Twentse Grammatica [PDF]


156 76 8MB

Dutch Pages [47] Year 1978

Report DMCA / Copyright

DOWNLOAD PDF FILE

Table of contents :
00 a
00 b
00 c
00 d
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
Inlegvel

Twentse Grammatica [PDF]

  • 0 0 0
  • Gefällt Ihnen dieses papier und der download? Sie können Ihre eigene PDF-Datei in wenigen Minuten kostenlos online veröffentlichen! Anmelden
Datei wird geladen, bitte warten...
Zitiervorschau

Twentse Taalbank

A.H. ENK LAAR

TWENTSE GRAMMATICA

- - - - -................. Enschede 1978

·- - -

Twentse Taalbank

Twentse Taalbank

A.H. ENKLAAR

TWENTSE GRAMMATICA

Enschede 1978

Twentse Taalbank

Aan mijn MOEDER van wie ik mijn taal leerde.

Oplage

100 ex.

Niets uit deze .uitgave mag worden vermenigvuldigd en/ of .openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotografie, fotocopie, microfilm, of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de schrijver. Adres

A. R. E.

Pieterskerkhof 4c __ LEIDEN

u

Twentse Taalbank Voorwoord.

Het voor U liggende werkje biedt niet de eerste grammatica van het ~Nents.Al eerder hebben Gallée,Ribbert,Bezoen,Wanink, Nuytens en Entjes zich met de taalregels in het Twents beziggehouden,zij het altijd terloops als deelstudie en niet als hoofddoel van hun werk.Dat was al een reden om een nieuwe grammatica uit te brengen: het geven van een vollediger overzicht van de belangrijkste Twentse grammaticale verschijnselen. Al de bovengenoemde "grammatica's" hebben bovendien deze eigenschap gemeen dat zij bedoeld zijn als beschrijving,verslag, inventarisatie van geöbserveerde taalverschijnselen.Meestal gaan , zij niet verder dan een ordening van taalfeiten en een su.m.."'D.iere verklaring.Zij dienen de taalonderzoeker bij zijn vergelijkend en taalhistorisch onderzoek.Deze grammatica heeft een ander doel: de . gebruiker niet alleen een schaa l grammaticale verschijnselen voor te zetten,maar hem ook zelf te leren koken, hem in sta a·t te stellen deze mechanismen zelf te hanteren.Een leergrammatica dus.1 Geen enkele van de bovengenoemde gr~~atical~ studies is hiervoor echt geschikt.Een leergrammatica eist i~~ers een grondige verklaring van de werking der taalmechanismen,om de toepassing hiervan mogelijk te maken.Vanzelfsprekend is wel gretig gebruik gemaakt van het vele werk da t reeds door anderen verzet is. Voor U ligt een grammatica van het Twents,niet bijv. van het Haaksbergens of het Oldenzaals.Dit betekent dat ik niet de beschrijving van de taalregels in één bepaalde marke of stad geef.Ik heb getracht uit alle delen van het Twentse land zo zuiver (dat is bijna synoniem met "oud") mogelijke taalelementen bijeen te garen en hieruit een grmlli"'D.atica te bouwen.Er is enige speling gelaten om plaatselijke verschillen de vrijheid te geven. In de Middeleeuwen was het Saksisch (of Middeln~erdui ts) nog een ~an de belangrijkere talen van Europ~,gesteund door de economische kracht van de Hanze.Toen in de 16 eeuw het politieke toneel veranderde nam de aantasting van het Saksische taa lgebied een aanvang.Vier eeuwen Hoogduitse en Nederlandse taalexpansie zijn . voorbijgegaan en hebben duidelijke sporen achtergelaten. Niettemin kunnen we in het geval van het Twents zeggen dat omstreeks 1900 alleen de bovenlaag en een deel van de stadsbevolking in ernstige mate vernederlandst waren. Nu staat het ~nents op uitsterven.Veel mensen kennen niet meer dan een onzuiver tussentaaltje,als gevolg van de voortdurende taaldiscriminatie die hen in de richting van het Nederlands drijft,en de onzekerheid wat "goedn en wat niet 11 goed" Twents is.Zo spreken de oude mensen nog van "sukker" (Nl.suiker),een groot aantal jongere mensen hoort men "süker" zeggen en verbazen zal het mij niet als het volgende geslacht -nietsanders kent dan "söjker".Dit is maar één voorbeeld van wat zich in alle delen van de Twentse grammatica voordoet. Dez~ grammatica hoopt meer inzicht te geven in de vraag wat zuiver ~vents is.Moge het een steunpunt in de Twentse ta~lstrijd ·zijn!Het is laat,maar we kunnen nog voorkomen dat onze taal uitsterft.Laten we trachten zo goed mogelijk Twents te spreken,of,als we het (nog) niet meester zijn,trachten het te leren.

-J-

Twentse Taalbank Ik ben mij ervan beYvust dat deze grammatica alleen al door zijn beknop theid onvolmaak t is.Het een en ander zal bij gebruik of onderwijs wel aan den 2 dag tre den. Aanmerkingen en suggesties zijn da n ook zeer welkom.Tot slot wil ik Henny Engelbertink en Ton Kolkman ha rtelij k be danken voor hun hulp en het vele da t ik van hen gele e rd heb. Twekkelo, 31 december 1977.

A. Ho ENKLAAR

1. Het n i v eau van deze gr ammatica 1 ~ wa t verzwaard do or he t bepe r k t hanteren van linguistischc be grippen. Di t lee k mij vo or e en moderne sraremutica te r echt vuar digen . Aêhte r i n vindt men e en Verlda ring van Tekens en Woor den toegevoegd. Met wegl a t ing van de moe i lij ke h oofdstukken Taal en Fonemen kan deze grm~~atica echte r best in de h oge re klasoen van de middel bare school wor den gebruikt . 2. Men schrij ve naar Pieterske r khof 4. c ,Le iden.

-1-

Twentse Taalbank I NLEIDING. Dit boek je beoogt de beschri jving te geven van de taalregels (gramma tica) van het Twents.Het Twents def ini ë r en we al$ de van het Standaard Nederlands3 afwijkende vorm van taalgebruik in de landstreek Twente4.Het Twents is een Nieuwsak sis ch di alec V:Het maakt deel uit van een uitgestrekte taalgroep die men gewoonli j k de naam Nederduitse of Saksische taalgroep geef t.De twe e de benaming ve r di ent ons inz i ens de voorkeur omdat maar al t e vaak . (vooral vroeger) met Nederduits ook "Nede rlands " bedoeld wordt . (bijv. het beroemde ·"Twe-spraack van .de Nederduitscha Lett erk on st" van Spiegel en Coornhert,en Johan Winkler•s "Algemeen Nederduit sch en Friesch Dialect icon",het eerste Nederlandse wetenschappeli j ke werk over dialectkunde).Daarbij komt dat de term "Nederduit s 11 betrekkelijk vaag is:Hij grenst zich wel du i deli j k af tegen het Hoogduits maar nie t t e gen het Nederlands, t erwijl wi j j uist ook die laa tste scheiding van belang achten. De Saksische taalgroep beslaat de volgende gebieden:Het mer endeel van Groningen,Drente en Overij s sel,het zuidelijk deel van Friesland,Noord-Oost Gelde r l an d,We s t falen,Brunswi jk,Hannover,Ol den burg,Oost-Friesland,Bremen,Hamburg,Lübeck ,Holstein,Mecklenburg , Pommeren,Brandenburg, Nede rpruisen.

oK

K 0

k I.

