140 57 1MB
Dutch Pages 144 Year 2004
Omgaan met rijexamenangst
Van A tot ggZ De boeken in de reeks Van A tot ggZ beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op de vraag hoe men met het probleem om moet gaan. Door de prettig leesbare combinatie van beschouwingen, cartoons en citaten zijn de boeken niet alleen geschikt voor vertegenwoordigers van patiëntenverenigingen, behandelaren en mantelzorgers, maar vooral ook voor de cliënten zelf en de mensen in hun directe omgeving. De reeks staat onder redactie van: •
Fred Sterk, psycholoog-psychotherapeut, werkzaam bij Parnassia, Psycho-Medisch Centrum te Den Haag, afdeling arbeid en psyche (Ockenburgh Prevent)
•
Sjoerd Swaen, psycholoog-psychotherapeut, werkzaam bij Parnassia, Psycho-Medisch Centrum te Den Haag, afdeling angststoornissen
•
Jenny Swart, fondsredacteur, uitgeverij Bohn Stafleu Van Loghum
2
Omgaan met rijexamenangst Ard Nieuwenbroek en Piet Gieles
Bohn Stafleu Van Loghum Houten 2004
3
© 2004 Bohn Stafleu Van Loghum, Houten Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
ISBN 90 313 4345 5 NUR 770
Ontwerp omslag: PH&D, Huizen
Bohn Stafleu Van Loghum
Distributeur in België:
Het Spoor 2
Standaard Uitgeverij
Postbus 246
Belgiëlei 147a
3990 GA Houten
2018 Antwerpen
www.bsl.nl
www.standaarduitgeverij.be
4
Voorwoord
Vrijwel iedere kandidaat gaat gespannen en zenuwachtig naar het rijexamen. Bij ongeveer een kwart van de rijexamenkandidaten leidt deze nervositeit tot beduidend slechtere resultaten dan van hen verwacht mag worden. Toch is het mogelijk om effectief met rijexamenangst om te gaan. In het onderwijs zijn faalangst en examenvrees bekende verschijnselen. Wij geven trainingen aan docenten om hun leerlingen te oefenen met faalangst en examenvrees om te gaan. Rijexamenangst is een bijzondere vorm van examenvrees. Wij hebben in dit boek onze kennis over het omgaan met examenvrees toegepast op rijexamenangst. Aan het schrijven van dit boek ging een onderzoek vooraf om de ernst van het verschijnsel rijexamenangst te peilen (hoofdstuk 3). Dit onderzoek leverde veel informatie op. Overduidelijk bleek dat we te maken hebben met een belangrijk probleem voor veel kandidaten. Ook de interviews die wij hielden met meer dan vijftig rijexamenkandidaten en enkele rij-instructeurs wezen in die richting. Hun antwoorden kleuren ons onderzoek in met persoonlijke, vaak pijnlijke belevingen. Fragmenten uit hun getuigenissen illustreren dit boek. De citaten zijn anoniem gemaakt en zonodig is de spontane spreektaal omgezet in leesbaar Nederlands.
5
We hebben dankbaar gebruikgemaakt van de adviezen die het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) in Den Bosch en het CBR regio Zuid ons hebben gegeven. Ook hebben enkele ervaren examinatoren enige suggesties gedaan. Onze hartelijke dank daarvoor. Ard Nieuwenbroek Piet Gieles Den Bosch, januari 2004
6
Inhoud
1
2
Wat is er met me aan de hand?
11
Ineens wist ik niets meer
11
Je bent niet de enige
11
Een grauwsluier
12
Wat overkomt me?
14
Grote onderlinge verschillen
15
Vervelend en kostbaar
16
Hoe kan dit boek je helpen?
18
Wat is rijexamenangst?
20
Zoiets als faalangst op school
20
Verstandelijk, motorisch en sociaal
21
Extra grote druk bij rijexamen
22
Een omschrijving
22
Samenvatting
23
Hoe heeft het zover kunnen komen?
25
De examinator en de omgeving als zondebokken
25
We hebben angst nodig
27
Pas op: gevaar!
27
Vluchten kan niet meer
29
De angst om te mislukken
31
Niet elke angst is rijexamenangst
32
Plankenkoorts
32
7
Terechte angst
33
Angst als levenstrek
35
Wat maakt die blokkerende angst wakker? Paniek: het overzicht kwijt
36
Paniekverhalen
36
Eerste keer gezakt
37
Mogelijke oorzaken van rijexamenangst
3
4
5
8
35
38
Aanleg
38
Alleen negatieve kritiek
39
Mislukken mag niet
39
Je eigen gedachtespinsels
41
Economische noodzaak
42
Samenvatting
43
Stel je eigen diagnose
45
Onderzoek onder rijexamenkandidaten
45
Een indicatieve test van rijexamenangst
48
Uitslag
52
Samenvatting
52
Wat staat me te doen?
55
Beter geen medicijnen gebruiken
55
Tranquillizers, wekaminen, bètablokkers
56
Homeopathische middelen
58
Realistische aanpak
58
Samenvatting
59
Voorkom angst bij het theorie-examen
61
Preventie door voorbereiding op het theorie-examen
61
Vooraf verkennen: hoe gaat het examen?
62
Van bijzonder via algemeen naar bijzonder
65
Leren met handen en voeten
67
Je eigen leerstijl herkennen
70
Oefenen in snel beslissen
72
Proefexamens doen
73
Preventie direct vóór en tijdens het theorie-examen
6
74
Tips: vlak vóór het examen
74
Tips: tijdens het examen
76
Tips: als je gezakt bent
79
Tot slot
81
Samenvatting
81
Voorkom angst bij het praktijkexamen
83
Preventie door voorbereiding op het praktijkexamen
84
Effectief vaardigheden leren
84
Herken je leerproces
85
Een houding van zelfstandigheid en zelfvertrouwen
89
Proefexamens doen
94
Preventie direct vóór en tijdens het praktijkexamen
95
Tips: vlak vóór het praktijkexamen
95
Tips: tijdens het praktijkexamen
97
Na afloop van het praktijkexamen
99
Als de rijexamenangst – ondanks alles – toch uitgebroken is 99
7
Samenvatting
100
Leren omgaan met rijexamenangst
101
Anders leren denken
102
Vervangende gedachten over gebeurtenissen
102
Het G-denken
103
Helpende en remmende gedachten
106
Vervangende gedachten
107
Afnemende examenangst, hogere concentratie
108
9
Gedachten en gevoelens
110
Maak je eigen cd
112
Spanning en ontspanning
113
Ademhaling
114
Spierontspanning
115
Houding
116
Werk op alle fronten
117
Gedachtecirkels doorbreken
8
118
Een verhaal over twee gedachtecirkels
119
Een levensdraaiboek
124
Je eigen draaiboek
126
Zoek je positieve anker
131
Samenvatting
134
Als niets geholpen heeft...
137
Nawoord
139
Literatuur
141
Over de auteurs
143
Raad van advies
145
Reeds verschenen titels
147
10
1 Wat is er met me aan de hand?
Je rijdt goed, zei de instructeur. Zelf was je al aardig zeker in de auto. Maar bij het rijexamen wist je ineens niets meer. En dus ben je gezakt. Dat is in het kort het probleem waar heel wat mensen mee te maken hebben. Rijexamenangst noemen we dat.
Ineens wist ik niets meer Je bent niet de enige Je bent echt niet de enige! Kijk naar de getallen van het Centraal Bureau Rijexamens. En lees over de ervaringen van kandidaten. In 2003 werden er globaal 383.000 rijexamens voor het B-rijbewijs afgenomen. Ongeveer 189.000 mensen deden in dat jaar voor het eerst examen, ongeveer 194.000 voor de tweede of zoveelste maal. Van de mannelijke kandidaten slaagde zo’n 51% in één keer; van de vrouwelijke kandidaten 42%. Dit betekent dat 49% van de mannen en 58% van de vrouwen één of meer keren herexamen doet. Ongeveer 20% zakt uiteindelijk vier keer of meer. Gemiddeld slagen kandidaten na tweeënhalf keer examen doen. Er slagen ongeveer 10% meer mannen dan vrouwen, bij de eerste keer en bij de herexamens. Natuurlijk zijn er kandidaten die er slecht voorbereid aan beginnen. Maar de meesten doen pas examen als hun instructeur het verant-
11
woord vindt. Er moeten er dus velen zijn die redelijk goed kunnen rijden ..., maar niet tijdens het examen.
Een g rauwsluier De instructeur zegt dat ik helemaal klaar ben voor het examen. In mijn fantasie gaat dat rijexamen fantastisch. Ik beheers alles en krijg complimenten van de examinator. Maar als ik dan bij het rijexamen eindelijk in de auto stap, is er van al die fantasie weinig over. Het lijkt wel of er een grauwsluier over me heen getrokken wordt. Eén keer wist ik zelfs niet meer hoe ik de versnelling in zijn achteruit moest krijgen. Als ik geluk heb is de examinator vriendelijk en geeft hij me tijd te herstellen. Maar die keer zei de examinator pissig: Als je nu al niet weet waar de achteruit zit, kun je maar beter nog tien lessen gaan halen en mijn kostbare tijd niet verzieken. Gek genoeg werd ik toen juist heel scherp, vooral omdat hij me op mijn ziel had getrapt. Maar ja, ook toen ben ik gezakt. Hij zag me zeker niet zitten. (Angela, 18 jaar, twee keer gezakt)
Angela begrijpt niet wat haar overkomt en geeft een beetje de schuld aan de examinator. Maar het ligt natuurlijk aan die ‘grauwsluier’ van haarzelf. Bij velen begint dat ellendige gevoel al ver van tevoren. Niet kunnen slapen komt heel veel voor. Zoals bij Ilse: Als ik in bed lig, is het ’t ergst. Wel twintig keer doe ik rijexamen. En steeds weer gebeuren de vreselijkste dingen. Dat ik rechtsaf ga in plaats van linksaf. Dat ik op het gaspedaal trap in plaats van op de rem. En dat ik iemand ben die nooit een rijbewijs zal halen. Op een gegeven moment moet ik gewoon mijn bed uit. Even wat drinken of zo, en dan, los van dat rotexamen, opnieuw proberen in slaap te komen.
12
Gegevens CBR: examens voor rijbewijs B in 2003 Totaal aantal examens:
382.712 (= 100%)
Geslaagd:
175.562 (= 45,9%)
Van deze groep geslaagden was –
het aantal mannen 50,2% van wie er 50,3% slaagde;
–
het aantal vrouwen 49,8% van wie er 42,2% slaagde.
