Omgaan met een scheiding [1 ed.] 978-90-313-6186-1, 978-90-313-7592-9 [PDF]

Er gaan in Nederland elke dag driehonderd stellen uit elkaar (dit zijn op jaarbasis 219.000 mensen). Zij raken veelal ve

141 39 725KB

Dutch Pages 147 [142] Year 2009

Report DMCA / Copyright

DOWNLOAD PDF FILE

Table of contents :
Front Matter....Pages 1-10
Wat is er met me aan de hand?....Pages 11-32
Wat is er met ons aan de hand?....Pages 33-61
Hoe heeft het zover kunnen komen?....Pages 63-89
Wat staat me te wachten?....Pages 91-113
Kunnen wij ons laten behandelen?....Pages 115-135
Back Matter....Pages 137-147
Papiere empfehlen

Omgaan met een scheiding [1 ed.]
 978-90-313-6186-1, 978-90-313-7592-9 [PDF]

  • 0 0 0
  • Gefällt Ihnen dieses papier und der download? Sie können Ihre eigene PDF-Datei in wenigen Minuten kostenlos online veröffentlichen! Anmelden
Datei wird geladen, bitte warten...
Zitiervorschau

Omgaan met een scheiding

Van A tot ggZ De boeken in de reeks Van A tot ggZ beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op de vraag hoe men met het probleem om moet gaan. Door de prettig leesbare combinatie van beschouwingen, cartoons en citaten zijn de boeken niet alleen geschikt voor vertegenwoordigers van patiëntenverenigingen, behandelaren en mantelzorgers, maar vooral ook voor de cliënten zelf en de mensen in hun directe omgeving. De reeks staat onder redactie van: •

Fred Sterk, psycholoog-psychotherapeut, werkzaam in eigen praktijk voor psychotherapie en coaching te Den Haag



Sjoerd Swaen werkt als zelfstandig gevestigd psycholoogpsychotherapeut in Den Haag.

Omgaan met een scheiding Jean-Pierre van de Ven

Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009

© Bohn Stafleu van Loghum, 2009 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of opnamen, hetzij op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.

Samensteller(s) en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een betrouwbare uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor drukfouten en andere onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen.

ISBN 978 90 313 61861 NUR 770

Ontwerp omslag: Jos Peters, Huizen Cartoons: Marcel Jurriëns

Bohn Stafleu van Loghum Het Spoor 2 Postbus 246 3990 GA Houten

www.bsl.nl

In h o ud

Woord vooraf 1

2

9

Wat is er met me aan de hand?

11

Een academische kijk op liefdesverdriet

11

Andere stoornissen

14

Verdriet om verlies/posttraumatische stressstoornis

15

Irritatie/periodieke explosieve stoornis

16

Achterdocht/paranoïde waanstoornis

16

Jaloezie

17

Schuldgevoel/depressie

19

Opluchting/manische ontremming

21

Scheiding en persoonlijkheid

25

Hoe je kijkt en luistert naar je ex

27

Samenvatting hoofdstuk 1

31

Wat is er met ons aan de hand?

33

Escalerende ruzies

33

Aandringen & terugtrekken

34

Aandringen & aandringen

35

Terugtrekken & terugtrekken

36

Andere patronen

39

Voortekenen

41

5

Voortekenen van een naderende scheiding Starre interactiepatronen

42

Overspel

43

Machtsstrijd

43

Blinde vlek

46

Vijandigheid en zenuwachtigheid

47

Scheve verhoudingen in het gezin

48

Gevolgen van een scheiding

49

Lichamelijke gevolgen

50

Psychische gevolgen

51

Korte en lange termijn

52

Zelf een diagnose stellen

53

Mijn eigen vragenlijst

54

Wat is belangrijk?

56

Waar kan ik terecht met vragen en wat gebeurt er dan?

3

58

Huisarts

58

Psychiater, psycholoog of relatietherapeut?

59

Maatschappelijk werkende of mediator

60

Samenvatting hoofdstuk 2

61

Hoe heeft het zo ver kunnen komen?

63

Verklaringen vanuit het individu

63

Hechting

63

Individuele problemen en stoornissen

66

Een derde in het spel

68

Samples

70

Verklaringen vanuit het systeem

6

41

72

Systeem

73

Onderliggende problemen

74

Paarvorming

79

Het evenwicht in een systeem

81

Ziek of normaal?

4

Seksuologie en scheiden

84

De sociologie van scheiden

87

Samenvatting hoofdstuk 3

89

Wat staat me te wachten?

91

Slecht nieuws

91

Twee fasen

92

Fase 1: chaos

92

Fase 2: acceptatie

93

OPRAH

96

Blijven steken Escalatie

97 98

Netwerken

100

Seks, drugs en rock-’n-roll

101

Schade op de langere termijn

5

84

103

Kinderen

103

Toekomstige relaties

106

Werk en geld

109

Het nahuwelijk

110

Samenvatting hoofdstuk 4

112

Kunnen wij ons laten behandelen?

115

Mediation

117

Relatietherapie

118

Rouwverwerking en acceptatie

120

Systemische aspecten

121

Onderhandelingsvaardigheden

123

Grensbewaking

124

Cognitieve gedragstherapie

125

7

Therapeutisch schrijven

129

Vrijuit schrijven

129

Adviseren

130

Afronden

130

Coaching

131

Hoe pik ik de draad weer op?

133

Zal ik mijn oude leven weer kunnen oppakken?

133

Kan ik deze ellende in de toekomst voorkomen?

134

Samenvatting hoofdstuk 5

135

Literatuur

137

Over de auteur

141

Raad van advies

143

Reeds verschenen titels

145

8

Wo o rd v oor af

Dit is een boek voor mensen van wie de partnerrelatie is stukgelopen. Hoe dat komt, doet er niet toe. Ook maakt het niet uit of mensen getrouwd waren, samenwoonden of een latrelatie hadden. Dit boek gaat over de gevolgen van een scheiding op emotioneel, mentaal en sociaal gebied. Iedereen die een partner verliest – want een scheiding is in eerste instantie een verlies – maakt hetzelfde proces door. In dit boek staat dit proces beschreven, hoe dit proces kan vastlopen en hoe je dit dan weer vlot kunt trekken. Zo’n boek bestond niet in Nederland. Dat is merkwaardig, want er gaan in dit land elke dag driehonderd stellen uit elkaar. Daar zijn dus zeshonderd personen bij betrokken, of, op jaarbasis, 219.000 mensen. Voor hen bestaat informatie over de juridische en fiscale aspecten van een scheiding, over scheidingsbemiddeling ofwel mediation en over de manier waarop je een omgangsregeling voor de kinderen moet inrichten. Maar over verwarring, angst, woede, wantrouwen, jaloezie, teleurstelling, verdriet, opluchting, ontremming, schuld en schaamte – en over hoe je met dit alles omgaat terwijl je al die juridische en praktische zaken moet regelen – is weinig informatie voorhanden. Daarin wil dit boek voorzien. Mijn werk als relatietherapeut bestaat eruit mensen bij elkaar te houden als er grote problemen zijn. Ik zoek met hen naar common ground, in de vorm van gemeenschappelijke waarden of gedeelde belangen. En

9

ik bekijk waar een van beide of beide partners onkundig in zijn, zodat zij vaardigheden kunnen aanleren die hen helpen hun relatie voort te zetten. Ooit meende ik dat mijn rol was uitgespeeld als een stel weer op de eigen vier benen kon staan of als beide partners alsnog besloten uit elkaar te gaan. Het was zoals in de film: zodra de woorden ‘the end’ in beeld verschenen, gingen de zaallichten aan en was het verhaaltje uit, happy end of geen happy end. Maar zo is het niet. Ook mensen die uit elkaar gaan hebben gemeenschappelijke belangen, interesses, vrienden, wensen en activiteiten. En ook zij zijn soms onkundig in sociale of communicatieve vaardigheden die hen belemmeren om op een normale manier die gedeelde belangen te behartigen. Soms houden mensen nog van elkaar als ze uit elkaar gaan, heeft ervaring me geleerd. Mensen beseffen bovendien in toenemende mate dat ze misschien niet meer als partners, maar dan wel op een andere manier met elkaar willen of moeten omgaan. Hoe? Dat hoop ik in dit boek te laten zien. Laat ik mijn bewering dat het niet uitmaakt hoe mensen uit elkaar gaan meteen nuanceren: voor mensen die scheiden is het natuurlijk wel degelijk van belang te weten hoe het komt dat hun relatie is stukgelopen. Kennis geeft rust. Als je een verklaring hebt voor wat er allemaal is gebeurd, kun je de scheiding beter een plaats geven en achter je laten. En kennis voorkomt ellende in de toekomst. Een mens kan leren van zijn of haar fouten, of van die van een ander. Om die reden gaat een gedeelte van dit boek over mechanismen die ertoe kunnen leiden dat mensen uit elkaar gaan. Dat wordt een feest der herkenning. Ik hoop maar dat lezer dezes de illusie van zoiets als een conclusie, een rechtvaardiging of een eindoordeel kan loslaten. Het verhaal gaat namelijk door na een scheiding. Na elk verlies doemt een nieuwe horizon op. Elke scheiding heeft een open einde.

10

1 Wa t i s e r me t me a a n d e h an d ?

Een academische kijk op liefdesverdriet Onder leiding van drs. Harrie Vorst hebben studenten psychologie van de Universiteit van Amsterdam in 2008 onderzocht welke gevolgen een relatiebreuk heeft. Uit de onderzoeksliteratuur en natuurlijk ook uit de gewone literatuur is al langer bekend dat het verbreken van een relatie een traumatische gebeurtenis is. Een scheiding voelt als een onverwacht verlies, hoezeer je het ook hebt zien aankomen. Maar behalve een grote schok en verdriet rapporteren mensen na een relatiebreuk ook: •

symptomen van stress, zoals schrikachtigheid en snel geïrriteerd zijn;



lichamelijke klachten, waaronder hoofdpijn, buikpijn en slapeloosheid;



een andere houding ten aanzien van seksualiteit en ander seksueel gedrag.

Wat de studenten van Vorst wilden weten, was: hoe hangen deze drie factoren samen met liefdesverdriet? Aan het onderzoek namen 154 proefpersonen deel, vooral eerstejaars studenten psychologie en mensen die waren geworven via liefdesverdrietfora op internet. Deze mensen vulden vragenlijsten in over kwesties als gezondheid, seksueel gedrag, aard van hun verbroken relatie en de manier waarop deze relatie was verbroken. De belangrijkste conclu-

11

sie die de studenten trokken was dat mensen met liefdesverdriet meer stress ervaren en minder zin in seks hebben dan mensen die alleen zijn of die wel een relatie hebben. Dat is geen wereldnieuws. Maar de studenten vonden na statistische analyse van hun gegevens ook dat lichamelijke klachten na liefdesverdriet worden gemedieerd door stress. Dit betekent dat als mensen met liefdesverdriet veel stress ervaren, zij ook meer lichamelijke klachten hebben. Op grond van deze bevindingen concluderen de studenten dat liefdesverdriet als een posttraumatische of een acute stressstoornis kan worden gezien. Het haalde alle kranten: liefdesverdriet is een posttraumatische stressstoornis. De schok en de impact op betrokkenen is hetzelfde bij mensen die een verkeersongeluk, een natuurramp of een gewelddadig conflict hebben meegemaakt als bij mensen die hun relatie hebben verloren. Voormalig Tweede Kamerlid en wethouder te Almere Roel van Duijn, thans liefdesverdrietconsulent, die kort tevoren zelf een nare scheiding had moeten verwerken, verscheen waar hij maar kon om te benadrukken hoe groot en diepgravend het leed is dat mensen na een scheiding ervaren. En gezien het onderzoek had hij een punt. Liefdesverdriet leidt tot dezelfde verschijnselen als elke andere negatieve, schokkende gebeurtenis: herbelevingen, vermijdingsgedrag en een permanent verhoogd stressniveau. De aard en de ernst van deze verschijnselen kunnen worden gemeten, bijvoorbeeld met de Schokverwerkingslijst (Brom & Kleber, 1985), een zelfbeoordelingsvragenlijst over de gevolgen van een trauma. Zo is eenvoudig aan te tonen dat de ernst van de genoemde verschijnselen zo groot is dat je bij sommige mensen kunt zeggen dat hun liefdesverdriet is uitgegroeid tot een psychologische stoornis. Maar ook als de ernst van de verschijnselen niet zo groot is, kunnen mensen er behoorlijk veel last van hebben.

12

Herbelevingen bestaan uit het telkens opnieuw beleven van een pijnlijke ervaring. Een herbeleving kan de vorm aannemen van een nachtmerrie of een dagdroom. In beide gevallen is de herbeleefde ervaring levensecht, alsof je zo de film van het gebeurde binnenstapt. Na een scheiding kunnen mensen bijvoorbeeld het moment herbeleven dat hun ex-partner vertelde te willen scheiden, of het moment dat zij erachter kwamen dat hun ex vreemdging. Maar ook kunnen zij de lange uren die zij alleen doorbrachten of de wanhopige ruzies telkens weer meemaken. Een herbeleving kan ten slotte ook bestaan uit het diep gevoelde besef van kwetsbaarheid of zwakheid: het noodlot, dat normaal gesproken alleen de buren treft, kan dus zomaar ook bij jou aankloppen en dat is een pijnlijke ervaring. Herbelevingen zijn heftig emotionerend. Mensen voelen zich even woedend, angstig of verdrietig als toen het herbeleefde moment echt gebeurde. Vermijdingsgedrag is alles wat iemand doet om de pijnlijke herbelevingen te voorkómen. Mensen vermijden bijvoorbeeld hun ex te zien of te spreken, omdat dit te veel nare herinneringen of onbeheersbare emoties oproept. Ook het contact met familieleden of collega’s van de ex kan te pijnlijk zijn en daarom worden vermeden. Anderen vermijden plekken die te maken hebben met de scheiding of met de relatie, zoals de straat waarin men samenwoonde of de buurt waarin de ex werkt. Vermijden kan ook betekenen: proberen niet te denken aan. Elke gedachte aan wat er is gebeurd wordt meteen weggeduwd, desnoods met behulp van drank, medicijnen of drugs. Vermijdingsgedrag kan van grote invloed zijn op iemands bewegingsvrijheid en op zijn of haar sociale en professionele functioneren. Een verhoogd stressniveau of, in psychologentaal, een verhoogde arousal, is een lichamelijke reactie op bijzondere omstandigheden. Het lichaam

13

blijft zich maar voorbereiden op vechten of vluchten, alsof er acuut gevaar dreigt. Een verhoogd stressniveau merk je doordat je sneller schrikt, bijvoorbeeld van harde geluiden, maar ook doordat je sneller geëmotioneerd bent. Bij geen enkele film houd je het droog, terwijl je daar vroeger gewoon tegen kon. Ook kun je sneller uit je slof schieten, snel geïrriteerd zijn en veel ruziemaken met de mensen om je heen, ook als die mensen niets met de scheiding te maken hebben. Als deze drie posttraumatische stressverschijnselen gedurende langere tijd aanhouden, ontstaan vaak chronische klachten. Door de nachtmerries krijgen mensen last van slapeloosheid. Daardoor, maar ook door de permanent verhoogde arousal, raken mensen oververmoeid. Dit kan weer gepaard gaan met emotionele afstomping, of het gevoel van ‘laat ook allemaal maar zitten en zoek het allemaal maar lekker uit’. Mensen krijgen daardoor de neiging om zich terug te trekken uit hun sociale netwerk. De omgang met collega’s, maar ook die met vrienden en kennissen, kan bovendien sterk verslechteren onder invloed van de geïrriteerdheid en de schrikachtigheid die het gevolg zijn van een permanent verhoogd stressniveau. Niemand vindt het prettig om voortdurend ruzie met je te maken. Doordat mensen na een scheiding langdurig meer alcohol drinken dan goed voor hen is, raken zij verslaafd aan alcohol of ontstaan er verkeersongelukken of problemen op het werk.

Andere stoornissen Een scheiding is een schokkende verlieservaring die mensen zeer (liefdes)verdrietig maakt. Zoals beschreven kan dat verdriet om het verlies de proporties aannemen van een psychologische stoornis, de posttraumatische stressstoornis. Dit geldt voor meer gevoelens die optreden na een scheiding, zoals woede, jaloezie, wantrouwen, opluchting en

14

schuldgevoel. Stuk voor stuk kunnen deze uitgroeien tot emotionele klachten met de omvang van een stoornis. Het onderscheid tussen een normaal gevoel en een emotionele stoornis is niet zo gemakkelijk hard te maken. Beter is het je dit voor te stellen als een dimensie of een glijdende schaal. Aan de ene kant van zo’n schaal staat bijvoorbeeld verdriet om het verlies en aan de andere kant de posttraumatische stressstoornis. Ieder mens bevindt zich na een scheiding op een uniek punt op deze schaal, hetzij meer naar links (de ‘draaglijke’ kant), hetzij meer naar rechts (de stoorniskant). Bijvoorbeeld:

Ve rdr i e t o m v erl i es / p os ttrau m ati s ch e stresssto or nis Het voelen van verdriet of het hebben van een van de andere genoemde gevoelens is op zichzelf niet ziekelijk. Sterker nog, het is gezond en normaal om zulke emoties te ervaren. Ook zal niet ieder mens na een scheiding per se een stoornis ontwikkelen. Maar die mogelijkheid bestaat wel, zeker als mensen langdurig negatieve gevoelens ondervinden. Hierbij dient nog het voorbehoud te worden gemaakt dat het van moment tot moment verschilt op welk punt van zo’n glijdende schaal iemand zich bevindt. Direct na een scheiding voelt iemand zich anders dan drie jaar daarna. De een zal in het begin meer aan de stoorniskant zitten en gevoelens langzaam op een draaglijker of minder hinderlijke manier gaan ervaren. Bij een ander kan de omgekeerde beweging plaatsvinden. Hoe het ook zij: mensen kunnen zich te allen tijde anders gaan voelen, dus gaan schuiven op een schaal. Verderop in dit boek komen manieren aan de orde om dat veranderingsproces in de goede richting te beïnvloeden. Laten we eerst eens kijken welke verschijnselen naast verdriet veel voorkomen na een scheiding en wat hun ‘gestoorde’ varianten zijn.

15

I r r i t a t i e /periodieke explosieve stoornis Ten gevolge van het permanent verhoogde stressniveau dat vaak voorkomt in de eerste periode na een scheiding, raak je sneller geïrriteerd dan anders. Iemand hoeft maar een verkeerd woord te zeggen of je ergert je dood. Je ergernis is buiten proportie. Dit geldt vooral voor alles wat je ex zegt of niet zegt, doet of laat. Door cognitieve vervorming, een proces waarbij je informatie die je negatieve idee over iemand bevestigt beter waarneemt dan informatie die met dat idee strijdig is, zie je de ene na de andere ‘fout’ van je ex-partner. Je buitenproportionele ergernis over zulke ‘fouten’ ontaardt al snel in woede. Je hebt de ene woedeaanval na de andere, ook al weet je ergens wel dat je boosheid wat overdreven is. Zulke woedeaanvallen kunnen zo ernstig worden dat je jezelf niet meer in de hand hebt. Ook kunnen ze steeds vaker voorkomen. Af en toe een aanval van woede verandert dan in een periodieke explosieve stoornis. In de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, vierde editie (DSM-IV), het meest gebruikte handboek voor het benoemen van psychologische stoornissen, wordt de periodieke explosieve stoornis gecategoriseerd onder de stoornissen in de impulscontrole. Kenmerkend voor de periodieke explosieve stoornis is dan ook dat iemand de controle over zijn of haar woede volkomen verliest. Een ander kenmerk is dat iemand tijdens zo’n explosie agressieve handelingen verricht en eigendommen vernielt. Zo’n aanval staat in geen verhouding tot de aanleiding. Door een opmerking van een ander of een ‘verkeerde’ blik kan iemand al uitbarsten in een explosie.

A cht e rdo ch t/ p aran oï d e waan s toor nis Als je partner plotseling jullie relatie verbreekt, kun je hem of haar gaan wantrouwen. Je voelt achterdocht: hoe lang was zij of hij dit al van plan? Welke signalen heb je gemist? Zo ga je ook je eigen waarneming

16

wantrouwen. Het kan ook gebeuren dat je daardoor andere mensen gaat wantrouwen, want als je het mis had bij de ene persoon, wie zegt je dan dat je de bedoelingen van een ander wel juist inschat? Achterdocht kan ook ontstaan als jijzelf de relatie verbreekt en je partner daarop reageert met grote woede, suïcidale depressie of seksuele ontremming. In de omgang met je partner ben je op je hoede, want misschien wil zij of hij je wel iets aandoen, of zichzelf. Hoe het ook zij, achterdocht kan uitgroeien tot een obsessie, een dwangmatig terugkerende gedachte. Wat is er nog meer aan de hand? Wie is er voor mij en wie is er tegen mij? Je kunt hele complotten vermoeden in de vriendenkring van je ex, of in je eigen vriendenkring. De DSM-IV spreekt van een waanstoornis als iemand zich situaties inbeeldt. Het gaat dan om situaties die in de realiteit best zouden kunnen voorkomen, maar die niet echt gebeuren. Een complot of geheime afspraak tussen de mensen die je kent, valt daaronder, maar ook de mogelijkheid dat je ex je gangen laat nagaan door een privédetective of dat er afluisterapparatuur verstopt zit in je telefoon of je huis. Iemand met een waanstoornis functioneert in zijn of haar werk en in de sociale omgang over het algemeen normaal, al kunnen er wel spanningen ontstaan met collega’s of bekenden vanwege de inhoud van de waan. Als iemand zich bizarre zaken inbeeldt, zoals dat zij of hij de Messias is of dat zij of hij alles kan ‘horen’ wat een ander denkt, heeft diegene waarschijnlijk geen waanstoornis, maar is er sprake van een andere ziekte, zoals een psychose of schizofrenie.

Ja l o e z i e Nauw verwant aan achterdocht en aan de paranoïde waanstoornis is pathologische, dus ziekelijke jaloezie. Jaloezie wordt natuurlijk vaak geboren doordat je ex er met een ander vandoor gaat, maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn. Door (cognitieve) vervorming van je waarne-

17

ming kun je allerlei zaken met elkaar in verband brengen die niet echt iets met elkaar te maken hebben. Een vreemde geur, een onverklaarde afwezigheid, nieuwe kleren, al snel begin je een vermoeden dat op weinig meer dan niets is gebaseerd als bevestigd te beschouwen. Jaloezie krijgt waanachtige proporties als je overtuigd bent van ‘overspel’ (want zo voelt het, ook al ben je dan misschien exen) zonder dat dit werkelijk plaatsvindt, en je daar ook naar handelt. Je gaat bijvoorbeeld je ex uithoren op subtiele of minder subtiele wijze, of je gaat informeren bij personen van wie je vermoedt dat zij op de hoogte kunnen zijn van de gangen van je ex. Mensen die pathologisch jaloers zijn, kunnen vaak met weinig andere zaken bezig zijn. Zij voelen zich diep gekrenkt en vertonen soms lichamelijke reacties op hun verdriet, waaronder slapeloosheid, gebrek aan eetlust of apathie.

Voorbeeld: de jaloerse minnaar Dick kwam bij me omdat hij de scheiding met zijn vriendin Meike wilde verwerken. Na zes jaar was hun relatie geëindigd, vooral omdat Dick het niet kon laten om Meikes gangen na te gaan. In de loop van twee gesprekken vertelde Dick steeds meer over de manieren waarop hij dit had gedaan. Nadat Meike hem twee jaar geleden had opgebiecht dat ze met een ander had gezoend, ondervroeg hij haar regelmatig over waar zij was geweest en met wie ze had gepraat. Dit deed Dick als Meike ’s nachts thuiskwam, maar ook dagen tot weken later, op onbewaakte momenten, omdat Dick hoopte dat Meike dan van haar à propos zou zijn en hem alsnog ‘de waarheid’ zou vertellen. Dick las regelmatig de sms-berichten op Meikes telefoon en hij brak in haar computer in om haar e-mails en aantekeningen te kunnen lezen. Dat Dick desondanks niets verdachts vond, maakte hem alleen maar

18

nieuwsgieriger. Hij kocht afluisterapparatuur bij de Spy-shop en plaatste die in Meikes telefoon, zodat hij kon zien met wie zij belde en wanneer. Ook plaatste hij afluisterapparatuur in hun huis. Toen Meike daar achter kwam, maakte ze het uit en verliet ze stante pede hun huis en zijn leven. Ik besprak met Dick wat ik voor hem zou kunnen doen. Natuurlijk wilde ik hem helpen om over het verlies van zijn relatie heen te komen, maar in mijn optiek had Dick nog een ander probleem. Ook aan zijn pathologische jaloezie, die obsessieve en waanachtige kantjes had, zou hij volgens mij iets moeten doen. In het gesprek dat volgde, kwam een heel andere aap uit de mouw. Dick had eigenlijk verwacht bij mij ondervragingstactieken te leren die hem beter in staat zouden stellen om mensen de waarheid te ontfutselen. Hij vond dat hij niet zozeer een probleem had, als wel een gebrek aan een bijzondere vaardigheid, namelijk ondervragingstechniek. We maakten nog wel een volgende afspraak, maar Dick kwam niet opdagen. Hij reageerde niet op mijn telefoontjes. Omdat hij vlak bij mij woonde, besloot ik op een dag bij hem langs te gaan. Op het opgegeven adres bleek een bioscoop gevestigd.

Sch ul dge v o e l /d ep res s i e Vrouwen die het slachtoffer zijn van een seksueel misdrijf, zoals een aanranding of een verkrachting, voelen zich vaak schuldig over wat er is gebeurd. Ze vinden bijvoorbeeld dat ze zich te uitdagend hebben gekleed, dat ze de dader nou eenmaal zelf hebben aangesproken of dat ze op een andere manier ‘te ver’ zijn gegaan. Op het eerste gezicht is zo’n schuld-

19

gevoel een merkwaardig fenomeen. De dader is toch zeker schuldig en niet het slachtoffer? Op het tweede gezicht is schuldgevoel een niet eens zo heel erg onlogische poging om verantwoordelijkheid te nemen voor een nare situatie en daarmee controle te krijgen over wat er is gebeurd. Het schuldgevoel dat mensen ervaren na een scheiding is ook een manier om een gevoel van controle te ervaren. Ervaren controle, het gevoel dat je grip hebt op een situatie, is wezenlijk voor het verwerkingsproces. Niemand wil zich alleen maar slachtoffer voelen, omdat je dan de rest van je leven een wezenlijk onveilig gevoel zult hebben over jezelf in relaties. In die zin is het schuldgevoel na een scheiding een effectief onderdeel van het verwerkingsproces. Bovendien had je vaak natuurlijk ook wel degelijk zelf een aandeel in de scheiding. Daarin onderscheidt zich een scheiding van een seksueel misdrijf: it takes two to tango. In de meeste gevallen hebben er twee schuld, waar er twee vechten. Ook schaamte wakkert schuldgevoel aan. Je schaamt je rot voor de buren, voor je ouders of voor je kinderen dat je relatie is stukgelopen. Klaarblijkelijk ben je geen haar beter dan al die andere mensen die tegenwoordig zo ‘gemakkelijk’ uit elkaar gaan. Kennelijk heb je onvoldoende ruggengraat om een moeilijke situatie het hoofd te bieden. Je hebt niet wat nodig is om zoiets als een huwelijk of een langdurige relatie te laten lukken. Schaamte voel je als het beeld dat je van jezelf hebt of dat anderen van jou hebben in duigen valt. Beter dan je te schamen is het om je schuldig te voelen, omdat je dan nog een beetje het gevoel kunt vasthouden dat je iets aan de situatie had kunnen veranderen. Maar schuldgevoelens kunnen buiten de normale proporties raken. Je kunt van mening worden dat de hele scheiding te wijten is aan jouw wangedrag, bijvoorbeeld omdat je bent vreemdgegaan of omdat je altijd aan het werk was. Of je begint de scheiding toe te schrijven aan gebreken in je opvoeding, aan fouten in je karakter, of zelfs aan fouten in de manier waarop je in de wereld staat of waarop je de wereld waarneemt. Schuldgevoelens kunnen zich gaan uitstrekken tot meer

20

gebieden dan dat van je scheiding. Je gaat je schuldig voelen over alles wat er mis is gegaan in je leven en over wat er mis is met de levens van andere mensen. Allesbepalend schuldgevoel is een symptoom van depressie. Zulk schuldgevoel leidt ertoe dat je sommige activiteiten begint te vermijden, want het gaat toch mis als jij je ermee bemoeit. Het leidt ertoe dat je je steeds meer terugtrekt uit sociale verbanden en maar liever alleen thuisblijft, om andere mensen maar zo min mogelijk schade te berokkenen. Deze terugtrekkende beweging is een belangrijk kenmerk van een depressie. Andere kenmerken zijn het verlies van plezier in activiteiten die je vroeger wel leuk vond en een sombere stemming die ten minste twee weken aan een stuk aanhoudt. Mensen met een depressie eten en slapen slecht (te veel of te weinig), zijn rusteloos of juist te vermoeid om iets te ondernemen. Zij denken vaak aan de dood en overwegen om uit het leven te stappen. De terugtrekkende beweging, waardoor mensen na een scheiding steeds minder mensen zien, wordt versterkt doordat zij in één klap een groot deel van hun netwerk verliezen. Vrienden kiezen voor een van de twee ex-partners, familieleden bemoeien zich het meest met hun eigen bloedverwant en bedrijven ondersteunen hun eigen collega. Je komt dus ook daadwerkelijk meer alleen te staan. Hierdoor krijg je steeds sterker de indruk dat die hele scheiding jouw schuld is. En je ontvangt veel minder steun dan je nodig hebt, wat je depressieve gevoelens verder kan aanwakkeren. Aan de gevolgen van een scheiding voor je sociale omgeving besteed ik verderop in dit boek meer aandacht.

