar in Parijs. Dus zij belt me zoals ze al vanaf januari 2000 elke dag tussen de middag doet en ik vraag haar deze keer of zij de volgende dag een vrije middag wil nemen. Op de vraag waarom, vertel ik haar dat dit een verrassing is en of ze ook wat kleding voor ons beide wil inpakken en natuurlijk onze beauty cases, ja ik ben een geëmancipeerde man hoor! Daarna zoek ik een juwelier op in Utrecht en koop een mooie verlovingsring voor haar. Ik weet gelukkig haar ring maat omdat ik al vaker een ring voor haar gekocht heb. De rest van de dag vliegt voorbij en de volgende morgen ook. Ik kom om een uurtje of één ’s middags thuis en daar staan onze tassen al klaar voor vertrek. We stappen in de auto en vertrekken naar Parijs, waar zij natuurlijk nog geen idee van heeft. Ze probeert het onderweg wel te raden, maar pas bij de grens van België realiseert zij zich dat we naar Parijs gaan, een plekje waar we het jaar daarvoor al eens eerder geweest zijn. Alleen heeft ze natuurlijk geen idee waarom! Helaas komen we in diverse files terecht en arriveren we pas rond acht uur ’s avonds in Parijs. Daar meld ik mij bij een hotelletje waar ik vorig jaar ook met Wilma ben geweest en waar ik eigenlijk nooit hoef te reserveren omdat ze altijd plaats hebben. Hier stappen we op de metro en rijden naar de halte waar de Ark de Triomphe staat. Daar aangekomen vraag ik aan iemand die daar staat of hij even een foto van ons wil maken en daarna ga ik totaal onverwachts voor mijn schatje op mijn knieën en vraag haar ten huwelijk. Het antwoord is daarop natuurlijk JA! Daarna lopen we hand in hand heel gelukkig over de Champs Elysees op zoek naar een restaurantje, want ik rammel ondertussen van de honger. Dat wordt bijna een ramp, want natuurlijk zijn alle restaurantjes vol en als er al plaats is dan zit je zowat boven op elkaar. Dat voelt net alsof we aan de een lopende band in een fabriek zitten. Niet echt de ideale plek om te vieren dat je gaat trouwen?
Gelukkig is er op de stoep voor een restaurant een overdekt terras gebouwd wat nog erg rustig is. We gaan daar ergens ver weg in een hoekje zitten. Op een gegeven moment komen er een paar tafels verderop een paar mannen zitten, Canadezen blijkt al gauw. We praten even met hen en al snel komt het aanzoek ter sprake. Ze feliciteren ons hartelijk en laten ons verder met rust om dat in alle stilte samen te vieren. Helaas duurt dat niet erg lang! Nadat we daar een uur zitten komen er een paar overduidelijk dronken Fransen binnen. Luid brallend en schreeuwend. “Daar gaat onze leuke avond”, denk ik bij mezelf. We houden ons afzijdig. Totdat die twee Canadezen hen vertelt dat ik mijn vrouw die avond ten huwelijk gevraagd heb. Daarop komen ze naast ons zitten en begint er één van hen een enorme spraak waterval over hoe een fantastische man ik wel ben om haar ten huwelijk te vragen die uiteindelijk eindigt in een kus op mijn hoofd van die Fransman met de grootste mond. Wat een avond, dat verzin je toch niet? Zij blijken Franse parachutisten te zijn die deze dag als feestdag hebben gekozen om hun beschermheilige Saint Michel te eren. We hebben wel weer een dag uitgekozen! Gelukkig laten ze ons daarna met rust en kunnen we de rest van de avond ongestoord van elkaar genieten. Het huwelijk wordt gepland op 3 augustus 2001, de vrijdag volgend op de dag dat we elkaar in 1999 ontmoet hebben. De week daarna stuur ik mijn advocaat een brief met daarin weer de vraag of hij een gesprek wil organiseren met mijn ex en haar advocaat, en een verzoek wil indienen bij de rechtbank om de informatie, schoolrapporten en foto’s te krijgen, waarvan ik sinds kort weet dat ik daar wettelijk recht op heb. Mijn advocaat belt met haar advocaat om het voorstel van een gesprek neer te leggen, maar die geeft al bij voorbaat aan dat zij niets met mij te maken wil hebben. Daarop antwoordt mijn advocaat dat zij dat had moeten bedenken voordat zij kinderen met mij maakte. Iets waar hij natuurlijk helemaal gelijk in heeft, maar zo ziet Jolanda het natuurlijk niet! Het zijn HAAR kinderen en zo spreekt en schrijft zij er ook constant over alsof ik en onze relatie nooit bestaan hebben.
Haar advocaat geeft aan dat hij het Jolanda zal voorleggen. Ook vertelt hij dat alle aan haar gerichte brieven naar zijn kantoor gestuurd moeten worden, de smiecht werkt dus mee aan haar smerige plannetje om mij niet te laten weten waar mijn kinderen zich bevinden. Weet hij veel dat ik het adres allang heb? Daar komt hij dan vanzelf wel achter. In april en mei van 2000 heb ik dan een paar leuke verrassingen voor mijn schatje. We gaan varen! In de week waarin Koninginnedag valt heb ik een elf meter lang en drie meter vijfenzeventig breed dieseljacht gehuurd voor ons tweetjes. Waarmee we door Nederland gaan varen. We beginnen in Spakenburg waar het schip ligt. Dat wordt wel een leuke test, want meestal gaat er in havens en sluizen van alles mis met onervaren mensen aan boord. We zullen zien hoe mijn vrouw zich daaruit redt. Natuurlijk leg ik haar steeds vooraf uit wat we kunnen verwachten omdat ik dit schip al vaker gehuurd heb en dus weet wat er voor ons gaat plaatsvinden met betrekking tot sluizen en zo. Ze doet het verbazingwekkend goed! En geen enkele sluis of haven blijkt achteraf een probleem voor haar te zijn. Wat een topvrouw! We varen in vliegende vaart en bijna een paar andere schepen rammend de haven uit! De schepen zijn dit jaar namelijk van eigenaar veranderd en die heeft aan de gaskabeltjes gezeten waardoor het gas van de buitenbesturing blijft hangen, en natuurlijk met het gas voluit! De buitenbesturing is de plaats waar je het beste overzicht hebt over het schip en dus de beste manier om de haven uit te manoeuvreren. Dat wordt dus bijna een ramp bij het verlaten van de ligplaats in de haven. Ik heb daar namelijk maar één meter ruimte aan de voor- en achterkant van het schip om te manoeuvreren. Ben ik even heel erg blij dat ik het schip al vaker gehuurd en bestuurd heb? Anders had het wel eens helemaal verkeerd kunnen aflopen. Ben zelden zo blij geweest om de haven uit te zijn! Ik bel vanaf het water de eigenaar met mijn mobiel en die zegt toe er voor te zorgen dat er in Nulde, onze eerste aanlegplaats, een monteur aan boord komt om het probleem op te lossen. Gelukkig maar! De rest van de reis verloopt zonder problemen. Hoewel? We hebben de tweede dag vreselijk weer en besluiten om maar verder te varen. Normaal
zouden we overnachten in Elburg, maar we varen nu gelijk door naar Kampen. Daarmee winnen we één dag. De dag daarna gaan we door naar Ossenzijl een plaatsje in de Weerribben een prachtig natuurgebied met een heerlijk rustige haven. Daar kunnen we mooi even een wandelingetje maken. Daarna varen we door naar Meppel waar we de rest van de dag lekker op een terras in het zonnetje doorbrengen. Dan weer terug naar Kampen, Elburg en Nulde waar we het schip even goed wassen om de volgende dag weer schoon aan te komen in Spakenburg. Daar wordt het schip volgetankt met diesel en water voor de volgende huurder. Na het afrekenen vertrekken we weer met de auto naar huis. De week daarna heb ik een nog veel leukere verassing voor haar. Ik heb mijn vrouw voor haar verjaardag een cruise door de Middellandse Zee cadeau gedaan en die begint op 27 mei 2000 in Palma de Mallorca! Dat hebben we eigenlijk ook wel een beetje verdiend na alle dingen die we voor onze kiezen gekregen hebben met al die rechtszaken en zo? Op zaterdag 27 mei 2000 vliegen we naar Palma de Mallorca en zitten na een klein stukje vanaf het vliegveld rijden met de bus binnen een uur op het schip waar we acht dagen lang gruwelijk verwend worden! ’s Avonds om een uurtje of tien vertrekken we met het schip uit de haven van Mallorca. Zondag zijn we de hele dag op zee en moeten we ’s morgens een oefening doen voor als we onderweg eventueel schipbreuk zouden lijden. Erg grappig. Dit is blijkbaar verplicht voor alle schepen. De rest van de dag kunnen we dan luieren en het schip verkennen. ‘s Avonds is het “Captains Diner” en worden we in avondkleding verwacht. Ik zie er top uit met mijn driedelige zwarte kostuum en mijn vrouw heeft een mooie paarse jurk aan. We kunnen met de kapitein op de foto en dat laten we ons geen twee keer zeggen natuurlijk. De volgende dag komen we aan in Civitavecchia een voorstad van Rome. We hebben aan boord al een excursie geboekt en zullen de hele dag in Rome doorbrengen met de nodige rondleidingen. Dat wordt een top dag met prachtig weer. We bezichtigen de Trevi fontein, het Colloseum waar we
helaas niet in mogen vanwege verbouwingen, de Spaanse trappen en nog veel meer! ‘s Middags gaan we weer terug aan boord van het schip en terwijl wij aan tafel zitten vertrekt het schip uit de haven. De volgende morgen komen we aan in Genua, waar we ook weer van boord gaan en diverse excursies doen. Ook een stukje varen met een kleinere boot! Die middag is weer hetzelfde verhaal, aan tafel en dan vertrekt het schip weer naar de volgende haven, Livorno – Florence. ‘s Nachts waait het flink en het schip gaat behoorlijk op en neer. Het mag wel een wonder heten dat wij die nacht in slaap vallen. In Florence bezoeken we de kerk waar vele beroemde Italiaanse mensen, waaronder geleerden, begraven zijn. Daar scoor ik een echt Italiaans ijsje. Vervolgens rijden we door naar Pisa. Daarna weer terug aan boord voor het eten. De volgende bestemming is Villefrance, waar George Clooney woont. Ook daar gaan we van boord en willen we eigenlijk naar Monaco, maar dat gaat niet omdat prins Rainier op die dag jarig is. Dan zijn er altijd autoraces en kom je de stad niet in. Dus dan gaan we met de taxi, was wel even zoeken, naar Nice. Onze taxichauffeur staat ons ’s middags weer braaf op te wachten en we zijn net op tijd op het schip. Die avond hebben ze een grandioos buffet voor ons gemaakt met diverse ijssculpturen en zo. Het ziet er fantastisch uit! Had ik maar geld om elk jaar een cruise te maken? Een erg prettige afwisseling van het vechten met je ex en de sociale dienst kan ik je verzekeren. Dan varen we door naar Barcelona. Dat wordt nog een bijzondere dag. We zijn namelijk de eerste keer dat we samen op vakantie in Spanje waren in 1999 ook naar Barcelona geweest en hebben toen de blauwe buslijn genomen die langs allerlei bezienswaardigheden rijdt. Deze keer wilden wij de rode buslijn nemen, maar helaas daar stond een rij voor van letterlijk tweehonderd meter met wachtende mensen. Mijn vrouw was meteen witheet van boosheid!