Eerste examen: Van het totale aantal waren 188.835 eerste examens (48,9% van het totaal). Daarvan was –
het aantal mannen 53,7% van wie er 50,7% in één keer slaagde;
–
het aantal vrouwen 46,3% van wie er 42,2% in één keer slaagde.
Herexamens: Afgelegd: 193.915 = 51,1% van het totaal. Daarvan was –
het aantal mannen 46,8% van wie er 49,8% alsnog slaagde;
–
het aantal vrouwen 53,2% van wie er 42,1% alsnog slaagde.
Vier of meer keer gezakt: Onder de gezakten waren er 18.049 kandidaten die in 2003 voor de vierde keer zonder succes examen deden. Dat betekent dat bijna 20% van de kandidaten die zich voor het eerst opgeven, vier of meer keer zakt.
13
Ten slotte ben ik de slaaptabletten van mijn moeder gaan gebruiken. Anders zou ik helemaal als een vaatdoek op het rijexamen verschijnen. (Ilse, 19 jaar, twee keer gezakt)
Ook bij het theorie-examen speelt die examenangst een rol: Ik ken de verkeersregels op mijn duimpje. Ik heb wel vijfentwintig keer een proefexamen gedaan en de laatste acht was ik zelfs foutloos. Maar als ik dan in het examenlokaal zit, kan ik niet goed nadenken. Ik ben dan zo met mezelf bezig dat ik, heel gek, gewoon vergeet om eens even goed naar de dia te kijken. Het rare is dat ik dikwijls het goede antwoord wel ineens weet als de dia net weg is. (Nicole, 18 jaar, de derde keer voor theorie geslaagd)
Wat overkomt me? In het onderzoek dat in hoofdstuk 3 wordt beschreven, hoorden we veel mensen vertellen wat hun overkwam vlak vóór en tijdens het (theorieof praktijk)examen. Alles wijst op het optreden van een blokkade. Verschijnselen die wijzen op een blokkade: –
Je hart bonst, je hebt een angstig gevoel in je borst, je voelt je opgejaagd.
–
Je ademhaling is heftig en stotend.
–
Je handen, je arm- en beenspieren trillen.
–
Je voelt je misselijk, ‘vlinders in de buik’.
–
Je transpireert overmatig, je hebt klamme handen.
–
Je voelt je warm of verhit, je hebt het idee dat je rood aanloopt.
–
Je moet je verzetten tegen de neiging om weg te lopen of om de aanvangstijd van het examen zogenaamd te vergeten, of je hoopt dat je veel te laat zult komen zodat het examen niet doorgaat.
14
–
Je voelt je als in een droom, je ‘bent er niet bij’, je hoort niet wat er gezegd wordt en je ziet niet wat je zou moeten zien.
–
Je bent een beetje duizelig en je hebt hoofdpijn.
–
Je hebt een black-out of raakt in paniek: je hebt geen macht meer over wat je doet, je doet maar wat in het wilde weg, het eerste wat je invalt.
–
De gewoonste dingen weet je niet meer of doe je fout.
–
Vooraf had je weinig eetlust en kon je moeilijk in slaap komen.
Bijna niemand heeft al die verschijnselen tegelijk; de meeste mensen kennen er enkele van. Al hun verhalen zijn anders. Maar ze komen op één punt overeen: er is aan het begin van het rijexamen een soort blokkade in het denken en doen. Zelfs bewegingen en handelingen die een automatisme geworden zijn, haperen.
Grote onderlinge verschillen Naast die duidelijke overeenkomst – de blokkade – zien we opmerkelijke verschillen: –
Sommigen hebben die verlammende angst alleen bij het theorie-examen, anderen alleen bij het praktijkexamen, weer anderen bij allebei.
–
Sommigen voelen zich al een flinke tijd vooraf angstig en nerveus als ze aan het examen denken, anderen hebben pas last van die angst vlak vóór en tijdens het examen.
–
Sommigen hebben al eerder, op school bijvoorbeeld, soortgelijke ervaringen gehad bij overhoringen, proefwerken en examens. Voor anderen was dit verschijnsel onbekend totdat ze rijexamen gingen doen.
–
Sommigen hebben die angst vooral de eerste keer en zakken dan, maar als ze de tweede keer gaan afrijden, zijn ze er over-
15
heen. Maar de meesten hebben het de tweede keer erger dan de eerste keer en de derde keer nog erger. –
Als de verlammende verschijnselen vlak vóór of lang vóór het examen zijn begonnen, komen die bij sommigen tijdens het examen een tijdlang of de hele tijd tot een hoogtepunt, maar bij anderen houden ze plotseling op zodra het eerste antwoord moet worden gegeven of de motor wordt gestart.
Ver velend en kostbaar We hebben het over een hoogst vervelend verschijnsel. Je zakt niet omdat je het niet kunt, maar omdat je te zenuwachtig bent om te laten zien dát je het kunt. Een examinator kan proberen je op je gemak te stellen, maar hij kan de angst niet wegnemen en hij mag de fouten die daarvan het gevolg zijn, niet negeren. Deze angst is kostbaar, financieel, sociaal én psychisch. Financieel: die zenuwen kosten veel geld. Niet alleen het dure examen moet opnieuw, je moet ook extra rijlessen nemen als je gezakt bent. En dan dat geld. Ik ga bijna failliet van al dat gedoe. Mijn ouders willen wel iets bijbetalen, maar ik kom nog tekort. Zo wordt het steeds moeilijker om rustig aan het rijexamen te beginnen. Ik denk dan steeds: Als ik nu weer zak, kan ik het echt niet meer betalen. (Rita, 22 jaar, vier keer gezakt)
Sociaal: voor sommigen is de reactie van de omgeving nog belangrijker dan de kosten. Eén keer zakken wordt door iedereen als normaal ervaren. Maar als je twee, drie of vier keer zakt, zie je anderen medelijdend op je neerkijken: wat ben je toch onhandig! of: je leert het nooit! Wie zakt is voor zijn gevoel ook een beetje gezakt in het aanzien en respect
16
in de eigen omgeving. Ook al is dat meestal feitelijk niet juist, je voelt het wel zo en je kunt er onder lijden. Mijn hele omgeving gaat zich ermee bemoeien. Iedereen wil weten wanneer ik weer examen doe. Het lijkt wel of er op de hele wereld niets anders meer bestaat. Allemaal zeggen ze wel dat ze me willen steunen, maar ze weten niet dat ze het me juist moeilijk maken. Al dat gezeur van: Ik zal voor je duimen!, Deze keer gaat het je lukken! en Ik zal aan je denken! Ik wou dat ze eens niet aan me dachten. Het legt zo’n ongelofelijke druk op me. Het lijkt wel of alle vrienden me op mijn nek zitten als ik aan het rijexamen begin. (Marc, 20 jaar, drie keer gezakt)
Eigenlijk is het gek dat ik vooral last heb van mijn gezin. De kinderen verwachten gewoon dat ik het papiertje haal, zodat ik net als andere ouders ook de auto kan nemen. En telkens als het weer niet gelukt is, betekent dat ook voor hen een onverklaarbare teleurstelling. Het lijkt wel of ik in hun ogen niet zakken kán! Laatst zei de jongste nog tegen me dat hij er op school niet meer over praatte. Volgens mij schaamt hij zich voor mij. Zo heb ik het gevoel dat ik meer examen doe voor mijn kinderen en hun verwachtingen dan voor mezelf. (Francisca, 32 jaar, drie keer gezakt)
Psychisch: voor sommigen knaagt zakken-terwijl-je-het-wel-kunt aan hun zelfgevoel en zelfvertrouwen. Ben ik dan zo’n klungel? Ik kan ook niets! De wegen zijn overvol met mensen die het wel gehaald hebben en mij lukt dat niet! Bij mij in de familie zijn ze allemaal de eerste keer geslaagd. Dus dat begon al met: Hé, je stelt ons toch niet teleur?’ Toen ik voor de eerste keer was gezakt, dacht iedereen dat ik een geintje maakte. Pas toen ik op moest voor de tweede keer kreeg ik het te pakken. Ik dacht: Eén
17
keer zakken kan ik nog wel maken, maar een tweede keer is onmogelijk. Ik moet per se slagen, koste wat het kost. Ik raakte zo verkrampt, dat ik al na tien minuten twee keer een ingreep kreeg van de examinator. Ik zakte, en dacht toen al met de zenuwen in mijn lijf al aan de derde keer. (Ralf, 18 jaar, tot dan twee keer gezakt)
Hoe kan dit boek je helpen? Als je enkele verschijnselen die we besproken hebben bij jezelf constateert, is het handig eerst de volgende vijf adviezen in deze volgorde door te werken: 1.
Onderzoek
Je moet nagaan of er bij jou werkelijk sprake is van rijexamenangst: –
Probeer eerst de verschijnselen bij jezelf op een rij te krijgen.
–
Vergelijk die vervolgens met de beschrijving van rijexamenangst die wij aan het eind van dit hoofdstuk geven.
–
Ga dan na of de verschijnselen misschien ook op iets anders wijzen, aan de hand van pagina 34: ‘Niet elke angst is rijexamenangst’.
–
Neem jezelf de indicatieve test uit hoofdstuk 4 af. De test biedt geen absolute zekerheid, maar geeft wel een aanwijzing, een indicatie, of er sprake is van rijexamenangst.
–
Als de uitkomst van de indicatieve test overeenkomt met je eigen onderzoek, kun je ervan uitgaan dat je last hebt van rijexamenangst. Probeer na te gaan of de angst alleen of vooral geldt voor het theorie-examen, alleen of vooral voor het praktijkexamen, of voor allebei.
–
Als je denkt dat het echt om rijexamenangst gaat, is er voor de meesten wel iets aan te doen.
18
2.
Inzicht
Als je vermoedt dat je last hebt van rijexamenangst, is de eerste remedie: inzicht in wat er feitelijk aan de hand is. Voor sommigen is het probleem al grotendeels opgelost als ze snappen wat er eigenlijk met hen gebeurt. Voor anderen is dat inzicht vooraf noodzakelijk om iets aan de angst te kunnen doen. –
Eerst probeer je inzicht te krijgen, waarom angst bij mensen ontstaat en hoe angst functioneert. Hoofdstuk 2 gaat hierop in.
–
Vervolgens probeer je te weten te komen hoe angst soms kan uitgroeien tot een vervelende, kostbare blokkade, dus hoe angst soms ‘faalangst’ wordt.
–
Ten slotte probeer je inzicht te krijgen in je eigen situatie: waar komt die angst bij jou vandaan en wat brengt die angst bij jou teweeg.
3.
