145 5 2MB
Dutch Pages [78] Year 2010
Casuïstiek voor apothekersassistenten S. van der Krogt en A. Starink
Ik blijf maar hoesten
Casuïstiek voor apothekersassistenten Ik blijf maar hoesten
Casuïstiek voor apothekersassistenten
Ik blijf maar hoesten S. van der Krogt en A. Starink
Bohn StaÀeu van Loghum Houten 2010
© 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of opnamen, hetzij op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 jo het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 471, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Samensteller(s) en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een betrouwbare uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor drukfouten en andere onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen. ISBN 978 90 313 7888 3 NUR 891 Onderwijskundig advies: Sink Concept en tekst: Questgroep Ontwerp: Studio HdeK
Bohn Stafleu van Loghum Het Spoor 2 Postbus 246 3990 GA Houten www.bsl.nl
Ik blijf maar hoesten
Inhoud Inleiding
7
1. Medische achtergrondkennis - Anatomie en fysiologie - Ziektebeelden
9 10 17
2. Zorgvraag verhelderen - Recepten - Zelfzorgvragen
21 22 29
3. Geneesmiddelen - Medicijnen tegen hoestklachten - Zelfzorgmiddelen
35 36 40
4. Bereiden - Rekenen - Bereiden
43 44 46
5. Voorlichting en advies - Instructies voor medicijngebruik - Voorlichting geven
49 50 54
6. Administratieve taken - Apotheek Informatie Systeem - Inkoop van geneesmiddelen
59 60 62
7. De maatschappij en jij - Organisatie van de gezondheidszorg - Discussies in de samenleving
65 66 72
8. Persoonlijke groei - Persoonlijke leerstijl - Doelgericht leren
75 76 78
De antwoorden op de vragen die in de diverse hoofdstukken aan bod komen vind je op: www.agcontext.nl
Ik blijf maar hoesten
Inleiding Iedereen heeft van tijd tot tijd wel eens last van een hinderlijke hoest. Meestal is dat nuttig, een manier om je keel, luchtpijp en longen schoon te maken. Hoesten is vaak een bijverschijnsel dat vanzelf over gaat. Maar soms ook niet. Dan is er meer aan de hand of zijn de klachten zo hardnekkig dat het echt vervelend wordt. In dit werkboek komen de volgende onderwerpen aan bod:
Medische achtergrondkennis Wat is hoesten precies? Welke aandoeningen gaan vaak gepaard met hoestbuien?
Zorgvraag verhelderen Wat doe je met het recept dat de klant jou overhandigt? Wanneer volstaat zelfzorg, wanneer is een bezoek aan de huisarts raadzaam?
Geneesmiddelen Met welke geneesmiddelen kunnen hoest en de achterliggende oorzaken bestreden worden?
Bereiden Geneesmiddelen die door de apotheek zelf bereid worden.
S. van der Krogt, A. Starink, Ik blijf maar hoesten, DOI 10.1007/978-90-313-7889-0_1, © 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij
7
Ik blijf maar hoesten
Voorlichting en advies Welke stappen kun je onderscheiden binnen voorlichting? Wat vertel je een klant met hoestklacht en hoe doe je dat?
Administratieve taken Hoe verwerk je de gegevens in het Apotheek Informatie Systeem? Hoe schrijf je een uitnodigende brief?
De maatschappij en jij Hoe wordt de gezondheidszorg ingedeeld? Rookverbod in de horeca: een zegen of een brug te ver?
Persoonlijke groei Wat is jouw persoonlijke leerstijl? Wat heb je aan een persoonlijk ontwikkelingsplan?
Ik blijf maar hoesten
8
hoofdstuk 1
Medische achtergrondkennis
Hoesten is een manier om ingeademde rook, stofdeeltjes, chemische stoffen en dergelijke kwijt te raken. In dat geval spreek je van productieve hoest, hoest met een duidelijke functie. Maar soms lijkt hoesten helemaal geen functie te hebben, zoals bij de droge of kriebelhoest. Deze zogenaamde niet productieve hoest is vooral heel hinderlijk.
S. van der Krogt, A. Starink, Ik blijf maar hoesten, DOI 10.1007/978-90-313-7889-0_2, © 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij
9
xxxxxxxxxxxxxxxxx
Anatomie en fysiologie 1.1 Bouw en werking van de luchtwegen • Basiswerk AG: Anatomie & fysiologie (ISBN 978 90 313 4672 1) • Merck Manual Medisch Handboek • www.schooltv.nl / beeldbank (> luchtwegen)
Om hoesten te begrijpen moet je iets afweten van de bouw en werking van de luchtwegen. Vul de namen in van de verschillende onderdelen van de lage luchtwegen. 4
1 2
5
3 6
1 2 3 4 5 6 7 7
8
9
8 9
Medische achtergrondkennis
10
1.2 Het mechanisme van de ademhaling Hieronder staat een schematische weergave van de ademhaling. Op welk plaatje is inademen te zien en op welke plaatje uitademen?
Inademen
Uitademen
A
B
Schrijf in steekwoorden op wat er precies gebeurt tijdens het in- en uitademen. Inademen De borstkas : Het middenrif : De lucht :
Uitademen De borstkas : Het middenrif : De lucht :
11
Medische achtergrondkennis
Bij inademen stroomt er lucht je longen binnen en zet je borstkas uit. Maar wat is oorzaak en wat gevolg? Kruis de juiste volgorde aan. O lucht stroomt de longen binnen > daardoor zetten de longen uit > daardoor zet de borstkas uit O de borstkas zet uit > daardoor zetten de longen uit > daardoor stroomt er lucht in de longen O de longen zetten uit > daardoor wordt de borstkas groter > daardoor stroom er lucht in de longen
Ervaar het mechanisme van de ademhaling door middel van het volgende proefje: - houd je mond dicht en knijp je neus dicht - doe alsof je diep inademt. Wat voel je? - laat dan plots je neus los Er zijn 2 vormen van ademhaling: de borstademhaling (ook wel ribademhaling genoemd) en de buikademhaling (ook wel middenrif ademhaling genoemd). Wat is het verschil daartussen? Bij de borstademhaling:
Bij de buikademhaling:
Hoe adem jij op dit moment? Gebruik je de borst- of de buikademhaling? Hoe zit dat bij je studiegenoten? Bij buikademhaling maak je de borstholte groter dan bij borstademhaling en dus stroomt er ook meer lucht je longen in. Toch gebruiken veel mensen de borstademhaling. Jij ook? Probeer dan de buikademhaling eens uit en voel wat er in je eigen lichaam gebeurt: -
Ga gemakkelijk zitten of liggen. Sluit je ogen. Leg je handen op je buik. Zet je buik doelbewust uit naar voren. Houd je adem even vast en adem langzaam uit. Voel hoe je buik weer platter wordt.
Medische achtergrondkennis
12
1.3 Longinhoud De gemiddelde longinhoud van een volwassene bedraagt ongeveer 6 liter. Maar dat kan per persoon verschillen. Kun je een aantal factoren bedenken die invloed hebben op iemands longinhoud? Factoren die de longinhoud beïnvloeden
Vorm een viertal en bepaal beurtelings elkaars longcapaciteit met behulp van een spirometer. Adem zo diep mogelijk in en blaas de lucht zo lang mogelijk uit in de spirometer. Iedereen doet dit twee keer achter elkaar. Noteer in onderstaande tabel hoeveel lucht ieder van jullie heeft uitgeademd. Proefpersoon
Poging 1
Poging 2
Gemiddeld
1 2 3 4 Hele groep Bereken de gemiddelde longinhoud van jouw groepje en vergelijk dit getal met de uitkomsten van de andere groepjes. Wijkt jouw persoonlijke longcapaciteit veel af van het gemiddelde van 6 liter? Zo ja, kun je daar een verklaring voor bedenken?