We zijn daarop maar even een stukje gaan lopen en toen zag ik plotseling een man met een paard en wagen langs de stoep staan. Ik liep naar hem toe en vroeg hem wat hij wilde hebben voor een rondleiding door Barcelona. Dat viel reuze mee en zijn we op die manier maar de stad door gereden! Daarvan werd mijn vrouw gelukkig weer snel vrolijk. Helaas was dat ook de laatste plaats die we aandeden tijdens de cruise. De volgende dag zouden we weer de hele dag op zee doorbrengen. De dag erna kwamen we aan in Palma de Mallorca waar we het vliegtuig terugnamen naar huis en direct doorreden naar een restaurant. Ik had na zo’n heerlijke reis natuurlijk geen zin meer om te koken. Tijdens deze cruise hebben we beiden weer even onze batterij kunnen opladen voor het volgende deel van de strijd om de kinderen. Een nieuwe poging om een omgangsregeling te krijgen!
5. Een nieuwe poging Op 13 november 2000 stuurt mijn advocaat een verzoek naar de rechter om Jolanda te verplichten mee te werken aan een normale omgangsregeling van één weekend per twee weken en het verstrekken van schoolrapporten en elk half jaar foto’s van de kinderen en verdere informatie over wat er met de kinderen gebeurt omdat de school en allerlei anderen hieraan weigeren mee te werken. Tot mijn grote verbazing zet hij erin dat dit op straffe van een dwangsom van duizend gulden per overtreding moet plaatsvinden omdat te vrezen valt dat zij zich er niet aan gaat houden. Een erg slimme zet blijkt achteraf. Op 2 februari 2001 komt de reactie van Jolanda’s advocaat op het verzoek van mijn advocaat aan de rechtbank. Natuurlijk komen daarbij weer de nodige gruwelverhalen over mij op tafel en dat de kinderen niets meer met mij te maken willen hebben. Pikant detail is dat er deze keer een geschreven briefje bij zit van Patricia waarin ze aangeeft dat ik hele vieze dingen met haar gedaan heb en dat ze mij nooit meer wil zien. Ik vind het niet te geloven dat nu zelfs mijn oudste dochter wordt misbruikt om een omgangsregeling te saboteren en dat ze dingen zegt die vijf jaar eerder al helemaal onderuit gehaald zijn in het onderzoek van de Raad. Daarin heeft ze zelf ontkend dat er iets tussen ons gebeurd zou zijn. Duidelijk is daarmee wel dat ze dus allebei gehersenspoeld zijn en ook nog steeds worden door Jolanda en hun opa. Onbegrijpelijk! Ik moet constant tegenover iedereen bewijzen dat ik een goede vader ben en zij mag ze gewoon met toestemming van de Raad geestelijk mishandelen en hersenspoelen? Dit is echt de wereld op zijn kop! Hoe is dat toch mogelijk? Ondertussen ben ik mijzelf eens stevig gaan verdiepen in het P.A.S. syndroom. Dit is een psychische aandoening die zich vrijwel uitsluitend voordoet wanneer kinderen de dupe worden van een scheiding en daarbij door de moeder op allerlei manieren tegen de vader opgezet worden. Hierdoor ontstaat er een ernstig loyaliteitsconflict bij het kind. Hierbij wordt het kind, door het negatieven gedrag van de moeder ten opzichte van de vader, feitelijk gedwongen om een keuze te maken voor de verzorgende ouder en “verstoot”
het emotioneel de vader, omdat die in de ogen van het kind en de verzorgende ouder een verstoring is van de harmonie in het gezin. Daarom noemen ze in Nederland dit syndroom ook het “Vader Verstoting Syndroom”, omdat in ruim negentig procent van de gevallen de vader degene is die door het kind verstoten wordt. Maanden lang heb ik het werk van de Amerikaanse Kinderpsychiater Professor Garndner bestudeerd die het syndroom ruim 50 jaar geleden ontdekt heeft, om te snappen wat het inhoudt, hoe het werkt en hoe je het behandelt. Een waar horror verhaal, met de kinderen in de hoofdrol als slachtoffer. Vervolgens ben ik mensen en kinderen die de dupe zijn geworden van een scheiding gaan behandelen, en met veel succes. Velen krijgen daarna weer een relatie met hun vader die ze vaak al tientallen jaren niet meer gezien hebben. Komt er toch nog iets positiefs uit mijn slechte ervaringen? Het vreemde is alleen dat zelfs op dit moment (2011) nog steeds vrijwel geen enkele hulpverlener weet en begrijpt wat het PAS syndroom inhoudt en hoe je het behandelt. Dit blijkt uit een onderzoek dat iemand pas geleden heeft uitgevoerd naar het P.A.S. syndroom. Daarbij ben ik ook geïnterviewd. Hierdoor ontstaat een enorm misverstand en gaan vele hulpverleners die deze kinderen onder ogen krijgen uit van wat de moeder hen vertelt. Concluderen dan seksueel misbruik en behandelen die kinderen daarvoor, terwijl daar feitelijk helemaal geen sprake van is! Zoals je begrijpt worden die kinderen daardoor nog veel ernstiger geestelijk beschadigd, omdat ze dan ook zelf “geloven” dat er sprake is geweest van seksueel misbruik terwijl dat helemaal niet plaatsgevonden heeft! Voor mij is dit “de” reden geweest om er een specialisatie van te maken en er deskundig in te worden. Op dit moment blijkt zelfs uit onderzoek van een pedagoge, die ook een scriptie geschreven heeft over het PAS syndroom, dat ik vrijwel de enige ben in Nederland die er echt verstand van heeft en mensen en kinderen die het syndroom hebben daarvoor kan behandelen. Onbegrijpelijk!
Uit cijfers blijkt namelijk dat ruim 65.000 kinderen per jaar de dupe zijn van het uit elkaar gaan van mensen en dat ruim 54% daarvan hun vader daarna nooit meer ziet. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat deze hele groep kinderen (33.000 kinderen per jaar) het P.A.S. syndroom ontwikkelen en dat al 50 jaar lang! Het gevolg daarvan? Schizofrenie, paranoia, achtervolgingswaanzin, diverse verslavingen, drop-outs uit school, agressie, minderwaardigheid en vele mensen die geen liefdesrelaties meer kunnen onderhouden. Je ziet dan dat deze mensen een paar weken een relatie hebben en dan door een volstrekt ongefundeerd en door de verzorgende ouder bewust of onbewust aangeleerd wantrouwen in de toekomstige partner, de relatie beëindigen. Je ziet zelfs dat heel veel vrouwen met het P.A.S. syndroom een relatie beginnen met een getrouwde man, omdat dit in hun ogen “veilig” is. Daar word je natuurlijk niet gelukkig van! Op 29 januari 2001 krijg ik een mailtje van mijn advocaat dat er op 6 februari een zitting zal plaatsvinden. Geweldig, kan ik op mijn verjaardag naar de rechter, hoe bizar! Ik geef mijn advocaat een flink stuk schriftelijke uitleg over het PAS syndroom mee die hij direct doorstuurt naar de rechter als argument waarom er nu WEL een omgangsregeling moet komen. Uit alle stukken en de reacties van Patricia blijkt namelijk al heel snel dat zij en hoogst waarschijnlijk ook haar zuster dit syndroom in ernstige vorm hebben. Mijn vraag aan de rechter is deze keer dan ook heel anders, namelijk: “Ik wil geen omgangsregeling, maar een onderzoek en behandeling van mijn kinderen die allebei duidelijk het PAS syndroom hebben.” Iets waar de rechter tijdens de zitting helemaal stom verbaasd van staat! Welke vader wil er nou geen omgang? Nou ik dus! Ik heb namelijk geen enkele hoop meer dat ik ze ooit nog ga zien en dit is dus nog het enige wat ik voor ze kan doen. Dat is niet de enige verrassing die ik voor hem heb, want op 4 februari 2001 doe ik aangifte tegen mijn ex van laster en smaad, omdat ze blijft volhouden dat ik mijn oudste dochter heb misbruikt, wat een absolute leugen is die uitsluitend door haar en vele andere vrouwen in Nederland wordt geuit en misbruikt als argument om daarmee een omgangsregeling te blokkeren. Iets wat helaas zelfs in 2019 nog steeds vele vrouwen ook lukt en waar ook vele rechters en de Raad nog steeds in trappen.