00

I I

I

....r-lS , El

I

;-

\ (

I

t (l 1._)

'

I

\ ... _,•"

M



o5

I

oa

M

8 0



~oe

oe

'\

A .. K

00

o.,

"

~

, •;

N 0

..... I

oa

0

...

' )S

0 c O&CJ

'"\

,, l

ol

0

D

0 I

I'"

, ,,' I

~

0

-.... . , ....

nQ.~r

Foe ... s\:.e

3. =SN, z ie ve r klar ing tekens en woorden. 4. Daze defini tie gaa t ui t e r aard mank : er zi jn ook Twentse t aal el ement en di e geheel hetzelfde z ijn al s i n he ·t SN . De ze z i j n voo r ons doel echter niet zo inter easant. We zullen doze defi nitie a l l een bli jven gebruiken omdat we geen bete r e h ebben. 5. =locale variant van een a tanda ardtaal

-3-

Twentse Taalbank Momenteel krimpt het Saksische gebied langzaam maar zeker in,vooral in het zuiden.Immera ·zowel in Duitsland als in Nederland dringt de staat aan alle burgera ·de landstaal op (slechts voor het Fries wordt een uitzon de ring gemaakt) • 6 De Saksische taalgroep kent een grote geografische en historische verscheidenheid.Voor geografische verscheidenheid hoeven we maar naar ons eigen Gronings,Drents,Twerits of Achterhoeks te kijken om duidelijke verschillen waar te nemen.Het onderstaande kaartje van . Prof. Heeroma geeft aan welke groepen er in de _Nederlandse Saksische dialekten b.estaan en met welke dialekten aan de overkant van de grens zij overeenkomen.Het Twents is een broertje van het Bentheiros en het Westmünsterlands (verschillen zijn miniem) en behoort samen daarmee tot het Westfaals,terwijl het Gronings toevalt aan het ·Noordsaksisch.

(•

___, ...., ... ___ _

,

--,

..

',

' ... _, /',

-'

\

I

't

I

,-'

\

I

--.....'l_, __J,-

1

.~

''... ,

,, ".,-,,

I

_,,

De Saksische taalgroep heeft een 1ange geschiedenis,langer dan die van het Nederlands of het Fries.De oudste vormen van Saksisch taalgebruik die ons overgeleverd zijn dateren uit de negende eeuw en noemen we Oudsaksisch.Het wordt in verband gebracht met het Germaanse volk der Saksen en . ontleent zijn naam daqraan,maar de precieze verhquding tussen dit volk en de Oudsaksische taal is uitermate onduidelijk.We doen er dan ook het beste aan de ter.m "Saksisch" slechts als een taalkundig etiket te gebruiken . ·vanaf ongevee-r 450 na Christus hebben een aantal Saksisch s pre.kende stammen van de Noordzeekust zich samen met Angelen en Juten in Engeland gevestigd en na enige tijd qe heerschapl'ij van 6.0ostwaarts a chter het Ijzeren gordijn is de to eatand voor ons orduidelijk.

Twentse Taalbank de inheemse Kelten overgenomen (oorsprong van de Arthur-verhalen). De heerschappij van deze Angelsaksen heeft geduurd tot 1066 toen Willem de Veroveraar het Normandische koningshuis vestigde,en gezorgd voor de Westgermaanse taalelementen in het hedendaagse Engels .7 De Oudsaksische literatuur omvat een epos over het leven van Jezus,de Heliand( Heiland),een slechts gedeeltelijk bewaard verhaa l over de schepping van de wereld,d~ Genesis,beiden een vrije bewerking van de Bijbel,alsmede een aantal kortere fragmenten.Het Oudsaksisch is geen eenvormige taal,maar vertoont verscheidene locale varianten,afhankelijk van de plaats van optekening.De meeste handschriften zijn bewaard in Duitse kloosters,waar ze echter niet noodzakelijkerwijs ook geschreven hoeven te zijn.We kunnen slechts het spoor volgen naar de rijpe Middeleeuwen waar de taalgeschiedenis duidelijker wordt. Vanaf het midden van de 12e eeuw begon de Saksische taal zich uit te breiden.Grote delen van de Noordzeekust en Oostzeekust , Oost-Friesland,Me cklenburg ,Pommeren,Pruisen (later ook Groningen), werden aan het Saksische taalgebied toegevoegd ten koste van Friezen en Slaven.Saksisch sprekenden begonnen in deze tijd een levendige handel over zee.Weldra ontstonden er handelsstadjes,die zich aaneensloten tot een bond,de Hanze,hetgeen een uitz on derlijk groot economisch succes opleverde.De Hanze werd een macht van belang in West-Europa.De Hanzekooplui en steden schreven in hun eigen Saksische taal,niet in het Hoogduits.Hun vorm van Saksisch was uiteraard verder ontwikkeld dan het Oudsaks isch.Evenals bij andere talen lijkt het ons derhalve gepast het Saksische t aalstadium na 1200 en tot het einde der Middeleeuwen Middelsaksisch te noemen.Men was zich trouwens ook bewust van de taa lkûndige verwantschap met het Oudsaksisch en gebruikte voor de eigen ta~l de naam "sassesch"(naast andere benamingen). Het Middelsaksisch werd niet alleen gesproken en geschreven 8 in de Hanzesteden,maar in gehe el Noord-Duitsland en Oost-Nederland. In Twente hebben wij bijvoorbeeld Middelsaksische oorkonden uit Oldenzaal,Ootmarsum en Almelo.Om economi sche redenen waren de Hanzesteden aan de Noordzee- en Oostzeekust de belangrij k ste uitstralingspunten van het Saksisch.Door hun wijdse handelsbemoeiingen was het Middelsaksisch in gebruik in de kanselarijen van Rusland tot Vlaanderen.Het Middelsaksisch is vooral aangewend tot geschiedschrijving,wetgeving en rij k religieus proza en poäzie, terwijl we niet dienen te vergeten dat het oorspronkelijke verhaal van de schelm Tijl Uilenspiegel uit het Saksenland stamt. Toen het in de 16e eeuw met de Hanze bergafwaarts ging kwam ook het Saksisch in het nauw.Er werd nauwelijks meer iets geproduceerd van literair niveau in de tijd die volgde.Het Hoogduits drong op naar het Noorden,vooral v ia Berlijn en de Hohenzollerns,en a an de andere kant was Holland bezig met zijn economische en culturele expansie.Weliswaa r heeft de Saksische literatuur na 1800 wee r een niêuw begin gekend (met als grote man Fritz Reuter),maar a ls geb ruikstaal werd he~ Saksisch steeds meer verdrongen door de concurrerende landstalen. In de noordoostelijke uithoeken van ons land is echter nog wat over van de Saksische taa l.Overeenkomstig gebruikelijk is bij andere talen zullen we dit na-middeleeuwse stadium van het Saksis ch Nieuwsaksisch noemen.Door het ontbreken van een standaa rdtaal wordt vaa k en ten onrechte aan het Saksisch de status van taal ontzegd.De verschillen met Nederlands en Ho ogduits ,de interne overeenkomsten,en de lange eigen 9 taalgeschiedenis rechtvaardigen echter dat het Saksisch als onafhankelijke taalgroep gezien -C"-