13
Medische achtergrondkennis
1.4 Hoesten Forceer een hoest en concentreer je op je hals en je buik. Beschrijf wat je voelt.
Bij hoesten gebeurt het volgende. - je sluit je stembanden en luchtpijp af - je spant je middenrif krachtig aan - hierdoor komt de lucht in je longen onder druk te staan - door je stembanden en luchtpijp ineens te openen wordt de lucht met kracht uit je longen geperst.
1.5 Vragen • Basiswerk AG: Anatomie & fysiologie (ISBN 978 90 313 4672 1) • Merck Manual Medisch Handboek • www.agcontext.nl
Zoek het antwoord op de volgende vragen: 1. Uit hoeveel kwabben bestaat de rechterlong? En de linker?
2. Wat gebeurt er in de longblaasjes?
Medische achtergrondkennis
14
3. Hoe worden stofdeeltjes die je via de ingeademde lucht binnenkrijgt uit je longen verwijderd?
4. Je longen en je borstholte zijn beide bekleed met een vlies. Hoe heten deze vliezen en waarvoor dienen ze? Waarom mag er geen lucht tussen beide vliezen terechtkomen?
5. Ademhalen doe je onbewust. Wat geeft het signaal dat het tijd is om in te ademen?
6. Hoesten wordt veroorzaakt doordat het slijmvlies van je longen, luchtpijp of keel geprikkeld wordt. Wat gebeurt er precies tijdens die hoest?
15
Medische achtergrondkennis
7. Ingeademde rookdeeltjes prikkelen de slijmvliezen. Toch moeten rokers niet de hele tijd hoesten. Hoe kan dat?
8. Welke rol speelt het middenrif bij de ademhaling?
9. Maak de interactieve test op: agcontext.nl (> toets jezelf > Algemeen 1.5)
Medische achtergrondkennis
16
Ziektebeelden 1.6 Aandoeningen • Basiswerk AG: Farmacotherapie in de apotheek (ISBN 978 90 313 5448 1) • Merck Manual Medisch Handboek • www.agcontext.nl (> databank > NHG patiëntenbrieven) • www.rivm.nl (> ziekten en aandoeningen)
Hoest gaat vaak na verloop van tijd vanzelf over. Maar het kan ook een bijverschijnsel zijn van een serieuze klacht, zoals: - bronchitis - inspanningsastma - kinkhoest - tuberculose - pseudo-kroep Ook allergische reacties en chronische aandoeningen aan de luchtwegen kunnen (zware) hoestbuien veroorzaken. Chronische aandoeningen van de luchtwegen (chronische bronchitis, longemfyseem) worden COPD genoemd (Chronic Obstructive Pulmonary Disease). Deze komen aan bod in een ander deel uit deze serie (“Ik heb het zo benauwd!”). Zoek voor bovenstaande aandoeningen op: - Waardoor wordt deze aandoening veroorzaakt? - Welke klachten kunnen optreden? - Wat zijn mogelijke gevolgen van deze aandoening? Noteer je bevindingen met steekwoorden in het schema op de volgende pagina.
17
Medische achtergrondkennis
18 Bronchitis
Inspanningsastma
Medische achtergrondkennis Kinkhoest
Oorzaken Symptomen Mogelijke gevolgen
19
Medische achtergrondkennis
Pseudo-kroep
Tuberculose
Oorzaken
Symptomen
Mogelijke gevolgen
Medische achtergrondkennis
20
hoofdstuk 2
Zorgvraag verhelderen
Voor de klant is het recept van de huisarts of specialist abracadabra. Maar als apothekersassistent moet je het moeiteloos kunnen lezen. Ook voer je een laatste controle uit: past dit medicijn of deze dosering wel bij deze klant? Omdat hoesten vaak onschuldig is gaan mensen vaak eerst aan de slag met zelfzorg. Soms is dat afdoende, maar niet als dat hoesten een uiting is van een ernstigere kwaal.
S. van der Krogt, A. Starink, Ik blijf maar hoesten, DOI 10.1007/978-90-313-7889-0_3, © 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij
21
xxxxxxxxxxxxxxxxx
Recepten 2.1 Afkortingen ontcijferen • www.agcontext.nl
Zoek de betekenis op van de volgende afkortingen die je op een recept kunt tegenkomen. Afkorting
Latijnse naam
Betekenis
a.c. apt. c.th. d.c. f. lev. o.b.h. q.d.d. sir. u.n.
Zorgvraag verhelderen
22
Zet onderstaande recepten om in gewoon Nederlands. Recept
Wat krijgt de klant?
Hoe moet hij het gebruiken?
R/ codeïne 20 mg no 20 S. 1-3dd 1 tablet zn bij kriebelhoest
R/ doxycycline 100 mg no 8 S. 1e dag 2 tabletten tegelijk, daarna 1x daags 1 tablet
R/ ventolin discus 200 no 1 S. zn
R/ Spiriva 1 stuks S. 2 dd 1 pufje
R/ augmentin 625 mg S. 3 dd 1 tabl
R/ Broxil 25mg/ml da 1 flacon S. 3 dd 5 ml
23
Zorgvraag verhelderen
2.2 Recepten aannemen Oefen het aannemen van een recept via een rollenspel. Steeds speelt iemand de rol van klant en een medestudent die van apothekersassistent. Je krijgt te maken met één van de volgende klanten:
Cor Lennings kan ‘s nachts niet slapen vanwege een vervelende kriebelhoest…
Antoinette Steele blijft het maar benauwd hebben…
Johan de Bruijn hoest tijdens het sporten zijn longen uit het lijf… Degene die de rol van klant speelt bereidt zich voor met behulp van de casusbeschrijving op de volgende pagina’s. Hij of zij maakt een kopie van het recept, knipt dit uit en overhandigt het aan de apothekersassistent. NB: als jij de rol van apothekersassistent speelt, lees de betreffende casusbeschrijving dan niet door. Het is immers de kunst om zelf achter alle relevante informatie te komen door de juiste vragen te stellen. De rest observeert de rollenspellen aan de hand van de observatielijst op de volgende pagina. Aandachtspunten voor een volgende keer
Zorgvraag verhelderen
24
Observatielijst Recept aannemen Vul per aandachtspunt in: - goed (+) - matig (+/-) - zwak (-) naam apothekerssassistent > Benadert de klant op een plezierige manier.
Toont inlevingsvermogen.
Controleert of het recept aan de wettelijke eisen voldoet.
Bij vaste klant: controleert adres, geboortedatum en verzekering.
Bij nieuwe klant: vraagt naar de NAW en verzekeringsgegevens.
Controleert of alle gegevens op het recept staan.
Voert medicatiebewaking uit (doseringscontrole).
Neemt de juiste beslissing bij de verdere afhandeling. Controleert of het medicijn op voorraad is of gemaakt moet worden. Vertelt wanneer het geneesmiddel opgehaald kan worden.