In het verleden heb ik dan ook al diverse keren mijn ex in de rechtbank gevraagd waarom zij dan geen aangifte doet van seksueel misbruik als zij er zo van overtuigd is dat ik dat gedaan heb, maar daarop krijg ik alleen maar smoezen over dat het kind eerst maar eens tot rust moet komen. Waar heb ik die smoes ook al weer eerder gehoord? De aangifte gaat ook direct met de andere papieren mee naar de rechter. Ik merk op dat moment wel duidelijk aan mezelf dat ik veel sterker geworden ben en ook het feit dat ik op dat moment al jaren professioneel hulpverlener ben met als één van de vele specialisaties het P.A.S. syndroom, maakt mij een stuk zelfverzekerder in deze tweede rechtszaak. Het mag helaas niet baten. Dit keer schrijf ik zelf het pleidooi voor de rechter wat mijn advocaat zal voorlezen. Het gaat als volgt: “Edelachtbare en alle hier aanwezigen. Na zes lange jaren staan we weer in hetzelfde gebouw en in de dezelfde situatie tegenover elkaar. Klaar om de strijd om de kinderen weer aan te gaan. Een strijd die niet gewonnen KAN worden, omdat er in beide kampen onvermijdelijk verliezen geleden zullen worden. Want als de vader wint dan verliest moeder eens per twee weken haar kinderen en als moeder wint dan verliest vader wederom zijn kinderen voor een aantal jaren. Eerlijk gezegd heb ik persoonlijk ook geen enkele zin om deze strijd weer aan te gaan. Want waarom zou ik strijden om mijn kinderen te mogen zien, zij zullen altijd mijn kinderen blijven al word ik honderd. Het feit dat ik ze niet mag zien verandert hier geheel niets aan. Heb ik misschien het idee dat ik ze deze keer wel mag zien? Het antwoord daarop is nee. Waarom vraag ik dan om een omgangsregeling? De reden waarom ik hier sta is om op te komen voor de rechten van mijn kinderen. Want zij zijn de echte slachtoffers in deze nare zaak. Mijn kinderen hebben het recht om hun vader te mogen zien, want ook al zullen zij dit nooit vertellen aan hun moeder, zij missen hun vader. Hoe weet ik dit, ben ik helderziend of zo? Nee, want ik hoef helemaal niet helderziend te zijn om te weten dat kinderen hun vader zullen missen als ze hem niet meer mogen zien,
dit is een vaststaand feit. Echter dit zullen zij nooit toegeven tegenover degene bij wie ze wonen, de moeder. Waarom doen ze dit niet? Omdat kinderen zich schuldig voelen tegenover de moeder, zij voelen het als verraad tegenover haar om toe te geven aan het gemis van hun vader die haar, voor hun gevoel, in de steek gelaten heeft. Men spreekt dan van het P.A.S. Syndroom (zie bijlage). Dit kan zich in vele soorten gedragingen uiten. Kwaad spreken over hun vader in het bijzijn van anderen en zelfs beschuldigingen uiten. Het resultaat is echter altijd hetzelfde, moeder neemt dit gedrag serieus en denkt dat zij er het beste aan doet om de kinderen nooit meer naar hun vader te laten gaan. Echter zij realiseert zich niet dat wanneer de kinderen bij hun vader zijn, zij ditzelfde gedrag vertonen alleen dan met moeder als de kwade persoon. Het is dan ook mijn wens dat deze strijd hier en nu eindigt en dat het gedrag van de kinderen op hun werkelijke waarde geschat wordt. Het wordt tijd voor een positieve benadering van de situatie, want als de kinderen bij vader zijn dan heeft de moeder immers de tijd om weer een relatie op te bouwen, hetzij met vrienden hetzij met een nieuwe man. Voor de kinderen breekt dan een leuke tijd aan want zij vieren tweemaal hun verjaardag, kerst et cetera. Ook al zal het in het begin wel even wat verwarrend zijn en zullen de kinderen zich wat dwars gedragen. Zij hebben dan immers twee huizen, twee vaders en moeders en twee verschillende soorten regels. Toch leert de ervaring dat de kinderen dan een volwaardig en gelukkig bestaan kunnen lijden met de vader en de moeder. Ook hier geldt weer dat ik niet helderziend ben, maar ditmaal spreek ik uit eigen ervaring. Ik heb vier jaar een relatie gehad met een vrouw en haar twee kinderen die hun vader wel mochten zien. Daar kwam ook deze problematiek aan de orde. Het is dan ook essentieel om het contact met de kinderen en hun vader te herstellen, maar vooral ook dat de relatie met de moeder genormaliseerd wordt en op een volwassen niveau komt. Mijns inziens kunnen de advocaten daarin een grote rol spelen, maar dit vereist vooral de medewerking van de moeder. Daarom sta ik hier vandaag met de wens dat wij allen deze situatie mogen creëren in het belang van de geestelijke gezondheid van de kinderen welke volgens mij niet uit haat maar uit liefde geboren zijn. Zij zijn degenen waarvoor wij vechten en waarvoor wij alles doen om hen zoveel mogelijk leed
te besparen. Mijn vraag aan iedereen in deze zaal is ”waarom kunnen wij daar vandaag niet mee beginnen?” Graag zou ik dan ook bij dezen de strijdbijl begraven in het belang van de kinderen welke recht hebben op een vader en een moeder.” Vervolgens gaat mijn advocaat nog zijn eigen commentaar aan de rechter meedelen. “Moeder doet alles om contact tussen vader en kinderen te verhinderen. Zij verzet zich, aldus het verzetschrift, met hand en tand. Een van de middelen daartoe is: te suggereren dat vader niet deugt. Daarom moeten de kinderen van de naam Wouters worden “bevrijd”. Daarom ook mag hun adres, en het adres van de moeder zelf, niet bekend worden. De vader moet volledig buiten beeld blijven! En dat terwijl op de vader niets aan te merken is. Hij zal de moeder niet lastig vallen, en hij zal de kinderen niet lastig vallen, ook niet door teveel contact met hen te eisen. Het verhaal dat hij geknoeid zou hebben met Patricia is volkomen onwaar. De heer Wouters kan zich ook niet voorstellen dat zij dat zelf beweert, maar als zij het beweert is het haar aangepraat, hetzij door moeder hetzij door andere personen in haar omgeving. Het resultaat is dat de kinderen verklaren geen contact met de vader te willen en er, tot zich ongelukkig voelen tegenop zien, zelfs reeds tegen de eventualiteit dat een onderzoek daarnaar wordt gestart. De vraag is of de heer Wouters zich hierdoor moet laten weerhouden. Zijn mening is: neen. Ook als het zo is als het verweerschrift suggereert (minus de bewering van knoeien met Patricia) is het van belang dat die situatie doorbroken wordt. Als de heer Wouters zich er nu bij neerlegt geen contact met de kinderen te hebben, zal dat zich later bij hen wreken. Vandaar al die papieren die ik u heb toegestuurd over het Parental Alienation Syndrome, en die de heer Wouters overtuiging hebben bijgebracht respectievelijk hem daarin gesterkt, dat hij zijn kinderen tekort doet als hij met het “hem buiten beeld blijven houden” akkoord gaat. Het is niet in hun belang dat hij hen met rust laat, integendeel, het is hun belang, meer dan het zijne, dat hij op contact
met hen aandringt. Het is hun belang dat zij hun vader beter leren kennen, beter dan uit de verhalen die hen vanuit de huidige kring bereiken. Dat zij hun vader op waarde leren schatten en leren inzien dat hun vader een bijzondere, en aardige man is, met tal van gaven van geest en hart, voor wie zij zich niet hoeven te schamen. Maar ook afgezien hiervan. Het is niet goed dat kinderen niet weten wat voor iemand hun vader is. Dat, om het verweerschrift te citeren, hun harmonie gebaseerd is op een finale breuk met hun vader. Dat is niet goed voor hen nu, en het is niet goed voor hen straks als zij volwassenen zich in de maatschappij, maar ook in hun relaties en in het universum dat de mensen op zichzelf al zijn, moeten zien waar te maken en te handhaven. De moeder mag dat haar kinderen niet ontnemen. De kinderen mogen het noch elkaar noch zichzelf ontnemen. Natuurlijk wordt alles ontkend door de advocaat van Jolanda die stelt dat Patricia zelf aangeeft dat ze niets meer met haar vader te maken wil hebben. Ze zou zelf gevraagd hebben om van de naam Wouters bevrijd te worden(?) omdat ze hem niet meer wilde horen. Beetje vreemd voor een kind dat op dat moment 11 jaar oud is en haar vader al 6 jaar niet meer gezien heeft? Jolanda zelf geeft aan dat Patricia onder behandeling is geweest bij een kinderpsychologe en dat er wel degelijk “vieze spelletjes” gespeeld zijn, maar van deze behandeling en conclusie kan ze toevalligerwijs niets op papier aantonen, buitengewoon vreemd! Bovendien weet ik helemaal niets van een behandeling van Patricia? Dat is toch hele belangrijke informatie die ik wel had moeten ontvangen? De rechter neemt het verhaal over het P.A.S. syndroom gelukkig wel redelijk serieus en vraagt hoe ik het voor mij zie zo’n omgangsregeling? Ik geef aan dat ik wel wil beginnen met de proefregeling zoals die jaren geleden is voorgesteld door de Raad, maar de rechter geeft aan daarvan helemaal geen papieren te hebben ontvangen. Het wordt steeds gekker! Er worden dus papieren achtergehouden met belangrijke informatie? Heel erg dubieus. De man van de Raad die altijd aanwezig is tijdens de rechtszitting geeft aan
dat er wel degelijk reden is voor nader onderzoek, ook al wil Jolanda daar geheel niets van weten. Zij vindt dat er al genoeg onderzoek gedaan is en dat de kinderen nu rust nodig hebben. Goh, daar hebben we die bekende smoes ook weer! De raadsmedewerker stelt dat het natuurlijk niet goed is dat de kinderen opgroeien met angst en een afkeer voor hun vader en dat er duidelijk iets niet klopt aan deze hele situatie. Ook wordt geëist dat zij met een rapport komt van die zogenaamde psychologe die Patricia behandeld zou hebben. Dat wordt nog wel een apart verhaal kan ik je verzekeren! De Raad beslist dan dat er iets gedaan moet worden aan de houding van de kinderen voordat er sprake kan zijn van omgang, maar dat dit wel het uiteindelijke doel moet zijn. Hierdoor gaat Jolanda natuurlijk weer haar drama verhaal vertellen over hoe overspannen de kinderen worden bij de gedachte hun vader te moeten zien, maar de rechter veegt dat argument direct van tafel en stelt dat zij dat zelf veroorzaakt heeft bij de kinderen en niet ik. De kinderen hebben mij immers al 6 jaar niet gezien? Daar heeft ze even niet van terug en kruipt in haar schulp. Ook haar advocaat heeft daar geen antwoord meer op. Er gaat dus weer een onderzoek plaatsvinden. Helaas gaan er daarna maanden overheen voordat er werkelijk iets gaat gebeuren. Ondanks de vele verzoeken van mijn advocaat. Natuurlijk meldt ook het incassobureau van de sociale dienst zich weer via de dame die al jaren in mijn vorige woning woont. Alsof ik nog niet genoeg aan mijn kop heb? Ondertussen zijn we al maanden bezig met de voorbereiding van ons huwelijk op 3 augustus 2001. Wat komt er een hoop geregel kijken bij een huwelijk, maar we zijn vastbesloten om onze relatie en aanstaande huwelijk niet te laten verpesten door de situatie met de kinderen en al helemaal niet door Jolanda of de sociale dienst! We gaan het helemaal goed doen en zeker niet half. We gaan trouwen in de Molen van Sloten en de receptie en het feest gaat plaatsvinden in het Golden Tulip hotel in Hoofddorp, grappig genoeg de plaats waar we In 2011 allebei, helaas afzonderlijk van elkaar, komen te wonen. Over ironie gesproken?