Voorkomen
Met deze kennis ga je de adviezen en tips van hoofdstuk 5 (over het theorie-examen) en 6 (over het praktijkexamen) uitproberen. In deze hoofdstukken wordt beschreven hoe je, zonder medicijnen te gebruiken, kunt proberen te voorkomen dat de angst je blokkeert. 4.
Ermee leren omgaan
Als het niet lukt of vermoedelijk niet zal lukken de rijexamenangst te voorkomen, zit er niets anders op dan met die faalangst te leren leven en bij jou passende manieren te vinden om ermee om te gaan. Inmiddels heb je zo veel zelfkennis verzameld dat je in staat bent om de oefeningen van hoofdstuk 7 uit te proberen en na te gaan welke (combinatie) ervan jou het beste helpen. Dat is voor ieder verschillend. De oefeningen nemen de angst zelf niet weg (dat kan haast nooit) maar helpen je er zo mee om te gaan dat de angst positief uitwerkt.
19
5.
Een training volgen
Veronderstel dat het je niet lukt om met behulp van de oefeningen in dit boek jezelf uit de problemen te halen. Dat is in een enkel geval mogelijk. Dan kun je je opgeven voor deelname aan een training in het omgaan met faalangst of met rijexamenangst. In hoofdstuk 8 staat waar je daarover inlichtingen kunt krijgen. Het voordeel van zo’n training is dat je dan een veilige, deskundige begeleiding bij de oefeningen krijgt en dat je met de andere deelnemers samen probeert er overheen te komen en elkaar daarbij tot steun bent.
Wat is rijexamenangst? Zoiets als faalangst op school Rijexamenangst is een vorm van faalangst. Sommigen kennen dat verschijnsel van toen ze op school zaten. Leerlingen moeten op school steeds presteren. Leraren geven daarvoor voortdurend opdrachten. Sommige leerlingen hebben moeite met presteren onder sterke druk, dus als er een beoordeling op volgt. Ze hebben wel de capaciteiten, maar raken geblokkeerd op het moment van de toetsing. De resultaten blijven dan beneden verwachting. Misschien herken je dit? Tijdens een overhoring, proefwerk of examen was je dan gebiologeerd door de angst dat het mis zou lopen. Daardoor kon je je niet concentreren op de eigenlijke opgaven. Je begon te transpireren, soms trilden je handen, je hart ging sneller kloppen en je had een angstig gevoel in je borst of je buik. Je kwam niet door je eigen gepieker heen en werd steeds nerveuzer. Langzamerhand kreeg je jezelf een beetje in de hand. Maar het resultaat van je werk lag ver onder je kunnen.
20
Als je je dan een volgende keer ging voorbereiden op een toets, dan zat je al vooraf in de zenuwen en kwam je door dat piekeren maar moeilijk tot effectief studeren. Geen wonder dat je de voorbereiding probeerde uit te stellen ‘tot betere tijden’: je toonde vermijdingsgedrag. Want je had het gevoel dat je hard ging werken aan je eigen nederlaag. (Vrij naar: Examenvrees, Nieuwenbroek, Gieles & De Vries, 1993)
Faalangst kan dus optreden als er prestaties moeten worden geleverd die door anderen beoordeeld worden: de druk om te slagen en de angst om te mislukken leiden dan tot lagere prestaties dan normaal. Dat is ook het geval bij het afleggen van een rijexamen.
Verstandelijk, motorisch en sociaal Faalangst heeft in het onderwijs vooral betrekking op prestaties op verstandelijk gebied, waarbij kennis wordt getoetst. Maar faalangst bestaat ook bij mensen die zogenaamde motorische prestaties moeten leveren, dus iets moeten doen of een techniek uitvoeren. Bijvoorbeeld over de bok springen met gymnastiek, zingen of spelen voor publiek, iets repareren als anderen toekijken. Ten slotte treedt ook faalangst op bij sociale taken, dus als je iets samen met anderen moet doen. Bijvoorbeeld samen een actie organiseren, kennismaken en omgaan met nieuwe leden van de vereniging, in een vergadering durven zeggen wat je vindt. Zo kennen we verstandelijke, motorische en sociale faalangst. Toegepast op het rijexamen: verstandelijke faalangst speelt de hoofdrol bij het theorie-examen. Bij het praktijkexamen kunnen één, twee of alle drie de soorten een rol spelen, maar vooral de motorische faalangst.
21
Extra g rote druk bij rijexamen Faalangst is een algemeen woord voor een gevoel van onveiligheid en blokkade bij prestaties die beoordeeld worden. Rijexamenangst is een bepaalde soort faalangst: de angst die speciaal voorkomt bij het rijexamen. Kenmerkend is onder andere de extra grote druk: nú moet het gebeuren, alles komt aan op dit komende uur! Sommige mensen hebben in hun schooljaren al last gehad van faalangst. Het ligt voor de hand dat zij ook zullen lijden onder rijexamenangst. Misschien hebben ze in de loop van de jaren geleerd met hun faalangst om te gaan. Maar die angst kan toch terugkeren als gevolg van de extreme examendruk. Maar ook zie je rijexamenangst bij mensen die eerder nooit een spoor van faalangst kenden. Hun aanleg voor faalangst wordt blijkbaar pas in werking gezet als de druk hoog wordt opgevoerd. En dat gebeurt in de voorbereidingstijd op het rijexamen. Bij rijexamenangst hebben we dus te maken met twee groepen mensen. Aan de ene kant degenen die in de loop van de tijd al hebben leren omgaan met faalangst maar nu, bij het rijexamen, voor een extra sterke uitdaging komen te staan. Aan de andere kant degenen die voor het eerst met faalangst te maken hebben door de grote druk van het rijexamen. Zo komt het dat meer mensen last hebben van rijexamenangst dan van faalangst in de schooljaren.
Een omschrijving Rijexamenangst is een vorm van verstandelijke, motorische (soms sociale) faalangst die onder de druk van en tijdens het rijexamen kan optreden.
22
Rijexamenangst is de angst om op het rijexamen te mislukken, waardoor het normale denken en de normale vaardigheden geblokkeerd worden en lagere resultaten worden behaald dan verwacht mocht worden.
Samenvatting Het aantal mensen dat zakt voor het theorie-examen en vooral voor het praktijkexamen is relatief zeer groot. De cijfers van het Centraal Bureau Rijexamens liegen er niet om. Het blijkt dat een groot deel van de gezakten tijdens het examen beduidend lager presteert dan tijdens de rijlessen. Toch ligt het voor de hand dat de grote meerderheid van de kandidaten pas examen gaat doen als hun rij-instructeur de slaagkans groot acht. De oorzaak van de mislukking wordt daarom in de meeste gevallen gezocht in examenangst: de aandacht van de kandidaat wordt opgeslokt door de angst te mislukken. Die angst blokkeert het normale denken en de normale vaardigheden. De angst uit zich, behalve in het paniekidee al het geleerde en geoefende vergeten te zijn, ook in allerlei lichamelijke verschijnselen zoals buikpijn, bonzend hart, duizeligheid, hoofdpijn, heftige ademhaling, transpireren, en vooraf in slapeloosheid, gebrek aan concentratie en dergelijke. Dit boek kan je helpen –
te onderzoeken of er bij jou inderdaad sprake is van rijexamenangst;
–
inzicht te krijgen hoe die angst bij jou werkt;
–
via adviezen en tips te proberen die angst te voorkomen;
–
via oefeningen ermee te leren omgaan, als voorkomen niet blijkt te lukken;
–
een training of een speciale examenvorm aan te vragen.
23
2 Hoe heeft het zo ver kunnen komen?
Om te weten te komen hoe we deze angst onder controle kunnen krijgen, onderzoeken we eerst waar de angst vandaan komt. Vervolgens kijken we naar de verschillen tussen rijexamenangst en andere vormen van angst. Ten slotte gaan we na hoe jij aan rijexamenangst gekomen bent, dus wat de oorzaken in jouw geval kunnen zijn. Maar eerst gaan we in op een hardnekkig misverstand.
De examinator en de omgeving als zondebokken Voor sommige afrijders, zeiden we, is rijexamenangst een nieuw verschijnsel. Het komt pas op vanaf het moment dat zij zich voor het rijexamen hebben aangemeld en bereikt meestal een hoogtepunt als zij in contact komen met de examinator. Daarom denken zij vaak dat de examinator het probleem veroorzaakt. Hij krijgt de zwarte piet in veel verhalen over rijexamens. Voor mij is de persoon van de examinator het allerbelangrijkst. Hoe ziet hij eruit? Is hij bazig of juist erg vriendelijk? Stelt hij je op je gemak met zogenaamde grapjes, of neemt hij je gewoon serieus op een normale manier. Bij sommige examinatoren heb ik de indruk dat ze het gewoon leuk vinden als ik fouten maak. En dat ze sadistisch zitten te genieten als ik letterlijk met zweet op mijn voorhoofd achter het stuur kruip. (Peter, 19 jaar, vijf keer gezakt)
25
Natuurlijk heeft een examinator, net als iedereen, wel eens een slechte dag. Ook kan iemand in de loop van de dag wat vermoeid zijn van de (voor hem gewone) dingen die zijn kandidaten steevast fout doen. En de ene persoon vind je natuurlijk aardiger dan de andere. Maar in het algemeen is de examinator niet de schuld van de mislukking. Examinatoren zijn goed opgeleid, hebben veel ervaring en gaan te werk volgens heldere richtlijnen. Zij mogen geen persoonlijke voorkeuren laten blijken, daarom lijken zij nogal afstandelijk. Uit een onderzoek waarin de beoordelingen van rijexaminatoren onderling vergeleken werden, blijkt dat ze in vier van de vijf gevallen precies hetzelfde oordeel geven. Nee, als ik de schuld geef aan de examinator, oordeel ik in vrijwel alle gevallen feitelijk over mijn eigen gesteldheid. Als ik de examinator tot zondebok maak, zeg dat meer over mijzelf, hoe ík tegen de examinator aankijk, dan hoe de examinator tegen mij aankijkt. Miranda zag wel in dat het eigenlijk grotendeels aan haarzelf lag: Bij mij is het heel belangrijk welke opmerkingen de examinator het eerst maakt. Vallen die verkeerd, dan stort ik geestelijk in elkaar. Ik weet wel dat ze het niet slecht bedoelen, maar ik reageer nu eenmaal zo. Ook is belangrijk hoe zo’n examinator naar me kijkt. Is het zo’n blik van ‘dat is weer zo’n mislukkeling’, dan zak ik door de grond. De laatste keer had ik geluk. Hij vroeg me of ik wilde beginnen in het centrum of op de buitenwegen. Het is alle twee moeilijk, maar ik kreeg het gevoel dat ik wat te beslissen had. Ik kreeg zelfvertrouwen en slaagde. (Miranda, 19 jaar, na drie keer geslaagd)
Er zijn ook mensen die de schuld of medeschuld geven aan de omstandigheden tijdens het examen (het weer bijvoorbeeld), aan iets in de auto (de koppeling gaat ineens zo stroef!). Of aan gezinsleden of vrienden: wat zij ook doen of zeggen, het is nooit goed. Zoals bij Björn:
26
Als ik thuis over het rijexamen praat, gaat het bijna altijd mis. Het is net of ze me thuis niet begrijpen. Soms proberen ze het met geintjes en zo. En proberen ze me op te fleuren met hoe goed en gemakkelijk zijzelf het examen hebben gehaald. Ze snappen niet dat ik daarmee nog verder weg zink in mijn zenuwen. Maar het is ook niet goed als ze, zo overbezorgd, steeds expres niet over het examen praten. Alsof ik een halve zieke ben die ontzien moet worden. Eigenlijk heb ik het gevoel dat ze bij mij thuis niet weten hoe ze het beste met me om kunnen gaan. En ik weet het eigenlijk zelf ook niet. (Björn, 18 jaar, één keer gezakt)
Nee, je moet het probleem vooral bij jezelf zoeken: bij je eigen angst.