Twentse Taalbank wordt.Helaas is door de huidige staatkundige scheiding de eenheid verder dan ooit verwijderd. 7.0vereenkomsten tussen het hedendaagse . Engels en Saksisch zijn dan ook niet verwonderlijk (bijv. old ,wegvallen van r). 8.In elk geval werd vanaf - ongeveer 1200 - in Oost-Nederland een Saksisch dialect gebr..tikt,hoewel in de ges-chreven stukken ook westerse invloed te bespeuren valt.Er hee.::-st een cuntrov~rse onder de vakgeleerden over de zgn. Westfaalse Expansie (Heero!,:a ) .He croma stelt da t het :::aksisch pas vanaf 1200 Twente binnen is eekomen door de culturele uitstral1ng van Westfulen.In ·elk geval (en dat is voor onze erarr~tatica van belang) hebben we te doen met het feit dat het huidige Oostnederlands Saksisch is.Heero:na's theorie benadrukt nog eens de banden van het Oostnederlands met de reot van het Saksische taalgebied. 9. Vgl. Van Loey,l\~j_ ddelneàerl:mdse Sprno.kkunot, blz. 5

Taal. Onder taal . verstaan we die menselijke spraakklanken welke een bepaalde boodschap (in de ruimste zin van het woord) kunnen overbrerigen1~Taalklanken zijn dus een soort tekens.Deze klanken worden niet in de wilde weg en elke keer verschillend voortgebracht maar zijn gekenmerkt door een duidelijke systematiek,in uitspraak en ordening.Zou deze systematiek ontbreken dan zou het onmogelijk zijn elkaa r in een taal te begrijpen,eri daar contact met anderen het voornaamste doel van ·taal is,zou zij zinloos zijn. . Klanken gerangschikt in een vaste volgorde in klankgroepen (ook wel taàlbouwsels genoemd) verwijzen voor de taalgebruikers naar een bepaalde gedachteninhoud.Gewoonlijk worden verwijzingen naar verschillende gedachteninhouden weergegeven met verschillend gerangschikte of opgebouwde taalbouwsels11.Met de klankgroep x~t (gat) duiden we in het Nederlands een opening of holte aan; niet e en huisdier uit de familie der Felidae,want daarnaar verwijzen we met de klankgroep k~t (kat).Zo kan verschillend gebruik van klanken verschillende taalbouwsels van elkaar doen onderscheiden. Niet alle taalklanken dragen bij tot het herkennen en onderscheiden van taalbouwsels.Individuele sprekers of groepen kurillen in een woord een klank anders uitspreken,zonder dat ze verschillende dingen bedoelen.Zo kan de bovengenoemde klankgroep x~t (gat) door iemand van beneden de grote rivieren uitgesproken worden als cOCt (de zgn. zachte g),terwijl hij toch hetzelfde bedoelt als door x~t uitgedrukt wordt.Ook kent men in het Nederlands twee r-klanken,de brauw-r en de rollende r,ma ar het gebruik van een van beiden hangt af van de voorliefde van de spreker en onderscheidt geen taalbouwsels.Bij het begrijpen van een taal richten we onze aandacht voornamelijk op de wezenlijke spraakklanken. De kleinste klankeenheid die het verschil tussen taalbouwsels bepaalt heet een foneem.Fonemen zijn de basisklanken van een taal. Zo zijn a (stomme e) en n bijvoorbeeld twee fonemen.Losse fonemen hebben vaak geen betekenis,verwijzen niet naar een bepaa lde ged&chteninhoud.De kleinst~ klankeenheid die betekenis heeft heet

-i>-

Twentse Taalbank een morfeem.Bijvoorbeeld ~n (-en) is een morfeem (o.m. een uitgang meervoud van ZNW).Dat wil nog niet zeggen dat een morfeem als zelfstandig en verwisselbaar taalelement hoeft voor te komen.De kleinste klankeenheid die een betekenis heeft en zelfstandig kan voorkomen is een woord.gat-en is een woord,samengesteld uit U1ee morfemen.Zijn de kleinste bouwstenen van een taal,fonemen eri morfemen niet altijd even duidelijk te herke:nnen,dat taal opgebouwd is uit woorden kunnen we allen vrij gemahlcelijk inzien. Deze grammatica zal beginnen met een beschrijving van het foneemsysteem van het Twents en vervolgens de woordsoorten behandelen,waarbij de woorden in morfemen ontleed zullen worden.Voor de woordsoorten is de oude indeling toegepast, daar deze -tot nu toe de meest bruikbare is12• . 1.zelfstand.naamw. 2.bijvoegl.naamw. 3.telwoord 4~werkwoord

5.lidwoord 6.voornaamwoorden 7.bijwoord 8.voorzetsel 9.voegwoord 10.tussenwerpsel

ZNW

BNW TW WW LW VNW BW V'll

vw T

J

rijke morfologie en productiviteit

J

beperkte morfologie,geen productiviteit.

]

onverbuigbaar;vrijwel geen productiviteit;alleen te beschrijven op ~asis van syntaktische valentie.

Daarna zullen de regels behandeld worden die gelden voor het rangschikken van woorden in het grotere geheel van de zin.

10.Het is een strijdvra:-.g of kirren,brommen, of andere dergelijke menselijke geluiden ook tot de taal behoren.Wij men en van wel,omdat z ij ook een boodschap over kunnen brengen,hoewcl een zeer eenvoud.igc.Zij zijn in z overr e tar~ l al:J zij naa r een ge d2..chtepinhoud vc rw i j zen en duar zij vcrwijzen naar zeer eenvoudige gednchteninhouden,kunnen zij &en zee r eenvoudige vorm VWl taal genoemd worden. 11.U i tzonderingen z !..1n na tuurl i.jk: homonymen: gelij ke klunkgroe:pen,::~anr ongel ijke verwijzing; synonymen: gelijke vervnjz~ng,maar verschillende klankgroepen. 12.0verg. uit Van den Toorn,Nederlandse Grammatica,Groningen (19753).

-7--

Twentse Taalbank KLANKLEER Fonemen van het Twents~ 3 Het TV;ents bezit de volgende fonemen : klinkers:

1~/,/a/,(/à/,/à:/)

m~n, v~der,

/e/,/a/,/ö/

s~rte,wilkümst~,döse.

/'ë/,/t:/

l~ch,mänen.