Op 25 juli 2001, ruim 6 maanden na de zitting blijkt er gewoon nog steeds helemaal niets gebeurd te zijn door de Raad! Het dossier ligt gewoon onbehandeld in Utrecht! Op 31 juli krijg ik ineens de boodschap van het Golden Tulip dat ik vooraf € 5.000,- moet ophoesten anders gaat het hele feest niet door! Zoals je snapt krijg ik zowat een beroerte. Dat is absoluut niet afgesproken! Het is natuurlijk ook volslagen belachelijk dat zij hier een paar dagen van tevoren mee komen terwijl ze al maanden weten dat het feest bij hun gaat plaatsvinden? Konden ze dat niet eerder vragen? Dat wordt nog even een groot probleem. Ik kan op dat moment hooguit € 2.500,- betalen, maar dat is het wel even. Ik krijg van het Golden Tulip te horen dat ik ook mijn creditcard als borg kan opgeven. Daarbij wordt mij verzekerd dat het bedrag daarvan slechts als borg dient en dus absoluut niet zal worden geïncasseerd van mijn creditcard, iets wat vier dagen daarna dus een grove leugen blijkt te zijn, omdat het dus wel degelijk geïncasseerd wordt van mijn kaart. Op 3 augustus, nog onbewust van de smerige streek die het Golden Tulip hotel ons dan flikt, is dan de grote dag van ons huwelijk en ik ben vastbesloten om alles ook daadwerkelijk bewust mee te maken, ook de huwelijksnacht! Iets wat maar heel weinig bruidsparen ook echt doen. De meeste bruidsparen geven aan achteraf maar bar weinig van de dag te hebben genoten of meegemaakt. Nou dat gaan wij dus compleet andersom doen! We hebben vooraf aangegeven aan de band en ceremoniemeester dat we geen stomme spelletjes doen en al helemaal GEEN polonaise of Nederlandse muziek! Daar houden wij namelijk allebei niet van! We openen het feest dan ook met de Merengue in plaats van een Quickstepje. Dat is ons te oubollig! Die dag worden we ’s morgens vroeg gewekt. Mijn schatje gaat die dag eerst naar de kapper en ik naar de bloemenzaak om het bruidsboeket op te halen. Dan komt de schoonheidsspecialiste aan huis om haar op te maken en komen de eerste gasten. Ook een aantal mensen die zichzelf maar uitgenodigd hebben helaas. Mijn vrouw wordt eerst helemaal opgetut en daarna volgt dan
het grote moment, de jurk aantrekken. Die is heel mooi: crème met een korte sleep en lange, bij de vingers open handschoenen die aan een ring om haar vingers vastzitten. Een plaatje! Ze heeft hem gekocht bij Mary Borsato, het blijkt achteraf dat die vreselijk jaloers was op haar prachtige slanke figuurtje. Daarna gaan we met de fotograaf naar het Muiderslot en tot mijn stomme verbazing mogen we er ook nog in met die negen meter lange Limousine die we gehuurd hebben voor deze bijzondere dag. Om twee uur ’s middags moeten we terug zijn om vervolgens naar de Molen van Sloten te vertrekken, met de limo natuurlijk. Daar worden nog wat foto’s gemaakt van de familie en vrienden. Iedereen wordt verzocht naar binnen te gaan en wij komen als laatste, onder luid applaus, binnen. Ik word er spontaan verlegen van! Het wordt een leuke korte ceremonie met veel humor, maar tijdens het jawoord kan ik mijn tranen maar net bedwingen. Dit is de gelukkigste dag van mijn leven! Daarna mag iedereen in de zaal, die een verdieping hoger ligt, ons feliciteren. Er zijn zelfs een aantal obers uit de restaurants waar we regelmatig eten aanwezig en tot mijn verbazing ook mijn advocaat. Gelukkig hebben we die vandaag even niet nodig! We vertrekken daarna met zijn allen naar het Golden Tulip hotel voor de receptie. Helaas gaan ook onze “niet” uitgenodigde gasten mee. Daar wordt iedereen door ons persoonlijk ontvangen voor de receptie. We krijgen veel envelopjes met kaartjes en geld, want we weten toch niet wat we anders moeten vragen. We verrassen iedereen met de enorme bruidstaart in de vorm van een lelieblad met allemaal marsepeinen kikkers erop. Dat vonden we wel toepasselijk omdat mijn vrouw al vele jaren kikkers spaart. De taart viel blijkbaar in de smaak want iedereen heeft twee stukken gegeten. Na verloop van tijd, en gelukkig ook op tijd, vertrekt iedereen en hebben we nog even de tijd voor onszelf voordat we het diner hebben met de familie en enkele vrienden. Daar delen we verschillende cadeautjes uit aan iedereen. Het
eten is een heel bijzonder keuze menu. Na het diner hebben we eindelijk nog even wat tijd voor elkaar in de enorme kamer van het hotel waar we vannacht ook blijven logeren. Wat een ruimte met een grote woonkamer en een enorme slaapkamer. Er staat een bed in van tweeënhalve meter breed en twee meter twintig lang! Wat een luxe. Om negen uur gaan we naar de zaal waar het feest zal plaatsvinden en ontvangen alle gasten van die avond. Als iedereen binnen is, heten we hen van harte welkom en beginnen wij de openingsdans, zoals ik al zei een Merengue en iedereen staat stom verbaasd van onze danstalenten. Al gauw slepen we mensen de dansvloer op die vervolgens de hele avond niet meer leeg raakt. Het wordt een superavond die iedereen zich zelfs nu tien jaar later nog herinnert. We hebben op aanraden van iemand wegwerpcamera’s neergelegd en iedereen gevraagd als ze een leuk moment zien het te fotograferen. De avond eindigt uiteindelijk om half twee in de nacht, een uur later dan gepland. Ik neem afscheid van iedereen met de microfoon van de band in mijn handen. Wat een enorme groep mensen is er nog op dat moment! We gaan met alle cadeautjes en ballonnen terug naar de kamer en vallen na een flinke vrijpartij in slaap. Om de volgende dag telefonisch gewekt te worden en enkele minuten later zitten we met een continentaal ontbijt en twee kranten aan tafel. Wauw wat een dag. Thuis aangekomen pakken we alle cadeaus en envelopjes uit en we staan stomverbaasd van de inhoud. De volgende dag vertrekken naar Nijmegen voor een paar dagen huwelijksreis. Ik krijg op 4 september 2001 een brief van de Raad met een datum voor een afspraak met de onderzoeker op woensdag 12 september 2001. Het gesprek zal ook in Utrecht plaatsvinden. Heel bijzonder? Ook Jolanda moet daar op dat moment aanwezig zijn, maar zoals verwacht laat zij op 7 september weten er niet aan mee te zullen werken en dus niet te komen op de afspraak van 12 september.
Op 12 september 2001 ga ik dan samen met een vriend naar Utrecht voor het gesprek en die vriend mag er gelukkig ook bijblijven, anders dan 6 jaar daarvoor dus in Amsterdam. Het is een prettig gesprek en ook daar geef ik duidelijk aan dat ik geen omgangsregeling hoef met mijn kinderen, maar een onderzoek naar het P.A.S. Syndroom. Die man van de Raad staat daar helemaal verbaasd van en ik stijg behoorlijk in zijn achting. Hij zegt enorme bewondering voor mij te hebben dat ik mijzelf compleet wegcijfer voor de kinderen en uitsluitend de rechtszaak voer om de kinderen onderzocht en behandeld te krijgen. Ik vertel hem daarbij van mijn ondertussen opgebouwde expertise op dit vlak. Ik word hier wel even iets anders behandeld en benaderd dan de laatste keer in Amsterdam! Erg prettig. Op 20 september 2001 krijg ik een briefje van mijn advocaat dat er op 15 oktober weer een rechtszitting gaat plaatsvinden en ik hoop maar dat het rapport uit Utrecht er dan eindelijk is? Helaas wordt die zitting uitgesteld. Op 4 oktober krijg ik dan het concept rapport en daarbij wordt al direct aangegeven dat het niet gelukt is het onderzoek te doen zoals dat eigenlijk bedoeld was. So what else is new? Uit het rapport blijkt dat die man uit Utrecht naar Jolanda’s huis gegaan is voor het onderzoek, maar daar zijn hem een paar vreemde dingen opgevallen, vooral dat de kinderen voorgeprogrammeerde antwoorden geven en daarbij non-verbaal steun zoeken bij de moeder. Jolanda en Patricia hebben hem ook weer duidelijk aangegeven niet te willen meewerken aan een onderzoek door de Raad. Dus met andere woorden de Raad kan geen advies geven aan de rechter over omgang en de geestelijke gezondheid van de kinderen. Er moet maar een extern bureau ingeschakeld worden om een onderzoek naar de kinderen en moeder te doen. Shit, zijn we dus na al die maanden nog steeds geen stap verder gekomen? Op 29 oktober 2001 krijg ik dan na enige feitelijke correcties van mijn kant, en weer een compleet uitgebreide brief van twee A4tjes van Jolanda met weer vele beschuldigingen en verwijten aan mijn adres: het voltooide rapport van de Raad. Er valt mij tijdens het lezen van dit rapport ineens op de brief van Jolanda haar volledige adres staat! Dat is echt enorm stom van de Raad! Dat hoort natuurlijk geheim te blijven? Nou ja in ieder geval moet die schijn
opgehouden worden want ik heb dat adres natuurlijk allang! Ik bel die man van de Raad uit Utrecht op en vertel hem welke blunder ze gemaakt hebben en dat ze zich daar niet zo druk over hoeven te maken omdat ik het adres van haar al anderhalf jaar in bezit heb. Natuurlijk baalt hij daar enorm van, maar daar is nu niets meer aan te doen. Hij zal dit feit doorgeven aan de raadsmedewerker die op de zitting aanwezig zal zijn zodat ze daar gepast op kunnen reageren. Nou dat wordt nog een behoorlijke rel! Op 11 december 2001 komt er dan eindelijk weer een zitting. Tijdens die zitting wordt besloten dat Jolanda zich vanaf nu moet houden aan het recht op informatie dat ik officieel heb, maar waar niemand zich aan wenst te houden en ze wordt gehouden aan het regelmatig afgeven van die informatie, schoolrapporten van beide kinderen en foto’s. Ook wordt weer geoordeeld dat Jolanda mee MOET werken aan het onderzoek van de F.O.R.A. (Forensisch psychologische Dienst). Ook wordt weer, ondanks de drama’s van Jolanda aangegeven, dat er uiteindelijk toch een omgangsregeling gaat komen wat er ook gebeurt en dat zij daaraan moet meewerken. Ja, dat hoor ik al jaren! Helaas is dat nog geen enkele keer waarheid geworden. Tijdens deze zitting gaat haar advocaat behoorlijk tekeer tegen de rechter en de Raad die het adres van Jolanda aan mij gestuurd hebben en ik moet erg lachen om deze situatie. Nou gaat haar advocaat vechten met de rechter en de Raad? Het lijkt wel of ik in een slechte soapserie terecht gekomen ben. Op 5 maart 2002 krijg ik dan eindelijk een brief van mijn advocaat met de uitspraak van de rechter, maar daar klopt helemaal niets van! Ten eerste staat er een compleet foute uitspraakdatum op, waardoor de datum van het in beroep of bezwaar gaan al zou zijn verstreken! Vervolgens wordt er helemaal niets vermeld over de dwangsom die wij geëist hebben omdat Jolanda zich waarschijnlijk toch niet aan de informatieplicht gaat houden. Ook staat er helemaal niets in over het onderzoek van F.O.R.A. waaraan zij MOET meewerken en de vragen die daarbij gesteld moeten worden. En als klap op de vuurpijl staat er ook helemaal niets in over een eventuele omgangsregeling!