We hebben angst nodig Je vraagt je af: ik ben helemaal niet zo angstig aangelegd, maar als ik maar dénk aan het afrijden, dan begin ik al zenuwachtig te worden. Bedenk dan: angst hoort bij mensen en is zelfs nuttig en nodig.
Pas op: gevaar! De natuurlijk functie van angst bij mens en dier is om te waarschuwen voor gevaar: pas op, je moet iets doen, al je aandacht en kracht gebruiken, want anders... Als dit gevaar optreedt, word je getroffen door een onontkoombaar gevoel van angst dat alle andere gevoelens en gedachten wegvaagt. Stel je voor, je leeft in de oertijd. Plotseling komt er een levensgrote beer grommend op je af. Een moment ben je verlamd van angst. Dan gebeuren er drie dingen: –
Eerst zet de angst je voor een bliksemsnelle keuze: zal ik aanvallen of
27
vluchten? Dat besluit neem je zonder na te denken: je doet het intuïtief. Later zou je misschien anders besluiten, maar voor een logische redenering is er nu geen tijd. Gelukkig maar, want een woeste beer wacht daar niet op. –
Ten tweede wordt tegelijkertijd het lichaam klaargemaakt voor een zo krachtig mogelijke actie, of dat nu aanvallen of vluchten is. De hersenen geven bevel aan de bijnieren om meteen de hormonen adrenaline en noradrenaline te produceren en die razendsnel over heel het lichaam te verspreiden. Deze hormonen zorgen ervoor dat enkele organen tot verhoogde activiteit overgaan. Het hart gaat het bloed sneller rondpompen en de longen gaan harder werken om zo veel mogelijk energie aan de spieren te leveren. Want aanvallen en vluchten vragen een verhevigde actie van de spieren, die dan meer suiker en zuurstof nodig hebben dan normaal: op die manier kunnen ze tot het uiterste gespannen staan. Bij een sterke inspanning is ook tijdig verkoeling nodig, dus beginnen de zweetklieren alvast te werken. Als je dus koos voor vluchten, ging je er in een ongewoon hoog tempo vandoor. Ging je de beer te lijf, dan was je sterker dan je ooit gedacht had.
–
Maar, ten derde, de adrenaline en noradrenaline doen meer: tegelijkertijd schakelen ze in de hersenen alle functies uit, die op het moment van gevaar alleen maar afleiden. Alles wat normaal de aandacht vraagt maar niet te maken heeft met aanvallen of vluchten, is uitgeschakeld en onbelangrijk geworden. Vandaar dat je dan de gewoonste dingen niet meer weet.
Hoe sterker je iets als een gevaar ziet, des te groter is je angst. Hoe groter de angst, hoe meer adrenaline en noradrenaline wordt verspreid, en dus hoe sterker deze drie verschijnselen optreden.
28
Maar wat door de één nauwelijks als een gevaar wordt gezien – wat dus nauwelijks angst opwekt –, brengt een ander in paniek. De heftigheid van de angst wordt bepaald door wat je vanuit aanleg, opvoeding en ervaring als een gevaar bent gaan zien.
Vluchten kan niet meer Angst is dus iets heel natuurlijks bij zoogdieren en bij mensen. Maar tegenwoordig hebben we die sterke angstreacties niet meer zo vaak nodig. We komen niet regelmatig beren tegen, hoogstens auto’s bij het oversteken en daar zijn we aan gewend. In oorlogen en bij extreem natuurgeweld is het wat anders, maar dat is niet iets van elke dag. Toch hebben we best vaak angst, onder meer rijexamenangst. De natuur had nooit kunnen voorzien dat mensen – behalve voor aanstormende beren en natuurgeweld – ook nog eens bang zouden zijn voor een examen! Het gevolg is dat je hele lijf bij zo’n angst toch wordt klaar gemaakt voor een grote lichamelijke inspanning: aanvallen of vluchten. Maar bij een examen mag je niet weglopen of naar voren stormen: je moet gewoon op je stoel blijven zitten of netjes achter het stuur kruipen. Je mag zelfs niet de examinator negeren (vluchten) of agressief tegen hem doen (aanvallen)! Je spieren trillen voor niets, je hart bonst overbodig, er komt te veel zuurstof binnen (bij sommigen tot hyperventilatie toe), je krijgt een kleur en hebt het warm ook als het koud is en je transpireert terwijl dat nergens op slaat. Wie dat vóór het examen al heeft, krijgt de neiging om te gaan rennen of heel hard te schreeuwen. Steeds als ik met mijn rij-instructeur het terrein oprij van het CBR, dan gaat mijn hart als een gek tekeer. Het lijkt wel een kerncentrale. Ik heb geen controle meer over mijn handen en benen. Mijn instructeur ziet dat wel, maar kan ook niets anders zeggen dan ‘kom op joh, het lukt je wel’. Maar hij beseft niet dat het hierdoor nog erger wordt.
29
Want ik weet zelf ook wel dat ik best kan slagen, maar dat juist de spanning ervoor zorgt dat ik misluk. Eigenlijk ben ik zo al gezakt voor ik ook maar één meter heb gereden. (Dennis, 20 jaar, vijf keer gezakt)
Ik stikte van de zenuwen en wist van voren niet dat ik van achteren leefde. (Antoinette, 23 jaar, vier keer gezakt)
Het lijkt wel of er een grauwsluier over me heen getrokken wordt. Eén keer wist ik zelfs niet meer hoe ik de versnelling in zijn achteruit moest krijgen. (Angela, 18 jaar, twee keer gezakt)
Ik begin eerst heel krampachtig te worden en als reactie daarop ben ik helemaal versuft en eigenlijk levensgevaarlijk in de auto. Want ik rijd dan als op een automatische piloot. Dan gaat het dus ook fout, dan hoor ik die examinator gewoon niet meer. Net of ik ongeveer alleen ben. Ik voel me helemaal blind en draaien aan het stuur doe ik alsof ik een knop op een machine indruk. Ik voel dat zelf wel, maar het dringt niet echt tot me door. Het geeft een vorm van machteloosheid. (Kees, 35 jaar, zes keer gezakt vrachtwagenrijbewijs)
Als je weet hoe mensen gewoonlijk reageren op iets wat ze als een gevaar zien, voel je je wellicht minder abnormaal met je examenangst. Je begrijpt beter hoe het komt dat je de neiging hebt om te vluchten, de examinator uit te schelden en waarom die vreemde dingen gebeuren in je lijf en in je hersens. Je moet alleen leren om zo met die angst om te gaan, dat het positief uitpakt: dat de spanning je helpt om in volle concentratie het examen aan te pakken, door niets afgeleid. Hoe komt het dan dat die angst bij zo veel mensen zo verlammend uitpakt? Dat komt door de angst om te mislukken.
30
De angst om te mislukken De belangrijkste vraag is: wat is het voor een soort gevaar dat bij jou die angst opwekt? Is het wat je tijdens het rijexamen moet doen: de auto technisch beheersen, foutloos rijden en de verkeersregels toepassen, strikvragen doorzien? Dan ben je wel gespannen, maar daardoor juist met al je energie geconcentreerd op het examen. Of bestaat het gevaar voor jou uit de kans dat je zakt? Voel je je beheerst door een angstaanjagende gedachte die niet slaat op wat je moet doen tijdens het examen. Bijvoorbeeld: –
Het zal mij vast niet lukken.
–
Het moet nu absoluut lukken want anders...
–
Ik schaam me dood als ik nu weer zak.
–
Die examinator zal me wel weer laten zakken.
Dan wordt rijexamenspanning tot rijexamenangst. Je kunt aan niets anders meer denken: het gaat mislukken, of: het móet lukken. Maar je denkt niet aan wat je tijdens het examen moet doen: schakelen, voorrang geven, invoegen, enzovoort. Alle andere aandachtsfuncties van de hersenen zijn geblokkeerd. En, terwijl je uitstekend voorbereid bent op het examen, doe je de stomste dingen. Als je zo’n soort angst hebt, is het van het grootste belang er zo mee te leren omgaan dat de samengebalde energie op de opgave zelf wordt gericht. En daarin kun je jezelf trainen.
31
Niet elke angst is rijexamenangst Bijna iedereen die rijexamen gaat doen, is ten minste een beetje gespannen. Maar niet iedereen heeft rijexamenangst. We spreken over rijexamenangst als de angst om bij het rijexamen te mislukken, je kennis en vaardigheden blokkeert. Als er dus niet uit komt, wat er in zit. We noemen nu drie andere soorten angst en spanning van een heel andere aard. Met die drie soorten angst leer je niet omgaan door de oefeningen in dit boek.
Plankenkoorts Er bestaat ook een positieve, nuttige kant van angst. Als je iets moet presteren waar veel van afhangt, heb je vooraf meer of minder sterke angstgevoelens. Zo’n spanning kent iedereen. Het wordt pas examenangst als de aandacht voor de opdracht zelf geblokkeerd raakt door de angst te mislukken. Angst, zagen we, waarschuwt voor gevaar, maakt het gehele lichaam klaar voor een flinke fysieke inspanning en blokkeert alles wat niet te maken heeft met aanvallen of vluchten. Als de angst wordt opgewekt door de opgave zelf, wordt alle kracht daarop gericht en word je niet afgeleid. Je werkt de opdracht met grotere concentratie af dan in het geval je geen angstspanning zou hebben. De toneelspeler móet een beetje plankenkoorts hebben, anders brengt hij zijn rol zouteloos. De voetballer móet voor de wedstrijd begint flink in spanning zitten, anders laat hij zich overrompelen, zelfs door een zwakke tegenstander. Mensen bij wie de angst tot die spanning leidt, zijn in staat alle andere interessante en aandachtvragende zaken te negeren en uitsluitend hun aandacht te geven aan de opdracht zelf.