25
Zorgvraag verhelderen
Casussen ten behoeve van het rollenspel Mijnheer Lennings Persoonsgegevens Naam: Leeftijd: Geboortedatum: Adres:
Cor Lennings 61 jaar 19-07-1949 Notenlaan 50, 2588 GE Den Haag Telefoon: 035-217 01 17 Burgerservicenummer: 088337890 Verzekering: Zilveren Kruis Polisnummer: 234.887.664 Je bent naar de dokter geweest omdat je veel last had van een irritante kriebelhoest. Vooral ’s nachts was het erg. ige Wat je vooral zorgen baarde was dat er met het weinige slijm af en toe een stipje bloed mee kwam. De dokter constateerde dat het niets ernstigs was. en Een vervelende kriebelhoest die vaak voorkomt na een verkoudheid. Het slijmvlies van de luchtpijp is geïrriteerd en overprikkeld. Om de hoestprikkel te dempen heeft hij codeïne voorgeschreven. Geef de volgende informatie alleen als de apothekersassistent er naar vraagt: - Je staat al bij de apotheek ingeschreven. - Voor zover je weet ben je niet allergisch voor een bepaald geneesmiddel. - Je rookt niet. Recept Kopieer dit recept, knip het uit en overhandig het aan de apothekersassistent.
Zorgvraag verhelderen
26
R. Willemen
huisarts p 16, 2544 TD Den Ha ag Tel. 070-23 4.44.55
Zwanenekam 12-06-2010 R / codeïne
20 mg no 2 0
S. 1-3 dd 1 ta blet zonodig bij kriebelhoes t
Dhr. Lennin gs Notenlaan 50, 2588 GE Den Haag Geboorteda tum: 19-07-1 948
Mevrouw Steele Persoonsgegevens Naam: Leeftijd: Geboortedatum: Adres:
Antoinette Steele 48 jaar 26-5-1962 Merwedepad 23, 3134 AD Apeldoorn Telefoon: 038-33 71 657 Burgerservicenummer: 022665580 Verzekering: Univé Polisnummer: 212.334.656
Je hebt al weken last van een irriterende hoest, waarbij je ook slijm ophoest. Het is begonnen na een fikse verkoudheid. Daarna begon je koortsig te worden. De dokter stelde met behulp van de stethoscoop vastt dat je een acute bronchitis hebt. Meestal gaat dat vanzelff over maar nu vertrouwt hij het niet helemaal. ken: Hij stelde daarom voor om een antibioticum te slikken: doxycycline Geef de volgende informatie alleen als de apothekersassistent er naar vraagt: - Je staat bij de apotheek ingeschreven. - Voor zover je weet ben je niet allergisch voor een bepaald geneesmiddel. Recept Kopieer dit recept, knip het uit en overhandig het aan de apothekersassistent.
27
G.H. Doorne nkamp, huisarts
Uylenstede
16, 3144 TD Apeldoorn Tel 038-167. 77.03
14-08-2010 R / dox ycycli
ne 100 mg n o
8
S. 1e dag 2 tabletten gevolgd doo r 6 dagen 1 tablet
Mevr. A. Ste ele Mer wedepa d 23, 3134 A D Apeldoorn Geboorteda tum: 26-5-1 960
Zorgvraag verhelderen
Johan de Bruin Persoonsgegevens Naam: Leeftijd: Geboortedatum: Adres:
Johan de Bruin 20 jaar 24-03-1990 Strostraat 5, 2133 PZ Hilversum Telefoon: 035-25 23 731 / 06-2335 69 00 Burgerservicenummer: 034462864 Verzekering: Zilveren Kruis Polisnummer: 526671
Je bent bij de dokter geweest omdat je bij het sporten n telkens hevig en langdurig moest hoesten. Ook werd je benauwd en stond je te piepen en te zagen. Na een kwartier rust ging het wel weer en was alles voorbij. De arts constateerde dat je inspanningsastma hebt. Hij schrijft Ventolin voor, te gebruiken als een aanval begint. Geef de volgende informatie alleen als de apothekersassistent er naar vraagt: - Je staat nog niet bij de apotheek ingeschreven. - Voor zover je weet ben je niet allergisch voor een bepaald geneesmiddel. Recept Kopieer dit recept, knip het uit en overhandig het aan de apothekersassistent.
Zorgvraag verhelderen
28
R. van Alke ma huis
arts n 32, 2117 F V Hilversum Tel. 035-23 4.44.55
Kastanjelaa 11-09-2010 R / ventolin
discus 200
no 1
S. zn
Johan de Bru in Strostraat 5 , 2133 PZ H ilversum Geboorteda tum: 24-03 -1988
Zelfzorgvragen 2.3 Alarmfactoren bij hoesten • Merck Manual Medisch Handboek
Klanten gaan met hun hoestklachten vaak als eerste naar de apotheek. Soms kan dat omdat de oorzaak niet ernstig is, maar soms ook niet. Een apothekersassistent is geen ‘surrogaat dokter’. Ze heeft verstand van geneesmiddelen en de manier waarop deze gebruikt moeten worden maar is natuurlijk geen arts die diagnoses stelt. Het is belangrijk om je eigen grenzen te kennen. Daarom is het handig als je een aantal alarmfactoren kent voor hoest. Deze symptomen wijzen erop dat er meer aan de hand is. Vul ze hieronder in. Spoed
Dringend
Routine
29
Zorgvraag verhelderen
2.4 De zelfzorgvraag verhelderen • Voorlichting en advies in de apotheek (ISBN 978 90 313 4864 0) • Basiswerk AG: Verstrekking en vergoeding (ISBN 978 90 313 5299 9) • Basiswerk AG: Praktijkorganisatie voor apothekersassistenten (ISBN 978 90 313 5442 9)
Oefen via een rollenspel met het verhelderen van een zelfzorgvraag. Steeds speelt iemand de rol van klant en een medestudent die van apothekersassistent. Degene die de rol van klant speelt bereidt zich voor met behulp van de casusbeschrijvingen op de volgende pagina’s. NB: als jij de rol van apothekersassistent speelt, lees de betreffende casusbeschrijving dan niet door. Het is immers de kunst om zelf achter alle relevante informatie te komen door de juiste vragen te stellen. De rest observeert de drie rollenspellen aan de hand van het observatieformulier op de volgende pagina. Past de apothekersassistent de WHAM-vragen goed toe? Noteer eventuele aandachtspunten waar je een volgende keer extra op moet letten. Aandachtspunten voor een volgende keer
Zorgvraag verhelderen
30
Observatielijst Zelfzorgvraag Vul per aandachtspunt in: - goed (+) - matig (+/-) - zwak (-) naam apothekerssassistent > Begroet de klant op een plezierige manier. Controleert voor Wie het geneesmiddel bedoeld is Controleert Hoe lang de kwaal al duurt. Vraagt welke Actie de klant heeft ondernomen om de klachten te bestrijden. Controleert op gebruik van andere Medicijnen. Vraagt voldoende door om de klacht helder te krijgen. Neemt de juiste beslissing om de vraag verder af te handelen. Vraagt naar de voorkeur voor een bepaald product of toedieningsvorm. Legt het gebruik van het geneesmiddel duidelijk uit. Rekent op de juiste wijze af. Registreert welk product uiteindelijk is meegegeven. Benadert de klant op een prettige manier.
31
Zorgvraag verhelderen
Casussen ten behoeve van het rollenspel 1 Je hebt last van een akelige, droge kriebelhoest Je bent al een tijd verkouden en het gaat maar niet over. Je zoekt een goed middel om van de hoest af te komen. Geef de volgende informatie alleen als de apothekersassistent er naar vraagt: - Het merk maakt je niet uit, het liefst het goedkoopste. - Je hebt geen koorts. - Je bent 40 jaar. - Je gebruikt geen andere medicijnen. - Je hoest nu al een paar dagen.