1~/,/o:/,/o/,/o/

k2E,skaä~,gr~ve,1Ûch.

/ü/,/u/

vüür, sk:Ûlir.

/1\/,/1\:/ /I/,/i/

höltink,nregens.

( hàrte, vàke )1.4-

wich,diik.

gerangschikt naa r lang en kort: 'a.

I

" ~

0"

open half-open half-gesloten gesloten

kort

'a:

Q.~}

é:

/\:

'0:

e

ö

0

i:

ü: U: lang

OpmerkL1gen : -De fonemen /à/ en /'a:/ vormen een probleem.Zij komen veelvuldig voor in het werk van de dichteres Johanna van Buren,maar ik ben er niet zeker van of zij op het ogenblik in het Twents nog functioneel zijn. . -sommigen zien de a -klanken in het Nederlandse "zullen" als twee afzonderlijke fonemen,vanwege hun verschillend gëbruik.Zie va Bèrg. -Het onderscheid tus~en de o's in de Nederlandse woorden bot en bod is zo ~oed als weggevallen.Het Twents bewaart deze tegenstelling nog: but en bod klinken duidelijk verschillend.De o van bod is als in het Nederlands.De Ü van but is de verkorting van de lange o in boot.Zoals men in bovenstaande tabel kan zien is de û (jo/) ~eslotener dan de o (/o/).De u lijkt vaak lichtelijk op de ûû (/u/) van bliur. Voor een rij opposities /o/ : 1~1 zie Bezoen 1938 pa r agr aaf 5-.medeklinkers:

/t/,/d/

/1/ ,/m/ ,/n/ ,/t.J / /v/,/w/,/f/ /b/,/p/

/k/,/x/ /r/,/s/,/z/ /h/,/j/

net als in het Nederlands.

-a-

Twentse Taalbank 13.Voor het schrijven van de !onemen is gebruik gemaakt van de inte rnationale fonetische spelling. 14.Voor de Saksi sche spelling zie volgende hoofdstuk •

Spelling.



Schrijven is de weergave van spraakklanken door middel van letters.Om elkaar goed te kunnen begrijpen spreekt de taalgemeenschap af bij het schrijven bepaalde re ge ls in a cht te nemen.Zo een afspraak over de schrijfwijze noemen we spelling.Daar het Twents evenals de andere Saksische dialecten gebruik maakt van andere en meer spraakklanken dan het Nederlands is de Nederlandse spelling ook niet goed toepasbaar op het Saksisch. In deze gramma tica is de Vosbergenspelling gebruikt,die werd vastgesteld op het tweede Nedersaksische Symposion op het huis Vosbergen in Groningen in 1956.Deskundigen uit Nederland . en Wes tDuitsland hebben toen een algemene verantwoorde spelling voor het Nieuwsaksisch opgesteld~5 16 voorbeelden klank letter ;~;

a

gesl. lett.gr.

jak, bakker.

/a/

a

maken,vake,w~ter.

aa

open lett.gr. gesl.lett.gr.

/e/

e ee

open lgr.met accent gesl.lett.gr.

kl~re,r~fel,l~en .

/a/

e ü

open lgr.zonder acc. gesl.lgr. met accent

höögte,gemakkelek.dün, stük.Ke. - -

/ö/

ö öö

open lett.gr. gesl.lett.gr.

vören,böke. voör,betöBn.

/el

e

gesl.lett . gr.

hen,l~ch,m~sseln,delle.

ä

open lett.gr. gesl.lett .. gr.

mäken,mänen ,läven.

ää 0

gesl.lett.gr.

holt,kE,rtens . la~k,g~,ma~d.

/E :/

heed,kl ee d,d~r.

kTään,k~nnighaäd.

/:J/ /:l :/

a

/ö/

u0

open lett.gr. gesl.lett.gr. gesl.lett.gr.

/o/

0 00

open lett.gr. gesl.lett.gr.

book,m~s.

ü

open lett.gr. gesl.lett.gr.

vu~r, m~r.

u

üû

open lett. gr. gesl.lett.gr.

buur, huus.

/A/

ij

gesl.lett~gr.

lös,hee schöt.

/A:/

ca

/ü/ /u/

0

a~

üü 0

if sta&~ave~ds,baven.

buk , bli t , u..-o •

-

- --

te h_srye,kE,,strE,. lüse,küven. TT'·· ~..

sü~en,bliten,klise.

-

sk~e ,ncelen,m~.

-9-

·

kaant, baank.

Twentse Taalbank

/I/

i

gesl.lett.gr.

pi t,midden. ·

/i/

i i i

open lett.gr. gesl.lett.gr.

kiken,migen,s~el.

s:kiir,liik.

Tweeklanken: ai,aai,oi,~~i,ei,Ûi(~~i!)~8i,ä~i,ie(Ned.ieë),aü,oü etc. de tweeklank van ii (/ij/; .wordt geschreven y.Verder öw,üw,iiuw,eeuw,iw. Medeklinkers: Gelijk aan Nederlands en Duit s,met de volgende bepalingen: In plaats van s en z wordt alleen s gebruikt: seen,läsen versetten,sak. Aan het woordbegin staat v: vader,voot (vgl. Duits Vater,Fuss). In de werkwoordsvervoeging geen onnodige medeklinkerverdubbeling : vgl. Duits Er kommt,stellt,nennt. h's die dienen voor klinkerverlenging zijn onnodig geworden : vgl. Duits sehr,führen,gewöhnlich. Alleen het eerste woord van.de zin en eigennamen krijgen een hoofdletter. Het is niet gewenst a lle klankeigenaardigheden in het schrift weer te geven .Dus niet:loopn,etn,kipsn,maar lopen,etten,kipsen.Alleen worden de Nederlandse werkwoordseinden -elen,-eren, geschreven als -eln,-ern.

· 15.Zie u~tvoe;r-iger het artikel in· Swieniee eltje 1e j r g . 195if.!,blz.85 vv. door ~~ard ~ng.Ix . ben ~~leen zo vrij geweest o~ de Vosbergen ie (i) te wijzigen in ~~ of i , en ~ej (~J) in y,waardoor spell~ng wat g era ti onalisee-rd wordt (1 teken voor 1 klank) en waardoor de diphtone j -e (in iesBl,tiegen) niet meer zo onhe.ndig geschreven hoeft te worden ( ieësel, tieëgen). 16.De voorbeelden betekenen :( k orte) jurk , bak~er,maken,vaak;water 1 kant,b ank,kle- · ~·e~,' :;afe-~ ,r.:isselijk , Mi de (plant) 1 (lange) ju:rk , dier, hoogte, .~emakl.rtoc ik behoor.