O p l ucht i ng/m an i s ch e on trem m i n g Niet alle gevoelens die je hebt na een scheiding zijn negatief. Je voelt je ook opgelucht, bijvoorbeeld omdat aan een lange periode van vruchteloos ruziemaken een einde is gekomen. Je voelt je bevrijd uit een

21

manier van leven die de jouwe niet is. Je komt er eindelijk weer eens toe om te ontdekken wat jóuw wensen, jóuw verlangens en jóuw ideeën zijn, in plaats van dat je steeds maar bezig moet zijn met wat een ander denkt, voelt en vindt.

Voorbeeld: mislukte psychiaters Ans en Sjoerd waren al een paar keer bij me geweest in het kader van een relatietherapie, toen Ans bekende dat zij bij de huisarts om antidepressiva had gevraagd en die ook had gekregen. Zij slikte het middel venlafaxine al drie weken in de maximale dosis, 150 mg per capsule. Venlafaxine is een antidepressivum, een specifieke serotonineheropnameremmer, dat meestal wordt voorgeschreven bij angststoornissen in combinatie met depressie. Inderdaad hadden we al enige malen gesproken over Ans’ besluiteloosheid en haar gepieker over allerhande zaken, waaronder natuurlijk haar huwelijk met Sjoerd. Maar ik vond haar niet depressief of angstig in klinische zin en ik vond ook dat de maximale dosis wel wat veel van het goede was. ‘Dat antwoord had ik wel verwacht’, zei Ans daarop. ‘Echt iets voor een psycholoog om te zeggen. Jullie zijn toch allemaal van die mislukte psychiaters!’ Sjoerd en ik keken elkaar verbaasd aan. Aan het begin van het volgende gesprek, twee weken later, kondigde Ans aan dat ze liever bleef staan. Dat ‘gebabbel’ begon haar op haar zenuwen te werken, het was tijd voor actie. Daarom ook had zij besloten haar baan op te zeggen en om weg te gaan bij Sjoerd.

22

‘Maar…’ was alles wat Sjoerd kon uitbrengen. Voor hem was dit alles ook nieuw. Ans was niet te houden. Ze vertelde dat ze romantische betrekkingen had aangeknoopt met een man die ze in een café had leren kennen en dat er een heel nieuwe wereld voor haar was opengegaan. Sjoerd zat er bleekjes bij. Ans was al twintig jaar lerares op een middelbare school. Haar leerlingen liepen weg met haar en zij was lerares uit roeping. Ze had nooit noemenswaardige hoeveelheden alcohol gedronken en was bepaald geen type om in cafés met mannen aan te pappen. Het voornaamste probleem tussen haar en Sjoerd was nou juist dat er niet zoveel gebeurde in hun huwelijk. ‘Ga even zitten Ans, vertel eens wat meer’, probeerde ik. ‘Nee! Ik ga niet zitten! Altijd moet ik maar zitten en braaf zijn en doen wat een ander zegt! Je lijkt Sjoerd wel!’ schreeuwde Ans. ‘Nou, niet meer! Ik ben een nieuw mens!’ Ze liep naar het open raam en schreeuwde een paar maal naar mijn buren dat zij een nieuw mens was. Daarop verliet zij de kamer, mij noch Sjoerd een blik waardig keurend. Ik liet Sjoerd even tot bedaren komen en gaf hem het nummer van de crisisdienst, voor het geval dat Ans nog verder manisch zou decompenseren op de venlafaxine. Dat gebeurde niet. Nadat Sjoerd hem had ingelicht, slaagde de huisarts erin om de dosis van de venlafaxine te verlagen naar 75 mg. Ans schreeuwde daarna niet meer, maar bleef bij haar besluit om haar baan op te zeggen en om bij Sjoerd weg te gaan. Opluchting, hervonden kracht en het gevoel vrij te zijn, kunnen ook zonder medicatie zo sterk worden dat ze zich tegen je keren. Vernieuwingsdrang kan omslaan in seksuele promiscuïteit en dit kan ertoe

23

leiden dat andere mensen misbruik van je maken. Vrijheid koesteren kan betekenen dat je geen tegenspraak meer duldt en steeds meer conflicten hebt met mensen om je heen, zoals je collega’s en je baas, maar ook vrienden en bekenden. Krachtig besluiten kan omslaan in impulsief van koers veranderen. Na een scheiding besluiten mensen soms plotseling om een andere baan te nemen of om zich eindelijk volledig op de schilderkunst te werpen, ook al zijn er geen aanwijzingen dat zij talent hebben of het doorzettingsvermogen dat je nodig hebt om een leven als kunstenaar te leiden. Ook begeven mensen zich in gevaarlijke situaties, zoals criminele activiteiten of experimenten met drugs. Als mensen tegen je zeggen dat ze je niet meer herkennen, moet je oppassen. De grens tussen een nieuwe manier van leven zoeken en manische ontremming is smal. Een manie is een onechte opgewektheid, een overdreven vrolijkheid. Ontremming betekent letterlijk dat je geen remmingen meer ervaart. Je voelt je geweldig, alsof je eindelijk snapt waar het om draait in het leven. Je merkt dat je tot alles in staat bent en je hebt energie voor tien. De scheiding komt je niet langer voor als een lastige of nare ervaring, maar je gaat je eerder afvragen waarom je die beslissing niet veel eerder hebt genomen. Een manie kan onderdeel zijn van een psychische stoornis, zoals de bipolaire stoornis. Dan wisselen manische episoden zich af met zwaar depressieve perioden. Soms krijgen mensen die manisch of hypomaan (een beetje ontremd) zijn ook last van wanen. Een waan, bijvoorbeeld het idee van almacht, kan manisch gedrag versterken. Mensen die daar last van hebben, vertonen vaak destructief gedrag en maken zichzelf kapot, hetzij ineens op een drastische manier, hetzij langzamerhand door zichzelf uit te putten of te vergiftigen met alcohol en drugs.

24

Scheiding en persoonlijkheid Mensen die een scheiding overwegen, vertellen me vaak dat hun vroegere bindingsangst lijkt te zijn omgeslagen in verlatingsangst. Aan het begin van hun relatie wilden zij niets weten van een vaste verbintenis omdat ze bang waren dat waarden als vrijheid, autonomie en ontwikkeling in het gedrang zouden komen. Maar nu de mogelijkheid van een leven als alleenstaande na een huwelijk van jaren weer opdoemt als een realiteit, zijn zij doodsbang voor de eenzaamheid. Zij vrezen dat ze niet meer in staat zijn om zelfstandig beslissingen te nemen, dat zij het verdriet over het gemis van een partner niet aankunnen en dat zij de eenzaamheid niet kunnen verdragen. Hun theorie klopt. Sterker nog: bindingsangst en verlatingsangst zijn keerzijden van dezelfde medaille. De angst kan diep zitten en lang geleden zijn ontstaan. Mensen zijn bijvoorbeeld als kind niet ‘veilig gehecht’ (zie hoofdstuk 3). Hun ouders hadden te weinig oog voor hun behoeften en waren op belangrijke momenten afwezig. Personen die onveilig gehecht zijn, binden zich in hun volwassen leven niet zo gemakkelijk, omdat het hechten aan een belangrijke ander voor hen gelijkstaat aan een gevaarlijke situatie. Die ander kan hen immers elk moment kwetsen, of zomaar weer verdwijnen. Ook als deze personen wel een relatie aangaan met een ander, blijven zij steeds bang dat de ander hen in de steek zal laten. De onzekerheid die deze angst met zich meebrengt, is ondraaglijk. Daarom gaan zij hun partner claimen. Dit claimen bestaat uit het voortdurend aanspraak maken op de liefde, de aandacht en de tijd van hun partner. Ze horen hun partner uit, bellen en sms’en vaak en zouden het liefst zien dat hun partner zijn of haar leven geheel inricht naar het hunne. Ze vleien hun partner, opdat die maar niet weggaat. Maar aan de andere kant straffen zij hun partner voor de onzekerheid die ze voelen, door hem of haar weg te duwen als het contact of de intimiteit

25

te intens wordt. Zij maken dan ruzie, bedreigen hun partner of doen zichzelf iets aan om te bewijzen dat hun partner een verderfelijke invloed op hen heeft. Het zijn niet alleen ervaringen uit de kindertijd die maken dat sommige mensen zo reageren op een relatie. Ook een schadelijke relatie in het volwassen leven kan tot gevolg hebben dat het claimen en wegduwen, ofwel het aantrekken en afstoten van een partner, het centrale mechanisme van latere relaties wordt. Als iemand vaker in zulke relaties belandt kan hij of zij (meestal een zij) een borderlinepersoonlijkheidsstoornis ontwikkelen. Het belangrijkste kenmerk van deze stoornis is de instabiliteit van intieme relaties, die wordt veroorzaakt door het aantrekken en afstoten. Een ander belangrijk kenmerk van deze stoornis is een laag zelfbeeld. Mensen met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis hebben nooit geleerd dat ze er mogen zijn. Zij zijn vaak door hun ouders afgewezen of genegeerd en in sommige gevallen zelfs psychisch of lichamelijk misbruikt. Het gevolg daarvan is dat zij zichzelf niet beschouwen als volwaardige personen die zoiets als een relatie echt verdienen of zelfs maar aankunnen. Aantrekken en afstoten zijn natuurlijk van invloed op een relatie. Het aantrekken maakt dat een relatie onverwacht snel tot verdieping en bloei kan komen. Zó snel, dat een stabiele basis voor gehechtheid geen kans krijgt om tot ontwikkeling te komen. Doordat een relatie snel de diepte ingaat, krijgen partners niet de tijd om zich veilig en zeker te voelen bij elkaar. In die zin is een borderlinepersoonlijkheidsstoornis een self-fulfilling prophecy. Het claimen zorgt er bovendien voor dat een partner al snel het gevoel krijgt met de rug tegen de muur te staan. Daardoor zal hij of zij afwijzend reageren, waardoor iemand met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis het vermoeden bevestigd ziet dat de ander niet echt om haar of hem geeft. Het afstoten dat daar een reactie op is, zal het einde van de relatie bespoedigen.

26

Ook andere persoonlijkheidskenmerken kunnen een scheiding in de hand werken. Het gaat te ver om hier alle (negen) persoonlijkheidsstoornissen en hun invloed op relaties te noemen en de borderlinepersoonlijkheidsstoornis is zeker de belangrijkste. Maar in het algemeen kun je wel zeggen dat persoonlijkheidskenmerken van een of beide partners het hebben van een relatie bemoeilijken en een scheiding waarschijnlijker maken. Behalve de persoonlijkheidsstoornissen uit de DSM-IV vergroot vooral het kenmerk hostiliteit, vijandigheid, de kans op een scheiding. Als mensen zich vijandig gedragen ten opzichte van elkaar is de kans klein dat zij langdurig een relatie kunnen onderhouden. Een andere veel genoemde nadelige invloed van de persoonlijkheid op relaties is het onvermogen van mensen om emotionele uitbarstingen van hun partner in de kiem te smoren. In het volgende hoofdstuk zal ik uitgebreider ingaan op de wisselwerking tussen personen bij wie zulke persoonlijkheidskenmerken mede een rol spelen.

Hoe je kijkt en luistert naar je ex Al een paar maal kwam de cognitieve vertekening voorbij, waardoor je meer fouten waarneemt van je ex en het belang van die fouten uitvergroot. Dit mechanisme is tijdens een scheiding voortdurend aan het werk. Een cognitie is de psychologische term voor het verband tussen wat iemand denkt, voelt en doet. Wat je voelt, bepaalt wat je denkt en wat je vervolgens doet. Maar wat je doet, bepaalt ook hoe je je voelt en wat je denkt. Cognities zijn hun leven begonnen als theoretisch concept, maar hersenonderzoek heeft aangetoond dat cognitieve schema’s daadwerkelijk voorkomen in onze hersenen. Sommige (groepjes) hersencellen zijn door ervaring of training goed gaan samenwerken, zodat je bijvoorbeeld steeds hetzelfde doet bij bepaalde gevoelens.

27

De training van onze hersencellen is in wezen een automatiseringsproces. Je ‘voelt’ gevaar bij het naderen van een straat en als vanzelf kijk je goed uit voor auto’s. Dit is een nuttig proces, maar soms loopt het verkeerd. Als je de wereld om je heen bijvoorbeeld onjuist waarneemt, gaan de verkeerde automatismen of cognities werken, waardoor je niet adequaat reageert op wat er echt gebeurt. Dit onjuiste waarnemen, ofwel cognitieve vertekening, treedt vaak op als je hart ergens vol van is. Sterke emoties, zoals boosheid of vreugde, zorgen ervoor dat je alleen nog informatie waarneemt die overeenkomt met die emotie; al het andere neem je niet of niet goed waar. Dit verschijnsel merk je bijvoorbeeld als je een rode auto wilt kopen: plotseling zie je overal rode auto’s rijden. Je merkt het ook als je verliefd bent, maar dan in positieve zin, want ineens is alles mooi en prachtig aan een ander mens. Hoe kan dit oordeel in zijn tegendeel verkeren? Uit onderzoek is bekend dat vooral mensen die depressief zijn of een psychose beleven deze denkfout vaak maken. Zij overschatten negatieve informatie en onderschatten positieve informatie. Nu is natuurlijk niet iedereen na een scheiding depressief of psychotisch, maar zoals ik geprobeerd heb te beschrijven, vertonen mensen na een scheiding wel sommige kenmerken van een depressie, zoals schuldgevoel, of van een waanstoornis, een aan psychose verwante aandoening. Omdat stellen die aan het scheiden zijn bovendien minder en soms helemaal niet meer met elkaar praten, kunnen ideeën die zijn gebaseerd op verkeerde of geringe informatie een eigen leven gaan leiden.

Voorbeeld: mijn gekke ex Johan was twee jaar tevoren bij me geweest vanwege depressieve klachten. Daarmee ging het de laatste tijd nog

28

steeds goed, maar in die afgelopen jaren ging het met zijn huwelijk steeds slechter. ‘Heet dat niet symptoomverschuiving?’ zei hij. ‘Als het probleem van de ene partner is opgelost, dat de ander dan ineens klachten krijgt?’ Johan was psycholoog. Hij liet graag merken dat hij ook wel eens een boek las. Ik vroeg Johan wat er met Hiske, zijn vrouw, aan de hand was. ‘Moeilijk te zeggen’, zei Johan, ‘maar ik denk toch aan een borderlinestoornis. Ze is me aan het wegduwen. Al jaren hoor, maar ik zie dat nu heel duidelijk. We liggen trouwens in scheiding. Het gaat echt niet meer. Ik ben gekomen om je te vragen hoe ik met zo’n borderliner moet omgaan. Ik ben bang dat ze de kinderen wat aandoet.’ Ik overtuigde Johan van de noodzaak om Hiske mee te nemen naar een volgend gesprek. Bij zo’n ernstig geval moesten wij, als psychologen, toch proberen om haar in zorg te krijgen? ‘Hij drinkt, daarom gaan we uit elkaar’, antwoordde Hiske tijdens de volgende zitting op mijn eerste vraag. Johan maakte verontwaardigde geluiden. ‘O ja! Nou ben ik ineens een alcoholist! Ik drink toch echt niet meer dan twee eenheden per dag!’ ‘Het is maar wat je een eenheid noemt’, wierp Hiske tegen. ‘Wat mij betreft drink je in elk geval te veel.’ Aan Johan stelde ik dezelfde vraag: waarom gaan jullie uit elkaar? Met horten en stoten produceerde hij opnieuw zijn borderlineverhaal. ‘Hoezo duw ik jou weg dan?’ vroeg Hiske. ‘Nou, je gaat nooit mee naar borrels van mijn werk’, zei

29

Johan. ‘Die ene keer laatst? Toen mijn moeder ziek was?’ ‘En je hebt me bedreigd, toen met dat roken.’ ‘Wat? Toen ik zei dat ik je wat zou aandoen als je nog één keer in huis rookt?’ ‘Oké, stop maar’, onderbrak ik hen. ‘Dit lijkt me een duidelijke zaak: een alcoholist en een borderliner, het is een wonder dat jullie nog zo lang met elkaar getrouwd zijn geweest.’ Het was even stil. Daarna bespraken we hoe het toch kwam dat Johan en Hiske zo’n vertekend beeld van elkaar hadden gekregen. Al snel ging het over zaken als een onbevredigend seksleven, een gebrek aan belangstelling voor elkaar en onwil om het met elkaar nog ergens over te hebben. Exen verketteren elkaar altijd wel een beetje tijdens een scheiding. Door cognitieve vertekening zie je elkaars fouten meer en hecht je er meer waarde aan dan ze eigenlijk verdienen. Na enige tijd wijt je die hele scheiding aan de tekortkomingen van je ex. Zeker in de eerste periode na de scheiding kan dat weinig kwaad (zie hoofdstuk 3). Het helpt je om je los te maken. Was het beeld van je ex misschien wat te rooskleurig tijdens jullie relatie, wat ook een vorm van cognitieve vertekening is, nu kun je dat beeld realistischer maken. Daardoor kan de scheiding die jullie meemaken in een draaglijker perspectief komen te staan. Maar cognitieve vertekening heeft een belangrijk nadeel. Doordat je informatie in jouw nadeel beter waarneemt en er meer belang aan toekent, verandert ook je zelfbeeld: dit wordt er niet beter op. Voorbeelden van uitspraken die dat illustreren staan in kader 1.1.

30

K a d e r 1 . 1 Ty p i s c h e u i t s p r a k e n w a a r u i t c o g nitieve vertekening blijkt – Wat ben ik eigenlijk voor sukkel, dat ik al die jaren een relatie had met zo’n enorme egoïst? – Wat is er mis met mij, dat ik altijd de verkeerde personen aantrek? Behalve het negatieve zelfbeeld dat uit deze uitspraken blijkt, is het ook mogelijk dat je positieve gebeurtenissen toeschrijft aan het toeval, waardoor je jezelf ook niet de mogelijkheid geeft om gunstiger over jezelf te gaan denken. Voorbeelden: – Soms was hij wel aardig, maar dat was omdat hij had gedronken. – Mijn relatie met X was wel goed, maar dat was ook zo’n lieverd. Op deze manier wordt niet alleen het beeld dat je van je partner hebt steeds slechter, maar ook het beeld dat je van jezelf hebt. Dit werkt een negatief, escalerend interactiepatroon in de hand, een manier van met elkaar omgaan die destructief is voor jullie zelf en voor jullie relatie.

Samenvatting hoofdstuk 1 Liefdesverdriet leidt tot verschijnselen van posttraumatische stress, zoals herbeleven, vermijden en snel schrikken. Ook andere gevoelens die vaak voorkomen tijdens een scheiding, zoals schuldgevoel, irritatie of jaloezie, kunnen ziekelijke proporties aannemen. Dit versnelt het

31

proces van scheiden. Dit geldt ook voor persoonlijke kenmerken zoals bindingsangst, verlatingsangst en de neiging om aantrekken en afstoten snel af te wisselen. En een normaal psychologisch proces, cognitieve vertekening, versnelt de scheiding nog verder.

2 Wa t i s e r me t on s a a n d e h an d ?

Escalerende ruzies Individuele problemen die ontstaan tijdens een scheiding hebben invloed op de manier waarop voormalige stellen daarna met elkaar omgaan. Omdat mensen elkaar negatiever gaan beoordelen, gaan ze elkaar ook slechter behandelen. De destructieve interactiepatronen die daarvan het gevolg zijn, zo ze niet al bestonden voor de scheiding, verergeren een situatie die toch al moeilijk is. Ruzies worden langduriger, ook doordat exen elkaar weinig zien en geen kans hebben om hun mening te herzien op basis van nieuwe informatie. Ruzies kunnen chronisch worden. Telkens als men elkaar ziet, vlamt de strijd weer op en tussen de ontmoetingen door smeult het conflict door als een aan het oog onttrokken, maar daarom niet minder vernietigende veenbrand. In feite is elk vast interactiepatroon, elke starre manier van met elkaar omgaan destructief tijdens een scheiding. Een scheiding is een crisis en een crisis is een bewijs van te lang uitgestelde verandering. In een tijd dus waarin veranderingen nodig zijn, blijven exen elkaar dwingen om het spel te spelen volgens oude regels. Dat heeft gedeeltelijk te maken met gewoonte. Mensen zijn nu eenmaal zo gebouwd dat zij gewoontes graag vasthouden. Aan de andere kant blijft de ene ex de ander een oude rol opdringen omdat daar voordeel aan te behalen is. Dit voor-

33

deel kan macht en leiderschap zijn, of geld en goederen, of aandacht en steun. Hoe het ook zij, een crisis vraagt om verandering en oude rollen en interactiepatronen houden verandering tegen. Het is ondoenlijk om hier alle mogelijke rollen en patronen te beschrijven waar mensen elkaar in vastketenen. Deze verschillen per paar en per context. Maar er zijn wel drie interactiepatronen aan te wijzen die vaak voorkomen. Deze patronen beschrijven elk een manier waarop ruzies chronisch worden. Het zijn escalerende patronen, die vanzelf steeds meer uit de hand lopen. Zulke patronen lijken wel een eigen leven te leiden. Ook als exen zich bewust zijn van zo’n patroon is het moeilijk (maar niet onmogelijk) voor hen om zich eraan te onttrekken. De contextspecifieke patronen waar exen na een scheiding in blijven steken, zijn vaak afgeleiden van een van deze drie interactiepatronen: aandringen & terugtrekken, aandringen & aandringen, of terugtrekken & terugtrekken.

Aandringen & terugtrekken In tijden van crisis hebben sommige mensen de neiging om zich terug te trekken, om stil te vallen of om zich te verstoppen met de dekens over het hoofd. Een crisis, zoals een scheiding, vraagt om reflectie, vinden zij. Eerst bezinnen, nadenken, dan pas handelen. Dit zijn mensen die zich van nature terugtrekken; zij zwijgen liever. Andere mensen gaan tijdens een crisis sneller over tot actie. Zij zien hun belangen bedreigd en komen daarvoor op. Op elke manier die zij kunnen bedenken, bepleiten zij hun zaak: met woorden, maar ook met gebaren en met daden. Deze mensen dringen van nature aan; zij praten. Voor een ‘zwijger’ voelt het gebaar en gedoe van een ‘prater’ bedreigend. Hoe meer een prater aandringt, hoe meer een zwijger zich zal terugtrekken. En hoe meer een zwijger zich terugtrekt, hoe meer een prater aandringt. Het zwijgen voelt voor de prater alsof hij niet wordt

34

gehoord en daardoor krijgt hij waarschijnlijk niet voor elkaar wat hij wil. Tijd dus voor actie. Voor sterker aandringen. Deze vicieuze cirkel versterkt zichzelf. Aandringen leidt tot terugtrekken en omgekeerd. Ook als mensen maar heel licht de neiging hebben tot praten of tot zwijgen, kan dit interactiepatroon langzaamaan inslijten en sterker worden. Wat uiteindelijk meestal gebeurt, is dat de prater explodeert en dat de zwijger vervalt in gepieker en in depressieve gevoelens. En de crisis blijft bestaan.

Aandringen & aandringen Als beide partners van nature aandringen, lijkt hun relatie op die van cowboys in een duel. Zij willen maar één ding en dat is de ander neerknallen. Want als ze dat niet doen, zullen zij zelf als eerste in het stof bijten. Ze staan tegenover elkaar in main street en het is niet zozeer de vraag of ze zullen schieten, als wel wanneer. Beide partners hebben de neiging om herhaaldelijk en in woord en gebaar hun zaak bij de ander te bepleiten, tot ze allebei met hun rug tegen de muur staan en nog maar één ding kunnen doen om te winnen en dat is: schieten. Knallen. Keihard ruzie maken. Schreeuwen. Beledigen. Pijn doen. Ook dit interactiepatroon versterkt zichzelf. Als je partner je steeds kwetst, komt er een moment dat je dat ook gaat doen. En daarin ziet je partner vervolgens het bewijs dat zij of hij nog harder moet optreden dan voorheen al het geval was. Het grootste gevaar voor exen die zich gedragen als cowboys in een duel, is dat zij beiden kibbelend ten onder gaan. Geen van beiden krijgt ook maar iets voor elkaar. Dat is schadelijk voor hen beiden, maar ook voor hun omgeving. Kinderen raken bijvoorbeeld beschadigd door de vele ruzies en doordat er ook voor hen niets wordt geregeld.

35

Te r u g t r e k k e n & t e r u g t r e k k e n Twee partners die zich allebei terugtrekken, lijken op egeltjes. Egeltjes hebben geleerd om elkaar uiterst voorzichtig te benaderen. Zij hebben allebei de stekels van de ander gevoeld en gemerkt dat dit niet prettig was. Ruzies en kwetsende opmerkingen uit het verleden hebben hun het zwijgen opgelegd. Ook zulk wederzijds zwijgen en voorzichtigheid maakt dat de spanning steeds hoger oploopt. Als je niet weet wat de ander denkt en voelt, omdat hij of zij zwijgt, ga je invullen wat de ander denkt en voelt. Over het algemeen zullen exen weinig goeds voor elkaar invullen. Dit wordt sterker doordat cognitieve vertekening ongehinderd zijn werk kan doen. Doordat partners elkaar nooit echt spreken, komt er helemaal geen informatie beschikbaar die strijdig is met het ne-

36

gatieve beeld dat partners van elkaar opbouwen. Hoe negatiever je denkt over een ander, hoe bozer je wordt. Het egeltjespatroon komt meestal met een luide klap tot ontploffing. Elk mens kan maar een beperkte hoeveelheid spanning verdragen. Net als bij een snelkookpan moet de druk af en toe van de ketel. Als dit niet gebeurt, kunnen de gevolgen verschrikkelijk zijn. Maar ook de onderhuidse spanning is destructief. Ook al lijkt er ogenschijnlijk niets te gebeuren, de spanning vreet aan beide exen. Het tast hun humeur aan, hun oordeelsvermogen, hun weerbaarheid en hun weerstand. Egeltjes lopen het gevaar om op te gaan in een negatieve waanwereld, die hun gezondheid en die van hun ex danig aantast.

Voorbeeld: mijn sterke vent Charles was een beer van een vent. Hij reisde de wereld rond als groothandelaar in metalen, een functie waarbij hij zowel diep onder de grond, in mijnen, als hoog boven de grond, in directiekamers, vertoefde. Hij was trots op wat hij had bereikt. Hij ging er prat op dat hij alles te danken had aan wat hij zichzelf had geleerd. Cecilia was een frêle Italiaanse. Zij was een kind uit een achterstandsmilieu. Ze was opgegroeid bij haar moeder die dronk en haar vier broers die allerlei rottigheid uithaalden. Charles had haar ontmoet op een van zijn reizen. Hij was meteen verliefd geworden en had haar meegenomen. Nu woonde zij in een luxueuze flat aan de Hollandse kust. Charles leerde haar alles: hoe zich te kleden, hoe zich te gedragen, hoe Nederlands te spreken. Dit ging een aantal jaren goed, maar toen brak er crisis uit. Cecilia wilde meer van de wereld zien dan de pier van

37

Scheveningen en ze voelde zich daar nu ook toe in staat. ‘Dat ondankbare kreng’, zei Charles. ‘Alles heb ik voor haar over gehad. Wat ze weet, weet ze van mij. En wat krijg ik? Een grote bek.’ ‘Ik ben niet je leerling’, zei Cecilia. ‘En jij bent niet mijn leraar. Laat me met rust. Laat me doen wat ik wil.’ Het patroon leraar-leerling komt veel voor. Je kunt het zien als een variant van het zwijgers-en-praterspatroon. De leraar draagt allerlei zaken aan, zoals kennis, of goederen en geld, en de leerling accepteert, in stilte. In ruil voor de goede lessen verwacht de leraar trouw, seks of aandacht. De leerling wil hier meestal wel aan voldoen, totdat de leerling zelf iets wil ondernemen. Door te gaan praten, doorbreekt de leerling het oude patroon. ‘Charles, je hebt Cecilia goed geholpen,’ zei ik tegen het paar, ‘maar door nu te blijven helpen, help je Cecilia en jullie relatie de vernieling in. Je houdt haar klein, door leraar te blijven spelen.’ Cecilia was het met me eens. Charles bromde wat. Ik liet ze deze situatie uitspelen. Cecilia ging op de grond zitten. Charles ging tegenover haar staan, groot en sterk, de armen gespreid. De opdracht voor hem was om Cecilia op de grond te houden, in woord en gebaar. De opdracht voor Cecilia was om overeind te krabbelen. De oefening was snel afgelopen. Zodra ik ‘begin maar’ had gezegd, trapte Cecilia hard tegen Charles scheenbeen en terwijl hij vertrok van de pijn, stond ze rustig op. ‘Heb je nog meer oefeningen?’ vroeg zij. Maar dat leek me niet nodig.

38

Andere patronen Disfunctionele patronen hoeven niet altijd disfunctioneel te zijn geweest. In het voorbeeld van Charles en Cecilia blijkt dat duidelijk: in de eerste jaren van hun relatie was het in het voordeel van beiden dat Charles zijn rol van leraar speelde. Cecilia kon zich ontwikkelen, Charles kon zich gevleid voelen door haar vooruitgang en de intimiteit die voortkwam uit hun vele samenzijn. Maar op het moment dat Cecilia veranderde, ontstond er crisis, omdat Charles bleef vasthouden aan het rolpatroon dat hem zoveel voordeel had gebracht. Rolpatronen zijn niet alleen maar slecht of verkeerd. Er zijn allerlei vormen van relaties die beide partners goed passen, voor een zekere tijd. Denk behalve aan het patroon leraar-leerling, dat veel voorkomt, ook aan een aantal andere patronen. In kader 2.1 staan enkele andere veelvoorkomende voorbeelden van dergelijke relatiepatronen.