32
De instructeur verzekerde mij dat ik klaar was om af te rijden. We hadden al een paar keer examentje gespeeld. Voor het theorie-examen was ik niet bang. Ik dacht: dat varkentje was ik wel even. Maar voor het praktijkexamen zat ik flink in de rats. Ik was vooral bang voor het invoegen op de snelweg, maar dat hadden we tegen de klippen op geoefend. Op de grote dag, onderweg naar het CBR, voelde ik me wat duizelig. Ik gaf de examinator een klamme hand, mijn knieën knikten en mijn hart bonsde in mijn keel. Ik kon met moeite de gordel omkrijgen. Toen zei de examinator: rijd u naar de uitgang en dan meteen rechtsaf. Ik startte en ineens waren alle zenuwen weg. Ik lette goed op verkeer van links, voor ik rechts de weg opdraaide en het was verder net als bij de instructeur, maar nog geconcentreerder en preciezer. Ik dacht: zo goed heb ik het nog nooit gedaan: geen enkel foutje. Toen ik uitstapte en de examinator me gelukwenste, voelde ik verbaasd dat ik ineens opnieuw met knikkende knieën naast de auto stond. Op de terugweg naar huis maakte ik de ene fout na de andere: alsof het nu ineens niet meer hoefde! (Martin, 24 jaar, in één keer geslaagd)
Met plankenkoorts, waarbij je angst overgaat in geconcentreerde spanning, lever je optimale prestaties. Vaak zelfs beter dan je ooit van jezelf had kunnen denken; beter dan in het dagelijks leven, als die spanning er niet is. Dit noemen we dus geen examenangst, maar examenspanning.
Terechte angst Er is nog een groep mensen die wel last heeft wel angst, maar niet van rijexamenangst. We spreken over rijexamenangst als je het wel kunt en toch zakt: de angst om te mislukken blokkeert kennis en vaardigheid. Maar sommige mensen praten ook over rijexamenangst, als ze er terecht tegen opzien. Dat is onjuist. Een paar voorbeelden: –
Sommige mensen zijn niet klaar voor het examen en melden zich
33
tegen het advies van de rij-instructeur in, toch aan. Voor het theorie-examen bijvoorbeeld, zonder behoorlijk de verkeersregels te hebben bestudeerd. Of ze beschikken bij het praktijkexamen nog niet over de minimaal nodige rijervaring. Wie dan bang, zenuwachtig en onzeker is, is dat terecht: die moet terecht vrezen te zakken. Het mag zelfs een wonder heten als zo iemand slaagt. –
Iemand die vermoeid is – na nachtdienst of een feest, of na het drinken van te veel alcohol of na het slikken van kalmeringsmiddelen – en toch examen gaat doen, moet terecht vrezen het examen niet te zullen halen. Dat geldt ook voor mensen die in de medische verklaring een handicap verzwegen hebben waardoor autorijden tot een waagstuk wordt: mensen met evenwichtsstoornissen, met plotselinge duizelingen, mensen die zeer slecht zien of een beperkt gezichtsveld hebben maar toch door de ogentest komen, mensen die continu bang moeten zijn voor een hartinfarct, die niet snel genoeg kunnen reageren. Als zij examen doen, vrezen ze terecht dat ze het niet zullen halen.
–
Ten slotte is de kans op slagen ook klein – en de angst dus terecht – als iemand zich om een of andere reden tijdelijk onvoldoende kan concentreren op het examen, bijvoorbeeld net zwaar ziek is geweest, met acute huwelijksproblemen zit, of een dierbare verloren heeft. Zulke ingrijpende storingen van buitenaf belemmeren optimaal presteren of maken de vereiste concentratie onmogelijk.
Deze mensen hebben angst voor het examen, en terecht: ze moeten het niet doen! Als in zo’n situatie bij wijze van spreken ‘een beer grommend op je af komt’, moet je zo snel mogelijk vluchten! Geen examen gaan doen dus! De oefeningen in dit boek zullen er niet voor helpen.
34
Angst als levenstrek Rijexamenangst is een vorm van faalangst. Faalangst is gebonden aan een heel specifieke situatie, namelijk als er prestaties geleverd moeten worden die door anderen beoordeeld worden. In andere situaties speelt deze faalangst geen rol van betekenis. Deze angst steekt vooral bij examens de kop op, maar is afwezig bij bijvoorbeeld studie, werk of ontspanning. Er zijn ook mensen bij wie angstgevoelens veel verder in hun leven is doorgedrongen; de angst speelt in praktisch elke situatie een rol. Door een onveilige opvoeding, door trauma’s of door emotionele stoornissen is de angst ‘in hun botten gaan zitten’. Ze staan voortdurend angstig in het leven; de angst is een levenstrek geworden. Deze mensen zijn overal bang voor: voor hoogte en diepte, voor grote en kleine ruimten, voor auto’s en fietsen, voor mensen en dieren, voor machines en technieken. Ze hebben dus ook last van faalangst en rijexamenangst. Maar dat is slechts één, tamelijk oppervlakkig teken van hun eigenlijke problematiek, die veel ruimer en vooral dieper is. De angst als levenstrek kan voor een korte tijd de gestalte van rijexamenangst aangenomen hebben, maar zal zich na dat examen opnieuw op allerlei manieren blijven uiten. Voor deze mensen kunnen de oefeningen in dit boek wel nuttige tips zijn maar geen echte verandering geven. Zij hebben waarschijnlijk meer baat bij een gespecialiseerde deskundige (vaak een therapeut).
Wat maakt die blokkerende angst wakker? We beschreven rijexamenangst in zijn ergste vorm. Het kan natuurlijk ook in minder erge mate voorkomen. Het kan zelfs slapend, in aanleg, aanwezig zijn. Dan is het de kunst om te voorkomen dat de angst wakker gemaakt wordt. En als hij toch wakker is geworden, dan moeten de oorzaken worden aangepakt.
35
Wat zijn de belangrijkste ‘wekkers’ en welke de diepere oorzaken? De belangrijkste ‘wekker’ van rijexamenangst is paniek in de voorbereidingstijd. Dat is een voorbode van examenangst. Wanneer raak je (lang of kort) vóór het examen in paniek? Enkele voorbeelden.
Paniek: het overzicht kwijt Je bent overdonderd door het grote aantal verkeersregels dat je moet kennen en je weet niet waar te beginnen. Je bent het overzicht kwijt en dat geeft paniek. Of je ziet niet in hoe je bij het rijden zo veel handelingen tegelijk moet doen: afremmen, knipper uit, schakelen, stuur draaien, tegelijk in de spiegels naar achter en naar opzij kijken, optrekken, schakelen: je raakt in paniek. Zo’n paniek overvalt sommige mensen bij de eerste rijlessen. Als het gevoel van paniek lang aanhoudt, kan het direct vóór of tijdens het examen ineens terugkomen, ook al is het inmiddels een tijd weggeweest. Hoe eerder je er dus aan begint orde en overzicht in je kennis van verkeersregels aan te brengen, en hoe meer rijervaring je opdoet en daardoor ‘automatismen’ kweekt, hoe sneller de paniek verdwijnt en hoe minder kans er is op examenangst. Je krijgt overzicht door een gerichte manier van studeren en rijervaring door onder leiding van de instructeur veel te rijden.
Paniekverhalen Wie rijexamen deed en zakte, heeft de neiging te overdrijven en de schuld te leggen bij de moeilijkheidsgraad van het examen, het slechte weer of de examinator. Zet enkele mensen bij elkaar die ooit zijn gezakt en de verhalen komen los, het ene nog sterker dan het andere.
36
Je zou er paniekerig van worden en vergeten dat de soep niet zo heet wordt gegeten als hij wordt opgediend. Een kwart van de kandidaten denkt dat sterke verhalen van anderen hun rijexamenangst hebben versterkt. Houd je aan één informatiegever: de rij-instructeur, die al heel wat leerlingen en examens heeft meegemaakt. Als ik eenmaal weet wanneer ik op moet, ga ik steeds slechter slapen. En een week voor de ‘grote dag’ kan ik net zo goed niet naar bed gaan. Ik lig me steeds maar ‘op te draaien’, en allerlei rampverhalen in mijn hoofd te halen van dingen die kunnen mislukken bij het rijexamen. Van alles heb ik er al aan gedaan. Glazen melk, kalmerende pilletjes en alcohol. Af en toe vraag ik me af: is dit het wel allemaal waard? Maar ja, iedereen heeft een rijbewijs, dus ik moet er gewoon ook een hebben. Anders heb ik het gevoel niet mee te tellen, er helemaal niet bij te horen. Dan zeggen ze, zo medelijdend, tegen je: heb je dan nog geen rijbewijs?. Net alsof je een halve melaatse bent. (Astrid, 20 jaar, drie keer gezakt)
Eerste keer gezakt Er zijn mensen die voor de eerste keer gingen afrijden en pas op dat moment kennis maakten met examenangst. Tijdens het theorie-examen wisten ze een tijdlang niets meer. Of onder het praktijkexamen hadden ze een flinke black-out. Ze zakten dus. Wie dat heeft meegemaakt, kan al ver vóór de tweede keer in paniek raken en dus nog meer last krijgen van examenangst. Uit het onderzoek dat in het volgende hoofdstuk aan de orde komt, blijkt: 42% van degenen die al eerder een rijexamen hadden afgelegd, zegt nu meer last te hebben van rijexamenangst dan de eerste keer.
37
Ook als er de eerste keer geen sprake was van echte examenangst, maar het lukte niet erg of er gebeurden onverwachte dingen, word je misschien bang dat het de volgende keer ook zo slecht gaat en kun je in paniek raken. In al dit soort gevallen is het belangrijk examenangst te voorkomen door snel de paniek de baas te worden of te zorgen dat paniek niet kan uitbreken. Middelen daarvoor vind je in volgende hoofdstukken.
Mogelijke oorzaken van rijexamenangst Maar er is meer aan de hand: als de angst wakker gemaakt kan worden, zeg je dat die al slapend aanwezig was. Wat is daar dan de oorzaak van? Hoe komt het toch, dat de één door examenspanning juist goede resultaten haalt, en dat een ander geblokkeerd wordt door de angst om te mislukken? Natuurlijk is er nooit één enkele reden aan te wijzen en gaat het meestal om een combinatie van oorzaken.