2 Je zoontje is verkouden. Hij heeft het meest last van hoesten waarbij ook slijm meekomt. Van een buurvrouw heb je gehoord dat Bisolvon erg goed helpt. Geef de volgende informatie alleen als de apothekersassistent er naar vraagt: - Je wilt per se Bisolvon, geen ander middel. - Je kind is 12 jaar oud. - Hij is niet allergisch voor bepaalde medicijnen. - Hij hoest geen bloed op.
Zorgvraag verhelderen
32
3 Je hebt last van een kriebelhoest die maar niet over wil gaan. Op internet las je dat thijmsiroop misschien kan helpen en ook de keel verzacht. Geef de volgende informatie alleen als de apothekersassistent er naar vraagt: - Het merk maakt je niet uit, liefst het goedkoopste. - Je hebt geen koorts. - Je bent 25 jaar. - Je gebruikt geen andere medicijnen. - Je hoest nu al een week.
33
Zorgvraag verhelderen
Zorgvraag verhelderen
34
hoofdstuk 3
Geneesmiddelen
Met behulp van geneesmiddelen kunnen hoestbuien en hun achterliggende oorzaken bestreden worden. Als apothekersassistent hoef je niet precies te weten wanneer welk geneesmiddel wordt voorgeschreven. Maar wel hoe die geneesmiddelen werken, wat mogelijke bijwerkingen zijn en hoe de klant ze wel en niet moet gebruiken. Alleen dan kun je hem goed advies geven.
S. van der Krogt, A. Starink, Ik blijf maar hoesten, DOI 10.1007/978-90-313-7889-0_4, © 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij
35
xxxxxxxxxxxxxxxxx
Medicijnen tegen hoestklachten 3.1 Typen geneesmiddelen • Basiswerk AG: Farmacotherapie in de apotheek (ISBN 978 90 313 5448 1) • Basiswerk AG: Inleiding in de farmacotherapie (ISBN 978 90 313 6216 5) • www.serviceapotheek.nl (medische informatie > geneesmiddelen van A tot Z) • www.farmacotherapeutischkompas.nl • www.apotheek.nl
Er zijn 4 soorten medicijnen die effectief zijn bij het bestrijden of verzachten van hoest: - hoestprikkeldempend - slijmverdunnend - verzachtend - ontstekingsremmend Voer de volgende opdracht uit in een groepje van vier. - Neem dit schema over op een flap. - Eén van jullie maakt een kopie van de lijst geneesmiddelen op de volgende pagina, verknipt deze tot losse kaartjes en verdeelt deze. - Ieder zoekt voor zijn geneesmiddelen op in welk vak van het schema ze thuishoren en plakt de kaartjes in dat vak op de flap. - Laat de docent de flap controleren en verbeter eventuele fouten. - Neem na afloop de gegevens van de flap over in het schema op de volgende pagina.
Geneesmiddelen
Hoestprikkelremmend op recept
zonder recept
Verzachtend op recept
zonder recept
36
Slijmoplossend op recept
zonder recept
Infectiebestrijdend op recept
zonder recept
Geneesmiddelenkaartjes
Libronchin
Tuclase
Melrosum e.s.
Vaposiroop
Mixtura resolvens
Cannabis flos
Noscasan
Guaifenesine Natriumbenzoaat Oxomemazine
Noscapine
Guiacol Promethazine Ipecacuanha
Pactolan
Promethzine
Pentoxyverine
Canabis medicinale
37
Geneesmiddelen
Geneesmiddelen
Saccharose
Usnea
Streptuss siroop
Tussistin
Tijmsiroop
Acetylcysteïne
Drop
Dampo
Honing
Darolan
Azitromycine
Daromefan
Amoniumchloride Anijs Zoethoutdrank
Dexal
Amoniumchloride Eucalyptus Levomenthol Zoethout
Toplexil
38
Ascorbinezuur IJsazijn Ipecacuanha
Dextromethorfan
Balsoclase
Famel Efidrine
Bronchium e.s.
Feneticilline
Doxycycline
Kalium waterstofcarbonaat Kamfer Levomenthol
Codeïne kruidentinctuur
Amoxicilline
Codeïne generiek
Claritromycine
Ipecacuanha
Althea stroop
39
Geneesmiddelen
Zelfzorgmiddelen 3.2 Zelfzorgmiddelen tegen hoest • Basiswerk AG: Verstrekking en vergoeding (ISBN 978 90 313 5299 9) • www.kennisbank.knmp.nl • www.zelfzorg.nl
Zoek voor elk van onderstaande klachten 4 passende zelfzorgmiddelen. Nachtelijke kriebelhoest (slecht slapen) 1 2 3 4
Vastzittende hoest (slijm komt moeilijk los) 1 2 3 4
Verzachting bij productieve hoest 1 2 3 4
Geneesmiddelen
40
3.3 Alternatieve geneesmiddelen • www.homeopathie.nl (> veelgestelde vragen) • www.vsm.nl (> VSM in beeld > meest gestelde vragen > luchtwegen/allergie) • www.avogel.nl
Naast gewone geneesmiddelen zijn er ook alternatieve geneesmiddelen te koop. Bekende leveranciers zijn VSM en A. Vogel. VSM maakt alleen homeopathische middelen, A. Vogel ook andere gezondheidsproducten op natuurlijke basis. Zoek het antwoord op de volgende vragen: 1. Een belangrijk principe van de homeopathie is de Latijnse spreuk “Similia Similibus Curentur”. Wat wordt hiermee bedoeld?
2. Bij homeopathie wordt de sterkte van een geneesmiddel niet uitgedrukt in concentratie (mg/ml) maar in potentie, aangeduid met termen als D-1 t/m D-10, C-1 t/m C-100, enzovoort. Hoe wordt de potentie van een homepathisch geneesmiddel bereid?
3. Wat is het verschil tussen een homeopathisch arts en een ‘klassieke homeopaat’?
41
Geneesmiddelen
4. Wat betekent de aanduiding UR bij geneesmiddelen? Zijn er homeopathische middelen die tot de categorie UR behoren?
Zoek op welke homeopathische geneesmiddelen VSM en Dr. Vogel in hun assortiment hebben voor het bestrijden of verzachten van (niet-productieve) hoest. Noteer deze in onderstaande tabel.
Homeopathische geneesmiddelen tegen hoest toedieningsvorm
VSM
Vogel
productnaam
Geneesmiddelen
42
werking
hoofdstuk 4
Bereiden
Veel geneesmiddelen komen kant-en-klaar van de leverancier. Soms moeten deze voor de klant nog in specifieke hoeveelheden of combinaties samengesteld worden. Bepaalde geneesmiddelen maakt de apotheek zelf, met behulp van basismengsels. Een ervaren apothekersassistent kan geneesmiddelen op maat bereiden.