-\.~-

Twentse Taalbank ZNW

meervoud: Er be s taan in het Twents· twee soorten meervoudsmorfemen: uitgangen en klinkerwisselingen.Een woord kan beide kenmerken tegelijk bezitten in het meervoud,of slechts een van beiden. uitgangen : a. Woorden o:p -d > verlies -d · kammercläd-?ka.mmerm, trad..._,._trä, ("lood)~ 1~. b. Woorden op klinker (meest -e

)

> -n

blome~blomen,b~kse~b~sen,sprA~spräln.

c. Woorden op -en24 > geen ui tga..."1g. nen doven~ twee doven, skeenken~ skeenken. Uitgezonderd z elfstandig gemaakte BNW neigen de woorden van deze groe~ soms tot de uitgang onder d. hanen~ hanen( hanens), väken > väken( väkens). d.Woorden op -el,-em,-(e)r} Woorden in verkleining ~ -s Familienamen Buitenlandse woorden kettel--+kettels, bosem_..bosems , naber~ näbers, hüüsken > hüüskes(zie verkleining),de Brüninks, dree Henneks,auto~autoos. e.Een. vast aantal woorden ,.. -er . Dez e woorden zijn: holt(hölter),gat(~äter),stok

~stökker),tak(tekker),ei(eier),deenk(din~er),kalf ~kalver),keend(keender),lam(lemmer),wich(wichter),

· hoon(honer) ,en eigenlijk horen hier ook bij :blare, klere. f.Overige woorden~-e h1Î1Îs > hüse, könnink~ könninge, skaäp-+skmpe.

Deze re gel s z i j::.'l zeker nie t dwi ngend . De ::~ee rvoucl svormen verschill en t rou wens p er b~ tu r ~ c h:-:;· . Vn y-J·ev:ac, h at nlfiè:r:ecr:.st ~ :!.j!'l de t,;:!. ~ ::.;:::.:-, c:;~ ~ --e a:1 - en (de C'ttd c t es~n -· stel 'L i ::g t 1JSse:l zwa:U.e en ::.terke ve :r bu i g ir...; ) . ::>ez e bccon :urrere~1 elkaar. Er is ge en .:.o~ :i e grens te tr~kkan t •.t s r.; e n deze twFJ e g roe jlen , mcdc bemoeili j i-. ·~ door h e t f eit d 'l t Oo ot- T-.ven t e de ei:::ld- e ' s ;;raa g ln.~. t a:fvnl l en ( i:> r;isse : b r üw , b\r1r dcrye: !;,i.!rdery 1 dule: da:!l), :.: oàut de s i tuu ti e à a c.r nog onèuidelij:, e r wo r J.t,De jui s te me a rvoudavom. voor e e:::1 woord zal men ter plokka moeten nagaan en a ::.nlerc n, Wel s taat vast dat het - en l!!e e rvcu d o.lo ge volg van h e t SN over.ve c ; t . I n a.'"lde r a ge·rallen l aa t een r ece l z ich .gel den die otri ct e;an omen nie t van toepassing i s op he t betre ffend e woord ( n a~d ~ne!de i. :p . v , nCB ),Voort s k o:nt he t voor da t de t e elgeb ru iker v indt è.at he t woor d door àe u :i:::&ang n iet vol doen de geken:~:erkt i s on er n ogïuaal.s een u i t gang aan toevoegt.Di t kolllt voor bij: ko->tkoon~kone; blad~ .. bls.ar-*la1·e (blaa r< blader). ·

24.Behalve woorden in verkleining,

-1'1-

Twentse Taalbank ZNW klinkerwisseling:onafh~kelijk

Qf gepaard met de uitgangen a,e,f kan als meervoudsmorfeem klinkerwisseling optreden. De volgende regelmatige wisselingen komen voor: /o/

~/ö/

/u./ /a/

>Ir./ ~ /€:/

/u/

>

/ü/

brÜÜd~brüde,hÜ~s~hüse.

lol

)

/A/

po~pölle,post~pöste.

/~/

)o ;~;

sluk~slükke,but~bütte.

/=> :/.

)o/A : /

n~~d~nrede,m~~d~mre.

/I/

> /e/

smid~

stro~strö,hood~hö.

dam~de~~e,tak~tekker. maag~mä~e.

-

smee, lid-7lee.

verkleining: Net als het meervoud heeft de verkleining twee soorten morfemen: uitgang en klinkerwisseling.De algemene verkleiningsuitgang is -ken,hetgeen achter de stam wordt geplaatst.Woordeindes op -e en -en vallen af.Alle woorden die klinkerwisseling kunnen krijgen ontvangen dit ook,ook al krijgen ze die niet in het meervoud • .De klinkerwisseling volgt hetzelfde patroon als biJ het meervoud. Algemene voorbeeldén:hÜÜs~hüüsken,blome~blööm­ ken,hazen~hääsken,panne~penken~~ i~iken.

Bijzandere uitgangen krijgen: Woorden op -k,-{?~-sken . . tak-..,.teksken, junge >jüngsken. Woorden op -ske. ")tOntdubbel'i ng k taske~tesken.

De meervoudsuitg~~g die een woord in verkleining krijgt is -s.De n in de verkleiningsuitgang is hier echter door assimilatie verdwenen: hüüsken · :>hüüskes, blöömken >blöömkes, tesken ~teskes,teksken~tekskes.

woopdvorming: Het Twents heeft minder manieren van vorming van ZNW dan he t Nederlands,voorna.melijk als gevolg van het ontbreken van de talrijke uitheemse achtervoegsels.Achter elk achtervoegsel is het geslacht dat dit aan het woord geeft aangeduid. -skÜ:p cg)

:

WW

+

-skÜ.:s' ~ZNW

ZNW + -skUp~ZNW soms® :ZNW+-skU:p~ZNW

wettensk:Ûp

.

n~bersh~p,boss~p

heerskUp

2S.Somo wordt bij woorden die n"J. afkapping van -e of -en op -n eindigen een hulpklinlter tuos e:J.ge·toegd : keneken (kind je) ,merL."lekcn (man.:utje).

-es-

Twentse Taalbank ZNVI

®:

-htHid .

!:BNW + -ig) + -hääd-?ZNW . ZNW + -ig) + -hääd~ZNW WW +-ig) + -hääd~ZNW

BNW +

-hääd~ZNW

minnighääd,gekkighääd basighääd .. künnighääd gekhääd,VÜlhääd

-sel

® :

WW·.

+ -sel~ZNW·

haksel, b~é>örsel

-nis

®:

WW

+

grootnis

®: BNW (kl.wiss.)+-te~ZNW hé>ögte,kmlte,kräänkte. bakslagerye,nmlerye ® . MV +

-te -ye

ZNW +

®:

-inge

@:

ge-te .

-er( d)

-ster -inne

-ye~ZNW -ye~ZNW

bakkerye

WW+-inge~ZNW

verhäginge

ge- + ZNW + -te~NW ge- + WW + -te~ZNW

®

gebergte, geraamte gebidte,geweedte,geschudte

: WW+ -er-+ZNW smokkeler,messeler, bakker WW + -erd-?-ZNW lokkerd ,migerd

® : ( ZNW

-ske

-en

-nis~ZNW

op -er)

+ -ske~ZNVI: "vrouw van" me is te rske

® : WW +-ste~ZNW nääjster ® : ZN~+ -inne-7-ZNW . gravinne, könninginne

@®:

.BNW+ -en~ZNW

n seken,n glÛÜ:psen

andere vormingswijzen: WW+ ZNW~ZNW broodhenne,hebbedeenk ZNW

+

ZNW~ZNW

ekenboom,imens~ûr ·

TW

+

ZN~ZNW

eenmood,viirdeel

VZ

+

ZN~ZNW

Averweend,niindüre

-t6~

Twentse Taalbank ~.Bijvoeglijk

Naamwoord.