Kader 2.1 Veelvoorkomende relatiepatronen

Coach en talent Een mens kan zulke bijzondere gaven of kwaliteiten hebben dat de ander zich daarvoor opoffert. Denk aan de vrouw achter de kunstenaar, de agent achter de zangeres, de vrouw van de presidentskandidaat.

Bedachtzame heer/dame en spring-in-’t-veld De ene partner kan talent hebben voor rationaliteit, plannen en

39

beslissen, terwijl de ander goed is in het spontaan ondernemen van wilde plannen. Twee van zulke mensen kunnen elkaar goed aanvullen om tot een vollediger leven te komen.

Angsthaas en beslisser De een komt tot niets en de ander stort zich roekeloos in het volgende plan. Een beetje angst en een beetje meer durf is voor beiden heilzaam.

Dokter en patiënt Een persoon kan ziek zijn en baat hebben bij de verzorging van de ander. Dit kan een lichamelijke ziekte zijn, maar meestal gaat het om een psychische gesteldheid.

Bron en bewonderaar Een partner heeft zich bewezen in een bepaald veld van expertise of blinkt ergens in uit en de ander kan er geen genoeg van krijgen om zich aan deze bron van kennis te laven. Denk aan muzikant en groupie, wetenschapper en assistent, goeroe en volgeling. In relaties bestaan veel meer patronen. Sommige patronen zijn scheef verdeeld waar het gaat om bijvoorbeeld macht of aandacht, andere zijn gelijkwaardiger. Voor alle patronen geldt: het gaat mis als de omstandigheden veranderen of als een van beide partners verandert. Verandering vraagt om aanpassing en als dit niet ge-

40

beurt, kan dat ten koste gaan van het laatste restje van een verhouding dat exen nog maar hadden.

Voortekenen Een scheiding is alles tegelijkertijd. De manier waarop jullie met elkaar omgaan hapert, je staat zelf onder druk en je voortdurend wisselende gevoelens maken dat je in een emotionele achtbaan bent beland. En ondertussen moet je van alles regelen. Belangrijke zaken, van levensbelang. Waar gaat wie wonen? Hoe doen we dat met de kinderen? Hoe moet dat voortaan financieel? Hoe regel je een verhuizing? Welke papieren moeten wanneer waarheen? Moeten we naar een advocaat? Of een mediator? Zulke zaken zijn inderdaad belangrijk. Maar dit boek gaat daar niet over. Er is voldoende informatie voorhanden over geld, mediators en omgangsregelingen. In dit boek komen vragen aan de orde die net zo goed van levensbelang zijn, maar die merkwaardigerwijs tot dusverre onderbelicht zijn gebleven in de vaderlandse media: wat zijn de voortekenen van een naderende scheiding? Wat zijn de lichamelijke en psychische gevolgen van een scheiding? Kun je zelf een diagnose stellen? Waar kan ik terecht met vragen over wat er met me aan de hand is en wat gebeurt er dan?

Voortekenen van een naderende scheiding Denk niet dat je bijzonder bent. In Nederland gaat elk jaar een derde van de getrouwde stellen en een kwart van de samenwonende stellen uit elkaar. Samen zijn dat 100.000 stellen per jaar, dus 300 stellen per dag. Daar zijn trouwens 60.000 thuiswonende kinderen bij betrokken.

41

Ten opzichte van het buitenland doen we het nog niet zo slecht. In Groot-Brittannië loopt elk jaar de helft van het aantal in dat jaar gesloten huwelijken stuk. In België is dat liefst 71 procent, al is dat cijfer vertekend doordat in België relatief weinig mensen trouwen. In katholieke landen als Italië, Griekenland en Polen ligt het echtscheidingspercentage lager, tussen de twintig en dertig procent. Het enige land waar niemand scheidt is Malta, maar in dat land is scheiden verboden. Cijfers over scheiden na samenwonen zijn niet voorhanden voor Europa, maar we mogen aannemen dat deze ongeveer overeenkomen met de echtscheidingscijfers. We kunnen geografie of landsaard dan ook wegstrepen als mogelijke oorzaak of aanleiding voor een scheiding. Religie, met name het katholicisme en de islam, lijkt enigszins te beschermen tegen een scheiding, maar je kunt weer niet zeggen dat ongeloof een voorbode van scheiding is. Maar wat dan wel? Welke voortekenen kunnen ons waarschuwen dat er een scheiding zit aan te komen?

S t a r re i nt e racti ep atron en Starre interactiepatronen zijn al uitgebreid beschreven in het eerste gedeelte van dit hoofdstuk. Een vaste manier van met elkaar omgaan heeft voordelen. Behalve de voordelen die voortkomen uit de specifieke inhoud van zo’n patroon (zoals dat je graag leraar speelt en daar in een bepaalde relatievorm veel aan toe zult komen), geeft een vast patroon ook een hoop rust. Je weet waar je aan toe bent. Maar interactiepatronen gaan knellen als de omstandigheden iets anders van je verlangen of als je zelf verandert en je partner geeft je daartoe geen ruimte. Als je merkt dat jullie oude rollen en impliciete afspraken gaan knellen, moet je oppassen. Het is tijd om het roer om te gooien, want anders kan een scheiding op termijn wel eens de enige manier zijn die je ziet om je doelen te bereiken of om adequaat te reageren op de veranderende eisen die de omgeving aan je stelt.

42

O ve r s pe l Mensen die scheiden noemen zelf twee redenen het vaakst als oorzaak van een scheiding: we zijn uit elkaar gegroeid en er is een ander in het spel. Onder overspel verstaan we hier: emotioneel overspel. Er zijn maar weinig mensen die uit elkaar gaan nadat een van beiden eenmalig met een ander het bed heeft gedeeld. Mensen gaan scheiden omdat een van beiden verliefd wordt op een ander, of zoveel onenightstands heeft dat daaruit ook een aanmerkelijke versoepeling van de emotionele band blijkt. Als je dus veel aan het vreemdgaan bent, of je merkt dat je (alweer) verliefd bent op een ander, dan weet je dat een scheiding van je vaste partner eraan zit te komen. Of je hem of haar vertelt over je escapades doet er nog niet eens zo heel veel toe. Je emotionele verwijdering zal ook blijken uit andere zaken, zoals dat jullie weinig meer samendoen, een onbevredigend seksleven hebben en vaker ruzie maken over onbenulligheden. De optelsom van deze drie zaken geeft niet altijd als uitkomst dat er dus iemand vreemdgaat. Maar laat ik het zo zeggen: als je niet merkt dat je partner overspel pleegt, is altijd ten minste een van deze drie zaken ook aan de hand. En als je dat verder wel best vindt, is een scheiding nabij.

Macht s s t r i j d Een strijd om de macht is een vicieuze cirkel waarvan de kenmerken zijn weergegeven in figuur 2.1. Machtsstrijd kan voortkomen uit een ongelijke situatie, waarmee beide partners voorheen vrede hadden. Denk aan het rolpatroon leraar-leerling: dat kan een hele tijd goed gaan, totdat de leerling zozeer is gegroeid dat die een andere positie wil gaan innemen, of totdat de leraar besluit dat zijn of haar inspanningen te weinig rendement opleveren. Als een van beide partners star blijft volhouden aan het oude patroon, kan dit voor de ander aanvoelen als

43

een poging om te overheersen. En geen mens wil worden overheerst, als daar niet iets redelijks en billijks tegenover staat. De standaard reactie op een poging tot overheersing is onbuigzaamheid. En voilà, de machtsstrijd is geboren. Het zal iedereen duidelijk zijn dat zo’n strijd tot weinig anders kan leiden dan tot een scheiding. Een machtsstrijd escaleert snel tot een explosieve situatie, waarbij mensen elkaar of zichzelf iets aandoen. Het winnen van een machtsstrijd is bovendien een pyrrusoverwinning: degene die wint, blijft zitten met een slaaf – en wie wil er nou een slaaf als partner? Figuur 2.1 De diverse elementen houden elkaar in stand, waardoor een machtsstrijd ontstaat.

44

Voorbeeld: de maakbare partner Stel, je wordt verliefd op een jonge vrouw. Deze vrouw is grappig, slim en mooi, ze heeft een lichaam om het bij uit te schreeuwen, je vrienden en je familie lopen met haar weg en ze is bereid om eindeloos met je naar musea te gaan, ook al houdt ze daar zelf niet zo van. Aan deze droomvrouw kleeft maar één nadeel en dat is dat ze niet met geld kan omgaan, waardoor ze altijd platzak is en jij alles moet betalen. Wat doe je dan? Henk zit in dit parket. Hij probeert het op te lossen door eindeloos in te praten op Margriet. Hij probeert Margriet te overtuigen met kracht van argumenten: het is in deze tijd toch niet logisch dat de man alles betaalt, zij kan zo bovendien haar eigen doelen nooit verwezenlijken, zij wil toch niet afhankelijk zijn? En Henk probeert Margriet over te halen door zijn emoties te tonen: hij is verdrietig, dan boos, dan weer wanhopig. ‘Ik voel me klein’, zegt Margriet, als ik haar vraag wat het effect van dit alles op haar is. ‘Zo klein als een kind.’ Margriet is een project. Voor Henk is Margriet wat Julia Roberts was voor Richard Gere in Pretty Woman: een onderontwikkelde minnares die hij naar zijn smaak kan omvormen tot vrouw van de wereld. Maar ja, Pretty Woman is een film. In het echt valt het nog niet mee om je partner te modelleren naar het ideaal dat je voor ogen hebt. Daarom heeft Henk mij ingehuurd. ‘Wil je een slavin?’ vraag ik aan Henk. Nee, dat wil hij niet. Mijn suggestie is ‘te belachelijk voor woorden’ en een ‘belediging voor Margriet’.

45

‘Margriet is een weldenkend mens’, zegt Henk.‘Dat onderschat ik niet en jij klaarblijkelijk wel.’ ‘O, neem me niet kwalijk. Jij wilt dus graag dat Margriet uit zichzelf inziet wat het beste voor haar is.’ ‘Juist’, zegt Henk. ‘Dus je wilt niet alleen wat zij doet controleren, maar ook wat zij denkt,’ concludeer ik droogjes, terwijl ik mijn blik laat gaan over Margriet, die erbij zit als een Britse prinses bij een Wimbledon-finale. Onze blikken kruisen elkaar. ‘Margriet, wat denk jij ervan?’ vraag ik haar. ‘Ik ben zelfs minder dan een kind. Een kind moedig je aan om voor zichzelf te denken. Ik mag alleen denken wat Henk zegt. Ik moet het dus wel met hem oneens zijn, anders word ik inderdaad zijn slavin.’ Kijk, dat noem ik nog eens een weldenkend mens. Had Henk toch gelijk.

Blinde vlek Mensen hebben een blinde vlek voor voortekenen van een scheiding. Het is ook zo’n groot en vreselijk ding, een scheiding. Je wilt er liever helemaal niet aan denken, dan zelfs maar de mogelijkheid ervan onder ogen zien en je een voorstelling maken van de pijn die ermee gepaard gaat. Zoals ze in Groot-Brittannië zeggen: Denial is not a river in Egypt. Ontken ontkenning niet. Het is moeilijk om de switch te maken van het idee van een eeuwigdurend samenzijn in voor- en tegenspoed naar de realiteit van een slechtlopende en zenuwslopende relatie. En dan nog iets. Een machtsstrijd, overspel, oude rollen – zelfs als je ze ziet, verbind je er niet meteen de conclusie aan dat je aan het scheiden bent. Dat is ook niet per se het geval – en dat maakt het nog eens dubbel

46

zo moeilijk om in te zien dat je relatie zich in de gevarenzone bevindt. Een machtsstrijd kun je achter je laten en een gebrek aan emotionele binding kun je herstellen. Ook is het normaal dat in een verhouding tussen twee mensen oude rollen zo nu en dan gaan knellen. De omstandigheden veranderen immers permanent en ook beide partners houden niet op zich te ontwikkelen op het moment dat zij besluiten samen langdurig een huishouden te gaan voeren. Hetzelfde geldt voor de hierna genoemde voortekenen van een naderende scheiding. Het is steeds niet per se noodzakelijk dat een genoemde omstandigheid zal leiden tot een scheiding. Alle genoemde factoren zijn op zich niet ziekelijk of verdacht. Het is de optelsom van allerlei voortekenen die bewijst dat je relatie zich op glad ijs bevindt. De vraag die je kunt stellen als je een aantal van de genoemde tekenen aan de wand herkent, is: wat is zo groot dat ik het niet zie?

Vijandigheid en zenuwachtigheid Bepaalde psychologen scheppen er genoegen in om aan de hand van algoritmen (wiskundige formules) te voorspellen welke huwelijken wel en welke niet meer zullen bestaan op een zeker tijdstip na het voltrekken van die huwelijken. In hun formules stoppen zij factoren als woordkeuze van beide partners tijdens een overleg, frequentie van aanraken en aankijken tijdens dat overleg, aantal woorden dat het paar gebruikt en ander direct waarneembaar gedrag. Deze factoren zijn concrete voorbeelden van onderliggende psychische constructen zoals vijandigheid, boosheid en sociale vaardigheid. De psychologen rapporteren in hun onderzoeksverslagen succespercentages van vijftig tot zestig procent. Zestig procent kans dus dat zij goed voorspellen of een kersvers echtpaar dat zij observeren in hun psychologisch laboratorium over drie of over vijf jaar (er zijn ver-

47

schillende periodes onderzocht) nog bij elkaar zullen zijn, of niet. De factoren die in verschillende onderzoeken het meeste bijdragen aan een goede voorspelling zijn vijandigheid (‘hostiliteit’ in psychologentaal) en zenuwachtigheid (‘neuroticisme’). Dit betekent dat mensen die zich vijandig gedragen ten opzichte van elkaar en mensen die zenuwachtig worden van elkaar terwijl zij overleggen over een stressvol onderwerp een grotere kans hebben om uit elkaar te gaan dan mensen die dit niet doen. Eerder is aangetoond dat het verband niet omkeerbaar is. Het is dus niet zo dat mensen die scheiden daardoor vijandig en zenuwachtig gaan doen tegen elkaar. Misschien wordt dit gedrag erger onder invloed van de scheiding, maar de vijandigheid en de zenuwen bestonden al daarvoor. Vijandigheid bestaat uit: in de rede vallen, beschuldigen, uitschelden, negatieve kritiek uiten en negeren. Maar vijandigheid bestaat ook uit fysieke agressie: elkaar slaan, duwen, bijten of schoppen. Als mensen beginnen elkaar te verachten, vaak na jarenlange onderlinge vijandigheden, zijn de rapen helemaal gaar. De kans op het afwenden van een scheiding is dan vrijwel nihil. In het volgende hoofdstuk besteed ik meer aandacht aan verachting en aan de theorie van psycholoog John Gottman, die daar veel onderzoek naar heeft gedaan. Zenuwachtigheid is in psychologisch onderzoek vaak een optelsom van depressieve en angstige klachten. Hoe depressiever of angstiger iemand is, des te hoger zijn of haar ‘score’ op zenuwachtigheid. Als een van beide of beide partners dus symptomen vertonen van depressie of angst, is de kans groter dat hun huwelijk niet lang stand zal houden.

Scheve verhoudingen in het gezin In het traditionele gezin met vader, moeder en 2,1 kinderen (statistiek is ook een vak) zijn de hiërarchische lijnen en de onderlinge banden

48

duidelijk. Vader en moeder zijn samen de baas. Zij vormen getweeën een hecht verbond, wat blijkt uit het feit dat zij in belangrijke zaken elkaars partij trekken. Hetzelfde geldt voor de kinderen: zij voelen zich het meest verwant aan elkaar en merken regelmatig dat zij dezelfde, lagere rang hebben in het gezin. Deze verhoudingen en patronen kunnen verstoord raken. Meestal ontstaan er eerst scheuren in het verbond tussen ouders, bijvoorbeeld als een van de ouders drinkt en de ander hem of haar herhaaldelijk openlijk afvalt bij het nemen van beslissingen. Ook kunnen zogenaamde perverse dyades en triades ontstaan. Dit zijn bondjes tussen een van de ouders en een of meer kinderen, waardoor de andere ouder buitenspel komt te staan. In het ernstigste geval worden de rollen helemaal omgekeerd en raken de kinderen geparentificeerd. Dan vervullen zij volwassen rollen en staan zij bovenaan in de hiërarchie van het gezin. Zulke verschuivingen van rollen en hiërarchische verhoudingen voorspellen een scheiding. Dat komt niet alleen doordat de verkeerde mensen de verkeerde rollen vervullen. Het verschuiven van die rollen kan een teken zijn van onderliggende problematiek, zoals alcoholisme, depressie of een andere psychische aandoening bij een van de leden van het gezin. Deze problematiek is dan de feitelijke oorzaak van de latere scheiding.

Gevolgen van een scheiding De gevolgen van een scheiding kunnen zowel lichamelijk als psychisch zijn. Klachten kunnen meteen na de scheiding optreden maar ook langdurig van aard zijn. In het laatste geval kunnen de problemen een eigen leven gaan leiden en hardnekkiger worden. In het navolgende komen de verschillende soorten klachten aan de orde.

49

L i cha m e l i jke g ev ol g en Een scheiding gaat je niet in de koude kleren zitten. De emotionele dreun vormt een aanslag op je gestel. Je weerstand heeft er onder te lijden, wat je merkt doordat je plotseling vatbaarder bent voor allerlei verkoudheden en griepjes, maar ook voor ernstiger lichamelijk ongemak zoals pijnklachten, maag- en darmklachten en hartkwalen. Merkwaardig genoeg is het verband tussen scheiden en ziekte het sterkst bij relatief jonge mensen, tot dertig jaar. Daarna neemt het statistische verband af. Misschien hebben oudere mensen meer weerstand, of beschermt hun grotere levenservaring tegen ziekte, doordat zij de impact en het belang van een scheiding beter kunnen relativeren. Langetermijnonderzoek laat overigens zien dat vooral na een jaar of tien de verschillen tussen gescheiden en niet-gescheiden vrouwen zichtbaar worden. Zijn beide groepen aanvankelijk (na de scheiding) ongeveer even gezond, na tien jaar is de gescheiden groep er beduidend slechter aan toe. Een gangbare veronderstelling onder psychologische onderzoekers is dat het huwelijk beschermt tegen ziekte. Doordat deze bescherming wegvalt neemt de kans op ziekte en lichamelijke problemen toe, eerder dan dat de scheiding zelf daarvoor verantwoordelijk is. Maar er zijn ook onderzoekers die stellen dat de langdurige stress die gepaard gaat met een scheiding de oorzaak vormt van lichamelijke klachten. Deze stress begint natuurlijk al lang voordat mensen besluiten te scheiden en als zij eenmaal aan het scheiden zijn, neemt de stress aanvankelijk nog enorm toe. Het verband tussen langdurige stress en lichamelijke klachten is in onderzoek uitvoerig aangetoond. Als mensen lang onder druk staan merken zij dit door spierspanningsklachten zoals hoofdpijn en rugpijn. Maar ook raken zij ernstig oververmoeid door slaapgebrek en de uitputtende werking van het continu moeten blijven aanmaken van stresshormonen zoals cortisol. Omdat mensen vaak grijpen naar zelfmedicatie in de vorm van benzodiazepi-

50

nen of andere slaapmedicatie, alcohol en drugs, verslechtert hun toestand nog sneller. Afgezien van de verslavingen die zij kunnen oplopen, werkt het langdurige en intensieve gebruik van zulke middelen secundaire lichamelijke klachten in de hand. De lichamelijke gevolgen, ten slotte, van fysiek geweld dat soms met een scheiding gepaard gaat, kunnen ook ernstig zijn. In blinde woede slaan mensen elkaar het ziekenhuis in, soms met langdurige of permanente handicaps tot gevolg.

P sy chi s che gev ol g en De belangrijkste psychische gevolgen van een scheiding staan al beschreven in hoofdstuk 1. Tot de ernstigste gevolgen behoren de posttraumatische stressstoornis, depressie en waanstoornis. Als mensen psychische klachten ontwikkelen na een scheiding wordt vaak niet onmiddellijk zo’n zware diagnose gesteld, maar spreekt men van een aanpassingsstoornis. Deze term duidt op de emotionele en psychische stress die ontstaat na een ingrijpende gebeurtenis. Deze stress is groter dan je normaal mag verwachten na zo’n gebeurtenis. De stress leidt tot slechter functioneren op het werk en in sociale verbanden. Een aanpassingsstoornis is meestal een combinatie van depressieve en angstige klachten. Mensen met deze stoornis zijn nerveus en onrustig (angst) en zij voelen zich huilerig, somber en hopeloos (depressie). Ongeveer zes maanden na de gebeurtenis is de ergste stress verdwenen en kunnen zij weer enigszins normaal functioneren. Het psychische geweld waarmee sommige exen te maken krijgen, kan diepgravende gevolgen hebben. Psychisch geweld kan bestaan uit verbale agressie, zoals uitschelden en bekritiseren, maar ook uit vernederen of negeren. Er zijn maar weinig mensen die psychisch geweld zomaar naast zich neer kunnen leggen. In het ergste geval gaan de

51

vernederingen, de kritiek en de scheldkanonnades aan je vreten. Je zelfbeeld kan er negatiever door worden. Diep in je hart ga je je ex, die je dit aandoet, nog geloven ook. Het schuldgevoel dat je hebt over het feit dat jullie uit elkaar gaan, vormt een goede voedingsbodem voor verbale agressie enerzijds en cognitieve vertekening anderzijds: je bent ontvankelijker voor kritiek en meer geneigd het waarheidsgehalte ervan te overschatten. Een laag zelfbeeld kan leiden tot depressies en bijdragen aan het ontstaan van persoonlijkheidsstoornissen. Het zorgt er in elk geval voor dat je minder opkomt voor jezelf en, daardoor, dat je minder dan je deel krijgt bij het verdelen van de boedel of bij het maken van andere afspraken. Behalve de praktische problemen die dat oplevert, heb je dan nog jaren te maken met het nare gevoel dat je slecht voor jezelf hebt gezorgd en dat je je hebt laten overdonderen door je ex. De schaamte daarover kan leiden tot de angst andere mensen onder ogen te komen (sociale fobie) en zelfs tot het vermijden van plekken waar andere mensen zijn (agorafobie).

Korte en lange termijn Zulke angsten ontstaan over het algemeen pas na langere tijd, jaren na een scheiding. In de eerste fase na een scheiding (zie hoofdstuk 4) kan iemand overigens ook wel bang zijn. Meestal is dan echter geen sprake van een stoornis maar wel van een normale, noodzakelijke reactie op de stress van de scheiding. Als iemand in de tweede fase van de scheiding ernstige klachten blijft houden, ontstaat een geheel eigen dynamiek. De angstklachten gaan dan een eigen leven leiden. Hetzelfde geldt voor alcohol- of drugsmisbruik. Een beetje meer drinken dan normaal is tijdens een scheiding helemaal niet uitzonderlijk. Maar als iemand verslaafd raakt, treden hele andere processen in werking, die meer met die verslaving dan met de scheiding op zich te maken hebben.

52

Op termijn kan iemand, na een scheiding die bloederig is verlopen of die werd ingeleid door een bijzonder pijnlijk overspel of verraad, het vertrouwen verliezen in alle andere mensen. Het wordt daardoor moeilijk of onmogelijk voor zo iemand om een nieuwe intieme relatie aan te gaan. Van tweede en derde huwelijken is dan ook bekend dat zij korter duren dan eerste huwelijken. Zij worden eerder verbroken door een tekort aan vertrouwen, een teveel aan achterdocht en een scherper oog voor het rendement van een relatie. Mensen in tweede en derde huwelijken zijn zich bewuster van hun persoonlijke doelen in het leven en zijn bereid daarvoor meer op te offeren dan mensen in hun eerste huwelijk.

Zelf een diagnose stellen Loopt mijn relatie gevaar? Mensen die zichzelf en hun partner herkennen in de beschrijvingen van de individuele en interactionele problemen in dit boek, vragen zich nu misschien af of ze verhuisdozen moeten bestellen. Misschien ten overvloede wil ik die mensen laten weten dat als één of meer van de genoemde problemen zich voordoen dat op zich niet hoeft te betekenen dat een scheiding nadert. Elke relatie maakt stormachtige tijden door en zulke tijden gaan ook weer voorbij. Individuele problemen komen en gaan en hetzelfde geldt voor ruzies en stroeve interactiepatronen. Het voornaamste criterium om te beslissen of je relatie gevaar loopt is dan ook niet dat zulke problemen zich voordoen, maar of er na enige tijd iets verandert, of niet. Dat kun je zelf vaststellen. Hiervoor zijn wetenschappelijk getoetste vragenlijsten, de zogenaamde zelfbeoordelingsvragenlijsten, beschikbaar. Voorbeelden hiervan zijn de Interactionele Probleemoplossingsvragenlijst van Lange (1995) en de Nederlandse Relatievragenlijst van Barelds (2003). Deze lijsten hebben als voordeel dat ze van normscores zijn voorzien, waardoor je jouw uitkomst kunt vergelijken met de gemid-

53

delde uitkomst van een grote groep mensen. Nadeel van deze lijsten is dat ze moeilijk zijn in het gebruik, moeilijk verkrijgbaar en duur zijn. Het is simpeler en doeltreffender om je eigen vragenlijst te maken.

Mijn eigen vragenlijst Uitgangspunt voor jouw eigen vragenlijst is dat je wilt vaststellen of er tussen twee momenten in de tijd iets verandert op punten die jij belangrijk vindt. Je wilt kunnen vaststellen of er verbeteringen plaatsvinden op deze punten, of verslechteringen, of dat de situatie min of meer gelijk blijft. Als het tussen jullie gelijk blijft of verslechtert, kun je daar je conclusies uit trekken. Conclusies als: we hebben hulp nodig, want zelf veranderen we te weinig, of: dit heeft geen zin meer, we kunnen er beter mee stoppen. Die conclusies trek jij zelf, maar dan op basis van meer informatie (die haal je namelijk uit je vragenlijst) dan je ‘gevoel’ op een bepaald moment. Nog meer informatie heb je natuurlijk als jullie beiden dezelfde vragenlijst invullen en de resultaten samen bespreken. Welke punten vind jij belangrijk? Dat kan van alles zijn: de taakverdeling in het huishouden, het aantal keren dat je partner de was doet, de hoeveelheid moeilijke gesprekken of ruzies die jullie hebben, de seks, of je wordt uitgescholden of geslagen, of er steeds haren in het doucheputje zitten, het aantal avonden dat je alleen thuiszit, een achterdochtig gevoel bij jezelf of bij je partner, somberheid, hoop, de financiële situatie en ga zo maar door. Het is zinnig om een paar keer te gaan zitten en hierover na te denken: welke punten kunnen verbeteren? Waar erger ik me aan? Wat is een goed teken? Wat vind ik belangrijk? Schrijf deze dingen onder elkaar op. Zet daarnaast drie kolommen waarin je kunt aangeven hoe dit punt op het moment van invullen verloopt: gaat het goed, redelijk of mis? Als je het zo aanpakt, krijg je een lijst die er ongeveer zo uitziet als afgebeeld in tabel 2.1.

54

Tabel 2.1 Vragenlijst waarmee je bij jezelf kunt nagaan of je situatie tussen twee momenten verandert.

Belangrijke punten

Gaat goed

Gaat redelijk

Gaat mis

1 Aandacht voor mij 2 Activiteiten met kinderen 3 Handdoeken opruimen 4 Ruzies

........... ........... ........... ...........

........... ........... ........... ...........

........... ........... ........... ...........

Totale score

...........

...........

...........

Als je lijst af is, vul je hem in. Je zet één kruisje per belangrijk punt onder een van de drie kolommen aan de rechterkant. Dan bepaal je de ‘score’. Voor elk kruisje in de kolom ‘gaat goed’ reken je 0, voor een kruisje onder ‘gaat redelijk’ reken je 1 en voor ‘gaat mis’ reken je 2. Tel deze getallen bij elkaar op en je hebt je score van dat moment (meetmoment 1). NB: deze score is een momentopname. De score zegt niets over hoe de dingen ‘altijd’ tussen jullie zijn geweest of over hoe het zou moeten zijn. Een maand, zes weken of twee maanden later vul je (een kopie van) deze zelfde lijst weer in. Opnieuw zet je dan kruisjes onder de juiste kolom. Je vult dan weer in wat je er op dat moment van vindt. Tel de cijfers weer op. Nu heb je een beginscore (je score op meetmoment 1) en een eindscore. Als de eindscore hoger is dan de beginscore, verslechtert het tussen jou en je partner op de punten die jij belangrijk vindt. Als de eindscore lager is dan de beginscore, wordt het daarentegen wat beter tussen jullie op deze punten. In kader 2.2 staan enkele tips die je kunnen helpen een ‘eigen’ vragenlijst samen te stellen.

55

Kader 2.2 Tips voor een vragenlijst op maat Tip 1 Het aantal punten is natuurlijk eindeloos uit te breiden, maar de lijst wint aan kracht als je er alleen de belangrijkste punten in opneemt. Wat belangrijk is, bepaal jij.

Tip 2 Hoe concreter je een punt formuleert, hoe beter je later kunt merken of er iets is veranderd. Neem bijvoorbeeld het eerste punt in dit voorbeeld, ‘aandacht voor mij’. Wat versta je onder aandacht? Het aantal liefkozingen of aanrakingen? Of je partner naar je werk vraagt? Tijd samen doorbrengen? Het liefst wil je voorkomen dat je op ‘meetmoment 2’ (als je de lijst weer invult) dezelfde score hebt, omdat je wel meer liefkozingen, maar minder tijd samen hebt doorgebracht in de tussentijd. Je kunt dan niet zien wat is veranderd en wat niet. Beter is het om ‘aandacht’ specifieker te maken en alleen het belangrijkste punt, bijvoorbeeld ‘Vraagt naar mijn werk’, op te nemen in je lijst.