Het is toch niet te geloven, negentig procent van de dingen die besproken zijn in de rechtszaak en waar Jolanda toe gedwongen wordt staan er niet eens in en het duurde meer dan drie maanden voordat ik in ieder geval al een uitspraak kreeg. Het is wel echt goed mis met de rechtsspraak in Nederland! Hier zakt echt mijn broek van af! Hoe is dit nou in godsnaam mogelijk in een beschaafd land zoals Nederland? Heeft die rechter soms zitten slapen of zo? Op 25 maart 2002 krijg ik dan een hele waslijst met onderzoeksvragen die beantwoord moeten worden tijdens het onderzoek van Jolanda en de kinderen. Of ik even wil tekenen of ik daarmee akkoord ben? Jezus, “hoe lang gaat dit nog duren?”, vraag ik mezelf af. Ik begin langzamerhand een beetje afgestompt te raken. Ook worden mijn gevoelens voor de kinderen steeds minder. Pijn heelt dus toch alle wonden? Het is niet te geloven, maar op 10 april 2002 krijg ik dan eindelijk de echte en uitgebreide uitspraak van de rechter in de zitting van 11 december 2001! Gelukkig de bezwaren van Jolanda met betrekking tot het onderzoek naar haar en de kinderen wordt van tafel geveegd door de rechter. Ze heeft dus maar mee te werken. Mijn advocaat schrijft gelijk een brief aan de advocaat van Jolanda om de geëiste informatie en schoolrapporten binnen een week te sturen. Natuurlijk houden zij zich daar niet aan en is mijn advocaat genoodzaakt te dreigen met een kort geding. Ook daar wordt niet op gereageerd, blijkbaar denken Jolanda en haar advocaat dat ze boven de Wet staan? Op 14 mei 2002 krijg ik dan weer een brief van mijn advocaat met de conclusie van de Raad dat Jolanda weer niet wenst mee te werken, er daarom weer geen onderzoek kan plaatsvinden en dat ze daarom de zaak weer terugverwijzen naar de rechter. WITHEET BEN IK DAN! Dus omdat mevrouw niet wenst mee te werken moet ik weer terug naar de rechter? Ze zijn zeker niet helemaal goed bij hun hoofd geworden bij die Raad? Ik dacht toch dat de rechter duidelijk genoeg was? Zij MOET meewerken aan het onderzoek! Hier loop je als vader zijnde dus elke keer weer tegenaan in Nederland bij scheidingszaken. Om moedeloos van te
worden. De moeder wil niet meewerken en bepaalt dus uiteindelijk wat de Raad gaat doen en die geeft het dan maar op en kiest de weg van de minste weerstand! “Nou dus MOOI NIET”! We moeten weer naar de rechter om haar te dwingen om mee te werken en anders krijgt ze een dwangsom? Op 31 mei 2002 krijg ik een brief van mijn advocaat waarin wordt aangegeven dat de advocaat van Jolanda in hoger beroep gaat tegen het vonnis van 11 december 2001! Niet te geloven, houdt het dan nooit eens op? Constant blijven ze de boel traineren en ophouden. Een pikant detail daarbij is dat er dan ineens een brief bijzit van die zogenaamde psychologe die Patricia in 1997 behandeld zou hebben en daarin wordt gewoon keihard geconcludeerd dat ik Patricia misbruikt zou hebben! Je snapt wel, dit soort beschuldigingen pik ik niet van een psychologe die mij helemaal niet kent en ik eis het adres van die dame, Rianne Maas genaamd. Bij nader inzien komt die naam mij trouwens wel erg bekend voor. Is dat niet degene die getrouwd is met het neefje van Jolanda en die destijds met de Honeymoon Quiz heeft meegedaan? Daar zijn we nota bene samen bij geweest! Heel dubieus allemaal. Maar er komt geen adres van die dame, want de praktijk waar ze gewerkt heeft is gesplitst en daarbij is mevrouw de psychologe hem gesmeerd. Ook Jolanda’s advocaat geeft het adres niet en weigert de brief die mijn advocaat haar gestuurd heeft door te sturen. “Hij is toch geen postbode” geeft hij als argument op in de daaropvolgende rechtszaak? Weer niemand die daar iets op zegt in de rechtszaal. Zelfs de rechter reageert hier niet op, onbegrijpelijk! Ze is ook nergens te vinden op internet, bij de Kamer van Koophandel, beroepsverenigingen. Ze is van de aardbodem verdwenen zo lijkt het wel. Ik krijg dus ook geen enkele mogelijkheid om mijzelf te verdedigen tegen dit soort ongefundeerde beschuldigingen! Op 8 juli 2002 doe ik opnieuw aangifte tegen Jolanda wegens smaad, omdat men bij de politie er ten onrechte vanuit ging dat er geen actie op ondernomen hoefde te worden. Dus wel! De volgende zitting zal dan op 23 september 2002 plaatsvinden. Daarbij wordt heel duidelijk gesteld dat Jolanda en ik daarbij vooral ondervraagd zullen worden. Dat belooft een spannende zaak te worden? Natuurlijk heeft haar advocaat weer wat te klagen aan de rechtbank over de door ons geëiste
dwangsommen bij het overtreden van de informatieplicht. Op 23 augustus blijkt dat de rechtszitting weer verplaatst wordt en nu naar 9 oktober 2002. Gelukkig maar want dan moet ik een maand naar Thailand om af te studeren voor mijn opleiding. Dit wordt zo langzamerhand wel een gebed zonder eind? Op 9 oktober 2002 vindt dan de rechtszitting plaats en tot mijn stomme verbazing blijkt Patricia ook opgeroepen te zijn om te verschijnen in de rechtbank, maar die oproep is dus naar het verkeerde adres gestuurd(?). Er wordt door de rechter beslist dat zij dan de week daarop alsnog moet verschijnen. De rechter en de Raad willen graag eens met Patricia zelf praten. Ik zie dat Jolanda daar erg vrolijk van wordt en het lijkt er sterk op dat zij denkt “dan is de hele zaak klaar, zal Patricia wel even duidelijk vertellen dat zij haar vader nooit meer wil zien en is mijn probleem opgelost”. Einde rechtszaak dus? Zij zit zich al bijna in haar handen te wrijven met deze beslissing van het hof in gedachte. Dat wordt een grote overwinning in haar ogen. Maar jammer voor jou Jolanda, zo gemakkelijk zul je er niet vanaf komen denk ik bij mezelf. Want als je denkt dat je er al bent dan zul je altijd zien dat het weer anders afloopt dan jij denkt en dat is in deze situatie echt geen uitzondering. Ik blijf dus maar even afwachten wat er gaat gebeuren en op dat moment maakt Jolanda een enorme fout door niet te reageren op de beslissing van de rechter! Blijkbaar heeft ze niet in de gaten dat Patricia dan met mij geconfronteerd zal worden in de rechtszaal en dat wordt natuurlijk paniek als ik haar drama verhalen mag geloven. Op het moment dat de rechter de zitting beëindigt vraag ik heel subtiel of ik hem iets mag vragen? “Natuurlijk meneer Wouters”, is het antwoord. Daarop stel ik hem op de hoogte van het feit dat mijn dochter mij al 8 jaar niet gezien heeft en dat het misschien wel verstandig zou zijn om er dan voor te zorgen dat zij niet onverwachts met mij in de rechtszaal geconfronteerd zal worden? De rechter staat helemaal stomverbaasd van mijn vraag en kijkt onmiddellijk naar Jolanda met een blik van “waarom ben jij daar niet op gekomen als je zegt dat je dochter zoveel problemen heeft met haar vader?”