:BNW

verbuigin~:

-en

Sg.

-e

-e -e

Pl.

bijzonderheden: a.Na het onbep. LW~gin,son,won,watvüürn geen · uitgang in het®.; · . .. b.BNW zonder voorafgaand LW krijgen geen uitgang

in@.

n de et de

groten boom grote wäde grote hÛÜs grote hüse

·

nen groten boom ne grote wäde n groot hÛÜs

lilleken glÛperd grote, höögte good.holt hellige wichter

-- :BNW op -en (stofnamen en bijvoegl. gebruikte voltooide . deelwoorden) worden meestal niet verbogen.Indien ze toch verbogen worden geschiedt dit als volgt: @ ~ Q) -e ® -e/ ~ Pl. -e et holtene huûs,ne kopperne kettel. Andere bijvoegl. stofnamen dan die op -en en -sch worden nooit verbogen.Zie vorming. -- :BNW op -er worden niet verbogen: Deelder möpkes. Het BNW völ wordt niet verbogen. predicatief gebruik Predicatief geëruik en bijwoordelijk gebruik worden vaak niet gescheiden.Wanneer predicatief gebruikt kan het BNW een bijwoordelijke -e achtergevoegd krijgen.Dit is het geval bij de volgende BNW: ba.nge,dichte,dikke,drünge,dünne,hoge,lege,kra.nge, late,rike,ripe,strenge,vaste,vlügge,söte,lange,stive,driiste. zelfstandig gebruik Voor zowel mannelijke als vrouwelijke wezens de@ uitgang (beter gekenmerkt): -en, tis nen gröötsen-het is een trotse (man/vrouw)!,n lammen is ok ann wiif .kommen-de lamme is ook aan een vrouw gekomen. Voor zaken wordt de® uitgang -e gebruikt. Uitzondering: ® non aander, Q) ne . aa..'"l.dre, ® n aa.nder. vergelijking: In de vergrotende trap bezit het :BNW zijn betekenis - in sterkere mate dan bij andere zaken,of - in sterkere mate dan normaal. Het laatste komt slechts voor in uitroepen: Watn groter peerd! (Wat een bijzonder groot paard!),Watn höger hÛÛs! (Wat een bijzonder hoog huis!). In de overtreffende trap bezit het BNW zijn betekenis in de hoogste mate.

- .Ff-

Twentse Taalbank

vonn x

mooi bang kraank krang fiin .

-er

-st

- mooier - banger . - kraanker - kranger - . finer ·

-

mooist bangst kraankst krangst fiir1st

soms vindt klinkerwisseling plaats : joonk laank

nA.

hoog old

jünger - l~nger - nmger - h(jger (jlder

:-

jüngst lengst nc:egst höögst (jldst

eindigt de BNW stam op -r of klinker dan wordt een hulp-d gevoegd tussen stam en uitgang van de vergrotende trap: doonker - doonkerder - doonkerst lekker - iekkerder - lekkerst en ook bij: min ..;. minder - minst volstrekt onregelmatig : good - better - best laat - later - lest völ · - meer -meest Vergrotende en overtreffende trap worden als normale BNW verbogen en . omgevormd tot ZNW. hee is· n besten-hij is de beste In bijwoordelijke uitdrukkingen wordt de overtreffende trap op twee wijzen gebru.ikt,na.ar gelang de bedoeling: o in de hoogste mate vergel. bij anderen: et meeste,et· beste. . hee we.rken et b~ste van almAAl-hij werkte het beste van allemaal. o in de hoogste mate verg. bij andere manieren: ~pn besten, ~pn besten köns et so anpakken-het beste kun je het zo aanpakken. De vergelijki~g in de vergrotende trap ~et andere zaken gebeurt met ~: he~ is dree joor ölder as siin süster-hij is drie jaar ouder dan zijn zuster.

-ra-

Twentse Taalbank . BNW

vorming: 1.uit voltooid deelwoord: voorvoegsel ge-+ volt. deelwoord. (määien) määid--+-gemääid,n gemääiden esch-de gemaaide es. Het voorvoegsel blijft alleen achterwege als het WW al een onbeklemtoond voorvoegsel bezit: (besprekken) besprokken~ besprokkentne besprekken ko-aen met spreuken behandelde ko~ 6 , (vergetten) vergetten~vergetten,ne vergatten vräänskÛpeen vergeten vriendschap.Indien het voorvoegsel wèl accent heeft wordt ge- ingevoegd tussen voorvoegsel en stam: ( toosmi ten) toesmetten ~ toogesmetten,n toegesmetten steende toegesmeten steen. 2.BNW van ~iaatsnamen: · achtervoegsel

-sch of -er. et Goors e laand-het Goorse land,n Äänskeder esch-de Enschedese es ..

3.BNW van stoffen: a. veelal op -(e)n : gollen,stroon.Soms treedt

klinkerwisseling op: hölten. b. op -sch : düffelsch,laaksch. c. jüte (stof)- , BNW jüte. geen verbuiging: nen jüte sak. . d. nieuwe stofnamen· (behalve pilo:ne pilooske b"likse.) krijgen geen uitgangen:r"Jbber,gümmi;platina.

4.andere vormingen: BW op -s WW + -lük ZNW

~BNW ~ BNW ~ BNW

on-

__,. BN\t

+ -lük + BNW WW + -ig BNW + -ig ZNW + -ig

~BNW

--7BNW ~

BNVI

( TW+ZNW)+ -ig---.BNW BNW+ ZNW +-ig~BNW

26.Ee rtijds een

bydehaands,behoods,hierlaands mögelük,beswöörlük,begeerlük matelük onwiis,onmönig glönig,künnig,gräänterig lestig _ güdderig eenmodig boldysig,belm3nig

gene~swijze

van vee.

-19-

Twentse Taalbank TW

3. Telwoord. hoofdtelwoord: een twee,twei dree veer viif ses süeven,sBven ach niegen,n~gen

twintig -e enentwintig dertig veertig . ( t) süeven tig tachentig hoonderd tweehoonderd · dusend

tien elf twaalf derteen veerteen etc. hoonderd dreeënveertig bBme ik hebbe der men een(e) metn bädén,metn veem rangtelwoord: eerste tweede derde veerde etc.

143 bomen ik heb· er maar een! met zijn beiden,zijn vieren

verbogen als BNW (zie BNW).verzelfstandigd· zie ZNW. ten eerste -ten eersten(oude dativus!)

-20-

Twentse Taalbank

lJ.

Werkwoorden.