Aanleg Als je wordt geboren, heb je al heel wat eigenschappen en mogelijkheden bij je. In de erfelijke aanleg ligt een aantal voorkeursmogelijkheden of -kwaliteiten klaar, die gemakkelijker dan andere kenmerken kunnen bepalen hoe iemand zich in de toekomst ontwikkelt. Bijvoorbeeld de factor angst: komt angst snel boven, of alleen bij iets ergs? Sommige mensen zijn door hun genen gevoeliger voor examenangst dan anderen. Ze hebben er als het ware meer aanleg voor. Maar hoe die aanleg gaat uitgroeien, dat hangt onder meer af van opvoeding en eigen ontwikkeling.
38
Alleen negatieve kritiek Voor ieder mens is het moeilijk om kritiek of negatieve opmerkingen te krijgen op zijn manier van doen. Maar als je nooit iets anders hoort, ga je denken dat je niet zoveel waard bent, dat je nooit iets goed doet en dat je niets kunt. Er zijn gezinnen waarvan de leden elkaar voornamelijk zeggen wat niet bevalt. Complimenten, van ouders naar kinderen en andersom, blijven achterwege. Zo ontstaat een sfeer waarbij je van elkaar alleen negatieve kritiek en vrijwel nooit iets goeds hoort. Dat hoeft niet kwaad bedoeld te zijn; sommige mensen weten niet eens dat ze zo weinig complimenten uitdelen. Op school is ook vaak meer aandacht voor dat wat niet gelukt is dan voor dat wat wél gelukt is. In heel wat bedrijven en instellingen hoor je ook nooit wat je goed doet: iets positiefs van je werk zeggen, hoort dan niet bij de bedrijfscultuur. Bij sommige mensen – lang niet alle – die dat van jongs af aan hebben meegemaakt of die dagelijks in zo’n cultuur verkeren, zorgt dat voor een gebrek aan zelfvertrouwen. En dat komt naar voren als ze iets moeten presteren. Ze hebben een negatief zelfbeeld en kijken vooral naar wat ze niet kunnen. Als ze een keer wel succes hebben, ligt dat volgens hen niet aan hun eigen bekwaamheid. Ze zeggen dan dat de opgave heel gemakkelijk was of dat ze het toevallig goed gedaan hebben. Daarmee bevestigen ze voor zichzelf het idee dat ze het niet kunnen en zien ze de mislukking al voor zich. Dit fenomeen wordt des te sterker als er ook nog eens de druk van een examen op staat.
Mislukken mag niet Veel mensen met examenangst komen uit gezinnen waar het woord ‘mislukken’ niet in het woordenboek voorkwam. De ouders hadden er
39
alles voor over om hun kinderen te helpen het onderste uit de kan te halen. Of het nu ging om sportprestaties of resultaten op school: alleen het beste telde. Daarmee bedoelden ouders hun kinderen te stimuleren en te activeren. Naar de buitenwereld toe maakte zo’n gezin vrijwel altijd een volmaakte indruk. Veel mensen namen er een voorbeeld aan. Op zichzelf was dit voor ouders en kinderen een prettige ervaring, maar tegelijkertijd legde het ook een geweldige druk op alle gezinsleden. Zij moesten – niet alleen voor zichzelf, maar ook omdat anderen het verwachtten – als gezin het hoogste blijven bereiken. En dat viel niet mee. ‘Niet-lukken’ was in zo’n gezin bijna onmogelijk. De ongeschreven regel luidde: ‘mislukken mag niet en kan niet’, of anders gezegd: ‘iets niet kunnen kan niet!’. Wie in een dergelijk gezin is opgegroeid, is daarin gaan geloven. En toch kom je vrijwel dagelijks in situaties waar dingen niet vanzelf gaan. En waar je moet vaststellen dat iets niet helemaal gelukt is. Of zelfs helemaal mislukt is. Maar dat kun je in zo’n gezin (en voor jezelf!) eigenlijk niet maken: Bij ons in de familie is bijna iedereen voor de eerste keer gewoon geslaagd. En iedereen zei al van tevoren tegen mij ‘dat ik het ook wel zou maken’. Alsof het een soort verplichting was, waaraan ik moest voldoen. Toen ik, door stomme pech, de eerste keer was gezakt, geloofden ze me gewoon niet. Ze dachten dat ik een geintje maakte. Toen vond ik dat het de tweede keer absoluut moest lukken. Nou, dat werd gigantisch balen. Ik stikte van de zenuwen en wist van voren niet dat ik van achteren leefde. Vanaf dat moment heb ik besloten niet meer tegen mijn familie te zeggen wanneer ik weer op moest. (Antoinette, 23 jaar, vier keer gezakt)
40
Wij – in onze familie, in ons bedrijf, op onze school – mislukken niet! Deze wijze van stimuleren heeft jammer genoeg soms een tegengestelde uitwerking. Sommige mensen worden bang dat het toch mis zal gaan, en die gedachte maakt hen zo zenuwachtig dat ze daardoor geblokkeerd raken. Examenangst door te hoge verwachtingen dus. Het blijft eigenaardig: sommige mensen worden er inderdaad angstig door, maar anderen weten zich juist gestimuleerd. Ligt dat dan aan de aanleg? Of aan de manier waarop je met je verleden omgaat? Dat is niet helemaal duidelijk.
Je eigen gedachtespinsels Het kan ook best aan jezelf liggen. Als niet je familie of vriendenkring zulke hoge verwachtingen hebben, maar jijzelf huizenhoge eisen stelt. Of als je maar weinig vertrouwen hebt in je eigen kunnen. Iemand met examenangst houdt er een apart soort gedachten op na. Ideeën, die niet kloppen met de realiteit. Wat denk je van deze ‘toppers’: –
Ik ben pas tevreden over mezelf als ik alles perfect doe.
–
Wat ik ook doe, het zal mij nooit lukken dit examen te halen.
–
Wat anderen makkelijk vinden, daar heb ik altijd de grootste moeite mee.
–
Ik ben ook altijd zo’n pechvogel.
Deze gedachtespinsels helpen je juist angstig te blijven en werken je dieper de put in. Als je er vaak door geplaagd wordt, is examenangst al snel het gevolg. Later in dit boek geven we je middelen om je van deze kwelgeesten te bevrijden. Ik vond mezelf nogal stom, want ik heb nooit een probleem gehad met leren. De theorie bijvoorbeeld, ging ook direct goed, maar het gaat om
41
de praktijk. Bij mij in het dorp heb je van die jonge gasten die een rijexamen vlot halen. Dan denk ik, voor mij is het zowat onmogelijk om het te halen. Maar als ik dan zo denk, merk ik dat ik mezelf in de put zit te praten. Zo van: ik kan dat dus niet. En als ik dan zo zit te piekeren, dan gaat het ook meteen weer mis. En dan denk ik: ik moet mezelf niet in de put praten, maar als ik dat bedenk dan wordt het toch weer erger. (Henk, 26 jaar, vijf maal gezakt)
Economische noodzaak Sommige mensen moeten een rijexamen halen omdat het nodig is voor hun werk of voor het gezin of omdat nog meer rijlessen nemen financieel niet haalbaar is. De spanning van ‘ik móet het halen!’ legt een enorme druk op de kandidaat. Die kan zo zwaar zijn dat de angst om te zakken alle energie die nodig is een goed examen te doen, opslokt of zelfs blokkeert. We maakten in hoofdstuk 1 al kennis met Rita: En dan dat geld. Ik ga bijna failliet van al dat gedoe. Mijn ouders willen wel iets bijbetalen, maar ik kom nog tekort. Zo wordt het steeds moeilijker om rustig aan het rijexamen te beginnen. Ik denk dan steeds: als ik nu weer zak, kan ik het echt niet meer betalen. Daardoor raak ik helemaal van de kaart omdat ik dan vind dat ik echt móet slagen. Misschien als ik een berg geld had, ja, dan had ik vast geen last van al dat gespannen gedoe. (Rita, 22 jaar, vier keer gezakt)
En Kees kwam al eerder in dit hoofdstuk aan de beurt: Ik had een camper gekocht en daarmee wilde ik met mijn vrouw en twee kinderen op vakantie. Ik was tijdig begonnen: vóór de vakantie
42
zou ik twee keer op kunnen. Nou, de eerste keer was ik dus gezakt. De vakantie kwam steeds dichterbij, dus ik moest de tweede keer wel slagen. Er kwam een enorme spanning op te staan, want het was wel of niet met die auto op vakantie. En helemaal als ik dacht dat ik mijn gezin zou moeten vertellen dat ik weer gezakt was. Nou, dat is dus gebeurd. Ik schaamde me dood, werd heel down, en daarna had ik die verlammende spanning ook in de rijles. (Kees, 35 jaar, zes keer gezakt voor vrachtwagenrijbewijs)
Samenvatting Angst is een normale menselijke reactie op gevaar. Angst blokkeert alles wat niet met het gevaar te maken heeft, zodat alle krachten van geest en lijf erop gericht zijn het gevaar ofwel te ontvluchten ofwel er tegenin gaan. Als de opdracht – het examen – zelf als het gevaar wordt ervaren, heeft die angst een positieve invloed, namelijk een geconcentreerde spanning waardoor je eruit kan halen wat er in zit. Als de kans om te mislukken als het gevaar wordt beleefd, zal de angst alles richten op die mislukking en de rest blokkeren. De angst wordt wakker als je voor onverwachte situaties komt te staan, geen overzicht meer hebt en dan in paniek raakt. Dat kan versterkt worden door paniekverhalen uit je omgeving en vooral door de herinnering als je al een keer gezakt bent. De oorzaken, dus waarom mensen op deze wijze met angst omgaan, verschillen per persoon. Het kan in je aanleg zitten, of voortkomen uit bepaalde vaste ideeën die je van jongs af in je eigen omgeving geleerd hebt (bijv. ‘mislukken mag niet’), door de manier waarop je je gedach-
43
ten en fantasieën reguleert, of eenvoudig door het feit dat je na gezakt te zijn opnieuw dure lessen moet nemen. De oorzaak van rijexamenangst is zelden het gedrag van de examinator!
44
3 Stel je eigen diagnose
Je weet natuurlijk zelf het beste of je last hebt van examenangst en hoe erg. Beter dan welke test ook kan aangeven. Omdat rijexamenangst zich in allerlei vormen verschuilt, is het niet mogelijk een algemeen geldende test ervoor te ontwerpen. Toch wil je soms je eigen gevoel checken. Je wilt weten of wat je op jouw eigen manier beleeft, een verklaarbaar verschijnsel is dat meer mensen kennen en of er iets aan te doen valt. Daarom geven we – in het kort – de resultaten weer van een onderzoek onder rijexamenkandidaten. Mede op grond daarvan hebben de onderzoekers een indicatieve test ontwikkeld.