Mijn advocaat begint zachtjes te grinniken. Daar had ook hij niet bij stilgestaan, maar was wel onder de indruk van mijn scherpe blik op de situatie. “Daar heeft u helemaal gelijk in meneer Wouters, daar heb ik eigenlijk helemaal niet bij stilgestaan en het is goed dat u dat even zegt. Ik ga er vanuit dat de heren advocaten dit kunnen oplossen?” Onmiddellijk springt mijn advocaat daarop in door voor te stellen om eerst het kind te laten komen en als Patricia weg is dan de ouders in de rechtszaal te laten? Daar kan haar advocaat natuurlijk weinig meer tegenin brengen. Hij is ook duidelijk geïrriteerd van mijn wakkere gedrag die dag en de stomheid van zijn cliënte. “Ja, ze is ook blond meneer de advocaat! Was u dat na al die jaren nog niet opgevallen dan?” De week daarop ben ik weer met mijn advocaat in de rechtbank en moeten we ons in één of ander achterkamertje schuil houden. Na verloop van tijd worden wij gevraagd om weer in de zaal plaats te nemen en krijgt Jolanda inderdaad een behoorlijke draai om haar oren, zoals ik al verwachtte. De rechter was onder de indruk van Patricia, maar zowel de drie rechters als de man van de Raad kregen duidelijk de indruk dat Patricia iets niet mag vertellen van haar moeder en dat er diverse dingen aan haar verhaal niet kloppen. Dat is reden genoeg voor het plaats laten vinden van het al veel eerder gevraagde onderzoek van F.O.R.A. waartoe ze nu “veroordeeld” wordt om aan mee te werken. Ik ben ook het gedrag van haar advocaat een beetje zat en stuur daarom op 11 november 2002 een klacht over zijn gedrag naar de Orde van Advocaten. Hij moet maar eens ophouden met zijn vreselijk trainerende gedrag en de beschuldigingen die hij constant maar ongestraft aan mijn adres uit! Ook het feit dat hij met een beschuldigende brief komt en ons vervolgens weigert om het adres van die zogenaamde psychologe te geven vind ik volslagen belachelijk en een ernstige overtreding van de gedragsregels voor advocaten. Helaas trekt niemand zich daar wat van aan en ik krijg dan ook geen behandeling van mijn klacht bij de Orde. Je mag als advocaat blijkbaar de tegenpartij gewoon openlijk beschuldigen van incest zonder dat je er onderzoek naar gedaan hebt en zeker weet dat het wel gebeurd is? Ik dacht altijd dat je in Nederland pas schuldig was wanneer dat bewezen is, maar dat schijnt in het familierecht toch even anders te liggen? Je bent dus gewoon
vogelvrij als vader? Op 26 november 2002 gaan we samen voor de zoveelste keer naar de landelijke dag van de dwaze vaders en het valt mij die dag op dat er elk jaar weer minder mensen komen. Ergens halverwege de dag loop ik letterlijk tegen één van de bestuursleden aan en daar ontstaat een gesprek. Tijdens dit gesprek geeft hij aan dat hem dat ook is opgevallen en dat hij niet begrijpt waarom. Tot zijn stomme verbazing vertel ik hem dat ik dat wel snap. Daarop vraagt hij mij of ik hem kan adviseren. Uitleggen is letterlijk mijn werk en ook mijn leven dus ik vraag hem of hij pen en papier wil pakken zodat ik hem wat tips kan geven over hoe de zaal weer vol te krijgen, een klein lesje in de menselijke psyché in groepsverband als het ware. Tijdens mijn uitleg begint deze man steeds meer te schrikken van de blunders die ze eigenlijk maken op die dag. Het resultaat van mijn adviezen is drie keer zoveel mensen in de zaal op de landelijke dag het jaar daarna! Op 12 december 2002 krijg ik dan de voor mij gunstige uitspraak van de rechter, eindelijk! Elke keer dat Jolanda zich niet houdt aan één van de verplichtingen die opgelegd zijn door de rechter is ze € 453,78 (1.000 gulden) schuldig. We zullen zien of dat nu eindelijk gaat helpen? Plus dat het onderzoek van de F.O.R.A. er nu definitief gaat komen. Natuurlijk laat ook dit onderzoek naar Jolanda en de kinderen weer maanden op zich wachten. Het wordt zo langzamerhand meer regel dan uitzondering bij die Raad? Ik merk dat ik steeds meer en meer emotioneel afstand ga nemen van mijn kinderen. Op 27 februari 2003 krijg ik dan eindelijk een brief met de uitnodiging voor het onderzoek dat zal plaatsvinden op 31 maart 2003. Nou was dat maar waar want het zal nog tot en met 2005 duren voordat het daadwerkelijke rapport af zal zijn! Maar dat komt later in mijn verhaal wel tevoorschijn. Op 25 april 2003 stuurt mijn advocaat een E-mail naar de advocaat van Jolanda omdat ik dan nog steeds GEEN informatie heb ontvangen en ik wordt haar weigerachtige gedrag nu een beetje zat! We hebben dus zeer terecht geëist een dwangsom op te leggen die we nu dus ook laten uitvoeren als zij
niet heel snel komt met informatie. Dan eindelijk komt er op 11 mei 2003 een rapport van mijn twee dochters, maar is de naam en het adres van de school eruit geknipt. Ze leert het ook nooit hè? Op de achterkant van het rapport staat geschreven: “Hallo, alles gaat goed met de kinderen, zie de rapporten. Patricia is lekker aan het puberen en heeft geen zin om je te zien. Natascha heeft het erg naar haar zin met mijn nieuwe vriend en zijn familie en onze vrienden. De kinderen hebben een druk en gezellig leven. Hun hobby is dansen. Geen rare ziektes alles gezond en wel. Groetjes Jolanda. Een heerlijk niets zeggend briefje dat wel, en niet verbazingwekkend dat mijn kinderen van dansen houden, iets wat ik al vanaf mijn geboorte zowat doe? Maar de opmerking “ze heeft geen zin om je te zien” vind ik wel een beetje misplaatst in zo een flutbriefje. Na vele schriftelijke discussies met de advocaat van Jolanda over mijn klacht aan de Orde van Advocaten over zijn gedrag krijg ik dan op 9 mei 2003 eindelijk de conclusie van de Deken van die Orde waaruit natuurlijk blijkt dat ze er niets mee doen. En dat wordt dan verteld in vijf A4tjes, korter kon natuurlijk niet? Die helpen mij dus ook niet. Waar is die Orde eigenlijk voor, vraag ik mij af? Niet om mijn belangen te verdedigen zo blijkt wel? In 2003 gaat het mij dan financieel weer een stuk slechter en moet ik weer pro deo aanvragen bij de raad voor de rechtsbijstand, die ik gelukkig ook krijg want we zijn helaas nog lang niet klaar met deze rechtszaak. In augustus 2003 schrijft mijn advocaat maar weer een briefje naar de Raad met de vraag wanneer dat onderzoek nou eens gaat plaatsvinden? In een telefoontje de dag daarvoor heb ik te horen gekregen dat het zo lang duurt omdat er weer iemand op vakantie is, maar daar heb ik toch helemaal niets mee te maken? We zitten al vanaf maart 2002 te wachten tot ze ermee beginnen! Wat een achterlijke toestand is dat toch met die Raad! Halverwege augustus krijg ik dan een paar rapporten van de kinderen en weer
compleet verknipt. Ik word nu echt een beetje boos! Ik mag toch zeker wel weten waar ze op school zitten? Mijn advocaat schrijft dan een brief waarin hij eist dat Jolanda voortaan de hele rapporten inclusief adressen opstuurt. Dit op straffe van het uitvoeren van de opgelegde dwangsommen. Op 27 augustus 2003 krijg ik dan eindelijk een brief van de raad met een afspraak op 4 september. Daar ontvang ik de nodige excuses voor het lange wachten, maar wat koop ik daar voor? Vervolgens krijg ik dan op 29 september een briefje met de nieuwe vraagstellingen. Jongens wanneer gaan jullie nou eens iets “doen!” Op 16 december 2003 blijkt Jolanda dan uitgenodigd te worden door het F.O.R.A. voor het onderzoek. Daar kom ik achter na een telefoontje van mijn advocaat aan de raad. Maar je raadt het al? Die zegt Jolanda natuurlijk weer af! Ergens eind september 2003 krijg ik een email van die man van de dwaze vaders met de vraag of ik op de landelijke dag van 23 november 2003 een lezing wil geven als hulpverlener zijnde en ervaringsdeskundige. Natuurlijk wil ik dat, vind ik zelfs erg leuk om te doen. Al gauw komt het verhaal dat ik vertel over angst in mijn gedachte als onderwerp van de lezing. Want daar heeft namelijk elke dwaze vader last van, daardoor vechten ze vechten waarmee ze vervolgens hun eigen glazen ingooien! Een dankbaar onderwerp dat behoorlijk indruk maakt bij de mensen in de zaal. Dat ik het met de nodige humor breng helpt natuurlijk zeker mee? Op 9 januari 2004 stuurt mijn advocaat nog maar eens een fax naar de F.O.R.A. om te zien wat er nu gebeurt. Die wordt op 19 maart nog maar eens herhaald en nu eindelijk, zei het op 1 april 2004 pas beantwoord. Daarin wordt gesteld dat men verwacht dat het onderzoek begin mei zal worden afgerond. “Ja, ja, eerst zien en dan geloven” denk ik bij mezelf. Niet dus, want op 27 mei 2004 heb ik nog steeds geen bericht van het F.O.R.A. over de afronding. Dus maar bellen. Het wordt nu half juni! Ze nemen daar wel lekker de tijd voor hè? Ik wacht nu al jaren op dat onderzoek van FORA! Ik vraag ook maar eens aan de Raad of zij niet eens een gesprek kunnen regelen met mijn ex? Misschien
dat het dan een beetje gaat opschieten. Tot mijn stomme verbazing krijg ik dan op 7 juni 2004 een fax van mijn advocaat waarin Jolanda instemt met een gesprek, maar geen geld heeft om het te betalen. Nou ik ook niet hoor! Een klein stemmetje in mijn oor roept dat hier iets vreemds gebeurt! Ze wil al jaren niet praten en nu ineens wel? Daar zit volgens mij een addertje onder dat gras en dat blijkt achteraf dan ook zo. Op 9 juni 2004 krijg ik een fijne verassing van het incassobureau van de sociale dienst. Ze komen met de politie beslag leggen op mijn spullen. Helaas voor hen gaat dat feest niet door omdat ik op huwelijkse voorwaarden ben getrouwd en daarin heb laten opnemen dat alle goederen van mijn vrouw zijn. Ze hebben dus nergens recht op. Mijn vrouw schrijft hun dan ook een briefje dat ze dat plan beter uit hun hoofd kunnen laten omdat ze dan een rechtszaak tegemoet kunnen zien die hun een heleboel geld gaat kosten. Daarbij doet ze de kopieën van onze huwelijkse voorwaarden. Natuurlijk krijg ik daar geen antwoord op en wacht tevergeefs op hun komst. Ja, zo werkt dat in Nederland, ze kunnen en mogen je wel bedreigen, maar afbellen, ho maar! Op donderdag 26 augustus 2004 ontvang ik een mailtje van mijn advocaat dat de rechtbank mediation door de raad vergoed. Dat gesprek zal dan uiteindelijk ook plaatsvinden op 7 september 2004. Ondertussen krijg ik eindelijk met regelmaat de schoolrapporten van de kinderen en de briefjes van Jolanda daarbij worden wat vriendelijker en uitgebreider en ook de adressen blijven op de schoolrapporten staan.