WW

Het Twents kent zwakke en sterke WW: zwakke WW: verl. tijd door achtervoegsel -(d)en · volt. deelw. op -d of -t (kofschip-regel) sterke WW: soms klinkerwisseling in 2 d~w en 3 S teg.tijd verl. gevormd dopr klinkerwisseling volt. deelw. op -en · Zwakke WW: hoppen

vervoeging: teg.tijd

· verl.tijd

hopen ,.

ik hoppe d~w hops y hopt hee hopt wy hopt y hopt see hopt

-e -s -t -t -t -t -t

hop ik hops d~w hop y hopt hee hop wy hop y hopt see

ik hoppen hoppens y hoppen hee hoppen wy hoppen y hoppen see hoppen

-en -ens -en -en -en -en -en

volt. deelw.

d~w

-s -t -t

hopt •

opmerkingen:Zoals men ziet verliest het WW een aantal uitgangen in de vraa gvorm bij de teg. tijd.In de verl tijd daarentegen blijven de uitgangen in de vraagvorm behouden. Bij de voorbeelden van de · vraagvorm zijn de pers. VNW gegeven in hun neutrale vor.m.Pers.VNW zonder nadruk kunnen soms versmelten met het \VW of een vormverandering ondergaan (zie pers.VNW). De S y is historisch afkomstig uit het meervoud en draa gt dan ook de volle P kenmerken (voor d~w en y zie pers. VNW). De zwakke WW op -sken (-schen) hebben een oudere vervoeging bewaard (de vraagvorm net als bij hoppen): dösken teg. tijd

ik döske döskes y dösket hee dösket wy etc~ ·dösket d~w

dorsen -e -es -et -et -et

verl.tijd

volt. deelw. dösket

ik döskeden döskedens y döskeden hee döskeden wy etc. döskeden d~w

Twentse Taalbank WW

Sterke WW·. vervoeging:

grip en ik d11w y hee wy y see

·gri:pe grips griipt grip grii:pt griipt griipt

ik d11w y hee wy etc.

grääp grääps gräpen gr ääp gräpen

teg. tijd

verl. tijd

grijpen

-e -s -t

-fÓ/t -t -t -t -s -en -en

grii:p ik grips dÜw grii:p y grip hee griip wy griip y griipt see

-:s -fÓ/t -t

grääp ik grääps dÜw gräpen y grääp hee gräpen wy

volt. deelwo greppen opmerkingen:Net als bij het zwakke WW vallen ook hier enige uitgangen weg in de vraagvorm. De uitgang 3 S teg.tijd is -t wanneer de stamklinker daar lang (of een tweeklank) is en de stam er niet uitgaat op -n~ 7(hee höört,vaalt,steet,bedreigt,maar: hee haank,dreenk).Voor .het gemak z ijn in onderstaande lijst de WW die een -t bezitten in 3 S teg.tijd onderstreept. . Sommige stamklinkemveranderen in 2 S(dÜw) en 3 S teg. tijd van kleur.Deze klinker wisseling komt volgens va st pa troon voor bij de volgende stamklinkers: drägen-dregs-dreg gripen-grips- grip geten-göts-:-göt sl~pen-slöps-slöp;\open-\öps-löp

duken-duks-dÜk Zoals normaal is vormen sterke WW ook hun verleden tijd mêt klinkerwisseling.S en P hebben in het Twents wel dezelfde klinker in de verl. tijd (vgl. Nlo gafgaven).Naar de kleur van de stamklinker in de hoofdtijden verdeelt men de sterke WW in 6 klassen. (Onregelrilatigheden en bijzonderheden der vervoeging zijn tussén haakjes aangegeven) · De werkwoordsklassen:

·I• ii - ää - è

driven,biten,striden,sni(d)en,skriden,ri~en

liden,skriven,stiven,stigen,vriven,wisen, swigen,rigen,prisen,migen,kri~en,blivent

striken,gripen,driten,skinen (üt skiint), wiken,verwiten,spliten,spiten,smiten,sliten slipen,skiten,liken,kwiten knipen,kiken, bliken (üt bliikt),liggen 1\läär). 27.WW met een stam op -m (bijv. komen) vor:nen ·1n 3 s t eg.tij d deze m 'om ( hee ko~mp ) • 28. Eehul ve de rek-~ings-ll in s käänden, 3liän den en dat r i jtje. 29 . Behrrl ve de rekkines-9 in kleenken , s t eenken en dat rijtje •

. -12.-

"'tot

·.::.mp:

Twentse Taalbank WW

II.

ee

-dû III.

i

~~

-

-

geten,sketen,geneten,verlesen,vresen, vlegen,kesen,beden.

~

~~

sûnen,drnp~n,krnpen,slûken;ruken,sl-dten,

~

-6o

- 'Ü - · ü

ee

è

óo

o

o

o

pruussen 3puussen,sküven,duken,snuven, glÛpen,sugen,stûven,bÛgen,flreten. beginnen,dingen,dwingen,bedwingen,singen, Wlnnen,springen,spinnen,skrikken,klimmen.

~n

steeriken,~ enen,bleeriken,dreenken,kleen­

3r

wy

y normale vorm wanneer duidelijk is dat het om Pl. gaat. ylö met nadruk,als men aan wil geven dat het om Pl. gaat of zich plaatst tegenover een groep waartoe men niet behoort: j gelijk in het Sg.,doch voor de duidelijkheid slechts in de bijzin.

see, se gelijk in het Sg.

®.

voorwerpsvorm: Oonslö en Üwlö worden gebruikt bij sterke nadruk,zie wylö en ylö.Ne . ( 3 ® Sg.) kan niet met nadruk. gebruikt worden. In plaats van ne wordt dan den gehanteerd (aanw. VNW@ ) , of het minder mooie em : bijzonderheden: 1oDÜw en Y.In de tweede persoon Sg. kent het Twents twee vormen,d~w en y.Het is zeer moeilijk voor het gebruik hiervan een algemene regel te geven,temeer daar er plaatselijke vers.chillen bestaanointeressant is de hypothese van Nuyten~,dat het zou gaan om een verschil in bijdrage aarl he~ arbeids~roces: y voor mensem d~e op volle kracht meewerken,duw voor de zwakkeren,zoals kinderen en oude mensen.De theorie gaat echter niet voor elke buurschap op en de sociologische verhoudingen die aan een dergelijke dÜw-y verdeling ten grondslag liggen zijn in het hedendaagse Twente allang zeldzaam geworden. Oorspronkelijk is y een vorm uit het meervoud,die net als wel vaker met meervoudsvormen gebeurt in Germaanse talen (nl.jij,eng. you,maar ook: hd. Sie) als beleefdheidsvorm gediend zal hebbed irt het begin.Het beste kan men dan ook bij de huidige sociologiàche verhoudingen y als beleefdheidsvorm ( voor nl. U)gebruiken, en bij nauwere relaties dÛw (voor nl. je).