Wa t i s be l an g ri j k? Om je op ideeën te brengen staat in tabel 2.2 een lijst van onderwerpen die mensen uit mijn praktijk vaak noemen als belangrijke punten.

56

Tabel 2.2 Onderwerpen die mensen vaak noemen als belangrijke punten binnen hun relatie.

Gaat goed

Gaat redelijk

Gaat mis

Communiceren Vrijen met elkaar Taken verdelen Leuke dingen doen met z’n tweeën 5 Familiezaken bespreken

........... ........... ...........

........... ........... ...........

........... ........... ...........

........... ...........

........... ...........

........... ...........

6 Opvoeden/kinderwens 7 Moeilijke tijden samen doorstaan 8 Samen beslissen 9 Financiën regelen 10 Elkaar steunen 11 Ruzie maken 12 Vrij zijn om eigen dingen te doen 13 Samen een ontwikkeling doormaken

...........

...........

...........

........... ........... ........... ........... ...........

........... ........... ........... ........... ...........

........... ........... ........... ........... ...........

...........

...........

...........

........... ...........

........... ...........

........... ...........

...........

...........

...........

........... ........... ........... ........... ........... ...........

........... ........... ........... ........... ........... ...........

........... ........... ........... ........... ........... ...........

1 2 3 4

14 Gevoelens delen 15 Verliefdheid/liefde voelen 16 Aandacht voor elkaar hebben 17 Zoenen/elkaar aanraken 18 19 20 21

Overspel/verliefdheid Drankgebruik Wantrouwen Woede-uitbarstingen

Totale score NB: deze lijst bestaat alleen uit onspecifieke, algemene punten. Gebruik de lijst om op ideeën te komen en vul elk punt verder zelf in. Van ‘communiceren’ kun je bijvoorbeeld maken: ‘echte, goede gesprekken’, ‘gezellig kletsen’, ‘eerlijk zijn’, et cetera. Zie ook de tips in kader 2.2.

57

Waar kan ik terecht met vragen en wat gebeurt er dan? Op grond van je eigen vragenlijst kun je tot de conclusie komen dat jij en je partner te weinig veranderen op belangrijke punten en dat de situatie dus verslechtert. Wat dan? Aan professionals kun je vragen om mee te denken over je situatie. Wat vinden zij? Denken zij dat er nog redding mogelijk is voor jullie relatie? Heeft therapie zin voor jullie en welke therapie is dan van toepassing? In deze paragraaf noem ik in het kort welke professionals kunnen meedenken over je situatie en wat ze voor je kunnen betekenen. Over soorten therapieën kun je meer lezen in hoofdstuk 5.

H ui s a r t s Ook met relatieproblemen dient men zich eerst te melden bij de ‘eerste lijn’, zoals dat heet in het jargon van zorgverzekeraars en professionals in de gezondheidszorg. De eerste lijn is ook in dit geval de huisarts. Zoals bekend varieert het advies van huisartsen sterk afhankelijk van hun werkdruk en ervaring. Ook de band die iemand heeft met de huisarts speelt mee, zeker als het gaat om zoiets persoonlijks als relatieproblemen. In de eerste plaats is het goed om op te merken dat de huisarts er ook voor zulke problemen is. Mensen denken wel eens dat relatieproblemen vallen in de categorie ‘luxeproblemen’ en dat men bij de huisarts alleen terecht kan met echte klachten. Dat tweede is waar, het eerste niet. Relatieproblemen zijn echte problemen, die diepgravende gevolgen voor iemands gezondheid kunnen hebben. Vervolgens is het goed te weten dat een huisarts vooral alert moet zijn op acute klachten, zoals die worden veroorzaakt door mishandeling en verwaarlozing. Ook op zaken als drank- en drugsgebruik en maatschappelijke en persoonlijke teloorgang ten gevolge van relatieproblemen moet een huisarts letten. Het voordeel van deze focus is dat de meest acute

58

deelproblemen snel naar voren komen. Het nadeel is dat niet meteen de processen die daaraan ten grondslag liggen aan de orde kunnen komen. Een laatste nadeel van de focus die huisartsen moeten hebben is dat zij geneigd zijn om met individuele, medicamenteuze maatregelen te beginnen, zoals antidepressiva, bètablokkers of benzodiazepinen (‘tranquillizers’). Dat is soms verstandig, maar meestal niet de hele oplossing. Een goede huisarts zal dan ook doorverwijzen naar een psychiater, psycholoog of relatietherapeut, die dieper kan ingaan op de aard en de oorzaken van de problemen. De meeste huisartsen hebben een netwerkje van zulke behandelaars, die meestal bij hen in de buurt gevestigd zijn.

P sy chi a t e r, ps y ch ol oog of rel ati eth era peut? Relatietherapie is een specialisme dat niet elke professional uit de geestelijke gezondheidszorg beheerst. Professionals zonder opleiding of verwantschap met relatietherapie hebben de neiging om te focussen op individuele problematiek. Dat is niet per se een slechte zaak, maar onderzoek van de laatste jaren wijst uit dat de beste behandeling voor mensen met relatieproblemen is gericht op individuele én interactionele kwesties. Professionals met het specialisme relatietherapie vragen in een eerste gesprek naar individuele klachten, zoals depressie of wantrouwen, maar ook naar klachten die partners over elkaar hebben, zoals ergernissen of een gebrek aan belangstelling. Ook komen zaken aan de orde die beide partners betreffen, zoals seksualiteit, taakverdeling en financiën. Op grond van dit vraaggesprek komt een relatietherapeut met een aanbeveling voor individuele dan wel gemeenschappelijke therapie. De praktijk leert dat bijna nooit het advies gegeven wordt om te gaan scheiden. Maar hoe nobel het streven ook is om mensen die een langdurige relatie met elkaar zijn aangegaan bij elkaar te houden, soms is dat niet de beste mogelijkheid. Vooral als er sprake is van ernstig ver-

59

baal en lichamelijk geweld, seksueel misbruik, grote rancune of wrok, ernstige individuele psychopathologie van een van de partners of een gebrek aan affectie en liefde is een relatietherapie zinloos en zelfs schadelijk, omdat het mensen vasthoudt in een situatie die slecht voor hen is. In zulke gevallen is het wel degelijk beter de relatie te verbreken en voor hulp aan te kloppen bij een maatschappelijk werkende of een mediator, die de praktische situatie kan helpen overzien. Ook als er geen ernstig misbruik of individuele problemen bestaan, kan een stel besluiten uit elkaar te gaan nadat een relatietherapeut de emotionele en psychologische kanten van de situatie heeft belicht. Een relatie- of systeemtherapie kan dan helpen bij het inrichten van de relatie na de scheiding. Interactionele problemen blijven bestaan na een scheiding en worden meestal erger. Therapie kan helpen om onderlinge problemen te verminderen en communicatie te verbeteren.

M a a t s cha p p el i j k werken d e of m ediato r Het valt buiten de focus van dit boek om diep in te gaan op het werk van deze professionals, maar zij dienen wel te worden genoemd. Mediation komt in hoofdstuk 5 nog eens aan de orde. Een maatschappelijk werkende kan helpen de praktische en financiële warboel te ontwarren, maar heeft ook oog voor iemands gezondheid. Met gebruikmaking van een zogenaamd persoonsgebonden budget kan een maatschappelijk werkende instanties benaderen, schulden saneren en psychosociale hulp mobiliseren. Een mediator wordt meestal ingeschakeld om een echtscheiding te begeleiden. Doel van een mediator is de scheidende partijen althans zoveel bij elkaar te brengen dat zij praktische afspraken over de toekomst kunnen maken. Deze afspraken gaan over omgangsregelingen voor de kinderen, financiën en boedelscheiding. Een mediator is meestal een jurist met een korte opleiding in de psychologie, maar het omgekeerde komt ook voor.

60

De keuze voor de soort hulp die mensen nodig hebben na een scheiding hangt af van wat zij willen bereiken. Het is vaak een goede eerste stap om met de huisarts te gaan praten, omdat deze kan helpen om acute problemen te lijf te gaan. Wat daarna nodig is, kan in overleg worden vastgesteld.

Samenvatting hoofdstuk 2 Vaste omgangspatronen verergeren een crisis, doordat zij veranderingen tegenhouden. In zulke patronen is de balans tussen aandringen en terugtrekken verstoord geraakt, waardoor de kans op een relatiebreuk groter wordt. Andere voortekenen van een scheiding zijn overspel, machtsstrijd en vijandigheid. Aan de hand van vragenlijsten kun je zelf vaststellen of je relatie gevaar loopt, of niet. Gevolgen van een scheiding zijn lichamelijke ziekte en stress. Vragen daarover kun je het beste stellen aan een huisarts, relatietherapeut of maatschappelijk werkende.

61

3 H o e h e e ft h e t z o ver k u n n e n k om e n ?

Verklaringen vanuit het individu Problemen die partners ondervinden bij een scheiding kunnen hun oorsprong hebben in de vroege kindertijd. Een voorbeeld hiervan zijn hechtingsproblemen. Maar ook problemen die recenter zijn ontstaan, kunnen een behoorlijke weerslag hebben op de relatie. Hierbij valt te denken aan stressfactoren als financiële problemen, moeilijkheden op het werk, of zorgen om een naaste. Ook verliefdheid op een ander hoort in dit rijtje thuis. In het navolgende wordt dieper ingegaan op de verschillende individuele factoren die gevolgen kunnen hebben voor de relatie.

Hechting Hechting betekent: emotionele binding aan een ander persoon. In het eerste hoofdstuk kwam hechting al aan de orde als verklarende factor voor bindings- en verlatingsangst, keerzijden van dezelfde medaille. Deze medaille wordt meestal gesmeed in de kindertijd. Problemen met hechting kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor de ontwikkeling van iemands karakter of persoonlijkheid, maar natuurlijk ook voor het vermogen om als volwassene al dan niet intieme, emotionele relaties aan te gaan. Psychiater John Bowlby (1907-1990) heeft veel onderzoek gedaan

63

naar hechting. Hij wordt dan ook gezien als degene die het begrip hechting op de kaart heeft gezet. Net als Freud en andere psychoanalytici geloofde Bowlby dat ervaringen in de vroege kindertijd (0-4 jaar) beslissend zijn voor de ontwikkeling van mensen op latere leeftijd. Hij nam waar dat kinderen een ‘blijvende psychologische verbondenheid’ met hun ouders, meestal de moeder, ontwikkelen. Kinderen willen steeds in de buurt zijn van hun moeder (proximity maintenance noemde Bowlby dat). Later leren zij dat het geen kwaad kan als hun moeder even uit beeld verdwijnt, maar zodra er gevaar dreigt willen kinderen bescherming zoeken bij hun moeder (safe haven). Verder gebruiken zij hun moeder als uitvalsbasis. Bij het verkennen van de wereld keren zij steeds even terug naar de veilige basis (secure base). Op het moment dat hun moeder niet in de buurt is, ervaren kinderen verlatingsangst (separation distress). Hechting heeft volgens Bowlby een evolutionaire functie. Dankzij hun vermogen tot hechten, kunnen mensen beter overleven. Als het hechtingsproces op de een of andere manier verstoord raakt, heeft dat dan ook diepgravende gevolgen. Kinderen die de wereld onvoldoende verkennen doordat zij geen veilige haven of uitvalsbasis kennen, leren minder over de wereld en hun eigen mogelijkheden daarin en dit maakt hen kwetsbaarder. Als de eerste persoon aan wie kinderen zich hechten, hun moeder of vader, wegvalt, leren kinderen impliciet dat het gevaarlijk is om je te hechten aan een andere persoon en zullen zij dit later in hun leven vermijden. Daardoor verkleinen zij hun kansen op voortplanting en op integratie in groepen of in de maatschappij als geheel. Een studente van Bowlby, Mary Ainsworth, heeft veel bijgedragen aan de ontwikkeling van de hechtingstheorie door haar onderzoek met behulp van de zogenaamde vreemdesituatietest. Uit dit onderzoek concludeerde zij dat er drie verschillende hechtingsstijlen zijn (de vierde is later toegevoegd door Solomon), zoals weergegeven in kader 3.1.

64

Kader 3.1 De vier hechtingsstijlen volgens Ainsworth en Solomon 1 Vermijdend gehecht (20% van de kinderen): geneigd om heel veel te verkennen, zonder acht te slaan op de moeder. 2 Veilig gehecht (65%): er is een balans tussen de wereld verkennen en gehechtheid. 3 Afwerend gehecht (10%): geneigd veel de moeder op te zoeken en weinig te verkennen. 4 Angstig gedesoriënteerd (15%): laat steeds tegenstrijdig gedrag zien, zoals huilen en dan ineens lachen in reactie op de afwezigheid van moeder. Er is veel kritiek gekomen op de hechtingstheorie van Bowlby. Zo zou hij te veel conclusies hebben getrokken op basis van onderzoek naar jeugddelinquenten, met wie ook wel iets anders aan de hand is dan een slechte hechting. Ook was er kritiek op Bowlby’s overtuiging dat vroege hechting allesbepalend is voor de latere ontwikkeling. Vooral de hechtingsstijlen van Ainsworth zijn in later onderzoek ferm overeind blijven staan. Sommige theoretici en onderzoekers zien veel verbanden tussen hechtingsstijlen en latere ontwikkeling van relaties, anderen minder. In elk geval is wel vast komen te staan dat ook kinderen die een vermijdende, afwerende of angstig-gedesoriënteerde hechtingsstijl hebben als volwassenen wel degelijk in staat zijn om veilig gehechte relaties met een ander aan te gaan. Implicaties van de hechtingstheorie voor mensen die scheiden zijn dan ook niet eenduidig. Je kunt niet zeggen dat omdat een van beiden of allebei de partners vermijdend gehecht zijn, zij dus niet in staat zullen zijn om een langdurige relatie met elkaar te hebben. Maar hechtingsstijl op jonge leeftijd speelt wel mee. Ofwel rechtstreeks, in een min-

65

derheid van de gevallen, ofwel indirect, bijvoorbeeld doordat iemand op basis van hechtingsstijl een persoonlijkheidsstoornis ontwikkelt op latere leeftijd. Het goede nieuws is dat hechtingsstijlen en persoonlijkheidsstoornissen later in het leven gecorrigeerd kunnen worden op grond van latere ervaringen of door psychotherapie. Ten slotte is een merkwaardig fenomeen tijdens een scheiding verklaarbaar uit de hechtingstheorie. Mensen die scheiden, ook zij bij wie de scheiding gepaard gaat met veel ruzie en persoonlijke aanvallen op elkaar, voelen soms dat zij het liefst bescherming en troost zouden zoeken bij degene die hun dit alles aandoet, namelijk hun ex. Deze verwarrende emotie kun je opvatten als een laatste restant van de hechting aan elkaar die mensen tijdens hun relatie hebben ontwikkeld. Hun ex is hun ‘veilige haven’ geworden en is nog steeds, ondanks de scheiding, een plek om te schuilen bij zwaar weer en dreigend onheil. Zelfs als dat onheil alles te maken heeft met die veilige haven.

Individuele problemen en stoornissen Niet alleen ervaringen uit de kindertijd kunnen een mens dwarszitten. Ook problemen in het hier en nu hebben invloed op hoe iemand functioneert. Mensen gaan zich raar gedragen als ze in het nauw zitten. Financiële problemen, moeilijkheden op het werk of zorgen om een naaste veroorzaken stress, als gevolg waarvan mensen soms heel andere dingen gaan doen dan iedereen, hun partner incluis, van hen gewend was. Zonder dat er direct sprake is van een aanpassingsstoornis worden mensen bang of somber, besluiteloos of juist wat al te ferm. De relatie met hun partner kan daaronder lijden. Soms komt dat doordat de partner degene is op wie alle spanning wordt afgereageerd. Scheldpartijen en tirades die eigenlijk voor een dwarse baas of een weigerachtige bankemployé bestemd zijn, vliegen thuis over de eettafel en bederven herhaaldelijk de sfeer. Soms ook wordt een partner als me-

66

deplichtig gezien of als deel van het (externe) probleem. Dit gebeurt bijvoorbeeld als een erfeniskwestie uit de hand loopt of als iemand vindt dat het bestedingspatroon van zijn of haar partner de oorzaak is van alle financiële problemen. Zo’n kwestie leidt tot wantrouwen en ergernis, ruzie en geweld en, als het verder escaleert, tot een scheiding – opnieuw met dank aan het proces van cognitieve vertekening. Als iemand eenmaal het idee heeft dat zijn of haar partner fout zit, stapelen de fictieve en overdreven bewijzen zich snel op. Ook individuele ziektebeelden werken door in relaties van degene die ziek is. Vooral van depressie is bekend dat het een zware wissel trekt op de partnerrelatie. De sombere stemming van iemand met een depressie is aanstekelijk, vooral als deze persoon de hele dag zit te zuchten op de bank. De gezonde partner krijgt er een keer genoeg van om zijn of haar humeur steeds maar weer te laten bederven en besluit een punt te zetten achter de relatie. Partners van mensen met een depressie nemen ook veel taken uit handen van degene die depressief is. Het evenwicht in de relatie raakt daardoor verstoord. De gezonde partner gaat de ander steeds minder voor vol aanzien, tot op het punt dat zij of hij vraagtekens gaat zetten bij de relatie zelf. Wat doe ik nog met die man of die vrouw? Zelfs als de depressieve partner herstelt, gaat het niet altijd zomaar weer goed met de relatie. Soms wil de gezonde wederhelft liever geen taken meer teruggeven, die zij of hij de afgelopen periode heeft veroverd. De nieuwe manier om dingen te regelen, bevalt beter dan de oude manier. Ook kan het zijn dat de nieuwe (machts)positie beter voelt dan de vroegere positie. Ook daardoor kunnen wrijvingen ontstaan die leiden tot een scheiding. Even zwaar, maar minder gewoon en daardoor minder bekend, is de invloed van psychische aandoeningen als schizofrenie, de bipolaire stoornis en sommige persoonlijkheidsstoornissen. Aan de ene kant brengt de aard van deze ziektes met zich mee dat partners mikpunt worden van de ziekte. Partners worden bijvoorbeeld opgenomen in een waan,

67

of zij worden het voorwerp van vreemde obsessies of impulsieve uitbarstingen. Daarnaast is het voor een partner soms ondragelijk om te zien hoe iemand teloorgaat. Liever dan steeds te worden geconfronteerd met gevoelens van machteloosheid, medelijden of woede, besluiten partners om te scheiden van iemand die zo ziek is. Niet iedereen is bovendien bereid om een relatie in te ruilen voor een taak als mantelzorger. Mutatis mutandis gelden dezelfde overwegingen voor partners van mensen met minder ernstige aandoeningen. Ook het leven met iemand met een angststoornis is zwaar, als je daardoor nooit (samen) met vakantie kunt gaan of een beperkt sociaal netwerk hebt. Een partner die alcoholist is of drugsverslaafd trekt misschien nog wel de zwaarste wissel op de relatie. Een verslaving neemt meestal langzaam in ernst toe, waardoor partners als het ware meegroeien met de stoornis. Zaken die een ander heel gek vindt, accepteert de partner van een verslaafde persoon wel, omdat die daar langzaam aan heeft kunnen wennen. Maar ook aan dat geduld komt een einde. De meeste mensen met een verslaving eindigen eenzaam en alleen, omdat het voor hun partners ondoenlijk is gebleken om bij hen te blijven.

Een derde in het spel Aparte vermelding verdient verliefdheid op een derde persoon. Is verliefdheid een individueel probleem? Een plotselinge afwijking in de hersenen? Het is komen vast te staan dat de lichaamseigen stof fenylethylamine een rol speelt bij verliefdheid. Doordat fenylethylamine de werking van stimulerende neurotransmitters zoals adrenaline en serotonine versterkt, krijgt het brein een oppepper als van deze stof meer beschikbaar komt. Fenylethylamine zit in kaas, rode wijn en chocolade, maar waarschijnlijk te weinig om van invloed te zijn op het menselijk lichaam. Een licht verhoogde arousal of stressniveau, zoals ontstaat wanneer we hard werken of sporten, bevordert de aanmaak van dit verliefdheidsstofje.

68

Maar is met deze lichamelijke verklaring volledig duidelijk wat verliefdheid is? En is verliefdheid wel los te zien van de interactie tussen twee personen die een langdurige relatie vormen met elkaar? De dames en heren wetenschappers zijn er nog niet uit.

Voorbeeld: bijna dood en toch verliefd Het echtpaar Molensloot komt bij me met het plan om te scheiden. Het is een ouder echtpaar. Wim is net gepensioneerd als notaris, Ans is nog aan het werk als zangpedagoge. Enkele maanden geleden is Wim ‘depressief’ geworden, zegt Ans in ons eerste gesprek. Daarvoor was er nooit een vuiltje aan de lucht. Hun huwelijk is al vijftien jaar prima. Het is Ans’ eerste huwelijk en het tweede van Wim. ‘Nee nee,’ onderbreekt Wim zijn vrouw, ‘ik werd verliefd. Dat is er aan de hand.’ Wim legt uit hoe hij plotseling merkte dat hij gevoelens koesterde voor Marjet, een veel jongere vrouw uit hun straat, met wie hij een buurtcomité vormt. Van het een kwam het ander en Wim onderhield enkele maanden een overspelige relatie met Marjet, voordat dat uitkwam. ‘Nou ja, depressief, verliefd, wat maakt het uit?’ zegt Ans. ‘Het gaat in elk geval al een half jaar niet goed met je.’ Wim haalt machteloos zijn schouders op. Later in het gesprek zal hij zeggen dat hij niet kan kiezen: moet hij nu thuisblijven bij Ans of er vandoor gaan met Marjet? Ik vraag wat erop tegen zou zijn om thuis te blijven wonen. ‘Wat gebeurt er dan, ja, dat is de vraag’, verzucht Wim. ‘Dan ga ik naast Ans zitten in een leunstoel en met de kleinkinderen spelen. Tomaten kweken. Lummelen.’ ‘Nou, dat vind je best leuk, die kinderen’, roept Ans. Wim zwijgt.

69

‘Zou het kunnen dat je dat helemaal niet zo leuk vindt?’ vraag ik. ‘Het voelt beklemmend’, zegt Wim. ‘Ik wil nu nog niet weten wat ik de komende tien jaar doe. Misschien ben ik dan wel dood!’ Ans begint onmiddellijk te briesen: Wim houdt juist van de kleinkinderen, ze hebben toch samen besloten dat ze ‘lekker veel’ oppassen, de kinderen rekenen erop… ‘Zou het kunnen, Wim,’ dring ik aan, ‘dat je onder de beklemming wilt uitkomen, maar niet weet hoe? Misschien kun je wel niet tegen Ans op. Haar wil is wet bij jullie thuis. Is die verliefdheid niet eerder een symptoom dan een ziekte? Een symptoom van je onvermogen om je leven in te richten zoals jij het wilt hebben?’ Terwijl Ans fulmineert tegen deze hypothese (Wim is ‘ziek’ en daarmee basta!) zie ik dat Wims schouders iets zakken en dat hij een diepe zucht slaakt. Verliefdheid kan een ziekte zijn, een lichamelijke aandoening, een stoornis in de hersenen, maar ook een symptoom van iets anders, een andere aandoening of kwestie. In elk geval stelt verliefdheid op een derde persoon een stel voor de keuze of ze kunnen doorgaan met elkaar of niet. Ook als de verliefdheid van de een over is, kan bij de ander emotionele schade zijn ontstaan die een terugkeer naar de oude situatie in de weg staat.

Samples Een laatste individuele verklaring voor een scheiding ligt in datgene wat iemand tijdens het leven leert. Welke voorbeelden heeft iemand gehad? Welke verhalen heeft iemand gehoord? Wat ‘hoort’ en wat ‘hoort niet’

70

binnen de familie of de groep waartoe iemand zichzelf rekent? Welke ervaringen hebben iemand geleerd wat goed is om te doen en wat niet? Samples zijn, letterlijk, steekproeven. En zoals Maurice de Hond conclusies trekt over de hele Nederlandse bevolking op basis van steekproeven uit die bevolking, zo trekken wij allen conclusies over het leven op basis van beslissende ervaringen en overleveringen. Samples zijn ook, vertaald uit het Amerikaans, bestaande stukjes muziek of ritme die hiphopartiesten hergebruiken in hun eigen muziek. En zoals hiphoppers stukjes muziek hergebruiken, passen wij in vergelijkbare situaties steeds dezelfde patronen van gedrag toe. Mensen zijn automatiseringsmachines. Als we eenmaal iets hebben meegemaakt en we komen een tweede keer in dezelfde omstandigheden, dan passen we dezelfde sample toe als de eerste keer. Dat scheelt tijd, zodat we meer kans maken om te overleven. Van kinderen van gescheiden ouders is bekend dat zij een grotere kans maken dan kinderen van getrouwd gebleven ouders om zelf later ook te scheiden. Hieraan liggen waarschijnlijk samples ten grondslag. Stel, Jans ouders zijn gescheiden op een verschrikkelijke manier, met veel ruzies en nare rechtszaken. De kleine Jan werd daar bang van. Telkens als zijn ouders ruziemaakten, verschool Jantje zich onder zijn bed. Als Jan later zelf trouwt en ruzie krijgt met Marie, roepen deze ruzies bij hem een vertrouwd beeld op, namelijk van slaande deuren, krijsende ouders en geldverslindende rechtszaken. Jan voelt opnieuw de angst die hij voelde als kind en opnieuw verstopt hij zich – misschien niet onder zijn bed, maar dan toch wel op zijn werk, of in zijn studeerkamer. Ander voorbeeld. Een sample die veel voorkomt bij mensen die eenmaal zijn gescheiden is de ‘laat maar’-sample. Zij hebben gemerkt, toen hun eerste huwelijk op de klippen liep, dat het zinloos is om te proberen de stukken te lijmen als er eenmaal crisis en ruzie is. Dit heeft immers destijds ook niets opgeleverd. Als mensen hertrouwen en er ontstaat opnieuw een crisis, dan gooien zij sneller dan andere mensen de handdoek in de ring. Laat maar, denken zij, het heeft toch geen zin

71

om te proberen er wat aan te doen. De ‘laat maar’-sample stuurt hun gedrag, ook al zijn zij zich daarvan niet of nauwelijks bewust. Niet alleen eigen ervaringen leveren zulke samples op. Ervaringen van belangrijke anderen, zoals je ouders, leraren, vrienden en de verhalen die belangrijke anderen jou vertellen, kunnen ook resulteren in samples die de rest van je leven je gedrag sturen. De uitspraak ‘Zorg dat je nooit aan één vrouw blijft hangen, jongen’ van een verbitterde vader kan het leven van zijn zoon verregaand beïnvloeden. Als je een vriend hebt zien worstelen met een moeizame relatie en hij verzucht dat hij jaloers op je is ‘omdat je dit allemaal niet hebt’, kan dat tot gevolg hebben dat je daarna probeert om partners op een veilige afstand te houden. Samples zijn in wezen eenheden van kennis. Door middel van samples integreer je wat je hebt geleerd of wat anderen hebben geleerd in je gedragsrepertoire. Daar is niets verkeerds aan. Het is zelfs een heel efficiënte manier van leren. Maar dit systeem heeft als nadeel dat je negatief of schadelijk gedrag ook eindeloos blijft herhalen. Zo verpest je elke relatie op grond van iets wat je één keer hebt gehoord of meegemaakt. De enige manier om deze eindeloze spiraal te doorbreken is door je bewust te worden wat je samples zijn, bijvoorbeeld met behulp van cognitievegedragstherapie (zie hoofdstuk 5), zodat je nieuwe ervaringen kunt gaan opdoen die leiden tot nieuwe, meer relatievriendelijke samples.

Verklaringen vanuit het systeem Behalve individuele problemen kunnen ook de ‘systemen’ waarin partners verkeren, waaronder de eigen relatie maar ook in bredere zin, van invloed zijn. Voorts kunnen vaste patronen binnen de relatie leiden tot communicatieproblemen, automatismen en verstoringen van het evenwicht.

72

Systeem Een ‘systeem’ is psychologentaal voor het verband of de groep mensen waar een persoon deel van uitmaakt. Dat verband kan ook bestaan tussen twee personen; het systeem is dan de partnerrelatie. De meeste mensen maken ook deel uit van een gezin. Het systeem bestaat dan ofwel uit partner en kinderen (eigen gezin), ofwel uit vader en moeder en broers en/of zussen (gezin van herkomst). Mensen maken ook deel uit van systemen als een groep collega’s op het werk, buurtbewoners of de ingezetenen van een land. Zulke groepen worden een systeem genoemd vanwege de wisselwerking tussen de verschillende leden van zo’n groep. Alles wat gebeurt met een lid van het systeem, heeft gevolgen voor de andere leden. Hoe hechter het systeem, hoe groter de wisselwerking. Als vroeger een van de jagers van een stam tijdens de jacht werd gedood, had elk lid van die stam daarna minder te eten. Als de opbrengsten van de gaswinning in Groningen tegenvallen, moet men ook in Zeeland meer belasting betalen in de jaren daarna. Als je vader drinkt, beïnvloedt hij waarschijnlijk in negatieve zin de sfeer thuis en op termijn ook jouw ontwikkeling van kind tot volwassene. Systeemtherapeuten kregen oog voor deze wisselwerking doordat het behandelen van allerlei individuele psychische klachten ook effect bleek te hebben op andere leden van het gezin van hun patiënten. Als vaders alcoholisme na behandeling enigszins binnen de perken bleef, waardoor hij weer wat beter ging functioneren op zijn werk en thuis, kreeg moeder ineens last van hoofdpijnen. Als de spanning tussen twee ouders toenam vanwege het overspel van een van beiden, ging hun kind ineens bedplassen. En als moeders depressie bijna over was, kreeg vader plotseling een burn-out. Hoe was dat mogelijk? Klaarblijkelijk beïnvloeden personen uit een groep of verband elkaar. De problemen van verschillende leden van

73

het systeem zouden wel eens verklaard kunnen worden door dezelfde, onderliggende problematiek. De verschillende klachten van verschillende personen waren in feite symptomen van hetzelfde probleem. Deze symptomen verschoven van het ene lid van een systeem naar een ander lid. Het alcoholisme van vader en de hoofdpijnen van moeder waren beide symptomen van hetzelfde relatieprobleem. Het bedplassen en de spanning tussen ouders konden wel eens beide te maken hebben met een onevenwichtige verhouding binnen het gezin. Systeemtherapeuten nemen aan dat leden van elk systeem uit zijn op een toestand van homeostase, dat is rust of evenwicht. Elke verstoring van het evenwicht leidt tot klachten bij een of bij verschillende leden van dat systeem. Het evenwicht wordt verstoord door onderliggende of systemische problemen. Door onderliggende problemen aan te pakken, kan het evenwicht in het systeem en daarmee het welbevinden van elk van de leden worden verbeterd.