6. Het gesprek Op 7 september 2004 vindt het gesprek plaats tussen Jolanda en mij onder begeleiding van de teamleider van de Raad en een gedragsdeskundige. Het begint allemaal niet zo vriendelijk. Ze blijft maar volhouden dat ik Patricia misbruikt heb zelfs nu ze in mijn ogen duidelijk kan zien dat ik de waarheid spreek als ik haar zeg dat dit absoluut NOOIT gebeurd is! Ze gelooft er natuurlijk niks van en blijft mij beschuldigen en dingen verwijten. Het komt haar duidelijk erg goed uit deze smoes? Haar reactie erop zegt mij alleen al genoeg. Ze kletst volledig uit haar nek en weet heel goed dat het niet gebeurd is! Die twee blijven inpraten op Jolanda dat ze een beetje moet meewerken omdat het beter is voor de kinderen. Tijdens het gesprek wordt afgesproken dat er een gesprek plaats gaat vinden met Natascha, de jongste. Patricia wil niet, maar dat was allang duidelijk. Die is al teveel gehersenspoeld door haar moeder. Tijdens dit gesprek zegt Jolanda trouwens iets vreemds wat die twee andere blijkbaar niet eens opvalt. Ze vraagt of ik, wanneer dat gesprek heeft plaatsgevonden met Natascha, dan stop met procederen? Dit vind ik een hele dubieuze vraag en ik snap gelijk waar ze heen wil. Ze heeft de kinderen natuurlijk gezegd dat wanneer ik met hun een gesprek gehad heb dat ze dan van mij af zijn en dat ik dan stop met procederen waardoor ze eindelijk van dat “gezeik” af zijn. Daarom wilde ze dus een gesprek, ze probeert mij er gewoon in te luizen en die gasten van de Raad ook! Vreemd genoeg horen die twee begeleiders deze hele vraag niet en ik vraag mijzelf af waarom niet? Dit soort dubbelzinnige en veelzeggende opmerkingen horen zij toch direct op te pikken als gedragsdeskundigen? Blijkbaar zijn ze toch niet zo deskundig als dat zij zelf wel denken? Ook het P.A.S. Syndroom komt even ter sprake, maar dat doet Jolanda direct af als een smoes van de dwaze vaders die ze geheel niet serieus hoeft te
nemen. Ja ze is en blijft echt blond die Jolanda en dat is dan ook precies de reden waarom ik ben weggegaan bij haar! Op mijn vraag of die twee van de Raad bekend zijn met het P.A.S. Syndroom beantwoorden ze bevestigend, maar als ik dan een paar gerichte vragen erover stel weten ze er ineens geen antwoord op te geven, heel erg vreemd! Er wordt afgesproken dat er onder begeleiding een gesprek gaat komen met Natascha en een paar weken later komt de datum daarvan, 28 oktober 2004, de maand erna. Er moest blijkbaar eerst toestemming gevraagd worden aan de rechter voor deze ontmoeting? Ook Jolanda wil bij het gesprek met Natascha aanwezig zijn en daar kan ik mij niet druk om maken. Heb overigens geen idee hoe ik mij dat gesprek onder begeleiding moet voorstellen. Op 28 oktober 2004 moet ik naar de Raad voor het gesprek met Natascha. Ik word opgevangen door de teamleider en in een kleinE kamer gestopt. Daar word ik voorbereid op het gesprek. Dan gaan we naar een andere kamer waar het daadwerkelijke gesprek zal plaatsvinden en ik schrik er eigenlijk een beetje van! Ik kom in een kamertje dat niet veel groter is dan een ruim balkon. Als ik binnenkom zit links van mij één of andere dame, die een maatschappelijk werkster blijkt te zijn, ik mag voor haar plaatsnemen, dan staat er een enorme tafel tussen mij en Natascha en daarachter zit Jolanda. Ik kom binnen geef Natascha een hand en merk een lichte schrikreactie bij haar die blijkbaar niemand opvalt zo blijkt achteraf. Angst? Op het moment dat ik ga zitten merk ik pas dat een groot deel van de rechtermuur waardoor ik binnen kwam een spiegelwand is met een doorkijk spiegel, zoals je die in politieseries wel ziet waar jij de boef wel kunt zien, maar hij jou niet. Begin mij een beetje onbehagelijk te voelen. Ben ik soms een crimineel? Ik vind het allemaal wel erg vernederend. Ik probeer zo rustig mogelijk te blijven en een gesprek te voeren met dat voor mij totaal vreemde meisje dat mijn dochter moet zijn. Dat lukt maar ten dele, want wat vraag je zo iemand? De laatste keer dat ik haar werkelijk zag en met haar contact had was ze sIechts 1 jaar oud! Ik merk dat ze compleet vervreemd is van mij en dat ook deze omgeving, dit
“zweethok” niet echt bijdraagt aan de ontspanning die ik graag zou creëren tijdens een gesprek met mijn eigen dochter. We kletsen wat en ik stel haar wat vragen, zoals wat ze doet, hobby’s, school en uiteindelijk of zij mijn telefoonnummer heeft, iets waarvan haar moeder in het vorige gesprek glashard beweerde dat het gewoon al jaren naast de telefoon ligt. Niet dus! Natascha vertelt dat zij het nummer niet weet en dat het ook niet naast de telefoon ligt anders had ze het wel geweten, ze belt ten slotte vaak genoeg met haar vriendinnen! Jolanda zit met een rood hoofd achter haar. Ik heb haar eventjes betrapt op een leugen dus, maar ook dat valt blijkbaar niemand op? Ik vertel haar ook wat ik tegenwoordig doe voor werk en dat ik sinds mijn vertrek bij hen heel erg veranderd ben. Toen ik bij hen woonde was ik best een negatief persoon met een enorme bromstem die echt niet gelukkig was, maar ik ben geestelijk en emotioneel enorm gegroeid sinds die tijd, heb een goed lopende praktijk en een mooi groot huis. Daarmee probeerde ik haar even een beetje nieuwsgierig te maken. Iets wat die twee gedragsdeskundige achter die spiegel later vertalen in dat ik geen inzicht heb in haar belevingswereld, weten zij veel! Ik heb hun helemaal niets verteld over wie ik ben en wat ik doe voor werk en vooral niet dat ik al zeer veel kinderen en volwassenen onder behandeling gehad heb met het P.A.S. Syndroom, dus wie heeft er nu geen inzicht in de belevingswereld van een kind van die leeftijd? Na anderhalf uur zijn we wel zo’n beetje uitgebabbeld en volgt er een afsluitend gesprek met die twee achter de spiegel en de teamleider. Daar komen geen spectaculaire conclusies uit. Er wordt wel gesteld dat Natascha na het gesprek reageerde met “hij valt mij eigenlijk heel erg mee, hij is best aardig”. En daar moet ik het dan maar mee doen. Natuurlijk was dit ook de eerste en de laatste keer dat er een gesprek komt met mijn dochter, dat snap je zeker wel? Dit was gewoon een zoethoudertje. Want als de Raad twee weken later belt met Jolanda met de vraag of ik haar nog eens kan ontmoeten geeft ze aan dat ze het wel goed vindt zo en geen nieuw gesprek met mij wil op dit moment. Wat zoiets betekent als, je kan verder de pot op, ik heb aan mijn verplichting voldaan. Niet echt een verassing voor mij. Ik verwachtte al niet
anders. Die is natuurlijk alweer bewerkt door haar moeder? Einde verhaal dus? Een andere wel vervelende verrassing voor mij is dat door dit gesprek de raad de rechter verzoekt om een uitgebreide omgangsregeling af te wijzen. Een zoethoudertje dus zoals ik al eerder zei. We moeten verder maar schriftelijk contact houden en op die manier werken aan de vertrouwensbreuk die er is tussen Jolanda en mij. “Zie jij het voor je”? Ik niet! We moeten via briefjes schrijven maar vriendjes worden. Wat een lul smoes! Ik realiseerde mij al eerder dat dit de enige keer zou zijn waarop ik mijn dochter ooit nog zou zien, dus daarin werd ik helaas niet teleurgesteld door de Raad. Die maken zich er op deze slinkse manier weer lekker gemakkelijk vanaf. Het rapport dat ik nu eindelijk ontvangen heb van het F.O.R.A. spreekt duidelijk van het feit dat er een verontrustende negatieve psychische ontwikkeling bij de kinderen heeft plaatsgevonden die behandeld dient te worden. Ook voor de moeder wordt hulpverlening geadviseerd. Daar blijkt de Raad niets van gemerkt te hebben en deze conclusie van het onderzoek waar wij jaren op hebben moeten wachten wordt dus gewoon terzijde geschoven door de Raad en later ook de rechter. Onbegrijpelijk waarom er dan door de rechter zelf om gevraagd wordt en vooral waarom ik er jaren op heb moeten wachten voordat het daadwerkelijk uitgevoerd werd. Niet te geloven wat een verspilling van tijd en geld en er dan vervolgens geen enkele waarde aan hechten. Hoe komt de Raad in godsnaam aan zo’n enorme macht over scheidingszaken en de daarin betrokken kinderen terwijl ze er totaal geen kennis en verstand van hebben? Het wordt tijd dat dit instituut wordt ontbonden en plaats maakt voor de echte deskundigen op dit vlak zoals ik dat ondertussen door schade en schande geworden ben? Het is mij wel duidelijk dat ik mijn kinderen nooit meer ga zien en eigenlijk interesseert het mij ook niet meer zo. Ik waag er nog een laatste rechtszitting aan en dan houdt het voor mij een beetje op. Ik ben nu al bijna 10 jaar aan het procederen en ik ben het gewoon zat.