S. van der Krogt, A. Starink, Ik blijf maar hoesten, DOI 10.1007/978-90-313-7889-0_5, © 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij
43
xxxxxxxxxxxxxxxxx
Rekenen 4.1 Rekenopdrachten • Basiswerk AG: Bereiden in de apotheek (ISBN 978 90 313 5142 8) • www.agcontext.nl (> toets jezelf > apothekersassistenten > rekenopdrachten)
Bij het bereiden van geneesmiddelen moeten alle ingrediënten exact in de juiste hoeveelheid worden afgemeten of afgewogen. Daarom moet een apothekersassistent goed kunnen rekenen en weten in welke eenheden hoeveelheden, verhoudingen en concentraties worden uitgedrukt. Maak onderstaande opdrachten. Eenheden 4g
Bereiden
Romeinse cijfers mg
Romeinse cijfers
3,5 kg
g
XXV
400 mg
g
DCVIII
12 mg
μg
LVII
10 ml
l
75 dl
ml
140 μl
ml
0,5 l
ml
Gewone cijfers
MCDXII 28 510
1250
44
Percentages en promilles 35% van 400 mg
mg
18% van 125 mg
mg
125 gr crème met 3,25% salicylicum bevat
g salicylicum
Percentage zinkoxide van 100 g crème waar 7 g zinkoxide in zit
%
43‰ van 5 g
mg
6‰ van 7,5 g
mg
Druppelgewicht Als je niet beschikt over een gestandariseerd druppelpipet, dan moet je zelf het druppelgewicht van een vloeistof bepalen. 1 gram suikerstroop komt overeen met 20 druppels. Wat is het druppelgewicht? Een oplossing heeft een druppelgewicht van 23 mg. Hoeveel druppels moet je aftellen om 1,495 g af te meten?
45
Bereiden
Bereiden 4.2 Mixtura resolvens Dit middel is zonder recept verkrijgbaar. Het bevordert het ophoesten van longslijm en heeft een verzachtende werking op geïrriteerd keelslijmvlies. De werkzame stoffen zijn ammoniumchloride, anijs en zoethout. Zoek de bereidingsvoorschiften en het bijbehorende bereidingsprotocol op en bereid onderstaand recept.
Huisartsenpraktijk Mariahoek K.W. van der Sloot, huisarts Koningslaan 94, 6166 AK Geleen 11-03-2010 R/ mixtura resolvens FNA da 300 ml
Maak een bijpassend etiket met informatie over de uiterste gebruiksdatum en lever het middel af, met het etiket en een FNA-bijsluiter.
S. zonodig tot 3 maal daags 10ml
Mevr. B, van Riel Langbroeksewg 144, 6154 CG Geleen 13-02-1957
Schrijf na afloop een kort verslag. Beschrijf daarin: -
Bereiden
welke ingrediënten heb je gebruikt? welke materialen heb je gebruikt bij de bereiding? welke handelingen heb je verricht? hoe verliep de controle door de docent? eventuele aandachtspunten voor een volgende keer.
46
4.3 Noscapine Noscapine behoort tot de hoestmiddelen. Deze stroop remt de hoestprikkel en is verkrijgbaar zonder recept. Noscapine mag meerder malen per dag ingenomen worden. De dosering is afhankelijk van de leeftijd van de patiënt. Zoek de bereidingsvoorschiften en het bijbehorende bereidingsprotocol op en bereid onderstaand recept.
Gezondheidscentrum Meerenveld G.Y. Veenhuizen-van Walsum, huisarts Breedstraat 6, 2200 AC Noordwijk 24-09-2010 R/ noscapine 30 mg capsules da 60 st
Maak een bijpassend etiket met informatie over de uiterste gebruiksdatum en lever het middel af, met het etiket en een FNA-bijsluiter.
S. 3-4 daags 1 capsule
Dhr. M. El Morabet Joke Visser plein 123c, 2239 WT Noordwijk 04-07-1973
Schrijf na afloop een kort verslag. Beschrijf daarin: -
welke ingrediënten heb je gebruikt? welke materialen heb je gebruikt bij de bereiding? welke handelingen heb je verricht? hoe verliep de controle door de docent? eventuele aandachtspunten voor een volgende keer.
47
Bereiden
4.4 Tijmsiroop Ook tijmsiroop is een zelfzorgmiddel dat zonder recept verkrijgbaar is. De werkzame bestanddelen zijn saccharose en tijmextract. Tijmsiroop wordt gebruikt ter verzachting van een geïrriteerd keelslijmvlies en wordt meerdere malen per dag ingenomen. Zoek de bereidingsvoorschiften en het bijbehorende bereidingsprotocol op en bereid onderstaand recept.
Huisartsenpraktijk Nieuwland Mw. L.T. Sanders, huisarts Kerkstraat 2a, 3433 GZ Nieuwegein 07-11-20010 R/ tijmsiroop FNA da 300 ml
Maak een bijpassend etiket met informatie over de uiterste gebruiksdatum en lever het middel af, met het etiket en een FNA-bijsluiter.
S. 2-6 maal daags 5 ml
Berend Visser Zuiderschans 11, 3473 LN Nieuwegein 16-05-2001
Schrijf na afloop een kort verslag. Beschrijf daarin: -
Bereiden
welke ingrediënten heb je gebruikt? welke materialen heb je gebruikt bij de bereiding? welke handelingen heb je verricht? hoe verliep de controle door de docent? eventuele aandachtspunten voor een volgende keer.
48
hoofdstuk 5
Voorlichting en advies
Klanten verwachten een goed advies van de apothekersassistent. Voor het geven van advies en voorlichting heb je meer nodig dan vakkennis alleen. Je moet ook weten hoe je de boodschap zó kunt brengen dat de klant hem begrijpt, er open voor staat en ook echt iets met de gegeven informatie kan.
S. van der Krogt, A. Starink, Ik blijf maar hoesten, DOI 10.1007/978-90-313-7889-0_6, © 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij
49
xxxxxxxxxxxxxxxxx
Instructies voor medicijngebruik 5.1 Instructies geven • Basiswerk AG: Inleiding in de farmacotherapie (ISBN 978 90 313 6216 5) • U-I cd-rom VI folders ( Stichting Uitgifte Informatie) • www.kennisbank.knmp.nl • www.apotheek.nl • www.slsweb.nl
Duidelijke instructies geven over de manier waarop de verstrekte medicijnen wel en niet gebruikt moeten worden is een belangrijke taak van de apothekersassistent. Vorm een drietal. Telkens speelt één van jullie de rol van de klant en één die van apothekersassistent. De derde persoon is de observator. Kies een van onderstaande recepten.
1
R/ ventolin discus 200 no 1 S. zn
2
R/ doxycycline 100 mg no 8 S. 1e dag 2 tabletten rest van de week 1 tablet
3
R/ codeïne 20 mg no 20 S. 1-3dd 1 tablet zn bij kriebelhoest
Voorlichting en advies
50
Noteer de rolverdeling in onderstaande tabel. Recept
Klant
Apothekersassistent
Observator
1
2
3
Zoek informatie over dat geneesmiddel op in bovenstaande bronnen. Denk daarbij aan de 7 W’s: Wie:
Voor wie is het geneesmiddel bedoeld?
Wat:
Wat weet u al over het geneesmiddel?
Waarvoor:
Waarvoor krijgt u het geneesmiddel?
Werking:
Het geneesmiddel werkt als volgt: ...
Wellicht:
U kunt wellicht de volgende bijwerkingen verwachten: ...
Wanneer:
U dient het geneesmiddel op de volgende tijdstippen te gebruiken: ...
Waarmee:
U kunt het geneesmiddel innemen met ...
51
Voorlichting en advies
De observator beoordeelt het gesprek aan de hand van het observatieformulier op de volgende pagina. Bespreek elk gesprek direct na: was de instructie duidelijk en volledig? Noteer eventuele aandachtspunten waar je de volgende keer extra op moet letten. Aandachtspunten voor een volgende keer
Voor sommige geneesmiddelen gelden extra aandachtspunten voor het gebruik, de manier van bewaren, de invloed op de rijvaardigheid, enzovoort. Om die onder de aandacht te brengen plakt de apothekersassistent speciale waarschuwingsstickertjes op de verpakking. Plak alle stickertjes die in het praktijklokaal gebruikt worden in onderstaand vak.