Onderliggende problemen Onderliggende problemen zijn meestal communicatieproblemen. Deze ontstaan als mensen verstrikt raken in een van de vaste patronen die in hoofdstuk 2 ter sprake zijn gekomen. Zulke vaste patronen leiden ertoe dat mensen te weinig met elkaar praten over belangrijke zaken (terugtrekken), of veel te veel met elkaar praten (aandringen). Meestal zijn de rollen ongelijk verdeeld en is er een partner die te veel moet aandringen, terwijl de ander zich steeds verder moet terugtrekken. Stellen raken meer en meer verstrikt in zulke patronen, met als uiteindelijk gevolg dat zij een scheiding gaan zien als de enige manier om hun levens te ontwarren. In Nederland is enig onderzoek gedaan naar vaste relatiepatronen door bijzonder hoogleraar relatie- en gezinstherapie Alfred Lange. Hij beschrijft het ontstaan van zulke patronen als het gevolg van een

74

opeenstapeling van communicatiefouten. Doordat partners jarenlang ‘fouten’ maken, groeien zij langzaam uit elkaar. Veelvoorkomende voorbeelden van zulke fouten staan in kader 3.2.

Kader 3.2 Communicatiefouten – Voor elkaar denken of gedachten lezen (‘Het kan jou niets schelen dat ik me zo voel’). – Elkaar in de verdediging drukken door het stellen van de waaromvraag (‘Waarom ben je niet wat vaker thuis?’). – Mededelingen doen in vragende vorm (‘Wist je dat de kinderen heel veel last van je hebben als je zo doet?’). – Spreken in verwijten in plaats van wensen (‘Jij hebt de vuile vaat weer laten staan’ in plaats van ‘Wil je even afwassen?’). – Etiketten opplakken (‘Jij bent echt net je moeder, altijd te laat!’). – Debatteertrucs zoals zijwegen bewandelen, uitgebreid ingaan op een onbelangrijk detail en belangrijke zaken achteraan de agenda plaatsen. – Oude koeien uit de sloot halen (‘Ook toen we net getrouwd waren ben je vreemdgegaan’). – Verandering onderuithalen (‘Je drinkt nu wel wat minder, maar dat zul je wel weer niet lang volhouden’). Lange stelt dat patronen ontstaan doordat de ene communicatiefout de andere uitlokt. Als je een verwijt naar je hoofd krijgt, ga je vanzelf etiketten opplakken, waardoor je partner misschien de neiging krijgt om zich terug te trekken, waarna je zijn of haar gedachten weer moet lezen (tabel 3.1).

75

Tabel 3.1 Voorbeeld van een gesprek waarin communicatiefouten worden uitgelokt.

Partner A: Partner B:

‘Jij bent nooit meer thuis, je bent altijd aan het werk!’ ‘Weet je wat jij bent? Je bent een zeurkous.’

Partner A:

‘Stik er maar in.’

Partner B:

‘O, je bedoelt zeker dat het allemaal mijn schuld is?’

Volgens Lange leren mensen zulke communicatiefouten aan door conditionering en wederzijdse versterking. Wat mensen (elkaar) aanleren, kunnen zij ook weer afleren. Met behulp van bijvoorbeeld een timeoutprocedure kunnen stellen die veel ruziemaken leren om anders met elkaar om te gaan.

76

De Amerikaanse psycholoog en wiskundige John Gottman is minder optimistisch. Als stellen eenmaal zitten in wat hij noemt een negatieve gevoelsspiraal (negative sentiment override) is er maar een kans van vijf procent dat zij daar weer uit zullen komen. Als mensen in zo’n negatieve gevoelsspiraal zitten, interpreteren zij zelfs neutrale uitspraken van hun partner als negatief. Deze vorm van cognitieve vertekening beïnvloedt dus zelfs de waarneming. Op grond van de negatief geïnterpreteerde uitspraken en daden van hun partner trekken mensen definitieve conclusies over het karakter of de persoonlijkheid van hun partner. Zulke conclusies zijn lastig te weerleggen, ook omdat zij het proces van cognitieve vertekening versterken. Gottman kwam tot zijn bevindingen door het analyseren van gesprekken van duizenden en duizenden stellen in zijn Amerikaanse liefdeslaboratorium (the Love Lab) in Washington. Hij ontwierp een ingenieus coderingsysteem voor emoties, waarbij hij aan elk woord en elk gebaar van beide partners een getal toekende dat stond voor een specifieke emotie (het SPAFF, of Specific Affect-coderingssysteem). De SPAFF-code voor afkeer is bijvoorbeeld 1, woede is 7, zeuren is 11, verdriet is 12, neutraal is 14, et cetera. Elk gesprek werd door Gottman en zijn medewerkers gereduceerd tot een reeks cijfers, op grond waarvan zij konden berekenen of een stel in een negatieve of in een positieve gevoelsspiraal zat. Sterker nog: zij deden voorspellingen over de toekomst van de relatie op grond van hun berekeningen. Gottman claimde dat hij op basis van de analyse van een gesprek van vijftien minuten met een zekerheid van 95 procent kon vaststellen of een stel vijf jaar later nog bij elkaar zou zijn, of niet. Vier emoties voorspellen volgens Gottman het beste of een stel uit elkaar zal gaan, namelijk de neiging je te verdedigen (defensiveness), de neiging je terug te trekken (stonewalling), het uiten van negatieve kritiek (criticism) en verachting (contempt). Vooral verachting is kwalijk tussen partners. Als degene waar je van houdt tekenen van verachting toont,

77

geeft dat zo veel stress dat zelfs je immuunsysteem eronder lijdt. Stellen die elkaar in woord en gebaar verachten, hebben volgens Gottman meer verkoudheden en griepjes dan stellen die elkaar niet verachten. Veracht te worden door je partner tast heel je wezen aan. Ook Gottman erkent dat er vaste patronen zijn tussen partners. Maar deze patronen sluipen niet langzaam in hun systeem; deze patronen zitten er meestal al vanaf de eerste ontmoeting in.

Voorbeeld: Mark en Mingus Mark en Mingus zijn beiden werkzaam voor een groot, internationaal modehuis. Als ze elkaar leren kennen is Mark, die twaalf jaar ouder is dan Mingus, leidinggevende van de afdeling waar Mingus stage loopt. Hun eerste contacten zijn zakelijk: Mark legt Mingus uit hoe bepaalde dingen met belangrijke klanten geregeld moeten worden. Hij neemt hem mee naar deze klanten om te laten zien hoe hij zelf te werk gaat en hij geeft hem kleine klusjes, zodat Mingus zich kan oefenen in de omgang met klanten zonder al te veel verantwoordelijkheid te hoeven dragen. Mark en Mingus komen bij mij als ze inmiddels vijf jaar samenwonen. Zij vragen zich af of hun relatie nog wel toekomst heeft. Ze hebben voortdurend ruzie over onbenullige zaken. Ze gaan beiden regelmatig vreemd. Gesprekken over een gezamenlijke verhuizing naar het buitenland (waar zij beiden kunnen werken op het hoofdkantoor van het modehuis) lopen steeds op niets uit. Het valt me op dat Mark zich autoritair gedraagt ten opzichte van Mingus. Hij valt hem voortdurend in de rede. Hij zegt dingen als: ‘Dat moet je heel anders aanpakken’, ‘Als je het

78

mij vraagt, ben je daar nog niet aan toe’ en ‘Laat mij dat nou maar regelen, dan gebeurt het tenminste’. Ook kijkt hij uit het raam als Mingus aan het woord is, hij rolt met zijn ogen of roffelt met zijn vingers op het tafelblad. Uit alles blijkt dat Mark zich nog steeds de supervisor van Mingus voelt. Het feit dat Mingus is opgeklommen in de organisatie en een belangrijke functie bekleedt, doet daar niets aan af. Als ik Marks gedrag ter sprake breng, bekent Mingus dat hij zich inderdaad vaak gekleineerd voelt. Hij heeft steeds het gevoel dat hij zich moet bewijzen tegenover Mark, dan wel dat hij zich moet verdedigen tegen Marks laatdunkendheid. Een belangrijke reden dat hun gesprekken over de verhuizing niet tot een beslissing leiden, is dat Mingus op het hoofdkantoor waarschijnlijk een hogere functie zal bekleden dan Mark. Voor Mingus is dit geen punt, maar hij denkt dat het Mark hoog zit en dat hij daarom steeds de supervisor uithangt. Gottman veronderstelt dat het patroon van een relatie, wat dat patroon ook is, zichtbaar en hoorbaar is in elke interactie. In elk gesprek en elke uitwisseling tussen beide partners is de blauwdruk van het vaste patroon waar te nemen. En dus is ook vast te stellen, met behulp van SPAFF-codering, in hoeverre een relatie kans maakt om de grens van 13,6 jaar te bereiken. Na 13,6 jaar bereiken relaties een statistisch omslagpunt. Als een stel niet uit elkaar gaat voordat dit punt is bereikt, is de kans groot dat zij de rest van hun leven bij elkaar zullen blijven.

Paarvorming Ook vanuit de ethologie (onderzoek naar het gedrag van dieren) is belangstelling voor systemen of, zoals het daar heet, paarvorming. Frans

79

de Waal heeft bijvoorbeeld boeiend geschreven over de verschillen in omgangsvormen en seksuele moraal tussen chimpansees en bonoboapen. Voor een etholoog of gedragsbioloog heeft paarvorming een evolutionaire grondslag. Dieren en mensen vormen paren omdat hun dit voordeel verschaft boven soortgenoten die dit niet doen. Zo kijkend kun je de neiging van stellen om onderling vaste gedragspatronen te vormen ook beschouwen als overlevingsstrategie. Als stellen scheiden, kun je vervolgens twee dingen zeggen: hun strategie hapert, wat blijkt uit het feit dat zij scheiden, of: het is in hun beider individuele belang dat zij scheiden. Vaste patronen binnen een relatie hebben als voordeel dat een stel meer kan optreden als een goed op elkaar ingespeeld team. Patronen zijn automatismen. Hoe minder tijd beide partners nodig hebben om na te denken over hoe de ander zal reageren, hoe sneller zij kunnen overgaan tot actie. Dit verschijnsel zie je bijvoorbeeld terug in voetbalteams. Aan het begin van een seizoen loopt de samenwerking nog moeizaam: steekpasses komen niet aan, lange ballen worden niet begrepen, verdedigers nemen elkaars posities niet over. Het team maakt daardoor een grotere kans om wedstrijden te verliezen. Naarmate het seizoen vordert en het team beter op elkaar ingespeeld raakt, neemt de kans op winst navenant toe. Het nadeel van vaste patronen is nou juist dat vaste. Een tegenstander die anders voetbalt dan andere tegenstanders vereist flexibiliteit van het team. Als vaste patronen zozeer zijn ingesleten dat het team niet meer kan improviseren en niet meer creatief is, zal het de wedstrijd evengoed verliezen. Stellen die op elkaar ingespeeld zijn, maar niet de flexibiliteit hebben om voor bijzondere levensomstandigheden een bijzondere oplossing te bedenken, worden gehinderd door hun vaste patronen en niet geholpen om zich aan te passen. Aangezien omstandigheden steeds veranderen, is het belangrijk voor stellen om flexibel te blijven. Bekende en beruchte veranderingen in het le-

80

ven van een relatie zijn het moment waarop kinderen komen of het huis uitgaan, periodes waarin de financiële armslag veel groter of juist kleiner wordt en uiterlijke veranderingen die beiden raken, zoals het sluiten of verkopen van een familiebedrijf. Maar ook de individuele ontwikkeling van de leden van een systeem vereist soms flexibiliteit van het systeem als geheel. Mensen worden ouder en meer ervaren en veranderen daardoor. Wat doe je als je partner stopt met werken en ineens de hele dag thuis is? Wat doe je als je partner ziek wordt? Wat gebeurt er met jullie als je partner ineens in Frankrijk wil gaan wonen om te schilderen?

Het evenwicht in een systeem Behalve door individuele problemen en eigenschappen van een van de leden van een systeem, kan een scheiding veroorzaakt worden door onderliggende problemen binnen het systeem. Zulke problemen verstoren het evenwicht. Een relatie kan meer of minder flexibel reageren op zo’n verstoring. Voorwaarde om met een verstoring van het evenwicht om te gaan, is natuurlijk dat je herkent dat er iets aan de hand is. Waar herken je zo’n wankele periode aan? Meestal is er verwarring bij leden van het systeem over wie welke rol vervult. Neem het standaardgezin van een moeder, een vader en twee kinderen: de rollen zijn meestal duidelijk verdeeld. Moeder en vader zijn de baas, zij nemen belangrijke beslissingen en dragen verantwoordelijkheid voor het welzijn van het gezin en voor de opvoeding van de kinderen. De kinderen weten dat zij gelijk zijn aan elkaar, ondanks kleine verschillen die samenhangen met leeftijd (de oudste kinderen voelen zich vaak een beetje meer verantwoordelijk). De kinderen weten ook dat zij gelijk worden behandeld door hun beide ouders. Alle leden van het gezin voelen zich betrokken bij het gezin als geheel, maar zij hebben ook ieder voor zich hun eigen leven. Hun betrokkenheid en autonomie zijn in evenwicht. Tot zover is het duidelijk. In kader 3.3

81

worden enkele situaties geschetst waarbij het evenwicht verstoord raakt waardoor problemen kunnen ontstaan.

Kader 3.3 Systeemproblemen die het evenwicht verstoren Twee of meer (of alle) gezinsleden zijn veel te veel met elkaar bezig en te weinig met hun eigen leven. In dit zogenaamde kluwengezin krijgt iedereen te weinig ruimte om zichzelf te ontplooien, doordat anderen te veel en voortdurend commentaar leveren, te veel of verregaande beslissingen nemen voor elkaar of elkaar claimen, dat wil zeggen aanwezigheid en betrokkenheid eisen bij elk detail van het gezinsleven. Twee of meer (of alle) gezinsleden zijn veel te weinig met elkaar bezig en te veel met hun eigen leven. In dit zogenaamde loszandgezin heeft geen enkel lid steun aan een ander lid van het gezin. Aan belangrijke redenen waarom het systeem überhaupt bestaat, wordt geen recht gedaan: gezinsleden voelen zich niet veilig en zij beschermen elkaar niet; zij voelen zich niet gesteund en zij nemen geen verantwoordelijkheid voor elkaar. Ouders gaan coalities aan met (één van) de kinderen tegen de andere leden van het gezin. Een moeder kan bijvoorbeeld met de oudste zoon samenspannen tegen haar partner als het gaat om de vraag of het gezin zal verhuizen of niet. Zo’n ‘perverse dyade’ splitst de normale gezinshiërarchie: vader heeft te weinig en oudste zoon heeft te veel zeggenschap. Kinderen nemen de rol van ouders aan. Als kinderen belangrijke beslissingen nemen of het huishouden in belangrijke mate draaiende houden, wat bijvoorbeeld gebeurt als ouders vaak afwezig of drugsverslaafd zijn, spreekt men van ‘parentificatie’.

82

Rolverwarring ontstaat soms door bijzondere omstandigheden, zoals armoede of ziekte van een van de ouders, maar ook doordat mensen zich weinig bewust zijn van de gevaren van het door elkaar gooien van rollen. Of rolverwarring per se een negatief verschijnsel is, valt trouwens nog te bezien. Wat een ‘normaal’ gezin is en wat ‘normale’ verhoudingen zijn, wordt natuurlijk ook door cultuur en door tijdgeest bepaald. Sommige systeemtherapeuten spreken om deze reden liever niet over rolverwarring of verstoord evenwicht, maar wel over inadequaat of beperkend gedrag dat aantoonbaar negatief van invloed is op de ontwikkeling en het welzijn van elk van de gezinsleden. Denk aan een te hoge mate van onderling geuite kritiek (expressed emotion), overbetrokkenheid van ouders bij hun kinderen en een gebrek aan positief of steunend ervaren opmerkingen. Zulk gedrag komt niet alleen voor in gezinnen, maar ook in partnerrelaties. Als je man je nooit een compliment maakt en je weinig steunt, maar wel voortdurend kritiek op je heeft, komt er al snel een einde aan je geduld. Misschien lijkt het dan alsof er iets mis is met je partner (‘Hij is zo depressief/contactgestoord/gemeen dat hij niet in staat is mij te waarderen om wie ik ben’), terwijl het in feite gaat om een verstoord evenwicht. Je partner voelt zich waarschijnlijk net zo negatief beoordeeld en weinig gesteund als jij. Ook voor hem of voor haar geldt dat het moeilijk is om goed te functioneren in een relatie die steeds uit balans is. In plaats van je af te vragen hoe het komt dat je partner zo raar doet, kun je je ook bezighouden met vragen als: nemen we allebei wel voldoende verantwoordelijkheid? Zijn we voldoende samen bezig en niet te veel ieder voor zich? Zeggen we alleen wat er mis is of ook wel eens wat er goed gaat? Bemoeien we ons te veel met elkaar of zou dat juist wel een tikje meer mogen zijn? Het onvermogen om je met zulke vragen bezig te houden, kan leiden tot een scheiding, omdat dit wordt gezien als een laatste redmiddel om de chaos of de versnippering tegen te gaan. Zowel het gevoel dat je

83

steeds op de huid wordt gezeten en geen rust hebt, als het gevoel dat je overal alleen voor staat is op den duur niet vol te houden voor mensen.

Ziek of normaal? Zijn relatieproblemen een ziekte die behandeld moet worden of gaat het om een normaal slijtageverschijnsel binnen een langdurige relatie? De inzichten die dit aangaan zijn de laatste jaren meer en meer verschoven naar het laatste. Vanuit de sociologie wordt dit ondersteund en blijken demografische en culturele factoren eveneens een grote rol te spelen.

Seksuologie en scheiden Zijn mensen die scheiden ziek? Hebben zij een bepaald defect, waardoor zij niet in staat zijn om zoiets doodnormaals als een langdurige relatie voort te zetten? Is er iets wat ze niet hebben geleerd, waardoor zij een noodzakelijke vaardigheid missen? Veel mensen die scheiden voelen zich wel zo. Relatiedeskundigen hebben dit gevoel lang gevoed, zij het misschien niet met opzet. Door adviezen te geven met een deskundig gezicht en door dit therapie te noemen, namen de relatietherapeuten de rol aan van een dokter die een kwaal geneest. Een relatie waarin partners niet gelukkig zijn, steeds ruziemaken of emotioneel en fysiek tekortkomen is dan al snel een ‘zieke’ relatie. Als mensen scheiden is het hek helemaal van de dam, dan is de relatie dus niet alleen doodziek maar zelfs terminaal gebleken en dan zijn beide partners op zijn best gehandicapt en op zijn minst laf of lui. Het zal in deze biologisch-deterministisch ingestelde tijd dan ook niet lang duren voordat het relatiegen wordt ontdekt dat sommige mensen wel en anderen helaas niet bezitten. Maar dat relaties uit balans raken, verzanden in disfunctionele patronen

84

of worden ingehaald door veranderende uiterlijke omstandigheden, betekent niet dat de partners ziek zijn. Zoiets als een relatie mag dan misschien een evolutionaire grondslag hebben, helemaal zaligmakend is de samenlevingsvorm die partnerrelatie heet niet. Mensen zijn niet erg monogaam, om maar eens een probleem te noemen. En maar al te vaak in de menselijke geschiedenis is gebleken dat grotere systemen dan de partnerrelatie, zoals een familie, leefgemeenschap of nationale staat belangrijker worden gevonden dan die relatie. Niet eens zóveel overtuigingskracht is nodig om mensen ertoe te bewegen relaties met ieder ander lid van een gemeenschap, dan wel uitsluitend met één enkel lid van die gemeenschap, te hebben. De ideale vorm van een relatie wordt, kortom, sterk bepaald door gewoonte en door de cultuur waarin we leven. Dat je gaat scheiden betekent de facto eerder dat je afwijkt van de norm dan dat je ziek bent. In de seksuologie, een sterk met relatieproblemen verweven gebied, dat bovendien dicht aanschurkt tegen de medische geneeskunde, is het vraagstuk ‘ziek of normaal?’ al langer een issue. Op het eerste gezicht lijkt dat misschien vreemd. Een penis die niet stijf wordt, een vagina zonder vocht, verminderde lustbeleving, premature ejaculatie, dat zijn toch gewoon lichamelijke aandoeningen? En anders zijn het geestelijke, maar in elk geval ziekelijke verschijnselen. Heel lang is zo gedacht over zulke aandoeningen. Artsen en wetenschappers, maar ook onderzoekers en psychotherapeuten hebben naar seksuologische problemen gekeken als naar symptomen en kwalen. Zelfs epigonen als Masters en Johnson, seksuologische pioniers uit de jaren zeventig van de vorige eeuw, beschouwden een gebrek aan seks in een huwelijk als een teken dat er iets mis was, als een gebrek, als een onvolkomenheid. Hun therapie, die voornamelijk bestond uit het langzaam opbouwen van intimiteit met behulp van strelen en aankijken en veel, heel veel kaarslicht, was erop gericht om een fout te herstellen.

85

In een normaal huwelijk wordt geneukt, en wel 2,1 keer per week. Als deze frequentie lager ligt, moet er meteen worden ingegrepen en daarmee basta. Moderne seksuologen, aangevoerd door David Schnarch en zijn vrouw Ruth Morehouse, hanteren een systeemtheoretische benadering van seksuologische klachten. Zij zien een gebrek aan lustbeleving niet als een ziekte of als een symptoom, maar als een normale fase in een langdurige relatie. Uit hun onderzoek blijkt dat mensen minder zin in seks krijgen als hun relatie niet zo lekker loopt, dus als zij veel ruzie hebben, of als er een andere bron van stress is. Het is belangrijk om deze open deur wagenwijd open te zetten, omdat eruit volgt dat seksuele problemen, maar ook relatieproblemen horen bij een partnerrelatie als een deur bij een deurklink. Zonder kan niet. Volgens David Schnarch ligt de kern van de problemen in een gebrek aan differentiatie, of onderscheid maken tussen verbondenheid en autonomie. Mensen gaan een relatie aan om zich verbonden te kunnen voelen met een ander, maar zij blijven ook hun eigen leven houden, met hun eigen interesses, verlangens en mogelijkheden. Wat vaak gebeurt, is dat mensen die langdurig een relatie onderhouden met een ander, hun eigen leven gaan ophangen aan dat van die ander. Hun mogelijkheden, verlangens en interesses kunnen pas gerealiseerd worden als hun partner meewerkt of tenminste goedkeuring verleent. Iemand die zo weinig differentieert wordt dus afhankelijk van zijn of haar partner, waardoor de relatie scheefgroeit. Dit is een normaal proces dat in elke gezonde relatie wel een keer voorkomt, aldus David Schnarch uit Evergreen, Colorado. Datzelfde geldt voor wat hij noemt ‘emotionele constipatie’. Dit is zijn vertaling van wat Gottman de negatieve gevoelsspiraal noemt, en wat bij andere auteurs bekendstaat als negatieve affectstapeling of escalatiepatronen: door vervelende gebeurtenissen en herinneringen daaraan hebben partners bij conflict nummer zoveel het gevoel dat ze geen kant meer op kunnen.

86

Zij kunnen niet vooruit, want hun partner wil iets anders dan zijzelf, maar ze kunnen ook niet meer op hun schreden terugkeren, omdat dit niet zou stroken met hun eerdere beslissingen. Anders dan bij Gottman is de emotionele constipatie van Schnarch geen onomkeerbaar proces, maar juist een normale fase van voorbijgaande aard. Door zich minder te concentreren op hun partner en geen onmogelijke dingen te verlangen, bijvoorbeeld dat de ene partner spontaan met alles moet instemmen wat de ander zelf graag wil bereiken, kunnen stellen deze fase te boven komen zonder al te veel kleerscheuren. Kortom: periodes zonder seks, met veel ruzies en een negatieve sfeer in huis horen erbij. Niemand zal opkijken van deze conclusie. Ook is het niet vreemd dat sommige stellen zo’n periode niet te boven komen, bijvoorbeeld omdat deze te lang duurt of omdat er in sommige gevallen inderdaad een onomkeerbare, negatieve spiraal in beweging is gezet. Mensen die scheiden en mensen die een nare periode in hun huwelijk meemaken, zijn in elk geval niet ziek of gehandicapt of onbekwaam. Het is zoals Groucho Marx zei over het verschil tussen arme en rijke mensen: ‘De rijken zijn heel anders dan wij, zij hebben meer geld.’ Zo zou je ook kunnen zeggen: ‘Mensen die scheiden zijn heel anders dan andere mensen, zij gaan uit elkaar.’

De sociologie van scheiden Dat scheiden niet per se een ziekelijk verschijnsel is, blijkt ook uit onderzoek van sociologen naar dit maatschappelijke verschijnsel. In hun ogen moet het antwoord op de vraag of mensen scheiden of niet scheiden vooral worden gezocht in demografische en culturele factoren. Socioloog Jaap Dronkers heeft aangetoond dat scheiden een modieus verschijnsel is. In verschillende lagen van de bevolking wordt anders over scheiden gedacht en ook met de tijd varieert de betekenis en de

87

status van scheiden. Was het in de jaren zestig en zeventig bon ton om te scheiden in het intellectuele, bovenmodale gedeelte van onze samenleving, tegenwoordig wordt er vooral gescheiden door mensen die weinig onderwijs hebben genoten en die een lagere maatschappelijke status hebben. Zoals vaker gebeurt, is de onderste laag van de maatschappij het gedrag van de bovengelegen lagen gaan kopiëren. Het verband tussen lage opleidingsgraad en echtscheiding is aangetoond in alle landen waar veel wordt gescheiden, zoals Nederland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Andere sociologen vinden in hun onderzoek onder Nederlandse vrouwen dat niet zozeer opleidingsgraad als wel consumentenvertrouwen correleert met de beslissing om te scheiden. Hoe meer vertrouwen vrouwen hebben in de economie, hoe sneller zij besluiten om te scheiden. Maakt economisch onafhankelijk ook emotioneel onafhankelijk? Voor Europese landen is een verband aangetoond tussen scheiden en de rigiditeit van de huwelijksmoraal. In landen met een sterke prohuwelijkse moraal heeft samenwonen een groter effect op huwelijksstabiliteit. Als mensen eenmaal samenwonen, blijven ze wel bij elkaar. Dit is niet zo in landen met een minder sterke huwelijksmoraal. Ook is aangetoond dat als er een lage drempel is om te scheiden in een land, kinderen van gescheiden ouders in dat land niet gemakkelijker zelf ook scheiden. Dit is wel zo in landen waar de drempel om te scheiden hoger ligt. Waarschijnlijk komt dit doordat mensen sneller besluiten om uit elkaar te gaan als zij vanwege hun afkomst toch al behoren tot een afwijkende en negatief beoordeelde groep. Andere sociologische factoren die de beslissing om te scheiden moeilijker maken zijn: een hoge sociaaleconomische status van het gezin van herkomst, een religieuze levenswijze, zelf gescheiden ouders hebben en kinderen hebben. Wat het gemakkelijker maakt is in sociologisch opzicht dus vooral de sfeer in de samenleving waarin mensen leven. Hoe lager de drempel om te scheiden, hoe meer mensen dit zullen

88

doen, zoals in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw afdoende is geïllustreerd. Alleen een verstokte cynicus kan volhouden dat alle mensen die destijds uit elkaar gingen dat deden omdat zij een verborgen gebrek hadden, bijvoorbeeld veroorzaakt door overmatig hasjgebruik. Maar wie zou dat geloven?

Samenvatting hoofdstuk 3 Individuele verklaringen voor een scheiding zijn: hechtingsstijl, psychische problemen zoals depressie en alcoholisme, praktische (bijvoorbeeld financiële) problemen, een derde in het spel en rigide persoonlijke

gedragspatronen.

Interactionele

verklaringen

zijn:

communicatieproblemen en een negatieve gevoelsspiraal, met name verachting en zich afsluiten voor elkaar. Relaties moeten in balans zijn tussen nuttige automatismen en inflexibiliteit, anders ontstaan rolverwarring en een gemis aan steun. Leren differentiëren tussen autonomie en verbondenheid kan deze balans herstellen. Sociologische verklaringen voor een scheiding zijn: sociaalmaatschappelijke status en huwelijksmoraal binnen de maatschappij.