Op 29 maart 2005 zal dan de voor mijn gevoel laatste zitting plaatsvinden. Ik kleed mij netjes aan en toon mij zoals ik werkelijk ben, namelijk een professionele en deskundige hulpverlener, maar het maakt allemaal niets meer uit. Ik heb in overleg met mijn advocaat een flink rapport geschreven waarin ik feitelijk aantoon dat mijn kinderen lijden aan het P.A.S. Syndroom. Daar tref ik de allergrootste bitch aan die je maar kunt voorstellen in de rechtszaal als rechter en zitten er een paar leerlingen bij. Waardoor zij zich duidelijk extra streng opstelt. Het is heel duidelijk dat deze rechter het spuugzat is dat de zaak al zolang duurt en reageert dat duidelijk op mij af. Alsof ik de schuld ben van het feit dat deze idiote zaak al zo veel jaren duurt? Ik krijg ook maar tien minuten de tijd om mijn pleidooi te houden, volslagen belachelijk. Dat noemen ze dan een rechter? Waar zijn mijn rechten dan? Ik laat mij echter niet van de wijs brengen en ga gewoon mijn verhaal vertellen. Jolanda is duidelijk heel erg verrast wanneer ik vertel dat ik doctor op mijn vakgebied en deskundige op het gebied van de menselijke psyche en het P.A.S. Syndroom ben, iets wat zij maar een onzin verhaal vindt van de Dwaze Vaders. Ook hoe ik eruit zie maakt duidelijk indruk bij haar en haar advocaat. Ik was duidelijk niet meer dat domme mannetje wat zij ooit kende. Het mag allemaal niet baten, want uit alle reacties van de rechter blijkt dat zij haar oordeel al klaar had voordat ik binnen kwam, iets wat ook mijn advocaat de dag erna moet toegeven. Ze veegt de hele boel van tafel, draait de dwangsom terug en veegt de vloer aan met mijn argumenten die buitengewoon sterk en met harde feiten onderbouwd zijn, maar dat interesseert haar helemaal niets. Ook het onderzoek van de F.O.R.A. wordt opzij geschoven omdat de Raad al die klachten niet geconstateerd heeft. Blijkbaar weet de Raad het beter dan de echte experts op dit gebied? Deze rechter is duidelijk op het oorlogspad en ik ben de vijand. Het is echt schofterig hoe zij mij toespreekt en behandelt in deze serieuze zaak en ik krijg de neiging om naar voren te lopen en haar een flinke ram om de oren te geven. Ik kan mij gelukkig inhouden, maar laat haar duidelijk merken dat ik
niet gediend ben van de wijze waarop zij mij wenst te behandelen, maar ja, rechters staan op een enorm voetstuk in Nederland en daar doe je helaas niets tegen. Er is geen mens die hen controleert of zelfs maar corrigeert. Boos loop ik de rechtszaal uit nadat zij alles waar ik die 10 jaar voor gevochten heb teniet doet met een klap van de hamer. Al op 14 april 2005 krijg ik de uitspraak van mijn advocaat met de mededeling dat ik tot 29 juni 2005 in hoger beroep kan, maar ik ben er eigenlijk wel helemaal klaar mee! Je hebt als vader in Nederland dus geen enkel recht als je ex niet wenst mee te werken aan een omgangsregeling. Niemand geeft je informatie ook al heb je daar officieel gezien recht op. Je wordt constant gedwongen om weer naar de rechter te stappen, maar die hebben werkelijk geen idee wat er in deze wereld gebeurt en zeker niet op het gebied van scheidingen en de gevolgen van hun beslissing voor de kinderen. Op 16 mei 2005 krijg ik weer een briefje met rapporten van de kinderen, maar die gooi ik eigenlijk direct in de map. Ik ben nog steeds behoorlijk kwaad over hoeveel onrecht mij en mijn kinderen aangedaan wordt. Foto’s krijg ik nog steeds nauwelijks en daarvoor moet ik ook steeds weer mijn advocaat brieven laten sturen. Zoals op 23 oktober 2006 als ik al weer twee jaar geen foto’s meer heb ontvangen. Helaas heb ik op 4 december 2006, na de door mijn advocaat verstuurde brief, nog steeds geen foto’s ontvangen en stuur ik Jolanda nu maar eens een flinke kwade brief die ik zelf in haar brievenbus stop, zodat ze weet dat het mij menens is! De dag daarna krijg ik dan eindelijk foto’s en rapporten. De relatie met mijn vrouw begint ook op zijn laatste benen te lopen en na de nodige gesprekken besluiten we dan uiteindelijk om in juni van 2006 maar uit elkaar te gaan, de koek is op. We gaan als vrienden uit elkaar en ik help haar nog om een huisje te vinden. Dat vindt ze uiteindelijk in Hoofddorp. Een leuk appartementje dat ze voor een goede prijs kan kopen. Ik help haar met verhuizen en schilderen, koop wat spulletjes voor haar, een wasmachine met
ingebouwde droger, een dvd speler. Vervolgens gaan we met behulp van een flitsscheiding officieel uit elkaar. Op het moment dat ze daadwerkelijk de kat oppakt en ons huisje verlaat klapt mijn wereld helemaal in elkaar. Daar zit ik dan helemaal alleen in dat enorme huis waar ik vele jaren gelukkig met haar was. Ik krijg van het vele huilen nauwelijks meer lucht, maar ik kan er niet meer mee stoppen. Nou ben ik werkelijk helemaal alleen en ik heb geen idee hoe ik het nu moet redden zonder haar, mijn geliefde vrouw. Gelukkig houden wij contact, maar het zal nooit wennen om haar niet meer bij me in huis te hebben!
7. Toen was het verhaal over Op 6 september 2007, nota bene de verjaardag van Patricia, krijg ik rapporten van de kinderen en een briefje van Jolanda, maar deze keer is er toch weer iets anders aan de hand, want ze schrijft: Hallo Gerard, Hierbij stuur ik je weer foto’s en een kopie van hun rapporten. Patricia is geslaagd en gaat nu een vervolg opleiding doen. Ze wil niet dat ik vertel wat, want ze is nu 18 jaar en daar heb ik niks meer over te zeggen. Dus dit is het laatste wat ik over Patricia schrijf of stuur. Natascha doet het heel goed op school en is nu naar de 2e klas. Verder gaat alles goed met ze. Hebben vakantie gehad en nu weer aan de slag in het nieuwe schooljaar. Groetjes, Jolanda. Wat ze dus schrijft is dat ik geen informatie en foto’s meer krijg van Patricia omdat ze nu 18 jaar is geworden?? Is dat mens nou helemaal belazerd? Het kan toch niet zo zijn dat nadat Patricia 18 jaar geworden is, ik ineens haar vader niet meer ben en dus geen rechten meer heb? Ik schrijf boos een brief dat ze de pot op kan en verplicht is om mij foto’s en informatie te blijven sturen, maar daar krijg ik natuurlijk geen enkele reactie op! Pas als ik mijn advocaat over deze kwestie wil inschakelen blijkt dat ik inderdaad geen recht meer heb op informatie en foto’s nadat mijn dochter 18 jaar geworden is. Hoe is dat in godsnaam mogelijk? Welke idioot heeft dat verzonnen? Dus ik moet nu maar gewoon zelf uitzoeken hoe ik aan informatie en foto’s van haar kom? Wat is die Wet in Nederland toch gestoord! Op 27 januari van 2008 krijg ik dan het laatste briefje en een foto waar allebei mijn dochters nog opstaan. Ik besluit dat ik er op dat moment mee stop. Ik heb geen zin meer om kaartjes en briefjes te sturen met verjaardagen en kerstmis omdat het toch vergeefse moeite is. Ik wil niet meer. Sterker nog, ik krijg steeds meer het gevoel dat ik al jaren geen kinderen meer heb en vraag me af of ik ze ooit wel gehad heb? Op dat moment sterft er iets in mij. Nu ben ik echt alles kwijt, ook mijn kinderen! Jolanda heeft dus na al die jaren gewoon van iedereen haar zin gekregen en ook nu trek ik weer aan het kortste
eind. Wat een enorm onrecht bestaat er toch in deze wereld en het is allemaal nog legaal ook! Uit dit verhaal blijkt dus wel dat je als vader geen enkel recht hebt wanneer je gaat scheiden, een bittere pil om te slikken voor iemand met zo’n sterk rechtvaardigheidsgevoel als ik.
8. Een positief einde Tijdens al die jaren dat ik gevochten heb om mijn kinderen te mogen zien heb ik heel veel verloren. Ben diverse fantastische vrouwen waar ik mijn leven mee gedeeld heb kwijtgeraakt. Jarenlang heeft mijn leven alleen maar in het teken gestaan van het gevecht om de kinderen totdat ik mijn huidige vrouw tegenkwam. Zij heeft mij geholpen om weer te leren genieten van het leven met diverse etentjes, uitjes, vakanties, kaartjes, attenties en haar hartverwarmende aanwezigheid in mijn leven. Zij heeft mij laten merken dat ik er mag zijn en heeft mij altijd gesteund in mijn strijd om de kinderen. Ze heeft mij altijd de ruimte gegeven om te groeien en helaas zijn we daardoor misschien ook wel uit elkaar gegroeid, maar we zijn gelukkig nog steeds goede vrienden die elkaar vrijwel elk weekend zien. Haar ben ik gelukkig niet echt verloren ook al zullen we nooit meer een paar zijn. Ik heb heel veel verloren door mijn strijd om de kinderen, maar één ding ben ik gelukkig nooit verloren! Dat is mijn waardigheid! Hoe zwaar ik het ook gehad heb. Ik ben nooit mezelf kwijtgeraakt ook al heeft dat soms niet veel gescheeld. Ik heb nooit getwijfeld dat ik er sterker uit zou komen en dat is ook gebeurd. Elke keer ben ik weer opgestaan. Ik heb mij door niemand laten veroordelen tot de bedelstaf of mij laten dwingen tot een leven ver onder het bestaansminimum. Ik heb nog steeds een goed leven, ben gezond en gelukkig, iets wat maar weinig “Dwaze Vaders” kunnen zeggen. Door alles wat mij is overkomen en aangedaan ben ik veel sterker geworden als mens en bovendien een zeer deskundige hulpverlener die uit ervaring weet wat je allemaal overkomt wanneer je gaat scheiden. Vele mensen en kinderen heb ik mogen begeleiden tijdens en na de scheiding van hun ouders en die zijn daarna gelukkige en volwaardige mensen geworden met eigen kinderen. Veel mensen heb ik ook mogen begeleiden in en tijdens hun scheiding
waardoor er geen gevecht ontstond en de kinderen daar ook niet de dupe van hoefden te worden. Door mijn strijd voor de kinderen heb ik veel verloren, maar ik heb ook veel gewonnen. Ik heb de liefde gewonnen van de vrouwen in mijn leven en hun kinderen en een vader voor hen mogen zijn, iets wat mij met mijn eigen kinderen niet gegund werd. Ik ben ontzettend gelukkig geweest met de vrouwen en kinderen van wie ik het leven mocht delen. Ik heb mij als mens en hulpverlener enorm ontwikkeld, waardoor ik nu een voorbeeld mag zijn voor andere Dwaze Vaders. Hen laten zien dat het leven doorgaat ook al zie je de kinderen niet meer. Ja, dat je zelfs weer gelukkig kunt worden met een ander! Ik wil hen graag zeggen: “GEEF NOOIT OP”! Want als je dat doet dan verlies je jezelf en je zelfrespect. Dan kun je achteraf nooit zeggen ”ik heb er alles aan gedaan, ook al is het mij niet gelukt”. De ervaring leert namelijk dat vele kinderen uiteindelijk zoeken naar hun vader en hem dan willen leren kennen. Wacht en bereid je voor op dat moment! Ook al duurt dat soms heel lang. Zorg ervoor dat je niet verbitterd wordt en je dan negatief uitlaat over hun moeder als ze er bij zijn, want dan ben je ze net zo snel weer kwijt. Zorg dat je weer gelukkig wordt! Gebruik je boosheid liever om te groeien zoals ik gedaan heb. Op 10 mei 2018 is mijn jongste dochter geboren en ondanks dat ik niet meer samen ben met hun moeder zie ik haar elke week.
De moeder van mijn andere kinderen is in 2014 overleden aan kanker. Ik heb ze dit boek ook enkele jaren geleden persoonlijk gegeven. Helaas heeft dat niet geresulteerd in contact. Een Dwaze Vader is een “Dwaze Vader” omdat hij vecht om een vader te mogen zijn. Een echte vader die vecht daarvoor niet omdat hij weet dat hij die vader allang is en ook altijd zal zijn, ook al ziet hij zijn kinderen nooit meer! (Niranam Wijsheden)
Dit eBook is voorzien van een watermerk met identificatiecode : BUYKRQYXBFRTMgFoBTdbbw4yUX0IV1YbBxtQJFF7UiQAIFt2USUDLAdx - 5f401ed51d14b