Voorlichting en advies
52
Observatielijst Instructies geneesmiddelengebruik Vul voor elk aandachtspunt in: - goed (+) - matig (+/-) - zwak (-) naam apothekersassistent > Vraagt voor Wie het geneesmiddel bedoeld is. Vraagt Wat de klant al weet over het geneesmiddel. Vraagt Waarvoor het geneesmiddel is voorgeschreven. Legt Werking van het geneesmiddel uit. Noemt bijwerkingen die Wellicht optreden. Legt uit Wanneer het middel gebruikt moet worden.
53
Voorlichting en advies
Voorlichting geven 5.2 Persoonlijk advies • Basiswerk AG: Voorlichting en advies in de apotheek (ISBN 978 90 313 4864 0) • Basiswerk AG: Inleiding in de farmacotherapie (ISBN 978 90 313 6216 5) • www.gezondheidsplein.nl • www.ziekenhuis.nl • www.agcontext.nl (> databank > NHG patiëntenfolders) • www.apotheek.nl • www.serviceapotheek.nl • www.kennisbank.knmp
Een apothekersassistent geeft niet alleen voorlichting over de verstrekte geneesmiddelen of hulpmiddelen, maar vaak ook over de achterliggende aandoening. Vorm een drietal en oefen het geven van voorlichting via 3 korte rollenspellen. Steeds is iemand anders apothekersassistent, klant en observator. Het gaat om de volgende klanten:
Jan Goedkoop heeft sinds 3 dagen een vervelende kriebelhoest waar hij vooral ’s nachts erg last van heeft. Hierdoor kan hij slecht slapen. Hij zoekt een goed middel daartegen.
Mevrouw De Groot heeft chronische bronchitis. Al jaren krijgt ze daar medicijnen voor, maar nu heeft de arts gezegd dat ze een inhalator moet gebruiken. Leg haar uit hoe ze zo’n apparaat moet gebruiken
Joke de Bruin heeft al een week last van vastzittende hoest. Ze heeft wel last van slijmvorming maar kan dat niet makkelijk ophoesten. Adviseer haar een geschikt middel.
Voorlichting en advies
54
Verdeel de rollen en noteer de rolverdeling in onderstaande tabel. rol klant
rol apothekersassistent
rol observator
1 2 3 Degene die de klant speelt bedenkt een paar vragen die hij of zij zelf zou hebben. De apothekersassistent leest zich in met behulp van de beschikbare patiëntenfolders en zoekt zonodig aanvullende informatie op internet. De observator beoordeelt het gesprek aan de hand van de observatielijst op de volgende pagina. Bespreek elk rollenspel gezamenlijk na. Noteer eventuele aandachtspunten waar je een volgende keer extra op moet letten.
Aandachtspunten voor een volgende keer
55
Voorlichting en advies
Observatielijst Voorlichting geven Vul per aandachtspunt in: - goed (+) - matig (+/-) - zwak (-) naam apothekersassistent >
De voorlichter is goed te verstaan.
Het verhaal zit logisch in elkaar.
Hij/zij gebruikt hulpmiddelen ter verduidelijking (plaatjes, modellen, enz.). De voorlichter vermijdt onnodige vaktermen.
Hij/zij geeft veel aandacht aan de klant.
De klant wordt uitgenodigd om vragen te stellen.
De voorlichter controleert actief of de klant het verhaal begrijpt.
De voorlichter komt deskundig over.
De voorlichter komt prettig over.
Na afloop weet de klant alles wat hij weten moet.
Voorlichting en advies
56
5.2 De voorlichtingspijl • Basiswerk AG: Voorlichting en advies in de apotheek (ISBN 978 90 313 4864 0) • www.nigz.nl (> voorlichtingspijl)
Een apothekersassistent kan ook advies geven over andere dingen die de klant kan doen om genezing te bespoedigen. Bijvoorbeeld: tips op het vlak van zijn leefstijl. Voorlichting geven is een vak apart waarin je gebruik maakt van allerlei technieken. Lees het hoofdstuk ‘Goede voorlichting is vanzelfsprekend’ en noteer in onderstaande figuur de 5 voorwaarden van effectieve voorlichting.
Noteer hier de 5 voorwaarden van effectieve voorlichting.
effect
57
Voorlichting en advies
Opdracht Als je iemand wilt overtuigen om bepaalde dingen te doen (of juist te laten), dan is het slim om al van tevoren na te denken over mogelijke redenen waardoor er van jouw goede advies uiteindelijk niets terecht komt. Hierbij kun je de stappen van de voorlichtingspijl gebruiken.
Meneer Versluys Meneer Versluys heeft een hardnekkig hoestje dat maar niet over gaat. Geen wonder, want hij rookt 2 pakjes sigaretten per dag. Het is dus wel zo verstandig als hij stopt met roken! Stel dat jij hem daarover advies moet geven. Bedenk redenen waardoor Meneer Versluys jouw advies uiteindelijk niet opvolgt. Volg hierbij de stappen van de voorlichtingspijl: Meneer Versluys staat niet open voor de boodschap omdat:
Hij begrijpt het verhaal niet omdat:
Hij wil het advies eigenlijk helemaal niet opvolgen, want:
Het lukt hem niet om te stoppen omdat:
Hij begint na 2 maanden toch weer te roken omdat:
Voorlichting en advies
58
hoofdstuk 6
Administratieve taken
Een apothekersassistent is niet alleen bezig met het verstrekken van geneesmiddelen aan klanten, er moeten elke dag ook de nodige administratieve taken verricht worden. Het Apotheek Informatie Systeem bijwerken, bestellingen plaatsen, brieven en mails sturen naar leveranciers of collega’s, enzovoort.
S. van der Krogt, A. Starink, Ik blijf maar hoesten, DOI 10.1007/978-90-313-7889-0_7, © 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij
59
xxxxxxxxxxxxxxxxx
Apotheek Informatie Systeem 6.1. Gegevens invoeren Alle informatie over klanten en de aan hen verstrekte medicijnen wordt ingevoerd in het Apotheek Informatie Systeem (AIS). Voer onderstaande recepten in de computer in.
R. Willemen
G.H. Doornenkamp,
huisarts Zwanenekamp 16, 2544 TD Den Haag Tel. 070-234.44.55
huisarts Uylenstede 16, 3144 TD Apeldoorn Tel 038-167.77.03
12-06-2010
14-08-2010
R/ codeïne 20 mg no 20 S. 1-3 dd 1 tablet zonodig bij kriebelhoest
R/ doxycycline 100 mg no 8 S. 1e dag 2 tabletten gevolgd door 6 dagen 1 tablet
Dhr. Lennings Notenkrakerlaan 50, 2588 GE Den Haag Geboortedatum: 19-07-1949
Mevr. A. Steele Merwedepad 23, 3134 AD Apeldoorn Geboortedatum: 26-05-1962
Overige gegevens Naam: Leeftijd: Telefoon: Burgerservicenummer: Verzekering: Polisnummer:
Administratieve taken
Cor Lennings 61 jaar 035-217 01 17 088337890 Zilveren Kruis 234.887.664
Overige gegevens Naam: Leeftijd: Telefoon: Burgerservicenummer: Verzekering: Polisnummer:
60
Antoinette Steele 48 jaar 038-33 71 657 022665580 Univé 212.334.656
R. van Alkema huisarts Kastanjelaan 32, 2117 FV Hilversum Tel. 035-234.44.55 11-09-2010 R/ ventolin discus 200 no 1 S. zn Overige gegevens Naam: Leeftijd: Telefoon: Johan de Bruin Strostraat 5, 2133 PZ Hilversum Geboortedatum: 24-03-1990
Johan de Bruin 20 jaar 035-25 23 731 06-23 35 69 00 Burgerservicenummer: 034462864 Verzekering: Zilveren Kruis Polisnummer: 526671
61
Administratieve taken
Inkoop van geneesmiddelen 6.2 Achtergrondkennis • Basiswerk AG: Voorraadbeheer en logistiek (ISBN 978 90 313 4635 7)
Een beginnende apothekersassistent zal niet snel belast worden met de inkoop van geneesmiddelen, dat doet meestal de apotheker zelf of een ervaren assistent. Toch is het belangrijk om er iets van af te weten. Zoek het antwoord op de volgende vragen. 1. Wat is het doel van inkopen?