89

4 Wat staat me te wachten?

Slecht nieuws Een scheiding betekent slecht nieuws voor de betreffende partners en hun kinderen. Hun geestelijke, maar ook hun lichamelijke gezondheid heeft ernstig te lijden van een scheiding. Mensen die scheiden hebben een hogere kans op alle psychische stoornissen, zijn vaker betrokken bij auto-ongelukken, zijn vaker lichamelijk ziek, plegen vaker zelfmoord, moorden vaker en gebruiken meer geweld, hebben een slechter functionerend immuunsysteem en gaan aan de ziektes die ze krijgen vaker dood dan mensen die niet scheiden. De kinderen van gescheiden ouders scheiden later vaker dan anderen, raken depressief, trekken zich terug, presteren slechter in sociale verbanden en op school, zijn vaker ziek en hebben meer gedragsproblemen dan kinderen van niet-gescheiden ouders. Overigens zijn het vooral de ruzies tussen hun ouders die schadelijk zijn voor kinderen, meer dan de scheiding zelf. Kinderen van gescheiden ouders rapporteren meer stress in hun volwassen leven. Zij vinden dat hun meer rottigheid overkomt dan andere mensen en zij voelen zich minder goed dan anderen in staat om daarmee om te gaan. Mensen van wie de ouders zijn gescheiden én die zelf scheiden, leven gemiddeld acht jaar korter dan de gemiddelde mens. Scheiden betekent zoveel slecht nieuws dat je je kunt afvragen waarom mensen het in hemelsnaam doen. Je kunt alleen maar hopen dat met een scheiding nog groter onheil wordt afgewenteld of voorkomen.

91

Tw e e f a s e n In de jaren na een scheiding zijn grofweg twee fasen aan te wijzen. De eerste fase is de chaotische fase. Deze duurt een half tot twee jaar. Tijdens de tweede fase komen exen langzaam weer tot rust en slagen zij erin te accepteren wat er is gebeurd. Dit duurt twee tot vier jaar. Al met al duurt de emotionele verwerking van een scheiding – als alles goed gaat! – dus tweeënhalf tot zes jaar.

Fase 1: chaos Over de eerste fase wordt het meest geschreven, want die is het spectaculairst. Er zijn dan veel conflicten tussen exen. Exen tonen zich overduidelijk labiel. De ene dag zijn ze treurig alsof de wereld zal vergaan, de andere dag kan het geluk van hun nieuwe vrijheid niet op. Zij zijn verdrietig en opgelucht tegelijk. Zij houden van elkaar en zij haten elkaar om het hardst. Zij moeten als twee volwassen, verstandige mensen belangrijke besluiten nemen over hun eigen leven en dat van hun kinderen. Tegelijkertijd tonen zij zichzelf kinderachtige kleuters die over elk wissewasje vallen en die niet in staat lijken tot een normaal gesprek. De eerste, chaotische fase is kortom erg mediageniek. Maar het is ook de moeilijkste fase voor de betrokkenen. Deze fase is als een achtbaan. Niets lijkt vast te staan. Het wereldbeeld, het mensbeeld en het zelfbeeld van mensen die scheiden schudden op hun grondvesten. Er zijn geen zekerheden meer. Het verleden is een leugen en in de toekomst zal alles anders zijn dan zij ooit voor mogelijk hadden gehouden. Niet zelden proberen zij te ontsnappen aan de heftigheid van de emoties en de confrontaties met elkaar, bijvoorbeeld door medicijnen of drugs te gebruiken, of door veel te drinken. Soms ook sluiten exen zich voor elkaar of voor de situatie af door deze te negeren en zich te storten op een nieuw leven of op een nieuwe levensovertuiging. Een

92

veelbeproefde methode is natuurlijk de reboundgirl of -boy, de snel gevonden partner die al het leed dat de oude partner heeft veroorzaakt moet verzachten. En dan is er altijd nog woede. Woede is een uitstekende emotie om alle andere emoties achter te verbergen. Wie boos is, merkt minder dat hij lijdt. Boze exen merken minder van de chaos. Maar hoe nuttig woede ook kan zijn, blijven steken in woede is niet genoeg om de eerste fase goed door te komen. Net zomin is blijven steken in alcoholisme, verliefdheid of promiscuïteit in deze fase erg behulpzaam. Het beste wat mensen kunnen doen in deze eerste fase is voelen wat ze voelen en doen wat ze voelen dat ze moeten doen. Wees woedend, maar wees ook verdrietig. En wees daarna weer opgelucht. Ga staan schreeuwen voor het raam van je ex (niet te laat, denk aan de buren). En vraag daarna weer zachtjes om vergiffenis en troost. Ga die achtbaan in. Beleef wat je moet beleven. Des te sneller ben je er vanaf. Het zelfreinigend vermogen van de menselijke geest is groot. Niet voor niets is de eerste fase zo chaotisch. Dat heeft een functie. Doordat de eerste fase zo chaotisch is, leren mensen om afstand van elkaar te nemen, om hun eigen gevoelsleven te exploreren en om te verwerken. Niet voor niets is gebleken dat liefdesverdriet zo sterk lijkt op de posttraumatische stressstoornis (zie hoofdstuk 1). Door zo veel mogelijk te herbeleven geven personen die een traumatiserende ervaring hebben gehad het gebeurde een plek. Het herbeleven van emoties als pijn, spijt, schaamte, jaloezie, woede en schuldgevoel biedt exen de kans om te wennen aan het idee van hun scheiding. Zij kunnen daardoor hun zelfbeeld en hun kijk op de wereld bijstellen. Zij kunnen uiteindelijk leren van wat er met hen is gebeurd. Maar zulke lessen kunnen helaas pas worden getrokken als zij de chaos hebben doorstaan.

Fase 2: acceptatie Gevoelens als depressie, angst en vijandigheid verdwijnen meestal tus-

93

sen 6 en 22 maanden na de scheiding. Dan breekt de volgende fase aan, waarin exen zich eindelijk kunnen richten op zichzelf en op hun nieuwe leven. Acute stressbronnen zijn er meestal niet meer in deze fase. Het meeste werk met advocaten, mediators, makelaars en babysitters zit erop. Exen hoeven niet meer van adviseur naar consultant te gaan en dus hoeven zij zich ook niet meer bezig te houden met al die verschillende adviezen. Er komt enige lijn in de afspraken met de ex over contact met de kinderen of over zakelijke aangelegenheden. Sommige afspraken houden stand en ook dat geeft rust. Het is niet langer noodzakelijk om voortdurend alert te zijn. Als gevolg van de herbeleving in de eerste fase treedt ook emotioneel een luwte in. Niet elke dag is meer even heftig, verrassend en angstwekkend als gedurende de eerste fase. Zo nu en dan betrapt een ex zich er zelfs op dat zij of hij even niet heeft gedacht aan de scheiding en alles wat daarmee samenhangt. Mensen merken in deze tweede fase dat zij uitgaan van de nieuwe situatie en deze dus accepteren zoals die is. In deze fase kom je zelf weer aan bod. Het is noodzakelijk dat exen zich niet langer richten op elkaar of op hoe het vroeger was. Daarnaast is het nodig dat zij zich ieder op hun eigen netwerk richten. De grote waaromvraag moeten zij in deze fase achter zich laten. Het zich afvragen waarom zij zijn gescheiden is zinloos. Exen blijven erdoor hangen in het verleden en dat frustreert hun toekomst. Hetzelfde effect heeft het trachten te doorgronden van de ex. Hoe zij of hij ook is gekomen tot de beslissing om te scheiden, om vreemd te gaan of om zich zo gemakkelijk neer te leggen bij de beslissing om te scheiden, het doet er niet toe. Je daarover het hoofd te breken, leidt alleen maar tot vertraging bij het opstarten van een ander leven. Het leidt tot conflicten, die exen in deze fase juist moeten vermijden om hun nieuwe leven een kans te geven. Het is daarom verstandig om met de ex op neutraal terrein af te spreken. Liever in een café of bij de school van de kinderen dan in het oude huis.

94

Ook is het in deze fase af te raden om met elkaar naar bed te gaan. In de eerste fase kan dat gebeuren en kan het een heilzaam effect hebben omdat exen elkaar even troosten of omdat zij de liefde die zij nog steeds voelen even de ruimte kunnen geven. Maar in de tweede fase halen zij er alleen maar de boel mee overhoop. Nieuwe afspraken moeten een kans krijgen. Exen kunnen beter even een veilige afstand aanhouden ten opzichte van elkaar. Dat geldt ook voor beide netwerken. In de tweede fase kunnen exen zich het beste concentreren op hun eigen vrienden en kennissen, niet op gemeenschappelijke. Nu is het ook de tijd om het eigen netwerk uit te breiden, dus om deel te nemen aan sociale activiteiten als persoon, niet als helft van een stel. Veel onderzoek wijst uit dat sociale steun, of dat nou in praktische of in emotionele zin wordt verleend, het verschil kan maken tussen een prettig verlopende en een nare scheiding. Het gevoel er niet alleen voor te staan is essentieel. Daartoe moeten exen in de tweede fase dan wel actief op zoek gaan naar mogelijkheden om andere mensen te ontmoeten. In sommige gevallen betekent dit dat mensen een nieuwe werkkring zoeken, maar meestal gaan exen op zoek naar contact met anderen door zich aan te melden bij een sportclub of bijvoorbeeld door een andere stamkroeg te zoeken. Wat er ook te leren valt van een scheiding, de tweede fase is de tijd om daar nieuwsgierig naar te worden. In de eerste fase heeft bespiegeling of bezinning niet zoveel kans van slagen, omdat mensen nog vooral bezig zijn met hun ex of met de oude situatie. Nadenken wordt dan al snel piekeren, of het leidt tot woedeaanvallen. In de tweede fase kunnen exen zich focussen op zichzelf en daarmee op hun eigen aandeel in de scheiding. Het heeft nu wel zin om vragen te stellen als: Wat is er eigenlijk met me gebeurd? Welke dingen heb ik verkeerd aangepakt en welke eigenlijk wel goed? Wat leer ik van dit alles? Van dit leerproces, dat meestal onbewust verloopt, kan men zich goed bewust worden door er bijvoorbeeld over te schrij-

95

ven. Bijkomend voordeel van schrijven is dat de handeling op zich en het eindproduct ervan goed kunnen dienen als afsluitend overgangsritueel.

OPRAH In kort bestek komt het proces na een scheiding neer op vijf stappen: ongeloof, pijn, ruzie en regelen, acceptatie en helen (OPRAH). Ongeloof Een scheiding is zo ingrijpend en in potentie dermate traumatiserend dat de boodschap in eerste instantie niet aankomt. Mensen ontkennen in feite wat er gebeurt; zij willen het niet geloven. Zij kunnen zich een leven zonder elkaar niet echt voorstellen. Pijn Des te meer pijn voelen zij als de boodschap vervolgens toch wel aankomt. De pijn van een scheiding is vergelijkbaar met levend gevild worden. Mensen vallen in een diep gat, zijn machteloos, hopeloos en oneindig diep gekwetst. Ruzie en regelen Helaas en vanzelfsprekend vinden ruzie en regelen vaak tegelijkertijd plaats. Als er niets te regelen viel, zou er ook wel ruzie zijn, maar minder. Als deze stap genomen is en een en ander is afgesproken, komt er plaats voor… Acceptatie Het stof daalt neer en in de puinhopen worden de contouren van twee nieuwe levens zichtbaar. Sommige afspraken houden stand. Sommige nieuwe mogelijkheden worden ineens duidelijk. Men legt zich neer bij

96

de situatie en probeert er het beste van te maken. Dat is een teken dat de nieuwe verhoudingen geaccepteerd worden. Helen Helen betekent heel of gezond worden, maar ook één persoon worden. Door het besef dat men iets heeft geleerd van het gebeurde en door een afsluitend ritueel kan men weer psychisch en fysiek gezond worden. Door over zichzelf na te denken als één persoon en niet als de helft van een stel, leren mensen na een scheiding dat zij ook alleen al ‘heel’ genoeg zijn. In Het Symposium beschrijft de Griekse filosoof Plato (ca. 427-347 v. Chr.) hoe Aristophanes de mythe van de androgyne mens uiteenzet. Volgens dit verhaal zijn mensen de helft van een wezen dat twee hoofden, vier armen, vier benen en twee schaamdelen bezat. Omdat deze wezens te brutaal werden, sneed oppergod Zeus hen allemaal in tweeen. Sindsdien zoeken alle mensen naar hun ‘wederhelft’. Deze mythe zit diep in ons onbewuste verankerd. Veel mensen beschouwen zichzelf pas als heel als zij zich hebben weten te verbinden met een ander. Er gaat enige tijd overheen voordat mensen na een scheiding weer over zichzelf kunnen nadenken als een zelfstandig levend, heel wezen. Met dank aan de oude Grieken dus, en aan Zeus.

Blijven steken Het scenario van de twee fasen is het goede scenario. Zo gaat het meestal als de scheiding op een normale manier verloopt. Wat gebeurt er als het misgaat? En wat is dat eigenlijk, een scheiding waarbij het misgaat? Is dat zoiets als een zieke die ziek wordt? Een scheiding is geen picknick. Ook een scheiding die goed ver-

97

loopt, gaat je niet in je koude kleren zitten. Vooral de eerste fase, de turbulente en chaotische tijd direct na een scheiding, is voor veel mensen een regelrechte ramp. De emoties worden al snel te veel. Mensen worden ziek, krijgen psychische klachten. Zoals vermeld nemen zij daartegen allerlei maatregelen, variërend van sterk verhoogde alcoholinname of een nieuwe vriend(in) tot het continu aanwakkeren van hun woede. Deze maatregelen blijken vervolgens olie op het vuur; het wordt er allemaal alleen maar erger van. Vooral die permanente woede kan leiden tot het vastlopen van het verwerkingsproces na een scheiding. Mensen blijven, zoals dat heet, steken in hun scheiding.

Escalatie In hoofdstuk 2 kwamen al de starre rolpatronen aan de orde die de kans vergroten op een relatiebreuk. Vooral de patronen aandringen & terugtrekken, aandringen & aandringen, en terugtrekken & terugtrekken komen veel voor. Het dwaze is nu dat een scheiding geen einde maakt aan deze negatieve interactiepatronen. Die worden er alleen maar sterker van.

Voorbeeld: Eva en Joost Joost heeft de neiging om zich terug te trekken als Eva aandringt. In de jaren voor hun scheiding was er voor Eva heel wat om over aan te dringen. Ten eerste was Joost weinig thuis. Door zijn drukke baan bij een bank kwam het voor dat Joost wekenlang in het buitenland verbleef, dan wel dat hij van vroeg tot laat op zijn kantoor in Nederland was. In de tweede plaats hield Joost niet zo van seks. Vanaf het begin van hun huwelijk had Joost last van impotentie en verminderde lustbeleving, maar na de geboorte van hun

98

dochtertje Julia was Joosts libido gekelderd tot een absoluut minimum. Eva’s aandringen op seks en aandacht en op hulp bij de huishoudelijke taken en de opvoeding en Joosts vermijdende en ontkennende reacties waren Eva op een gegeven moment te veel geworden en zij drong aan op een scheiding. Volgens afspraak zou Joost uit huis gaan en een appartement zoeken, maar dat gebeurde maar niet. Geen tijd! Ook bij het vaststellen van een omgangsregeling en de hoogte van de alimentatie liet Joost vaak verstek gaan. Dit maakte Eva razend. Ze bestookte Joost en zijn advocaat met e-mails, brieven en sms’jes, belde hem te pas en te onpas op en peperde hem zijn wangedrag elke keer dat ze elkaar wel zagen terdege in. Dit maakte het voor Joost alleen maar minder aantrekkelijk om met Eva in overleg te gaan en hij trok zich nog meer terug dan hij al gewend was te doen. Uiteindelijk accepteerde hij een baan in Amerika om van het gedoe af te zijn. Eva was diep ongelukkig over dit besluit, om wat het betekende voor Julia en omdat ze nog minder grip op Joost kreeg dan ze al had. Dat een scheiding geen einde maakt aan starre, disfunctionele rolpatronen is in feite niet vreemd. Doordat mensen elkaar minder zien, hebben ze minder invloed op elkaars gedrag. Het is zelfs aan te raden om elkaar los te laten en om niet te proberen elkaar ook na een scheiding te veranderen, omdat op die manier een scheiding nooit echt van de grond komt. Elke poging om een ex-partner te veranderen, zou moeten worden gestaakt op het moment dat de scheiding wordt uitgesproken. Helaas is het tegendeel vaak waar. Starre rolpatronen verstarren alleen nog maar meer. Ruzies escaleren tot juridische gevechten. Elk contact

99

loopt uit op verbaal of zelfs fysiek geweld. Ex-partners gaan elkaar stalken. Ruiten sneuvelen, auto’s moeten het ontgelden. Een echtscheiding wordt een vechtscheiding.

Netwerken Om allerlei redenen hebben mensen die scheiden soms de neiging om zich terug te trekken uit hun sociale omgeving om redenen als: –

het verraad van een partner voelt als het verraad van een hele familie of vriendenkring;



mensen schamen zich vreselijk voor het feit dat ze scheiden;



bijna alle gemeenschappelijke vrienden en kennissen kiezen ‘de kant’ van een van beide partners, waardoor de ander in de kou komt te staan.

Om al deze en andere redenen zien mensen die scheiden soms niemand meer. Zij bezoeken vrienden en familie niet, komen niet op verjaardagen en nemen de telefoon niet op. Na verloop van tijd zien zij niemand meer, op misschien wat hechte vrienden na. Als zij aanleg hebben voor depressie wordt de neiging tot terugtrekken bovendien sterker, want ook bij depressie hoort dat mensen zich zo min mogelijk inlaten met die vermoeiende buitenwereld. Eenzaamheid is een groot probleem voor mensen die scheiden en er niet in slagen om een nieuw netwerk op te zetten en om nieuwe mensen te leren kennen, doordat zij maar bezig blijven met de nare emotionele gevolgen van die scheiding. Ook als mensen niet depressief worden, is het moeilijk om een nieuw netwerk op te bouwen. De belediging die je is aangedaan door mensen die je als vrienden beschouwde, maar die je als een baksteen hebben laten vallen zodra daar aanleiding toe was, geeft niet echt veel vertrouwen in de mensheid. Daarnaast blijkt het moeilijk om een nieuw netwerk op te bouwen, omdat het moeite kost om andere omgangsvormen en mores dan je gewend bent te doorgronden. Elke groep kent zijn

100

eigen wetten en regels en soms duurt het een poosje voordat je die begrijpt. In de tussentijd ben je tot een bescheiden rol in de nieuwe groep veroordeeld, iets wat je zwaar kan vallen als je gewend was het middelpunt te zijn in de groepen waar je vandaan komt. Toch is het de moeite waard om de sociale groentijd van een nieuwe vriendengroep, club of vereniging te doorstaan. Zonder nieuw netwerk lopen mensen kans op eenzaamheid en een gebrek aan steun van anderen in deze moeilijke tijd. Zonder hun oude netwerk, dat zij actief zullen moeten herstellen, verwatert ook hun relatie met hun ex heel snel. En dat is jammer, omdat dit de kans verkleint dat zij hun echtscheiding tijdig verwerken. Elke keer dat exen elkaar zien en de pijn van het afscheid voelen, wennen zij aan die pijn. Als zij elkaar niet zo vaak tegenkomen, duurt het dus langer voordat de pijn slijt. Bovendien kunnen exen zaken minder goed met elkaar regelen als zij elkaar niet zien en de ervaring leert dat zij soms nog jarenlang zaken met elkaar moeten doen, of het nou gaat om de kinderen of het geld.

Seks, drugs en rock-’n-roll Wat is er mis met een extra borrel in een tijd van diepe crisis? Niet zo veel. Maar volgens alcoholisten is er altijd wel ergens een crisis waarop gedronken moet worden. Mensen met een aanleg voor alcoholisme en andere verslavingen lopen gevaar ten tijde van hun scheiding. De stress daarvan kan drugsgebruik of alcoholisme aanwakkeren. Een slapende gigant wordt wakker, met alle gevolgen van dien. Zo raakt men van de regen in de drup: een scheiding zorgt voor langdurige stress. Deze wil men verminderen door alcohol- of drugsgebruik, maar als men dit lang blijft doen, is de kans op verslaving groot. Een alcoholist of drugsgebruiker zet zijn of haar leven stil. Hij of zij verwerkt niet, zet geen nieuwe dingen op poten en gaat er sterk in gezondheid op achteruit. De stress houdt daardoor aan of wordt erdoor

101

vergroot. Dit kan alleen met een volgende glas, joint of lijntje worden bestreden. En zo begint de cirkel weer van voren af aan. In Nederland drinken vier van de vijf mensen tussen 15 en 64 jaar wel eens alcohol. Eén op de tien is probleemdrinker. Eén op de vijf personen ouder dan twaalf jaar in Nederland heeft wel eens cannabis gerookt en 7,6 procent heeft wel eens cocaïne gebruikt. Het is niet bekend welk percentage van hen is gaan drinken, roken of snuiven onder invloed van een scheiding. Wel is het een bekend verschijnsel in de drugshulpverlening dat tijden van stress het aantal aanmeldingen voor hulp omhoog stuwen. Ten tijde van de kredietcrisis in oktober 2008 ontstonden al snel wachtlijsten in de verslavingszorg. Niet voor niets staat verslaving al jaren in de top drie van meest voorkomende psychische aandoeningen in Nederland (naast angsten en depressie). De officiële cijfers geven waarschijnlijk het topje van een ijsberg weer. De kans op met name alcoholisme is groot na een scheiding, ook al omdat drinken sociaal geaccepteerd is en alcohol overal vrij verkrijgbaar is. Het behoeft geen betoog dat de ellende van een verslaving die van een scheiding danig vergroot. Voor andere verslavingen geldt hetzelfde. Gokken, winkelen en seks kunnen verslavend zijn voor personen die daar aanleg voor hebben en die door een scheiding onder druk zijn komen te staan. Behalve de verslaving zelf komen dan ook bijvoorbeeld financiële problemen snel om de hoek kijken. Promiscuïteit, het ongebreideld seks hebben met veel verschillende partners, brengt bovendien het risico met zich mee van seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s). Personen die net zijn gescheiden staan minder behoudend tegenover seks dan de meeste andere mensen. Zij lopen dan ook een groter gevaar voor zulke gezondheidsproblemen. Aan de andere kant blijkt uit onderzoek dat het stereotype van de promiscue gescheiden man of vrouw niet helemaal klopt. Mannen met kinderen zijn vooral op zoek naar een stabiele relatie en niet naar zo veel mogelijk seks.

102

Vooral mensen met een laag inkomen worden seksueel significant actiever na het verbreken van een relatie. Maar het blijft oppassen.

Schade op de langere termijn Bij een scheiding zijn kinderen vaak letterlijk het kind van de rekening, ook in hun latere leven als ze zelf een relatie willen aangaan. Ook de gescheiden partners kunnen moeite ondervinden in een nieuwe relatie, maar ook in hun carrière.

Kinderen Zoals geschetst aan het begin van dit hoofdstuk kunnen kinderen nogal wat schade oplopen door de scheiding van hun ouders. En alhoewel de focus van dit boek niet ligt op mensen met kinderen, wil ik er toch het belangrijkste over zeggen. Veel mensen die scheiden hebben nu eenmaal kinderen. Elk jaar zijn 60.000 thuiswonende kinderen betrokken bij een scheiding. Een kwart daarvan verliest het contact met een van de ouders, meestal de vader, en een ander kwart heeft naar eigen zeggen slecht contact met de ouder bij wie zij niet wonen. Zeker de helft van de kinderen komt dus terecht in een nieuw systeem, of leefvorm, nog afgezien van de kinderen die vanwege een nieuwe relatie van hun vader of moeder in een stiefgezin komen te wonen en leven. In stiefgezinnen waarin het minder gesmeerd loopt dan iedereen zou willen, komen vooral hiërarchische problemen voor. Anders gezegd: wie is hier de baas? Kinderen accepteren het gezag niet van hun nieuwe, niet-natuurlijke ouder. Dit kan komen door een loyaliteitsconflict: het gezag van een nieuwe ouder aanvaarden, staat voor het kind gevoelsmatig gelijk aan het verraden van de afwezige, biologische ouder.

103

Een vergelijkbaar loyaliteitsconflict doet zich voor binnen de eenoudergezinnen die ontstaan. Als kinderen bij hun moeder wonen, wat in de meeste gevallen gebeurt, voelen zij zich soms genoodzaakt om hun vader te verdedigen ten opzichte van hun moeder, dan wel om juist overduidelijk partij te kiezen voor hun moeder, die immers wel voor hen zorgt en hun vader niet. Gesprekken over hun vader leiden dan tot spanningen in huis, maar ook tot interne conflicten bij de kinderen, die daardoor psychische stoornissen kunnen ontwikkelen of heel opstandig worden. Als gestoord of opstandig gedrag lang blijft bestaan, kan het kinderen in hun ontwikkeling remmen of dingen belemmeren die normaal gesproken wel mogelijk zouden zijn geweest, zoals een goede opleiding of carrière, of het opbouwen van een stabiele vriendenkring. Als kinderen van gescheiden ouders zelf relaties aangaan, kan het gebeuren dat zij weinig energie steken in het ontwikkelen en onderhouden van zo’n relatie. Dat is immers zinloos, zoals het voorbeeld van hun ouders heeft bewezen. Andere kinderen gaan juist al te krampachtig op zoek naar een langdurige relatie. Zij gaan jong samenwonen, krijgen vroeg kinderen en trouwen voordat zij daar emotioneel en economisch aan toe zijn. Beide relatievormen, te weinig of te veel gehecht, gaan eerder stuk dan normale relaties, waarin een beter evenwicht bestaat tussen commitment en autonomie. Goed ouderschap na een scheiding bestaat. Een scheiding hoeft niet traumatiserend te zijn voor de betrokken kinderen. Elders heb ik uitvoeriger beschreven dan hier mogelijk is hoe mensen samen met hun ex toch goede ouders kunnen zijn (zie literatuurlijst). In kader 4.1 noem ik de belangrijkste do’s en don’ts in het kort.

104

Kader 4.1 Do’s en don’ts met het oog op de kinderen

Gun je kind twee ouders Het is goed voor kinderen om te kunnen leren van twee ouders en om zich met beiden te identificeren. Betrek daarom je ex bij het leven van jullie kind(eren). Houd elkaar op de hoogte van school, vriendjes en belangrijke gebeurtenissen. Verdraag elkaar bij gelegenheden waarin het kind centraal staat zoals verjaardagen, muziekuitvoeringen of sportwedstrijden.

Probeer niet om je ex alsnog te veranderen Het is je tijdens je relatie niet gelukt, het zal nu echt niet alsnog gebeuren. Houd rekening met hoe je ex is bij het maken van afspraken over de kinderen. Zo voorkom je dat kinderen klem komen te zitten.

Maak geen ruzie waar je kinderen bij zijn Omdat je niet meer kunt laten zien dat het ook goed kan komen als twee mensen ruziemaken, zijn ruzies alleen maar schadelijk voor kinderen. Kinderen hebben behoefte aan rust en aan een beter voorbeeld.

105

Breng kinderen zo min mogelijk in een loyaliteitsconflict Scheld je ex-partner niet uit waar zij bij zijn, kraak hem of haar niet af en voorkom dat je kinderen in het openbaar partij moeten kiezen. Het allerbelangrijkste om te vermijden is dat kinderen zich schuldig voelen aan de scheiding. Dit gebeurt al snel. Ook voor volwassenen is schuldgevoel vaak een uitstekende manier om grip op de zaak te krijgen: als je iets verkeerds hebt gedaan, kun je het (de volgende keer) ook goed doen. In de herenigingsfantasieën van kinderen hebben zijzelf vaak een bemiddelende heldenrol. Doordat zij een tien halen op school, komen papa en mama weer bij elkaar. Zulke fantasieën zijn gebaseerd op een foute notie, namelijk dat kinderen verantwoordelijk zijn voor wat er is gebeurd. Het beste is om hen met zoveel woorden te vertellen dat dit niet zo is.

To e k o m s t i g e r e l a t i e s Niet iedereen is eenzaam na een scheiding en niet iedereen is daarna uit op snelle seks met zo veel mogelijk partners. Er zijn mensen die na hun scheiding een andere vaste partner vinden, die niet in de reboundcategorie valt. Maar ook stabiele en langdurige relaties met een nieuwe partner gaan niet altijd over rozen, hetgeen bijvoorbeeld al blijkt uit het feit dat tweede huwelijken een veel grotere kans van mislukken hebben dan eerste huwelijken. Er zijn verschillende dingen die kunnen misgaan. Zo krijgt een nieuwe partner niet altijd een eerlijke kans. Mensen die al eens zijn gescheiden, zijn voorzichtiger als zij een nieuwe relatie aangaan, omdat ze bang zijn opnieuw gekwetst te worden. Ze geven zich emotioneel minder snel bloot. Ze investeren minder tijd, aandacht en

106

geld in een nieuwe relatie. En ze gunnen hun nieuwe partner minder terrein, uit vrees daar later spijt van te zullen krijgen. Vanaf dag 1 staat zo’n nieuwe partner dus op een 1-0 achterstand. Daarna blijft het vechten tegen iets waartegen men bijna niet kan vechten: wantrouwen, desinteresse of ronduit angst voor openheid. Een tweede probleem kan zijn dat een nieuwe partner op zijn of haar brood krijgt wat de oude partner heeft misdaan. Als iemand in een oude relatie vaak overheerst werd door een dominante partner, dan kan zij of hij de neiging hebben om in de volgende relatie juist zelf overheersend te willen zijn. De nieuwe partner moet dan steeds het onderspit delven. Deze neiging tot overcompenseren zien we bijvoorbeeld ook bij mensen die van hun nieuwe partner een strikte levenswijze eisen die moet voorkomen dat deze nieuwe relatie dezelfde problemen krijgt als de vorige. Nieuwe partners moeten zich dan bijvoorbeeld aansluiten bij een of andere religieuze organisatie of leven volgens strikt orthodoxe normen, of zij worden geacht geen alcohol te drinken of bepaalde kleding te dragen. Een ander voorbeeld dat vaak voorkomt is dat mensen van een nieuwe partner overmatig veel bescherming en veiligheid verlangen, omdat ze menen dat ze deze tekort zijn gekomen in een vorige relatie. Een nieuwe partner krijgt dan al snel het gevoel er alleen voor te staan. Telkens als er iets belangrijks gebeurt, moet zij of hij het oplossen. Een laatste probleem dat nieuwe partners vaak tegenkomen is de concurrentie van de oude partner. Soms lijkt een oude relatie minder voorbij dan iedereen aanvankelijk dacht.