Onderzoek onder rijexamenkandidaten Op ons verzoek hebben onderzoekers A. Ros en J. Visser een beknopt onderzoek uitgevoerd naar rijexamenangst. Wij vatten dit onderzoek hier samen. De ervaringen van ruim honderd ‘collega-kandidaten’ kunnen je helpen bij je eigen diagnose. De ondervraagden De onderzoekers vroegen 110 rijexamenkandidaten na hun praktijkexamen, toen ze net gehoord hadden of zij geslaagd of gezakt waren, een vragenlijst in te vullen. Dat gebeurde bij het CBR in zes steden in Brabant en Limburg. Van degenen die de vragenlijst invulden, is 62%
45
geslaagd; 66% deed voor de eerste keer examen; 22% voor de tweede keer; 12% deed drie of meer keren examen. De leeftijd liep uiteen van 18 tot 43, maar de gemiddelde leeftijd was 20 jaar. Er antwoordden evenveel mannen als vrouwen. Examenangst Op de vraag hoeveel last ze hadden van rijexamenangst, zei 29% geen last gehad te hebben, antwoordde 45% dat ze enigszins nerveus waren, vond 22% zichzelf nogal gespannen en voelde 5% zich angstig of erg angstig. Interessant wordt het als we die gegevens uitsplitsen naar geslaagden en gezakten: van de gezakten zegt maar 10% dat ze geen last hadden, 57% zegt enigszins nerveus te zijn, 24% nogal gespannen en 10% angstig. Onder de gezakten was de examenangst dus veel sterker aanwezig. Ook bleek dat hoe vaker iemand het rijexamen gedaan had, hoe meer last van rijexamenangst hij kreeg. De kandidaten die aangaven enigszins tot veel last te hebben van rijexamenangst, werd gevraagd wanneer die angst het ergste was. Voor de meesten was dat vóór het examen (55%) en aan het begin van het examen (24%). Minder mensen hadden gedurende het hele examen (9%) of de nacht ervoor (4%) er de ergste last van. Bijna de helft van de kandidaten meent dat ze beter gereden zouden hebben als ze geen last hadden gehad van rijexamenangst. Klachten Wat voor verschijnselen nemen mensen met rijexamenangst waar? De kandidaten kregen een lijst van vijftien klachten voorgelegd en moesten aankruisen of ze er – eerst vóór het examen en daarna tijdens het examen – geen last, een beetje last, behoorlijk last of in erge mate last van hadden gehad. –
Vóór het examen komen het sterkste naar voren: klamme handen, zweten, trillende handen, een opgejaagd gevoel, slecht sla-
46
pen. In mindere mate: weinig eetlust, paniekgevoel, slechte concentratie, buikpijn, misselijkheid en hoofdpijn. Heel weinig werd duizeligheid, veel eten en hyperventilatie gescoord. De gezakten hadden meer last van dit soort verschijnselen dan de geslaagden. Gemiddeld had iedereen last van drie of vier klachten tegelijk. Sommigen noemden één of twee, anderen tien tot zelfs veertien klachten tegelijk. –
Tíjdens het examen spelen ongeveer dezelfde klachten als ervóór een rol. Ze worden vooral aan het begin van het examen ervaren. Bij de meeste mensen neemt de ernst van de klacht na een tijdje af, behalve bij degenen die zeggen angstig of zeer angstig te zijn.
Wat deden ze ertegen? We vroegen degenen die zeiden enigszins tot veel last te hebben gehad van examenangst, wat ze daartegen gedaan hebben. Dat konden meer dingen tegelijk zijn. Het is interessant dat het roken van (veel) sigaretten veruit de meest genomen maatregel is (30%) (al is het bekend dat veel roken juist de nervositeit verhoogt!). Tamelijk veel kandidaten praatten erover met familie (22%), of met vrienden (18%). Maar liefst 19% zegt kalmeringsmiddelen of pijnstillers gebruikt te hebben, vooral gezakte kandidaten. Wat versterkte de rijexamenangst? De verwachtingen van familie en vrienden versterkten de rijexamenangst het meest. Bij degenen die al eerder een examen hadden gedaan, heeft vooral de ervaring van het vorige examen de rijexamenangst versterkt. Ook noemen veel kandidaten de sterke verhalen van anderen en de verwachtingen van de rij-instructeur.
47
De examinator is er bij 37% in geslaagd de kandidaat gerust te stellen, bij 42% enigszins en bij 21% niet.
Een indicatieve test van rijexamenangst Dezelfde onderzoekers hebben een indicatieve test opgezet over rijexamenangst, mede op grond van hun ervaringen met het rijexamenonderzoek onder rijexamenkandidaten. Dit is niet een test die je volle zekerheid geeft: daarvoor zou een uitvoeriger en persoonlijk onderzoek nodig zijn. Het is een indicatieve test, dat wil zeggen: de uitslag van de test geeft je een indicatie, een aanwijzing. Als die aanwijzing klopt met je eigen ervaringen en vermoedens, kun je ervan op aan dat hij juist is. Klopt de uitslag niet met je eigen ervaringen, dan heb jijzelf waarschijnlijk meer gelijk dan de test. Misschien moet je dan de vorige hoofdstukken nog eens lezen om te checken of je bij je eigen vermoedens blijft. In de volgende meerkeuzevragen moet je steeds het antwoord kiezen dat het best (of het minst slecht) bij je past. De test is alleen betrouwbaar als je pas ná het beantwoorden van alle vragen naar de scoretabel kijkt. Tel dan de scores bij elkaar op en je hebt een indicatie.
Een indicatieve test van rijexamenangst 1 Als de rij-instructeur vindt dat ik aan het examen toe ben, zal mijn reactie zijn: A Hè, hè, eindelijk. B Maar ik kan nog helemaal niet goed rijden! C Voor de zekerheid neem ik nog twee lessen extra.
48
2 Vlak vóór belangrijke examens, zoals het rijexamen: A heb ik last van klamme, trillende handen of een opgejaagd gevoel. B heb ik niet alleen last van klamme, trillende handen en/of een opgejaagd gevoel, maar ook van buikpijn, misselijkheid of duizeligheid. C voel ik me prima. 3 Als ik denk aan de examinator bij het rijexamen: A dan stel ik me iemand voor die mij op mijn gemak kan stellen. B dan stel ik me een willekeurig persoon voor. C dan stel ik me een streng persoon voor, die erop uit is me te laten zakken. 4 Om mijn zenuwen voor een belangrijk examen, zoals het rijexamen, te bedwingen: A probeer ik van alles, bijvoorbeeld erover praten met familie en vrienden, kalmerende middelen en ontspanningsoefeningen. B rook of drink ik meer of zoek ik afleiding. C Ik heb geen last van zenuwen. 5 Als ik bang ben om een examen, zoals het rijexamen, niet te halen: A dan denk ik: Nee heb je, ja kun je krijgen! B dan probeer ik het liever niet. C dan bereid ik me extra goed voor.
49
6 Tijdens een belangrijk examen, zoals het rijexamen: A ben ik zo zenuwachtig, dat ik daardoor slechter presteer. B ben ik, als ik eenmaal begonnen ben, niet meer zenuwachtig. C voel ik me op mijn gemak. 7 Als ik tijdens het rijexamen een kleine fout zou maken (bijvoorbeeld vergeten het knipperlicht aan te doen): A begin ik snel over iets anders te kletsen, in de hoop dat de examinator het niet merkt. B probeer ik daarna nog beter op te letten. C raak ik in paniek en zak ik vast en zeker. 8 Als de rij-examinator helemaal niets zou zeggen en stuurs voor zich uitkijkt tijdens mijn rijexamen, vermoed ik: A dat de examinator ruzie heeft gehad met zijn/haar partner, die ochtend. B dat de examinator vindt dat ik slecht rijd. C dat de examinator mij niet uit mijn concentratie wil halen. 9 Als de rij-examinator me zou vertellen dat ik gezakt ben, dan denk ik waarschijnlijk: A Ik had het wel gedacht! B De examinator heeft ongelijk dat hij mij laat zakken. C Nog iets meer oefenen, dan haal ik het de volgende keer misschien wel.
50
10 Als ik slaag voor een belangrijk examen, zoals het rijexamen, reageer ik meestal met: A Gelukkig, dat zit er op! B Ik had niet anders verwacht! C Hoe is het mogelijk, ik heb geluk gehad, de examinator vindt me vast erg aardig. 11 Ben je al eens gezakt voor het rijexamen? A Nee, ik heb nog nooit rijexamen gedaan./Ik ben in één keer geslaagd. B Ja, één keer. C Ja, meerdere keren.
Score-tabel
51
A:1
11
A:2
10
A:3
9
A:1
8
A:1
7
A:3
6
A:1
5
A:3
4
A:2
3
A:2
2
A:1
1
B:2 B:1 B:1 B:3 B:2 B:2 B:3 B:2 B:1 B:3 B:3
C:3 C:3 C:2 C:2 C:3 C:1 C:2 C:1 C:3 C:1 C:2
Uitslag Minder dan 16 punten Jij bent een koele kikker! Je bent bijna nooit zenuwachtig: zelfs in de meest spannende situaties weet je je zenuwen in bedwang te houden. Je zult het rijexamen vol vertrouwen tegemoet treden en je bent optimistisch over de afloop. Pas wel op dat je door al te grote nonchalance en zelfverzekerdheid geen slordigheidsfouten maakt. 16-28 punten Voor belangrijke examens zoals het rijexamen ben je zenuwachtig. Je weet je zenuwen te bedwingen door je extra goed voor te bereiden. Je hebt je zenuwen zodanig onder controle dat je nervositeit in je voordeel werkt: je bent tijdens examens extra oplettend en geconcentreerd en daardoor kun je tot betere prestaties komen. Meer dan 28 punten Je hebt last van rijexamenangst. Je bent zo nerveus dat je prestaties er onder lijden. De rijexamenangst geeft je allerlei lichamelijke en psychische klachten, waardoor je je niet goed kunt concentreren. Bovendien ben je erg onzeker en bang om te zakken. Lees zorgvuldig verder in dit boek om te weten te komen hoe je met rijexamenangst zou kunnen omgaan.
Samenvatting Om je eigen diagnose te kunnen stellen doe je er goed aan jezelf te vergelijken met de ervaringen van andere examenkandidaten. Daarom is er een onderzoek gedaan onder ruim honderd rijexamenkandidaten.