2. Wat betekent ‘een hoog niveau van dienstverlening’?
Administratieve taken
62
3. Welke factoren spelen een rol bij de keuze van een groothandel?
4. De inkoop van de apotheek kan vanuit twee invalshoeken bekeken worden. Noem deze en beschrijf de verschillen.
5. Een apotheek kiest de groothandel die de meest gunstige voorwaarden biedt. De keuze van die groothandel wordt bepaald naar aanleiding van een leveranciersdoorlichting. Leg uit wat dit inhoudt.
63
Administratieve taken
6. Wat zijn defecturen?
7. Door ontwikkelingen in de farmaceutische markt veranderen de benodigde voorraad en het inkoopgedrag steeds. Geef 2 voorbeelden van zulke veranderingen.
Administratieve taken
64
hoofdstuk 7
De maatschappij en jij
Als apothekersassistent sta je midden in de samenleving. Het is belangrijk dat je weet hoe de gezondheidszorg in Nederland geregeld is. Maar ook hoe er in de samenleving gedacht en gesproken wordt over gezondheid. Een goede apothekersassistent heeft geen ‘medische oogkleppen’ op maar heeft oog en begrip voor andere meningen.
S. van der Krogt, A. Starink, Ik blijf maar hoesten, DOI 10.1007/978-90-313-7889-0_8, © 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij
65
xxxxxxxxxxxxxxxxx
Organisatie van de gezondheidszorg 7.1 Feiten en cijfers • Basiswerk AG: Inleiding in de gezondheidszorg (ISBN 978 90 313 4647 9) • www.rivm.nl (startpagina atlas > resultaat > nationale atlas volksgezondheid)
De gezondheidszorg is een omvangrijke sector. Zo’n grote sector moet goed georganiseerd zijn. Iedere zorgverlener moet precies weten wat hij wel en niet mag doen en hoe hij met anderen kan of moet samenwerken. En burgers moeten weten bij wie ze terecht kunnen. Vorm een groepje en bedenk zoveel mogelijk beroepen in de gezondheidszorg. Schrijf deze op een flap en hang deze op. Vergelijk de flappen en tel hoeveel verschillende beroepen er zijn genoemd. Dit is nog maar het topje van de ijsberg… Zoek op in de Nationale Atlas Volksgezondheid het antwoord op de volgende vragen. Deze informatie dateert uit 2007, dus zullen de feiten nu wellicht iets anders liggen.
1. In 2007 was
procent van de Nederlandse huisartsen een vrouw.
2. In 2007 duurde de rit van eigen huis naar huisarts meestal: O minder dan 5 minuten O 5 tot 10 minuten O minstens 15 minuten
3. In 2007 werkten de meeste fysiotherapeuten per inwoner in de regio
4. In 2007 deed de ambulance er maximaal
minuten over om ter plekke te
zijn (mits er geen onverwachte tegenslagen zijn, zoals files).
De maatschappij en jij
66
7.2 Eerste-, tweede- en derdelijnszorg • Inleiding in de gezondheidszorg
De gezondheidszorg is een erg omvangrijke sector. Je kunt hem op verschillende manieren indelen. Een veel gebruikte indeling is de indeling in eerstelijns-, tweedelijns- en derdelijnszorg. Zoek op wat deze begrippen betekenen en vat dat hieronder samen. Eerstelijnszorg
Tweedelijnszorg
Derdelijnszorg
Tot welke categorie behoren de beroepen op de flap die jullie bij de vorige opdracht hebben gemaakt? Zet achter elk beroep op de flap een 1, 2 of 3. Kijk ook op de andere flappen. Tot welke sector(en) behoort een apothekersassistent? Noteer in onderstaande tabel een aantal voorbeelden van beroepen. Eerstelijns
Tweedelijns
Derdelijns
67
De maatschappij en jij
Bedenk 2 voorbeelden van een patiënt die via de eerstelijnszorg terechtkomt in de tweedelijnszorg, en tenslotte in de derdelijnszorg. Eerstelijnszorg
Tweedelijnszorg
Derdelijnszorg
Heb je zelf wel eens gebruik gemaakt van de tweedelijnszorg? En van derdelijnszorg? Mijn ervaring met de tweedelijnszorg:
Mijn ervaring met de derdelijnszorg:
7.3 Cure en Care Een andere indeling is de splitsing in cure en care. Wat is het verschil daartussen? Geef een paar voorbeelden van bijbehorende beroepen. Cure
De maatschappij en jij
Care
68
7.4 Paramedische beroepen
Ongetwijfeld heb je wel eens van deze term gehoord. Geef een paar voorbeelden. Paramedische beroepen
Ben jij wel eens door een paramedicus behandeld?
69
De maatschappij en jij
7.5 De GGD • Basiswerk AG: Inleiding in de gezondheidszorg (ISBN 978 90 313 4647 9) • www.ggd.nl
De GGD neemt een aparte plaats in binnen de gezondheidszorg. De GGD richt zich op de collectieve gezondheid binnen een bepaalde gemeente of een groep gemeenten. Ze doet onderzoek naar gezondheidsproblemen en voert bredere campagnes uit om bepaalde infectieziekten te bestrijden. Ook besteedt de GGD veel aandacht aan het voorkomen van gezondheidsproblemen (preventie). Verder let de GGD vooral ook op de gezondheid van de jeugd, via een speciale afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ). Kijk op de site van de GGD in jouw gemeente en kijk wat deze zoal doet.
De maatschappij en jij
70
7.6 De arbodienst • Basiswerk AG: Inleiding in de gezondheidszorg (ISBN 978 90 313 4647 9) • www.medicinfo.nl (> arbodienst-medic info)
Arbodiensten richten zich op werknemers: hoe kun je voorkomen dat het werk gezondheidsproblemen oplevert en hoe zorg je dat zieke werknemers weer zo snel mogelijk aan de slag kunnen? Kijk op medicinfo.nl en noteer hieronder welke taken arbodiensten zoal uitvoeren. De arbodienst voert binnen bedrijven een RI&E uit. Wat is dat?
Bedenk met een groepje een aantal redenen waarom een apothekersassistent ziek kan worden door het werk. Daarbij kan het natuurlijk ook gaan om geestelijke problemen. Vergelijk jullie voorbeelden met die van de andere groepjes.
Welk risico lijkt jullie het meest reëel?