Voorbeeld - Lisa en Lex Lisa en Lex zijn allebei de vijftig net gepasseerd en allebei net gescheiden na een langdurig huwelijk. Lisa heeft twee kinderen ut haar vorige huwelijk, die bij haar wonen in de stad H. Lex woont in R. Zij melden zich bij mij met relatieproblemen.

107

Op twee gebieden spitsen hun problemen zich toe: op de vraag in welke stad zij moeten gaan wonen en met wie (Lisa’s kinderen willen liever niet verhuizen), en op de vraag in welke mate Lex omgang kan blijven houden met zijn ex. Telkens als deze kwestie ter sprake komt, barst Lisa in huilen uit. Ze wil het liefste dat Lex de omgang met zijn ex helemaal staakt. ‘Ik vind het vreselijk als ze samen zijn’, snikt Lisa. ‘Ik kan dan die hele nacht niet slapen. Ik stuur het ene sms’je na het andere, maar Lex antwoordt niet.’ Lex blijft stoïcijns. Hij zegt dat hij zich niet wil laten controleren door Lisa. Daar had Caroline, zijn ex, ook al zo’n handje van. Lex houdt vast aan zijn standpunt dat hij best eens mag gaan stappen met zijn ex, dat hij met haar best hun abonnement op het theater kan houden en dat hij haar niet hoeft te vermijden als zij afspreken met gemeenschappelijke vrienden in de kroeg of op vakantie. ‘Maar je gaat zelfs met haar op vakantie, met zijn tweeën!’ roept Lisa. ‘Ja, omdat jij niet kunt. Jij moet almaar werken of op je kinderen passen. Geloof me, ik zou liever met jou gaan dan met Caroline’, zegt Lex onverstoorbaar. ‘Weet je wat het is? Jij bent jaloers, abnormaal jaloers. Wat is ertegen als ik vriendschappelijke banden heb met mijn ex?’ Het patroon in hun interactie is er een van aandringen en terugdeinzen. Hoe meer Lisa huilt en eist, hoe vaster Lex bij zijn voornemen blijft om zijn ex te blijven zien zoveel hij wil. Hij blijft herhalen dat hij niet met Caroline naar bed gaat en dat Lisa maar eens moet ophouden met haar ‘gestalk’ via de telefoon. Lisa wil dat hij Caroline helemaal niet ziet en Lex wil dat Lisa

108

er helemaal niet over begint. Geen van beiden doet water bij de wijn. Er komt pas beweging in de zaak als ik aanstuur op ‘minimale veranderingen’. Als Lex en Lisa samen met zijn vrienden in de kroeg zijn en Caroline is er ook bij, geeft Lex een extra zoen aan Lisa om te laten zien dat ze bij elkaar horen. Als Lex en Caroline samen uit zijn, mag Lisa één sms’je sturen en Lex stuurt er dan ook maar één terug. Na enige weken is de druk wat van de ketel en zijn Lisa en Lex in staat om te bespreken wat het onderliggende probleem is. Lisa verwacht te veel steun van Lex. In haar vorige huwelijk kreeg zij overmatig veel steun van haar man, totdat die daar genoeg van had. Lisa probeert haar relatie met Lex op dezelfde manier in te richten en Lex past daarvoor. Het ligt bijna altijd gevoelig, de omgang met oude partners. Nieuwe relaties krijgen pas echt een kans als de scheiding geheel is verwerkt. Dat kost tijd en soms een beetje meer (zie hoofdstuk 5).

Werk en geld Het professionele leven van mensen die scheiden kan ernstig onder die scheiding lijden. In de chaotische fase vallen mensen vaak uit, ziek of niet ziek, doordat de stress hun allemaal even te veel wordt. Ook daarna kan het tegenvallen. Berucht zijn de verhalen over mannen die hebben aangedrongen op co-ouderschap en die er dan achterkomen dat het tweewekelijks vijf of zes aaneengesloten dagen voor hun kinderen zorgen een veel te groot beslag legt op hun agenda. Ook op andere manieren kan een scheiding de professionele carrière dan wel financiële positie van betrokkenen ongunstig beïnvloeden. Iemand kan failliet gaan, om maar eens wat te noemen. De stress kan te hoog op-

109

lopen, afnemers weigeren zaken te doen met iemand die gescheiden is, om allerlei redenen kan het misgaan. De financiën kunnen ook als gevolg van een alimentatieregeling onder druk komen te staan. Iemand die zich geconfronteerd ziet met een grote toename van de maandelijkse kosten zal misschien ander werk moeten zoeken of er een baan bij moeten nemen. Het carrièreperspectief kan vertekend raken doordat iemand meer tijd kwijt is aan zorgtaken dan voor de scheiding, of doordat alleen keurig getrouwde werknemers in aanmerking komen voor een bepaalde functie (de jaren vijftig van de vorige eeuw zijn nog niet helemaal voorbij). In het merendeel van de gevallen moeten mensen een behoorlijke stap omlaag doen op de maatschappelijke ladder. Dit kan een pijnlijke ervaring zijn. Economische achteruitgang betekent meer geldzorgen, maar ook een knauw voor het ego van iemand die gewend was aan een zekere luxe. Niet iedereen is sterk genoeg om deze klap te boven te komen. De kans op verbittering en moedeloosheid is aanwezig en daarmee staat ook de deur open voor ernstiger psychische en fysieke klachten.

Het nahuwelijk Is het dan allemaal treurnis en ellende na een scheiding? Misschien niet. Er zijn tegenwoordig mensen die het na een scheiding anders doen. Die echt samen de kinderen blijven opvoeden. Die samen een bedrijf blijven runnen. Die in één huis blijven wonen of in twee huizen naast elkaar. Die samen met vakantie gaan. Die na hun huwelijk dus een nahuwelijk hebben. Volgens journaliste Djoeke Veeninga, die op basis van gesprekken met exen, eigen ervaringen en onderzoeksliteratuur een boek schreef over het nahuwelijk, is een nahuwelijk ‘de relatie die blijft bestaan tussen twee mensen die een zo diepgaande of langdurige liefdesrelatie hebben gehad dat ze in elkaars leven vervlochten zijn geraakt’. Die vervlochtenheid komt meestal neer op samen kinderen hebben. Omdat het voor de kinderen het beste is

110

als zij twee ouders hebben, besluiten die ouders om weliswaar uit elkaar te gaan, maar wel bij elkaar in de buurt te blijven. Dit verschijnsel neemt hand over hand toe en niet alleen maar uit idealisme. Ook om praktische redenen willen ouders de zorg voor hun kinderen blijven delen na hun scheiding. Ze werken allebei, ze beginnen allebei aan een nieuwe relatie of een nieuw gezin en de zorg voor kinderen kost behalve geld ook handenvol tijd. Elke hulp in zo’n druk bestaan is welkom. De logistiek in een zogenaamd samengesteld gezin, dat bestaat uit meerdere gezinnen of leden uit verschillende gezinnen, is een nachtmerrie. Hoe moet je dat klaarspelen als Elsje naar hockey moet en Willem naar drummen en Timo moet worden opgehaald van de crèche en Rutger met krampjes in zijn bedje ligt? Juist, met hulp van je ex. Volgens Veeninga is er geen kant-en-klaar recept voor een goed nahuwelijk. Er doemen steeds nieuwe situaties op die nieuwe afspraken vereisen en zo springt het ex-paar van ijsschots naar ijsschots. Wat wel helpt is een gezamenlijke focus. Welke belangen delen ex-partners, ook al is hun relatie stukgelopen? Het welzijn van de kinderen, bijvoorbeeld. Het overeind houden van een goedlopend bedrijf, ook een goed voorbeeld. En wat te denken van hechte familiebanden, een vriendenclub, een commune of religieuze vereniging? Ook dat zijn redenen om elkaar te blijven zien, zij het dan niet per se als partners in een liefdesrelatie. Mensen die uit elkaar gaan, delen bovendien vaak ook genegenheid, kameraadschappelijkheid en zelfs liefde voor elkaar. Zulke liefde verdwijnt niet zomaar, ook al zijn deze twee mensen niet in staat gebleken om met elkaar een langdurige relatie te onderhouden. Wat ook helpt is zelfbeheersing. Liefde is sterk, woede is sterker. Ook partners die het voornemen hebben om als vrienden uit elkaar te gaan en een fijn nahuwelijk te hebben, voelen zich bedrogen, in de steek gelaten en verdrietig na de scheiding. Het kost enige tijd en oefening om niet op deze gevoelens te focussen, maar op de gedeelde waarden en de positieve gevoelens die er ook nog zijn. Een beetje nahuwelijk

111

kan dan ook niet eerder dan een half jaar na de scheiding een aanvang nemen, als de grootste chaos van die eerste, turbulente fase na een scheiding wat is afgenomen. Is het nahuwelijk een aanrader? Dat moet de tijd nog leren. In feite is de term ‘nahuwelijk’ geplakt op een verschijnsel dat verdergaat dan de relatie tussen twee mensen. Het wordt beter geaccepteerd en normaler om in andere relatievormen dan een klassiek huwelijk of samenwoonverband te leven. Samengestelde gezinnen, stiefgezinnen, eenoudergezinnen waar af en toe iemand bij komt wonen en zelfs communeachtige leefgemeenschappen worden niet meer als hippieachtig of alternatief gezien. Het is de realiteit van alledag in een samenleving waarin globalisering, migratie en de noodzaak om te participeren in het arbeidsproces de norm zijn geworden. Bezorgde psychologen en orthopedagogen, ten slotte, lopen te hoop om te waarschuwen voor de negatieve gevolgen van het nahuwelijk voor kinderen. Het zou verwarrend zijn voor kinderen om zo te leven, omdat zij niet weten wie nou waarover de baas is en of papa of mama niet alsnog, bij het minste of geringste, definitief zal vertrekken. Bovendien, als papa en mama wel lief doen tegen elkaar op vakantie en zelfs wel eens samen in een tent eindigen, waarom doen zij dat dan thuis niet? Zulke vragen zouden kinderen in verwarring brengen, terwijl ze behoefte hebben aan orde en rust na een scheiding. Deze bezwaren zijn geformuleerd met een oude situatie, die van het traditionele gezin, als ideaal uitgangspunt. Toch kunnen zulke zorgen terecht zijn en zijn niet alle veranderingen die de samenleving ondergaat even heilzaam. Aan de andere kant: waarom niet? De tijd zal het leren.

Samenvatting hoofdstuk 4 Na een scheiding zijn twee fasen te onderscheiden: 1) Chaos (tot een

112

half à twee jaar na de scheiding); men neemt afscheid van elkaar. 2) Acceptatie (twee tot zes jaar na een scheiding); mensen beginnen aan een nieuw leven, eventueel aan een nieuwe verstandhouding met elkaar (nahuwelijk). Het proces tijdens deze twee fasen verloopt in vijf stappen: ongeloof, pijn, ruzie & regelen, acceptatie en helen. Als dit proces stagneert heeft dat negatieve gevolgen, zoals escalerende ruzies (vechtscheiding), uitval van netwerken en eenzaamheid en persoonlijke psychische problemen. Op termijn kunnen de negatieve gevolgen uitdraaien op psychische problemen voor de kinderen, moeite met nieuwe relaties en financiële of professionele problemen.

113

5 Kun n e n w i j on s l a t en b e h an d e l e n ?

‘Móeten wij ons laten behandelen? Is dat nodig dan? We zijn toch uit elkaar? Daarmee is toch bewezen dat mijn ex niet voor rede vatbaar is? We hebben toch alleen maar ruzie? Dat wordt toch alleen maar erger als we elkaar elke week zien? Ik wil nooit meer iets met mijn ex te maken hebben! Zij heeft me al meer dan genoeg ellende bezorgd! Behandeling! Dat is toch voor gestoorde mensen? Vind je mij gestoord? Nou dan! Wat moet ik dan bij de psychiater? Krijg ik dan een pilletje tegen liefdesverdriet? Of tegen mijn ex? Dacht het niet!’

Enzovoort en zo verder. Mensen die zijn gescheiden, zijn er in het algemeen niet zo happig op om in therapie te gaan. Vaak hebben zij dat al geprobeerd: in hun ogen zonder resultaat, omdat zij toch uit elkaar zijn gegaan, of in hun ogen met resultaat, namelijk dát zij uit elkaar zijn gegaan. Waarom dan nog therapie? Mensen die aan het scheiden zijn, hebben vaak het idee dat therapeuten alleen maar van plan zijn hen weer bij elkaar te brengen en omdat zij dit niet wensen, gaan zij niet in behandeling. Therapie is niet nuttig voor iedereen. Er zijn mensen die een scheiding heel goed af kunnen doen zonder bemoeienis van een derde. Zoals er ook mensen zijn die een andere traumatiserende ervaring dan een scheiding heel goed op hun eigen manier verwerken. Zoals er mensen zijn die zelf hun angsten overwinnen. Zoals er mensen zijn die zonder hulp stoppen met roken. Aan zulke mensen kun je het goed overlaten

115

om op een overzichtelijke manier uit elkaar te gaan en om de gevolgen van hun scheiding met succes te verwerken. Maar niet iedereen kan altijd alles zelf doen en daar is ook geen enkele reden toe. Behandeling is nodig als er gemeenschappelijke belangen zijn die niet of onvoldoende worden behartigd. Hoe zit dat met het geld, met het huis, met de zaak? Behandeling is nuttig voor de belangen van directbetrokkenen die zelf niet in staat zijn om voor zichzelf te zorgen. Denk aan de kinderen. Behandeling is ook aan te raden als de communicatie stokt tussen twee mensen die allerhande belangrijke zaken hebben af te handelen, of dat nou gaat om praktische dan wel emotionele zaken, maar die er op eigen kracht niet toe komen om dat te doen. Behandeling is een goed idee als mensen ook na de eerste, chaotische fase weigeren met elkaar te praten, waardoor het conflict zich verhardt, waardoor rancune een rol gaat spelen en waardoor mensen elkaar pijn gaan doen om het pijn doen. Het effect van een goede behandeling is dat het escaleren van het conflict wordt tegengegaan, dat geweld wordt voorkomen. Soms is het effect van een behandeling dat mensen leren om de belangen van een ander dan zichzelf te behartigen. Het doel van een behandeling is soms om individuele problemen die door de scheiding of door het gedrag van de ex-partner zijn veroorzaakt te bestrijden of op te lossen. En dan weer is het doel iets heel anders op te lossen, iets dat iemand dwarszit en dat niets te maken heeft met de scheiding, maar dat wel moet worden opgeruimd of veranderd voordat die persoon begint aan een nieuw leven. In het hiernavolgende zal ik enkele vormen van hulp aanstippen die nuttig zijn en die veel worden ingeroepen.

116

Mediation Het doel van mediation is: dingen regelen. Vanwege de scheiding moet er een omgangsregeling of co-ouderschap komen voor de kinderen, er moet een goede financiële afspraak worden gemaakt, de belastingen en verzekeringen moeten worden geregeld, de boedel verdeeld en de hond moet ergens heen. En als je ruzie hebt, praat het zo moeilijk. Mediation is ontstaan door de ervaring van veel juristen dat zij iets tekort kwamen in het contact met hun klanten, waardoor het niet lukte om zulke zaken in harmonie of zelfs überhaupt te regelen. Psychologen en andere behandelaars merkten dat zij te weinig wisten van de zakelijke, juridische en fiscale aspecten van een scheiding. En de rechterlijke macht werd overspoeld door ingewikkelde dossiers en geconfronteerd met onwillige partijen die procedures eindeloos rekten om vermoedelijk andere dan zuiver juridische beweegredenen. Veel professionals, kortom, hadden behoefte aan een nieuwe discipline die problemen zou ondervangen en hetzelfde gold voor hun cliënten. Mediators zijn meestal juristen die een korte psychologische opleiding hebben genoten, maar er zijn ook psychologen en andere behandelaars uit de geestelijke gezondheidszorg die zijn bijgeschoold in het juridische vak. Hun opdracht is niet om inhoudelijke oplossingen aan te dragen, maar om het proces te bewaken, waarin beide exen samenkomen tot een voor beiden aanvaardbare oplossing die hun belangen ten minste enigszins dient. De uitkomst van mediation biedt nooit voor honderd procent een oplossing van praktische problemen. Het gaat om second best of om third best, om een regeling waarin de partijen zich kunnen vinden, niet om een uitkomst waar beiden enthousiast van worden. Mediation heeft niet tot doel om emotionele blokkades weg te nemen of om zelfs maar de gevoelige kanten van beide personen te belichten. Mensen leren niets af en niets bij, mensen verwerken niet en groeien niet en zij ko-

117

men niet tot nieuwe inzichten over hoe het allemaal zover heeft kunnen komen. Zij gaan naar huis met een lijst afspraken waaraan zij zich dienen te houden en meer niet. En als dat niet lukt, moeten de exen alsnog naar de rechter. Volgens het Nederlands Mediation Instituut is 25 procent van de mediations afgerond binnen vijf gesprekken van een uur. Ongeveer 35 procent duurt iets langer, tussen de vijf en de tien gesprekken. In 40 procent van de gevallen zijn meer gesprekken nodig. Deze cijfers gelden overigens niet alleen voor echtscheidingen, maar ook voor bijvoorbeeld bemiddeling bij arbeidsgerelateerde problemen of conflicten op zakelijk gebied. Mediation moet niet worden verward met de behandelingen die hierna aan de orde komen, in die zin dat geen psychisch doel of probleem aan de orde is. Natuurlijk kan het effect van een goede mediation wel zijn dat mensen zich beter gaan voelen, bijvoorbeeld doordat zij rustiger worden van de gedachte dat belangrijke zaken zijn geregeld. Deze rust kan ruimte scheppen om (later) wel psychische zaken aan te pakken onder begeleiding van een professional.

Relatietherapie De meeste mensen gaan in relatietherapie in een laatste poging om hun relatie te redden. Vanwege het late tijdstip waarop zij dit besluit nemen, is dit doel niet altijd meer haalbaar. Conflicten zijn zover geëscaleerd dat de pijn te groot is voor verzoening, er is een derde in het spel gekomen of individuele problemen slokken iemand meer en meer op. Relatietherapie kan ook dan een kans hebben, maar die kans is groter naarmate mensen eerder in behandeling gaan. Heeft relatietherapie na een scheiding dan wel zin? Als het doel van relatietherapie is om een relatie te redden, dan is relatietherapie na een scheiding toch mosterd na de maaltijd?

118

Het hangt ervan af wat je verstaat onder relatie. Mensen die een liefdevolle partnerrelatie bedoelen met intimiteit, seks en de belofte van eeuwige trouw, hebben weinig aan een relatietherapie na een scheiding. Maar als je onder relatie ook kunt verstaan een vriendschappelijke verhouding of een praktische verstandhouding of een begripvolle alliantie, dan kan het wel degelijk nuttig of zelfs noodzakelijk zijn om in relatietherapie te gaan. Bijvoorbeeld als je een dergelijke relatie met zijn tweeën niet van de grond krijgt. Juist vanwege gemeenschappelijke belangen – en wie heeft die na een langdurige relatie nou niet? – is het belangrijk dat mensen die scheiden een andere relatie opbouwen dan ze hadden, als ze maar een relatie opbouwen. Een andere reden daartoe kan overigens zijn dat mensen niet zijn opgehouden van elkaar te houden, maar er simpelweg niet in slagen langdurig een gemeenschappelijk huishouden te voeren of op een andere manier te voldoen aan elkaars verwachtingen. Er zijn maar weinig redenen om niet in relatietherapie te gaan na een scheiding, maar dat zijn door de bank genomen wel goede redenen: exen slagen erin om op eigen kracht een nieuwe verhouding vorm te geven; er is sprake van seksueel misbruik of van psychisch dan wel lichamelijk geweld; of van individuele psychische ziekte bij een of beide partners. Als iemand bijvoorbeeld acuut manisch is of psychotisch, dan dient er eerst aandacht te zijn voor het verminderen van de manie of de psychose en dan pas (weer) voor de gemeenschappelijke belangen en de vorm van een nieuwe relatie. Een laatste reden om niet in therapie te gaan is dat de turbulente eerste fase (6-24 maanden) na de scheiding nog niet voorbij is. Er zijn tal van soorten relatietherapie, te veel om hier op te noemen. Een gemeenschappelijke factor is voornamelijk dat beide exen gelijktijdig verschijnen bij de therapeut en samen de sessies volgen. Een goede relatietherapie na een scheiding heeft verder oog

119

en aandacht voor de volgende zaken, waarop verderop nader wordt ingegaan: –

rouwverwerking en acceptatie;



systemische aspecten;



onderhandelingsvaardigheden;



grensbewaking.

R o uw v e r w erki n g en accep tati e Scheiden betekent een verlies lijden, hoe je het ook wendt of keert. In een relatietherapie moet aandacht zijn voor dat verlies. Hebben beide ex-partners dat verlies verwerkt? Accepteren zij eigenlijk wel dat hun oude relatie voorbij is en koesteren zij niet nog hoop dat het goed komt, dus dat de relatie zoals die vroeger was zal worden hersteld onder invloed van deze behandeling? Aan het begin van een behandeling

120

dient de therapeut dat soort verwachtingen te managen. Dit betekent: bespreken in hoeverre beide partners zich hebben neergelegd bij de situatie en vooral ook helder zijn over het doel van de behandeling, namelijk het formuleren van en inhoud geven aan een nieuwe manier van met elkaar omgaan. Rouw is een normaal proces na een verlies. Meestal zijn mensen goed in staat om op een natuurlijke manier te rouwen en dus, om wat is gebeurd een plek te geven. Rouwen vindt plaats als mensen herbelevingen hebben van nare momenten, zoals die ene extreme ruzie of de eenzame momenten in hun voorbije relatie. Soms zien mensen het moment waarop de scheiding werd uitgesproken keer op keer voorbijkomen langs hun geestesoog. Rouwen betekent soms ook een tijdje juist niet bespreken wat er is gebeurd of niet met elkaar in aanraking komen, omdat dit te pijnlijk is. Rouwen is, ten slotte, vermoeiend vanwege de constant verhoogde prikkelbaarheid die mensen ervaren na een verlies. Het is een goed teken als mensen zulke ‘symptomen’ hebben. Als deze ontbreken, kan dat komen doordat het rouwproces stagneert. In de therapie kan het rouwproces weer op gang komen doordat exen praten over hun gevoelens ten aanzien van de scheiding. Een krachtige manier om rouw te verwerken is therapeutisch schrijven. Ook als beide partners ieder voor zich schrijven over het gebeurde, wat aan het begin van een therapie sterk is aan te raden, kunnen zij in gemeenschappelijke sessies brespreken wat het schrijven voor hen betekent.

Sys t e m i s che as p ecten Zoals in hoofdstuk 3 beschreven, is een relatie een systeem. Een systeem is een groep mensen die bij elkaar betrokken zijn. Dit kan een gezin zijn, maar twee mensen vormen samen ook een systeem of groep. Elke groep kent zijn eigen wetten, gewoontes en dynamiek. Een scheiding gooit deze dynamiek overhoop; plotseling geldt geen enkele wet meer

121

zoals voorheen. Dit maakt alle betrokkenen, ouders en kinderen of beide partners, onzeker, angstig, gedeprimeerd, boos en ga zo maar door. In een relatietherapie is het daarom belangrijk om een kader te scheppen. Dat wil zeggen dat therapeut en cliënten zo snel mogelijk een nieuwe definitie opstellen van wat de nieuwe relatie zal zijn. Een definitie is meer dan alleen een naam, zoals ‘werkverhouding’, ‘verstandsnahuwelijk’ of ‘praktijkoverleg’. Een goed kader beschrijft tot in detail hoe exen met elkaar omgaan en wie welke verantwoordelijkheden heeft, op welk moment. Er moeten nieuwe wetten komen. Een zeer goede gewoonte of wet om in te bouwen in een nieuwe relatie is elkaar alleen kritiek geven als die is ingebed in steun. Onveilige en tot ontevredenheid stemmende relaties kenmerken zich doordat partners elkaar hard afrekenen waar het maar kan. Zij hebben oog voor wat er fout is en verder voor niets en de ongeschreven regel luidt dat zij hun kritische commentaar mogen spuien wanneer zij daar maar zin in hebben. In veilige en tot tevredenheid stemmende relaties is de ongeschreven regel dat kritiek alleen wordt geuit op daartoe voorbestemde momenten en dat kritiek voorafgegaan wordt door opmerkingen over wat er wel goed is aan iemands aanpak of redenering. In een relatietherapie kunnen exen zich oefenen in het geven van kritiek op deze nieuwe manier, bijvoorbeeld in de vorm van rollenspelen of doordat de therapeut hen net zo behandelt als hij of zij wil dat de cliënten elkaar gaan behandelen. Voor de echte volhouders is het soms zelfs mogelijk om te leren elkaar complimenten te geven. Niet elke positieve opmerking hoeft onmiddellijk te worden gevolgd door negatieve kritiek. Ook goede punten, zoals dat exen zich aan gemaakte afspraken houden of ergens op tijd verschijnen, verdienen aandacht. Als deze aandacht ontbreekt, is vooruitgang vaak maar moeizaam tot stand te brengen. Een compliment is een verbale beloning voor verandering in de gewenste richting. Hoe meer complimenten mensen maken, hoe meer er gebeurt wat zij willen.

122

O n d e r ha nde l i ng s vaard i g h ed en Onderhandelen is een vaardigheid die je kunt leren. Veel mensen denken dat ze goed kunnen onderhandelen als ze met geweld hun zin krijgen, maar zoals bekend leidt drammen en doordrijven eerder tot negatieve escalatiepatronen dan tot het bereiken van doelen. Onderhandelen begint met luisteren. Onderhandelen betekent je nek uitsteken door een voorstel te doen. Bij onderhandelen hoort het beperken van gezichtsverlies bij de ander door te kiezen voor strategische formuleringen. Onderhandelen is ook: helder voor ogen hebben wat je doel is en daar open over zijn. Dit kan alleen als mensen afzien van ‘strijdopmerkingen’, opmerkingen dus die een machtsstrijd in gang zetten of aan de gang houden. Een belangrijk aspect van onderhandelen is luisteren, maar ook kijken naar en proberen aan te voelen wat een ander bedoelt. Niet alleen door te weten wat elkaars doelen zijn, ga je elkaar beter begrijpen. Ook doordat je merkt dat de ander, net als jijzelf, beslissingen neemt op grond van zijn of haar inschatting van de omstandigheden en niet op grond van karaktertrekken, aanleg of persoonlijkheid, krijg je meer begrip voor elkaar. Zulk begrip is noodzakelijk om te kunnen onderhandelen. Als je de ander opvat als een blinde muur die zich door niets anders laat leiden dan privévoorkeuren en -gewoontes, verlies je bij voorbaat alle moed om te proberen met die ander tot een verandering te komen. Als je daarentegen ziet en hoort hoe je ex tot een bepaalde inschatting komt, kun je ofwel proberen jouw visie te delen ofwel jouw visie aanpassen. Leren onderhandelen is een kwestie van oefenen. Als exen in een therapeutische setting oefenen met simpele kwesties en gaandeweg vertrouwen opbouwen door steeds ingewikkelder dingen tot een goed einde te brengen, kunnen zij leren om uiteindelijk ook de grootste horden samen te nemen. Voorwaarde voor het leren onderhandelen is wel dat in de therapie met zoveel woorden aan onderhandelen aandacht wordt besteed. Daarin verschilt een therapie bijvoorbeeld van

123

een mediation. In eerste instantie is het aanleren van een vaardigheid het doel en niet zozeer het bereiken van een akkoord of overeenkomst. Door alle stappen van het onderhandelen goed door te spreken en er tijdens de sessies, maar ook daarbuiten, mee te laten oefenen, helpt een therapeut de cliënten om zich iets eigen te maken waar zij in allerlei situaties profijt van trekken.

Grensbewaking Nee zeggen is moeilijk voor de meeste mensen. Goed, op het hoogtepunt van een scheiding, als er veel ruzie is of als er niets meer op het spel lijkt te staan, dan lukt het sommigen met wat meer souplesse dan normaal gesproken. Maar als vervolgens de noodzaak blijkt van een nieuwe relatie met elkaar vormen, van accepteren van de situatie zoals deze nu is, van het uitspreken van pijnlijke gevoelens en van wensen, van onderhandelen, dan wordt het weer een stuk moeilijker om de grenzen aan te geven en te bewaken. Zulke grenzen zijn bijvoorbeeld: al dan niet lichamelijk contact hebben, al dan niet samen ergens over beslissen, al dan niet het recht hebben om elkaars manier van leven te bekritiseren en al dan niet een beroep op elkaar kunnen doen voor emotionele of materiële steun. Voor een gedeelte leg je in een duidelijk kader vast waar de grenzen liggen. Maar je kunt niet alles vastleggen, je kunt van mening veranderen en zeker in het begin moet je een kader goed vasthouden om het zinvol te laten zijn. Daartoe is het noodzakelijk dat exen leren om hun grenzen te bewaken ten opzichte van elkaar. Ook voor dit punt geldt weer dat een relatietherapeut door het goede voorbeeld te geven, door voorlichten en door nadrukkelijk oefenen een belangrijke rol kan spelen. Maar the proof of the pudding is in the eating. Het is nuttig voor beide ex-partners om een poosje bewust met hun grenzen bezig te zijn, bijvoorbeeld door te registreren wanneer zij voelen dat hun grenzen

124

worden bereikt en wanneer deze worden overschreden. Vervolgens is het nuttig om te zoeken naar gedachten en gevoelens die de kans vergroten dat exen voor zichzelf opkomen als dat nuttig is. Het bewaken van grenzen is een eenzame kunst die men gezamenlijk beoefent. Een relatietherapie na een scheiding moet niet een eindeloos verhaal zijn. Tussen de vijf en de tien bijeenkomsten, liefst aan de hand van een draaiboek waar bovengenoemde thema’s in verwerkt zijn, moet genoeg zijn. Van belang voor het succes van de behandeling is in niet te onderschatten mate de bereidheid van ex-partners om tussen sessies door te oefenen met de stof die zij tijdens zittingen hebben leren hanteren en – natuurlijk – van de mate waarin de therapeut erin slaagt hen de noodzaak van dit oefenen te doen inzien. Relatietherapeuten zijn er in vele soorten en maten. GZ- ofwel gezondheidszorgpsychologen en psychotherapeuten hebben tijdens hun opleiding modules systeem- of relatietherapie gevolgd. Andere therapeuten hebben een opleiding gedaan bij de Nederlandse Vereniging voor Relatie- en Gezinstherapie. Er is geen opleiding voor ‘nahuwelijkse’ of scheidingstherapie, maar het strekt tot aanbeveling als een behandelaar ervaring heeft als relatietherapeut. Het belangrijkste criterium echter voor het aangaan van een therapeutische relatie is de ‘klik’ die therapeut en cliënten maken tijdens hun eerste ontmoeting. Als deze er niet is, kunnen exen beter verder zoeken naar een andere therapeut die hun beter ligt, zoals trouwens geldt voor welke therapie dan ook.