-.2a- ·

Twentse Taalbank pers.VNW 2.Het pers.VNW d~w wordt vaak niet toegevoegd aan het werkwoord.Dit vindt vooral pláats als :de nadruk niet op dit duw ligt.Kennelijk is de -s uitgang kenmer_k end genoeg om het gebruik van een pers. VNW overbodig te maken.De ·tweede persoon Sg. van het WW is immers de enige persoonsvorm die men altijd met zekerheid kan herkennen. Wo lange hes hiir a werlt?-Hoe lang heb je hier al gewerkt? As dÜ Üp de Schaanse in Haarle Üp een van de grafbäälten sits in üt hoge heed,kooms ja van sölven an üt drömen ( •• ) • Cato Elderirik, Tw.LLL 3.Nl. "men"= 1.de mensen : s_e e 2.elk van ons : y Men zegt dat hij ziek is-Se segt atte kraank is Men kan beter het ·zekere voor het onzekere nemeny krent better üt sekere vüür üt onsekere nemmen 4.Nl. "er"= dür 5.Met het woordgeslacht wordt strakker rekening gehouden in het Twents dan in het Nederlands (zie ook aanw.VNW): de sünne) Se sit achter de wolken Hee is my löskommen (sik is ®wezen!) n sik) de melk) See kokt a .

t

-2.9-

Twentse Taalbank 6.&Bezittelijk Voornaamwoord. Sg. 1•

2.

3.

mi in

Pl. oons

di in

Üw (van Üwlö)

üw

~ si in

®

eer

bez.VNW

eer (van eerlö)

In veel gevallen waar het Nl. een bez.VNW noodzakelijk acht,geeft het Twents de voorkeur aan het kale LW.Zie zinsleer,bezitsrelatie. Het bez.VNW krijgt dezelfde uitgangen als het onbep.LW. Uitzondering:Bij enige namen van verwante personen valt de uitgang weg:miin vader,miin moor 0 ,miin bröör,miin süster,miin oom,miin möje ,miin besvaar,miin besmoor,miin swager, oons Hendrika,oons Gerard.Bij de woorden met o is het bez. VNW een uitzondering,zie zinsleer,bezitsrelatie. De vormen tussen haakjes worden gebruikt ingeval het onderscheid met het Sg. duidelijk moet worden a~~gegeven.Odkzegt men wel: Üwlöön sik-jullie gei t,maar bij andere dan® woorden gaat dat wat minder goed. Zelfstandig gebrukte bez.VNW worden net zo gevormd als verzelfstandigde BNW.Zie ~~W. N.B. Het bez.VNW heeft in het P de uitgang -e :mine elders-mijn ouders. b.c..Wederkerend Voornaamwoord .. wed.VNW Sg. 1•

2.

3.

Pl.

my

oons

dy

11w

sik

sik (mekaar)

ûw

mekaar wordt zelden gebruikt.Niet: See slögen mekaar,maar: see slögen sik.See kent sik-Zij kennen elkaar. sölf zelf,maar met wed.VNW : sik sölven,hee hef sik sölven nich metrekkend-hij heeft zichzelf niet meegerekend. maar: ·wij komen bij elkaar- wy komt te hope

-~o-

Twentse Taalbank 6 d. Aanwijzend Voornaamwoord. dichtbij: Sg.~ dissen dis se . N dit Pl. . disse

verwijderd:

aanw.VNW den dee dat dee

Uit de aanwijzende categorie: sük "zulk",behandeld als BNW.Slechts bij Pl. gebruikt en stofof collectiefnamen. nsBlden, desBlde, ütsölde "dezelfde etc.". 11 zodanig",behandeld als :SNW. sodamig sUn. "zo een", behandeld als :S}I"'W? slechts gebruikt bij Sg.

6.e :Betrekkelijk Voornaamwoord.

betr.VNW

met antecedent : Sg. ~ den dee dat dee Pl.

~

Bij VZ-construéties . worden de problemen soms opgelost met woor,maar ook wel zonder dit: N heer,den sine vroûwe is störven, is kraank of:woorvan de Ut wich,dat ik dit gäven hebbe ,wüs van niks of:woorán Dee en den als onderwerp van de bijzin krijgen vaak een -t toegevoegd (ontstaan uit at): . De lB ,deét noor de kerke hen güngen,hadden nen hood ~p dee ik seen hebbe · zonder antecedent: wel/wee wat äee

"wie" '.' wat" n die''

voor personen voor zaken voor personen en zaken

Ook wel/wee en dee krijgen een achtergevoegde -t als ze onderwerp van de zin zijn. Het Sg. heeft een voorkeur voor wel/wee,het Pl. voor dee. Uit dezelfde categorie: n ge:n...'1ige, degennige Pl. degennigen "degene" etgennige,datgennige "hetgeen,datgene".

--3\---

Twentse Taalbank aanw. VNW

Opmerkingen:1.De toegevoegde-t is ontstaan uit at ( Nl.dat) hetgeen ook wel voluit gebruikt wordt.Zelfs niet :persoonlijke verbindingswoorden kunnen verbonden worden met een -t: doot •• (toen),woot •• (hoe),woort •• (waar) voortkomend uit: do at,wo at,~oor at. . Kffins my ok seggen waorat hee wont?-Kun je me ook ze~gen waar hij woont? Ook komt (:minder vaak) verbinding met "of" voor: See vröög wo ofste hets-Ze vroeg hoe je heet Dûw :mös seggen wel of geliik hef!-Jij moet zeggen wie gelijk heeft! 2.Het volgende voorbeeld geeft alle verbindingamogelijkheden op een rijtje: N heer dent dit book hef skräven is kraank Nom. den sine vroûwe is störven woorvan de vrouwe is störven den ik miin geeld heb dä~ Dat. woormet ik köjerd hebbe woorvüür ik werkt hebbe woor&p ik hellig was den ik seen hebbe Acc.

JGen. }vz

).In dee bedriven,dat •••

'f.

in de tussentijd,dat •••

Vragende,Onbepaalde en Andere VNW.

vrag.onbep.VNW

vragende en onbep.VNW

MF wel/wee (?)

N

wat (?)

De vragende VNW hebben dezelfde vorm als de onbepaalde: Is der wel?-Is er iemand? Wel is der?-Wie is er? De geniti~~s (Nl. wiens) wordt uitgedrukt door een vrag. VNW bez. VNW: Wel sine fiitse is dit?-Wiens fiets is dit? In de dativus veranderd niets: Wel wiste dat doon?-Aan wie wil je dat geven? Verder in voorzetselconstructies wordt het VZ voor het vrag • .VNW geplaatst. Uit de vragende categorie: we(l)k? "welk?" verbogen als onbep.LW wek h~~s heste t aver?-Over welk huis heb je het? watvüür"? "wat voor?", onve;rbogen. watvüür lö seent dat?-Wat zijn dat voor mensen? watvüür deer is dat?-Wat voor dier is dat? . watvüürn? "wat voor een?" Indien gebruikt als BNW,verbogen als het onbep.LW ZNW, verbogen als verzelfstand. :SNW --32..--

Twentse Taalbank vrag.onbep.VNW wo?

"hoe?" "hoedanig ? " (