52
Je kunt jezelf bovendien een indicatieve test afnemen, die op die landelijke gegevens gebaseerd is. Je hebt dan een indicatie over wat er met jou aan de hand is.
53
4 Wat staat me te doen?
Stel, je hebt zekerheid of een sterk vermoeden dat je last hebt van rijexamenangst. Het eerste wat je denkt is: kan dat genezen? Maar het is geen ziekte die je geneest door gebruik van medicijnen. Het heeft te maken met het functioneren van verstand en gevoel, en dus moet je ook daar je oplossingen gaan zoeken.
Beter geen medicijnen gebruiken Tamelijk veel mensen zoeken de oplossing in pillen. Zware en lichte medicijnen gaan vlot over de toonbank bij apotheek en drogist. Van de kandidaten met rijexamenangst in ons onderzoek, gebruikte 19% kalmeringsmiddelen en pijnstillers. Sommige middelen maken je rustig, andere heel attent. Maar de meeste middelen zorgen ook voor een vervelende bijwerking: je wordt er ofwel behoorlijk suf ofwel overmoedig van. De grootste stommiteit heb ik begaan door kalmeringsmiddelen te nemen. Die had ik nog nooit van mijn leven gehad. Van een vriend kreeg ik wat spul, en daar reageerde ik volkomen verkeerd op. Ik was helemaal van de wereld. Alles leek te lukken, ik kon de hele wereld aan. Maar het hielp me niet. Op de een of andere manier kon ik de fijnere bewegingen niet goed maken. Met fileparkeren bijvoorbeeld ging het
55
totaal mis, ondanks drie pogingen. En ik schatte de remafstand naar het stoplicht ook helemaal verkeerd in. Kortom, ik zakte als een baksteen, ook al was ik helemaal niet gespannen. (Joop, 23 jaar, twee keer gezakt)
Er zijn allerlei middelen op de markt die beloven examenangst weg te nemen of het denkvermogen te vergroten. Het is alleen onmogelijk met pillen en drankjes meer uit de hersenen te halen dan wat er in de loop van de tijd aan kennis en vaardigheid is ingegaan. Hoogstens kunnen medicijnen ervoor zorgen dat er ook uit komt wat er in zit, maar vaak ten koste van bijwerkingen. Andere medicijnen beloven je rustig te maken. De vraag is of ze je niet zó rustig maken dat je concentratie wegvalt. Met andere woorden: ze nemen niet alleen de angst weg, maar ook de spanning die maakt dat je geconcentreerd aan het examen begint. We bespreken enkele soorten medicijnen:
Tranquillizers, wekaminen, bètablokkers Rustgevende middelen, de zogenaamde tranquillizers, waartoe ook valium behoort, worden veel gebruikt en vaak door artsen voorgeschreven. Je wordt er rustig van en je hebt minder last van spanning en dus van rijexamenangst. Maar de meeste van deze middelen zijn tegelijk slaapverwekkend: in je slaap rust je immers het beste uit. Maar als je knikkebollend de dia’s van het theorie-examen aan je ziet voorbijgaan, kun je een goede afloop wel vergeten. Om maar te zwijgen van de problemen van iemand die behalve rijexamen doen, tegelijk nog moet vechten tegen de slaap en weinig geconcentreerd de weg op gaat. Vaak staat er op de bijsluiter iets over de invloed op rijvaardigheid en dat staat er niet voor niets.
56
Een ander uiterste vormen de zogenaamde wekaminen, die vooral in de sportwereld als doping worden gebruikt. Ze prikkelen het centrale zenuwstelsel. Je bent actiever, je hebt minder behoefte aan slaap maar je wordt ook rustelozer, spraakzamer en je hebt minder zelfkritiek. Je durft dus ook meer, bijvoorbeeld onbevreesd examen doen, maar ook denk je nog best even vóór die fietser langs te kunnen. De examinator zal zeggen: ‘U moet voor u de volgende keer opgaat, leren wat rustiger en beheerster te rijden’. Deze en andere bijwerkingen zijn zo ernstig, dat gebruik ervan sterk afgeraden moet worden. Daar komt bij dat deze middelen verslavend werken. Er bestaan sinds kort andere middelen om examenkandidaten, acteurs en musici van hun examenangst of plankenkoorts af te helpen, de zogenaamde bètablokkers. Ze zijn bedoeld om stoornissen in het hartritme en hoge bloeddruk te bestrijden. Uit de praktijk blijkt dat bètablokkers ook uitingen van angst teniet doen en dat zij op die manier het prestatievermogen vergroten. Uit allerlei onderzoeken blijkt verder dat examenresultaten na gebruik van bètablokkers verbeteren. Datzelfde geldt voor de prestaties van musici die in het openbaar moeten optreden. Maar..., zoals altijd met dit soort wondermiddelen zit er ook een heel andere kant aan deze medaille: –
Je reactievermogen neemt als gevolg van deze middelen af.
–
Als de examenangst volledig verdwijnt, ga je op het theorie-examen wat al te gemakkelijk denken over de vragen en geef je nogal eens snel en zelfverzekerd een onjuist antwoord.
–
Dat geldt ook voor de opdrachten van de examinator tijdens het praktijkexamen: je schat de afstand te optimistisch in of je denkt die voetganger nog wel voor te zijn. Herkenbaar is wat Joop hierboven daarover vertelde.
57
–
Na langere tijd inspannend werken, neemt de concentratie sterk af. Maar hoe lang het middel werkt, is per persoon verschillend. Het zou uitgewerkt kunnen zijn tijdens het examen.
Gebruik van deze middelen is dus niet aan te raden.
Homeopathische middelen In de groep van homeopathische middelen zijn Valdispert en Plantival het meest bekend. Op de bijsluiters wordt vermeld dat ze geen invloed hebben op de rijvaardigheid. Sommige gebruikers zeggen dat ze er een beetje onverschillig en wat minder geconcentreerd van worden, al is dat een stuk minder dan bij de reguliere middelen. Andere gebruikers zeggen daar geen last van te hebben. Ons advies: als je het echt nodig denkt te hebben, neem dan een homeopathisch pilletje mee naar het examen. Je weet dan dat je het eventueel kunt gebruiken. Meestal blijkt het dan niet nodig.
Realistische aanpak Het is niet bekend hoeveel mensen hoeveel maal voor het rijexamen zakken wegens rijexamenangst. Maar het moeten er vrij veel zijn, gezien de verhalen die je hoort en gezien het hoge percentage mensen dat zakt. En toch verzekeren rijschoolhouders dat mensen zich slechts bij uitzondering voor het examen aanmelden als ze er onvoldoende vaardig voor zijn. De enige goede aanpak is: leer de baas te worden over je rijexamenangst en bedek het probleem niet met medicijnen. Dan pak je je probleem bij de wortel aan. In de volgende hoofdstukken geven we suggesties voor een realistische aanpak. In de hoofdstukken 5 en 6 bespreken we wat je kunt doen om te voorko-
58
men dat de rijexamenangst uitbreekt, ook als je er aanleg voor hebt. In hoofdstuk 7 komt aan bod hoe je met rijexamenangst kunt omgaan als die toch heeft toegeslagen en hoe je die angst kunt omzetten in een gezonde spanning. We zijn allemaal verschillend. De één kan beter uit de voeten met de ene aanpak, de ander met een andere werkwijze. Dat is ook de reden waarom we verschillende manieren aanbieden, zodat je kunt kiezen. Het is aan te raden verschillende methoden tegelijk, in combinatie, te gebruiken. Onderzoek dan van welke werkwijze je het meeste profijt hebt. Je komt daar pas echt achter als je er niet alleen over leest, maar juist als je het gaat doen, al dan niet met andere mensen samen. Het vervolg van dit boek bestaat daarom grotendeels uit ‘doe-hoofdstukken’.
Samenvatting Het is sterk af te raden – rustgevende of juist opwekkende – medicijnen tegen examenangst te gebruiken. De bijwerkingen en de werkingsduur kunnen juist het tegenovergestelde van het bedoelde effect bereiken. Je kunt eventueel homeopathische middelen nemen. De enige effectieve methode om de examenangst te bestrijden is te leren de angst te voorkomen of ermee om te leren gaan. Alleen dat is een realistische aanpak.
59
5 Voorkom angst bij het theorie-examen
Een gezonde examenspanning kan uitlopen op examenangst. Vaak komt dat door een ondoordachte voorbereiding. Je best doen en hard studeren op de examenstof, dat is niet genoeg. Je moet ook op een effectieve manier werken. In dit hoofdstuk geven we eerst suggesties voor het voorbereiden op het theorie-examen en daarna werken we enkele tips uit die nuttig zijn vlak vóór, tijdens en na het theorie-examen.
Preventie door voorbereiding op het theorieexamen Door een zorgvuldige voorbereiding kun je misschien voorkomen dat je vlak vóór of aan het begin van het examen in paniek raakt. Dat kan namelijk gebeuren als je ineens voor een geheel onverwachte situatie staat. Je vergroot je zekerheid en zelfvertrouwen: –
als je je op de hoogte stelt van de examensituatie;
–
als je weet wat precies van je wordt gevraagd;
–
als je inzicht krijgt in jouw eigen manier van informatie opnemen en verwerken;
–
als je effectief en oefenend leert;
–
in goede conditie naar het examen komt;
–
en vooral als je een zogenaamd proefexamen hebt gedaan.
61
Vooraf verkennen: hoe gaat het examen? Je verhoogt je zelfverzekerdheid als je van tevoren weet hoe het examenlokaal eruit ziet en hoe alles in zijn werk gaat. Vraag er daarom naar bij je instructeur of iemand die het al meegemaakt heeft. In grote lijnen (want per regio zijn er kleine verschillen) gaat het als volgt. Je moet tijdig aanwezig zijn om de papieren (met pasfoto!) in orde te laten maken, een nummer te krijgen (de plek waar je tijdens het examen komt te zitten) en te betalen (tenzij je je via je instructeur voor het examen hebt opgegeven).
Op de aangegeven tijd worden de kandidaten in een zaal gelaten waarin verscheidene monitoren te zien zijn. Je gaat zitten aan het tafeltje met jouw nummer. Op die tafel – of liever: verdiept in de tafel – zie je een toetsenbord. Je ziet er:
62
–
twee blauwe knoppen (‘JA’ en ‘NEE’) voor vragen die met ja of nee beantwoord moeten worden;
–
drie groene knoppen (‘A’, ‘B’ en ‘C’) voor meerkeuzevragen;
–
cijfertoetsen voor vragen waarop je met cijfers moet antwoorden;
–
een gele correctietoets, met