Cognitieve gedragstherapie Ook individuele therapie kan nuttig en succesvol zijn na een scheiding. De focus ligt dan minder op het vormgeven van een nieuwe relatie, als wel op de persoonlijke verwerking van de scheiding of op problemen die

125

zijn ontstaan ten gevolge van de scheiding. Te denken valt aan depressie, alcoholisme of drugsmisbruik, hechtingsproblematiek, een stressof angststoornis, zoals reeds is genoemd in hoofdstuk 2. Voor al deze stoornissen is gebleken dat in een zware vorm de combinatie van pillen en praten, ofwel medicamenteuze en gesprekstherapie, het beste helpt op de lange termijn. Voor lichte vormen van deze stoornissen, die het meeste voorkomen na een scheiding, volstaat een gesprekstherapie. De best onderzochte en voor deze en andere stoornissen de meest effectief gebleken vorm van gesprekstherapie is cognitieve gedragstherapie. Bij cognitieve gedragstherapie gaat het zowel om uiterlijk zichtbaar gedrag als om innerlijke processen (de cognitieve kant). Zoals in het eerste hoofdstuk uiteengezet, bestaan cognities uit gedachten, gevoelens en gedrag die elkaar wederzijds beïnvloeden. De term cognitieve gedragstherapie weerspiegelt een historische ontwikkeling. Eerst was er gedragstherapie, die ervan uitgaat dat mensen zich anders gaan gedragen door beloning en straf, daarna kwam er de aandacht voor gedachten en gevoelens bij. Men besefte dat de inschatting die iemand maakt van een situatie, dus wat iemand denkt en voelt, net zoveel bepaalt wat die persoon zal doen als datgene wat hij of zij in het verleden door beloning en straf heeft aangeleerd. Twee dingen zijn typerend voor cognitieve gedragstherapie: oefenen met ander, effectiever gedrag en gebruikmaken van inspirerende gedachten en gevoelens die leiden tot dat gedrag.

Voo rbeel d: het gedra gsex per iment van Jos Na zijn scheiding voelt Jos zich machteloos en uitgeblust, zoals hij het zelf noemt. Zijn vrouw is er met haar chef vandoor gegaan en nu zit Jos met twee jonge kinderen in een te duur huis. Hij moet werken voor twee om genoeg

126

inkomsten te hebben, in zijn eentje de kinderen te verzorgen en het huishouden te doen. Hulp van zijn moeder en van vrienden slaat Jos af, omdat hij liever niet wil dat zij zich zorgen om hem maken. ‘Dat doe ik zelf al genoeg.’ Ik vraag door: wat is het bezwaar eigenlijk, als mensen zich zorgen maken om hem? Jos antwoordt dat hij bang is dat mensen hem links zullen laten liggen, omdat ze hem een vervelende zeur zullen vinden als hij steeds om hulp komt ‘bedelen’. Jos is het wel met me eens dat het in zijn leven een stuk verlichting zou geven als zijn moeder, zoals zij graag wil, twee dagen per week op de kinderen zou passen en een buurvrouw af en toe zou koken voor zijn gezin. ‘Zou jij dat doen voor die buurvrouw, als zij het jou kwam vragen?’ vraag ik Jos. ‘O ja, meteen’, zegt Jos. ‘Ik zou me vereerd voelen als ze het aan mij vroeg. En ik zou het fijn vinden dat ik iets kon doen.’ Samen zetten we Jos’ gedachten en gevoelens op een rij. Aan de ene kant van het papier staat: – ik ben een vervelende zeur als ik om hulp vraag; – mensen zullen mij links laten liggen; – mensen maken zich zorgen om mij als ik om hulp vraag. Aan de andere kant staat: – het is een eer om mij te helpen; – het is fijn om iets te kunnen doen voor een ander. Op basis van deze twee rijtjes werkt Jos twee scenario’s uit, een negatief en een positief scenario. In het negatieve scenario gaat hij om hulp vragen bij de buurvrouw en wijst zij hem af; in het positieve scenario zal zij oprecht blij zijn met zijn verzoek. Als we deze scenario’s hebben doorge-

127

sproken, bespreken we hoe en wanneer Jos het volgende experiment gaat uitvoeren: aanbellen bij zijn buurvrouw en aan haar vragen of zij tijd heeft om volgende week een keer te koken. Vervolgens zal hij wat zich dan echt afspeelt vergelijken met zijn twee scenario’s. Als ik Jos twee weken later weer spreek, heeft hij inderdaad zijn experiment uitgevoerd. De buurvrouw reageerde heel emotioneel. Ze was in tranen uitgebarsten en had hem meteen binnen gevraagd voor een biertje. Aan haar keukentafel vertelde ze hem dat ze zich zorgen om hem maakte en dat ze met hem te doen had als ze hem zag zwoegen met volle boodschappentassen en twee kinderen op zijn fiets. Ze bood aan om meteen dezelfde avond voor hen te koken en om eens per week gezamenlijk boodschappen te doen en te koken. Dit was meer in overeenstemming met het positieve scenario. Het had Jos aan het denken gezet: misschien klopten gedachten als ‘ik ben een zeur’ en ‘mensen laten me links liggen als ik om hulp vraag’ niet met de werkelijkheid. Het was een opluchting voor hem om dit te ontdekken. ‘Ik kan me wel voor mijn kop slaan dat ik zoiets simpels niet eerder tot me heb laten doordringen.’

Mensen bewust maken van belemmerende gedachten en gevoelens, het opstellen van alternatieve gedachten en zogenaamde ‘gedragsexperimenten’ maken deel uit van bijna elke cognitievegedragstherapie. Het kost vaak enige oefening voordat mensen erin slagen om hun oude manier van denken te gaan betwijfelen en los te laten. Door ervaringen in het verleden hebben zij immers anders geleerd. Het opdoen van

128

nieuwe ervaringen is vaak de grootste stimulans, of beloning, om door te gaan op de nieuw ingeslagen weg.

Therapeutisch schrijven Dat schrijven helpt om tegenslagen te verwerken, is inmiddels uitvoerig aangetoond in gerandomiseerd en gecontroleerd onderzoek. Vooral James Pennebaker heeft onderzoek gedaan naar deze vorm van behandelen, die voor het grootste gedeelte neerkomt op cliënten zelf. Zij schrijven, zij doen het werk. De rol van de therapeut bestaat er vooral uit om uitleg te geven over het doel van schrijven en over de beste manier om dat aan te pakken. Er zijn grofweg drie fasen aan te wijzen bij het schrijven over schokkende, negatieve ervaringen zoals een scheiding, namelijk achtereenvolgens vrijuit schrijven, adviseren en afronden.

V ri j ui t s chr i j v en Tijdens deze fase schrijven mensen liefst regelmatig (twee of drie keer per week) gedurende korte tijd (20 minuten). Zij schrijven over het pijnlijkste aspect van hun ervaring. Dit kan een feitelijke gebeurtenis zijn, zoals het gesprek waarin hun partner toegaf te zijn vreemdgegaan. Maar het kan ook een pijnlijk gevoel zijn, zoals de machteloosheid van Jos uit het voorbeeld. Het schrijven gebeurt alleen, op de computer of op papier, en mensen schrijven alles op wat in hen opkomt. Zij hoeven geen chronologie aan te houden, niets uit te leggen en geen stijl vast te houden. Liever niet zelfs, omdat dit afleidt van het doel van de eerste fase, namelijk het uiten van hun emoties. Deze fase eindigt als mensen het gevoel krijgen dat ‘alles op papier staat’, hetgeen dagen maar ook weken of maanden kan duren.

129

A dv i s e re n De tweede fase begint met het herlezen van wat men heeft geschreven tijdens fase 1. Daarbij houden cliënten enkele vragen in hun achterhoofd: –

Wat heb ik geleerd van de scheiding?



Wat heb ik goed aangepakt tijdens de scheiding en daarna?



Wat zou ik anders doen met de kennis die ik nu heb?

Vervolgens schrijven zij nogmaals wat er is gebeurd tijdens de scheiding, maar dan in de vorm van een advies. Zij schrijven een advies aan zichzelf, dat zij in de toekomst kunnen lezen; of zij schrijven een advies aan een vriend(in) die aan het scheiden is; dit advies kan ook gericht zijn aan een imaginaire persoon. De cognitieve herstructurering die plaatsvindt door op deze manier te schrijven, stelt mensen in staat om afstand te nemen van het gebeurde en om een andere positie in te nemen als het gaat om hun eigen scheiding. Zij waren slachtoffer en zij worden adviseur.

A f r o nde n In de derde fase maken mensen een overzicht. Dit overzicht bevat de volgende elementen: de feiten, wat is er gebeurd?; de impact die de scheiding heeft gehad op hun leven en op hun emotionele huishouding; wat zij hebben geleerd van de scheiding en wat zij in de toekomst zullen vermijden of juist wel zullen doen om herhaling te voorkomen. Het product van de derde fase, die doorgaans korter duurt dan de twee voorafgaande fasen, is een keurig uitgeschreven of geprint, gestileerd en afgerond document. Dit document kan de vorm hebben van een overzicht of een samenvatting, maar ook van een brief. Deze brief kan men richten aan iemand die betrokken was bij de scheiding, zoals de ex-partner of de kinderen, of aan iemand die men respecteert en die men het hele verhaal wil vertellen. Het is niet noodzakelijk om deze brief ook daadwerkelijk te versturen. Soms is dat zelfs af te raden, bij-

130

voorbeeld als de rust die net is ingedaald er weer door zou worden verstoord. Het product van de derde fase kan goed dienen voor een of ander afscheidsritueel. Men kan het stuk begraven op een betekenisvolle plek, verbranden of van een brug gooien, of simpelweg opbergen met een strik eromheen. Zo’n rituele daad stelt mensen nog meer in staat om voor eens en voor altijd af te rekenen met de scheiding. Therapeutisch schrijven is vooral verstandig als het natuurlijke rouwproces na een scheiding is vastgelopen. Het verdient aanbeveling om het schrijven in te bedden in een (cognitieve gedrags) therapie. In voorgesprekken kunnen therapeut en cliënt het pijnlijkste moment of de pijnlijkste gedachten en gevoelens isoleren, zodat het rendement van het schrijven groter wordt. Bij gesprekken in de periode dat iemand schrijft, kan de therapeut meelezen en bijvoorbeeld aangegeven of iemand te veel vermijdt om over datgene te schrijven wat er echt toe doet. Ook kan de therapeut dan steun bieden als het schrijven te zwaar wordt, wat goed mogelijk is. Als vuistregel geldt: hoe zwaarder het schrijven is, hoe meer werk men verzet. Er is geen reden waarom cliënten dit zware werk in hun eentje zouden moeten doen.

Coaching Meestal associeert men coaching met het bedrijfsleven, omdat daar de meeste coaches zijn begonnen. Business coaching, het ondersteunen van mensen bij het nemen van zakelijke beslissingen, nam een hoge vlucht in de jaren negentig van de vorige eeuw. Maar daarna ontstonden executive coaching en personal coaching, coachingsvormen die meer gericht zijn op de persoon van de manager dan op zijn of haar beslissingen en strategieën. Tegenwoordig maken ook mensen buiten het bedrijfsleven

131

gebruik van coaches. Coaches hebben zich gespecialiseerd in allerlei levensgebieden en problemen, waaronder scheidingen. Meestal is een coachingtraject gericht op concrete doelen. In dit opzicht lijkt coaching op mediation, misschien vandaar ook de beide Engelstalige benamingen. In kader 5.1 staat vermeld wat mensen zoal leren tijdens een coachingtraject na een scheiding.

Kader 5.1 Waarbij kan coaching me helpen na mijn scheiding? – Hoe bepaal ik welke richting ik mijn leven uit wil laten gaan? – Hoe vergroot ik mijn netwerk, als dat ineens behoorlijk is uitgedund? – Hoe vergroot ik mijn sociale vaardigheden? – Wat zijn mijn sterke en mijn zwakke kanten en hoe gebruik ik die? – Welke competenties heb ik en welke moeten worden afgestoft? – Welke resources of hulpbronnen staan tot mijn beschikking en hoe boor ik deze aan? Er zijn veel meer kwesties en vragen die in een coachingtraject aan de orde kunnen komen en er zijn eindeloos veel manieren waarop coaches te werk gaan. Net als in therapieland is het aangaan van een coachingtraject een kwestie van trial and error: klikt het met de coach? Is deze persoon toegerust om jou met jouw specifieke problemen op weg te helpen? Het voordeel van coaching is dat een traject meestal niet lang duurt, tien bijeenkomsten is al veel. Bovendien kan het aantrekkelijk zijn voor mensen om een en ander aan vaardigheden aan te leren, zonder per se aan de introspectie en de ‘diepgraverij’ te worden blootgesteld die meestal worden geassocieerd met psychotherapie.

132

Hoe pik ik de draad weer op? Therapie en coaching zijn niet de enige manieren om de klap van een scheiding weer te boven te komen. De tijd heelt alle wonden, zeggen ze. En ook al is dat niet helemaal waar, toch is tijd in het voordeel van de aanhouder. Het verwerken van een scheiding duurt op zijn minst enkele jaren, maar op een dag kan het pijnlijkste en vervelendste tijdperk voorbij zijn. Je bent de scheiding niet vergeten, maar deze ligt wel achter je. De emotionele warboel wordt minder groot en de negatieve zelfevaluatie, het jezelf steeds maar weer de put in praten, slijt. Je merkt wat je hebt geleerd en ook al had je dat misschien niet willen leren, de kennis komt je later mooi van pas – of niet.

Zal ik mijn oude leven weer kunnen oppakken? Nee, helaas, dat zal niet gaan. Een scheiding is voor de meeste mensen een te intense en overweldigende ervaring om zomaar even in een holle kies van hun bewustzijn op te bergen. Door het proces van cognitieve herstructurering dat zij, hetzij door therapie hetzij door zelfstandig verwerken, doormaken, gaat nieuwe kennis deel uitmaken van een ander zelfbeeld en een ander wereldbeeld. Niets ziet er meer hetzelfde uit, degene die zij dagelijks in de spiegel zien nog het minst. Dat kun je ook winst noemen. Hoe meer levenservaring iemand heeft, hoe beter die persoon is opgewassen tegen de moeilijkheden die het leven onverhoopt daarna nog brengen zal. Zo iemand weet dat hij of zij een moeilijke tijd kan doorstaan. Zo iemand weet dat verdriet weer stopt. Zo iemand heeft geleerd niet te lang boos te zijn, omdat rancune een gif is dat de ziel verdort. Dan is het wel noodzakelijk dat zij of hij beseft zelf tenminste een flinke vinger in de pap te hebben gehad. Misschien was je te dom, misschien was je te slap, misschien was je te fel of te naïef of te voortvarend of te snel of te langzaam of wat dan ook, maar je was erbij en je maakte er

133

deel van uit. Jouw gedrag heeft mede de loop van de gebeurtenissen bepaald. Als je dat niet gelooft, kun je nooit meer echt leven.

Kan ik deze ellende in de toekomst voorkomen? Nee, alweer. Mensen stoten zich graag twee- en zelfs driemaal aan dezelfde steen. Tweede en derde huwelijken gaan vaker kapot dan eerste huwelijken. Niet het huwelijk is dan de steen des aanstoots, maar misschien wel de onderliggende problemen die telkens weer de kop opsteken. Er bestaat een hardnekkig geloof onder mensen dat zegt dat je ‘hard’ moet zijn als je met tegenslag wordt geconfronteerd en zelfs dat je de confrontatie telkens weer moet aangaan. Waarom eigenlijk? Lafheid is een ondergewaardeerd overlevingsmechanisme. Dus nemen mensen meteen een nieuwe vrijer, die alles wat de vorige heeft verpest weer goed moet maken. Dus weigeren mensen hun eigen aandeel onder ogen te zien en blijven zij haten tot op hun sterfbed. Dus zoeken mensen iemand die zwakker is dan hun vorige partner, opdat zij de strijd deze keer wel kunnen winnen, niet beseffend dat dit slechts een pyrrusoverwinning zal zijn. We zullen doorgaan! En we leggen de schuld eeuwig bij de anderen. Gelukkig zijn degenen die inzien dat zijzelf verantwoordelijk zijn voor hun daden. Die dat ook zo kunnen voelen. Mensen blijven niet bij elkaar omdat ze van elkaar winnen of omdat zij beter of slechter zijn dan anderen. Mensen blijven bij elkaar omdat ze er ieder voor zich voor zorgen dat ze hun eigen leven leiden. Misschien is dat wel ware liefde: elk moment het risico durven lopen op een scheiding. Liefde is leven op het scherpst van de snede. En soms gaat dat mis.

134

Samenvatting hoofdstuk 5 Relatietherapie na een scheiding is nuttig voor ex-paren bij wie het

verwerkingsproces

vastloopt,

waardoor

gemeenschappelijke

belangen zoals kinderen en financiën niet worden behartigd. Aan de orde horen te komen: rouwverwerking, systemische aspecten, onderhandelingsvaardigheden en grensbewaking. Naast relatietherapie is mediation handig, vooral om zaken te regelen die geen uitstel verdragen. Ook individuele therapie kan nuttig zijn, om te verwerken wat is gebeurd en om psychische schade te beperken. Cognitieve gedragstherapie, schrijftherapie en coaching bieden elk goede mogelijkheden voor herstel.

135

Lit e ra t u u r

APA (2000). Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, fourth edition, text revision, DSM-IV-TR. Washington DC: American Psychiatric Association. Barelds, D.P.H., Luteijn, F., & Arrindell, W.A. (2003). Handleiding Nederlandse Relatievragenlijst (NRV). Lisse: Swets & Zeitlinger. Brom, D., & Kleber, R.J. (1985). De Schokverwerkingslijst. Nederlands Tijdschrift voor de Psychologie, 40, 164-168. Chung, M.C., Farmer, S., Grant, K., Newton, R., Payne, S., Perry, M., Saunders, J., Smith, C., & Stone, N. (2002). Self-esteem, personality and post traumatic stress symptoms following the dissolution of a dating relationship. Stress and Health, 18, 83-90. Dronkers, J., Kalmijn, M., & Wagner, M. (2006). Causes and consequences of divorce: cross-national and cohort differences, an introduction to this special issue. European Sociological Review, 22(5), 479-481. Esterling, B.A., L’Abate, L., Murray, E.J., & Pennebaker, J.W. (1999). Empirical foundations for writing in prevention and psychotherapy: mental and physical health outcomes. Clinical Psychology Review, 19(1), 79-96. Fischer, T., & Liefbroer, A.C. (2006). For richer, for poorer: the impact of macroeconomic conditions on union dissolution rates in the Netherlands 1972-1996. European Sociological Review, 22(5), 519-532.

137

Gladwell, M. (2005). Blink. The power of thinking without thinking. New York: Back Bay Books. Gottman, J.M. (1998). Psychology and the study of marital processes. Annual 1998, 49, 169-197. Palo Alto: Annual reviews. Hackney, G.R., & Ribordy, S.C. (1980). An empirical investigation of emotional reactions to divorce. Journal of Clinical Psychology, 36(1), 105-110. Harbers, M.M. (RIVM), Beer, J. de (NIDI), & Verweij, A. (RIVM). Zijn er internationale verschillen? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, www.nationaalkompas.nl/Bevolking/Huishoudens, 15 april 2008. Laar, M.W., Cruts, A.A.N., Verdurmen, J.E.E., Ooyen-Houben, M.M.J. van, & Meijer, R.F. (2008). Nationale Drug Monitor. Utrecht: Trimbos-instituut. Lange, A. (1995). De IPOV (Interactionele Probleemoplossingsvragenlijst). Gedragstherapie, 28, 41-46. Lange, A. (2000). Gedragsverandering in gezinnen; zevende geheel herziene versie. Groningen: Wolters Noordhoff. Lorenz, F.O., Wickrama, K.A.S., Conger, R.D., & Elder, G.H. Jr. (2006). The short-term and decade-long effects of divorce on women’s midlife health. Journal of Health and Social Behavior, 47(2), 111-125. Maas, J., & El Barkany, L. (2008, Okt. 4). Een sluis tussen vader en moeder. Trouw. Rogge, R.D. (2003). An examination of the predictors of discord and divorce in the early stages of marriage. Dissertation Abstracts International: Section B: The Sciences and Engineering, 64(1-B), 429. Veeninga, D. (2008). Het nahuwelijk. Amsterdam: Augustus. Ven, J.-P. van de (2005). Omgaan met relatieproblemen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

138

Ven, J.-P. van de (2008). Ruzie in de tent – waarom ruzie maken gezond is en confrontaties mijden niet werkt. Zaltbommel: Haystack. Ven, J.-P. van de, Schrieken, B., & Lange, A. (2000). Ruzie met je partner – en wat je eraan kunt doen. Amsterdam: Nieuwezijds Uitgeverij. Ven, J.-P. van de (2007). Moeten we wel vrienden blijven? Echtelijke verhoudingen na de scheiding. Best Life, nr 2. Amsterdam: WP Sportmedia. Ven, J.-P. van de (2007). Mijn liefje, mijn hartje, je maakt me zo gelukkig – schrijven als therapeutisch gereedschap bij partnerrelatietherapie. Systeemtherapie, 2. Vos, C., Ven, J.-P. van de, & Donders, S. (2008). Scheiden – met je ex toch samen goede ouders. Amsterdam: Spectrum. Waal, F. de (2005). De aap in ons. Waarom wij zijn wie we zijn. Amsterdam: Uitgeverij Contact. Wade, L.D., & DeLamater, J.D. (2002). Relationship dissolution as a life stage transition: Effects on sexual attitudes and behaviors. Journal of Marriage and Family, 64, 898-914. Wagner, M, & Weiss, B. (2006). On the variation of divorce risks in Europe: findings from a meta-analysis of European longitudinal studies. European Sociological Review, 22(5), 483-500. Williams, J.S. & Siegel, J.P. (1989). Marital disruption and physical illness: the impact of divorce and spouse death on illness. Journal of Traumatic Stress, 2(4), 555-562.

139

Meer informatie Mediation: www.allesoverscheiding.nl Cijfers over scheiden en gezondheid: www.cbs.nl Scheidingsdemografie van Europa: www.ec.europa.eu/eurostat David Schnarch en Ruth Morehouse: www.passionatemarriage.com Nederlands Instituut van Psychologen: www.psynip.nl Nederlandse Vereniging voor Relatie- en Gezinstherapie: www.nvrg.nl Veel en goede informatie over scheiden: www.echtscheiding-specialist.nl

140

Ove r d e au te u r

Jean-Pierre van de Ven is psycholoog en zelfstandig gevestigd relatietherapeut in Amsterdam. Daarnaast is hij als systeemtherapeut verbonden aan Arkin, Amsterdam, en coacht hij bedrijven middels consulten en workshops (www.jeanpierrevandeven.nl). Hij schreef vijf boeken over ruzies en relatieproblemen, publiceert columns over relaties (Mindmagazine, Volkskrant Banen), artikelen en essays.

141

Ra a d van ad v i e s

D r. M a r t i n A p p e l o Gezondheidszorgpsycholoog, hoofd wetenschappelijk onderzoek GGz Groningen. Drs. Ron van Deth Psycholoog en publicist, onder andere verbonden aan het Europees Instituut voor Educatie in Staverden. Drs. Annette Heffels Psycholoog en psychotherapeut, columnist en auteur van vele boeken op het gebied van de psychologie. Drs. Joke Kragten Gezondheidszorgpsycholoog, als therapeut werkzaam bij Altrecht, divisie stad Utrecht. P r o f . d r. W a l t e r V a n d e r e y c k e n Hoogleraar psychiatrie aan de Katholieke Universiteit Leuven en hoofd van de afdeling directieve therapie in de Psychiatrische Kliniek Broeders Alexianen te Tienen, België.

143

Drs. Jean-Pierre van de Ven Psycholoog en psychotherapeut, zelfstandig gevestigd te Amsterdam. Tevens werkzaam als systeemtherapeut bij Arkin GGZ te Amsterdam, afdeling klinische psychiatrie.

144

Re e ds v e r s c h e n e n t i t el s

1.

Joke Kragten, Leven met een manisch-depressieve stoornis, ISBN 978 90 313 3432 2

2.

Fred Sterk en Sjoerd Swaen, Leven met een paniekstoornis, ISBN 978 90 313 3561 9

3.

Fred Sterk en Sjoerd Swaen, Leven met een dwangstoornis, ISBN 978 90 313 3562 6

4.

Ed Berretty, Leven met een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis, ISBN 978 90 313 3877 1

5.

Joke Kragten, Leven met een sociale fobie, ISBN 978 90 313 3878 8

6.

J. Hoevenaars, Leven met een fobie, ISBN 978 90 313 3911 2

7.

Y. Meesters, Leven met een winterdepressie, ISBN 978 90 313 3912 9

8.

Ed Berretty en Kees Korrelboom, Leven met een ontwijkende persoonlijkheidsstoornis, ISBN 978 90 313 4091 0

9.

Sjef Peeters en Karel Klumpers, Leven met assertiviteitsproblemen, ISBN 978 90 313 4193 1

10.

Jenny Palm, Leven na een beroerte, ISBN 978 90 313 4200 6

11.

Joke Kragten, Leven met een depressieve stoornis, ISBN 978 90 313 3981 5

145

12.

Fred Sterk en Sjoerd Swaen, Leven met een piekerstoornis, ISBN 978 90 313 4320 1

13.

Alexandra de Bruijn-Kofman, Leven met chronische pijn, ISBN 978 90 313 4273 0

14.

Ard Nieuwenbroek en Piet Gieles, Omgaan met rijexamenangst, ISBN 978 90 313 4345 4

15.

Martin Appelo, Leven met een psychotische stoornis, ISBN 978 90 313 3979 2

16.

Pieternel Dijkstra, Omgaan met ziekelijke jaloezie, ISBN 978 90 313 4384 3

17.

Tom Mutsaerts, Gezond omgaan met gewoontes, ISBN 978 90 313 4451 2

18.

Ed Berretty, Leven met een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis, ISBN 978 90 313 4581 6

19.

Josephine Giesen-Bloo, Leven met een borderline persoonlijkheidsstoornis, ISBN 978 90 313 3563 3

20.

Peter Daansen, Leven met obesitas, ISBN 978 90 313 4392 8

21.

Pieternel Dijkstra, Omgaan met hechtingsproblemen, ISBN 978 90 313 4622 6

22.

Jan van den Berg, Cindy Boon en Laura van Bergen, Omgaan met rijangst, ISBN 978 90 313 4474 1

23.

Jean-Pierre van de Ven, Omgaan met relatieproblemen, ISBN 978 90 313 4475 8

24.

Agnes Scholing en Pascal Wolters, Leven met een antisociale persoonlijkheid, ISBN 978 90 313 4476 5

25.

Jolien Fox en Mieke Zinn, Leven met een alcoholprobleem, ISBN 978 90 313 4393 5

146

26.

Martin Appelo en Kees Korrelboom, Leven met identiteitsproblemen, ISBN 978 90 313 4808 4

27.

Jan van den Berg, Marieke Krämer en Laura Grootaarts, Omgaan met hoogtevrees, ISBN 978 90 313 4629 5

28.

Martine Delfos en Marijke Gottmer, Leven met autisme, ISBN 978 90 313 4821 3

29.

Sandra van Gameren, Leven met een psychisch zieke ouder, ISBN 978 90 313 4831 2

30.

Alexandra de Bruijn-Kofman, Leven met chronische hoofdpijn, ISBN 978 90 313 4846 6

31.

Fred Sterk en Sjoerd Swaen, Omgaan met studiefaalangst, ISBN 978 90 313 4914 2

32.

Arnold van Emmerik en Ed Berretty, Leven met een trauma, ISBN 978 90 313 4955 5

33.

Jaques van Lankveld, Omgaan met een seksueel probleem, ISBN 978 90 313 5067 4

34.

Anita Jansen en Hermien Elgersma, Leven met een eetstoornis, ISBN 978 90 313 5018 6

35.

Sjef Peeters, Leven met angst voor ernstige ziektes, ISBN 978 90 313 4627 1

36.

Bart Verkuil en Arnold van Emmerik, Omgaan met stress en burnout, ISBN 978 90 313 4391 1

37.

Jaap Spaans, Omgaan met chronische vermoeidheid, ISBN 978 90 313 5223 4

38.

Frans Hoogeveen, Leven met dementie, ISBN 978 90 313 5087 2

39.

Martine Delfos en Marijke Gottmer, Leven met autisme, (tweede, herziene druk) ISBN 978 90 313 5325 5

147