71
De maatschappij en jij
Discussies in de samenleving 7.7 Rookverbod in de horeca • www.stivoro.nl • www.minVWS.nl (> roken) • www.kleinehoreca.info
Iedereen weet dat roken ongezond is, ook de rokers zelf. Niet alleen voor henzelf, maar ook voor omstanders. Daarom geldt sinds 2008 een wettelijk rookverbod in horecagelegenheden. Sommige mensen juichen deze wet toe, anderen vinden hem overdreven of zelfs ronduit belachelijk. Hoe kijk jij tegen deze wet aan? Jullie gaan een discussie voeren met 2 ‘kampen’ (voor- en tegenstanders), onder leiding van een neutrale voorzitter. Deze discussieert zelf niet mee maar beoordeelt welk team de beste argumenten gaf. Voorbereiding teams Kies een voorzitter en een notulist. De notulist noteert de voor- en tegenargumenten die tijdens de discussie genoemd worden op een flap. De rest van de groep verdeelt zich over 2 teams die allebei een tegenovergestelde mening moeten verdedigen:
Team 1: vóór het rookverbod
Team 2: tegen het rookverbod
Sluit je gerust aan bij het team dat niet jouw persoonlijke mening verdedigt. Kruip eens in de huid van mensen die anders denken dan jij en probeer om hun standpunt te verdedigen.
De maatschappij en jij
72
Bedenk met je team zoveel mogelijk argumenten vóór of juist tegen het rookverbod en verzamel ‘harde’ feiten en sterke voorbeelden om je argumenten kracht bij zetten. Probeer ook al vast argumenten te bedenken die de tegenpartij waarschijnlijk zal aandragen, zoals: “Het rookverbod stimuleert mensen om te stoppen met roken” “Het personeel van horecagelegenheden heeft recht op een gezonde werkplek” Of: “Door het rookverbod gaan kleine stamcafés failliet!” “De overheid mag burgers niet voorschrijven hoe ze moeten leven!” Wat kun je daar tegenover stellen?
Voorbereiding voorzitter en notulist De voorzitter en de notulist zetten intussen de stoelen zo neer dat beide teams straks recht tegenover elkaar zitten en zij zelf aan het hoofd.
team 1
ddddddd d d ddddddd voorzitter
notulist
team 2
73
De maatschappij en jij
De discussie team 1
ddddddd d d ddddddd voorzitter
1
2
notulist
team 2
team 1
ddddddd d d ddddddd voorzitter
notulist
team 2
team 1
ddddddd d d ddddddd voorzitter
1
2
notulist
team 2
De voorzitter geeft de teams beurtelings de gelegenheid om hun standpunt aan hem of haar uit te leggen. Het andere team mag alleen luisteren, niet reageren. De notulist noteert alle argumenten op een flap.
Beide teams gaan nu met elkaar in discussie. De voorzitter is scheidsrechter. Hij of zij bepaalt wie het woord krijgt, grijpt in als er door elkaar heen gepraat wordt en houdt in de gaten dat de teams op elkaars argumenten reageren. De notulist noteert alle argumenten op een flap.
Tot slot krijgt elk team kort de gelegenheid om een slotbetoog te houden. Herhaal jullie argumenten en ontkracht nog één keer de argumenten van de tegenpartij. Ook nu geldt: terwijl het ene team zijn slotbetoog voert, moet het andere team zwijgen.
Conclusie Voorzitter, notulist en docent overleggen met elkaar welk team de beste discussie heeft gevoerd. Het gaat er niet om welk team gelijk heeft, het winnende team is het team dat het sterkste betoog hield en er het beste in slaagde om de argumenten van de tegenstander onderuit te halen.
De maatschappij en jij
74
hoofdstuk 8
Persoonlijke groei
Mensen leren hun hele leven, vanaf de dag dat ze geboren worden tot het moment waarop ze hun laatste adem uitblazen. Van alles wat je meemaakt steek je wel iets op. Je kunt het aan het toeval overlaten wat je leert of zelf een koers uitstippelen. In dat geval heb je zelf invloed op hoe je leert. Hoe slimmer je het aanpakt, hoe sneller en beter je leert. Tijdens je opleiding en straks in je baan als apothekersassistent.
S. van der Krogt, A. Starink, Ik blijf maar hoesten, DOI 10.1007/978-90-313-7889-0_9, © 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij
75
xxxxxxxxxxxxxxxxx
Persoonlijke leerstijl 8.1 Hoe leer jij? • Basiswerk AG: Assistent en maatschappij (ISBN 978 90 313 5196 1)
Mensen leren op verschillende manieren. De een leert vooral ‘al doende’, de ander wil liever eerst de theorie bestuderen. De een leert het makkelijkst door te luisteren naar iemand die iets vertelt of voordoet, de ander wil dingen liever zelf ontdekken aan de hand van een boek. Hoe leer jij? Maak een beschrijving van de manier waarop jij het beste leert. Het hoeft niet over de opleiding te gaan die je nu volgt, het kunnen ook voorbeelden zijn van allerlei andere ervaringen in je leven, zoals: -
bepaalde personen van wie jij veel geleerd hebt bepaalde situaties of ervaringen waarvan jij veel hebt geleerd momenten waarop je besloot dat je iets wilde gaan leren: waar kwam die inspiratie vandaan? momenten waarop je juist besloot ergens mee te stoppen: waardoor kwam dat? wie of wat heeft jou doen besluiten om deze opleiding te gaan volgen?
Kruis aan: Wat voor type mens ben jij?
Ik begin gewoon en zie
Ik heb altijd een doel voor ogen
wel waar ik uitkom
Bespreek deze opdracht met elkaar.
Persoonlijke groei
76
8.2 Leren van fouten
Het spreekwoord luidt: “Een ezel stoot zich in het gemeen niet twee keer aan dezelfde steen”. Fouten zijn de beste leerschool, niet voor niets zeggen mensen vaak: “Dat zal me geen tweede keer gebeuren!”. Maar je leert alleen van fouten als je ook bereid bent om deze te onderkennen. Beantwoord voor jezelf onderstaande vragen. Probeer je bij elke vraag een voorbeeld voor de geest te halen. 1. Fouten? O Ik maak zelden fouten. O Het komt regelmatig voor dat ik dezelfde fout opnieuw maak. O Als ik een keer een fout maak, dan zal me dat niet nog eens gebeuren! 2. Als anderen commentaar op me leveren, dan O denk ik vaak: “Kijk jij eerst maar eens naar jezelf!” O heb ik de neiging me te verdedigen O denk ik: “Prima, wie weet steek ik er iets van op” 3. Als dingen me niet lukken, dan O geef ik het meestal vrij snel op O zet ik juist door, ik moet en zal het kunnen! O vraag ik een ander om het voor me op te knappen 4. Als er dingen fout gaat, dan O ligt dat vaak niet aan mij O verwijt ik mezelf dat ik dat niet voorzien heb O haal ik mijn schouders op en denk ik: “Het is nu eenmaal niet anders” Iedereen maakt wel eens een fout. Geef voorbeelden van ‘stomme fouten’ die je ooit hebt gemaakt. Heb je daar iets van opgestoken? Doe je sindsdien bepaalde dingen anders? Stomme fouten die ik ooit heb gemaakt
Vergelijk jouw antwoorden van deze opdracht met die van je studiegenoten.
77
Persoonlijke groei
Doelgericht leren 8.3 Het persoonlijk ontwikkelingsplan Als je het leren planmatig aanpakt leer je doelgerichter, sneller en beter dan wanneer je gewoon maar ergens begint en wel ziet waar het schip strandt. Een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) helpt je daarbij. Hierin leg je vast wat je wilt leren, hoe je dat gaat leren en binnen welke tijd je het onder de knie wilt hebben. Een POP heeft 3 kenmerken: - persoonlijk: - ontwikkeling: - plan:
hij gaat over jouw leerwensen en jouw aanpak hij laat zien waarom dit leerdoel bijdraagt aan jouw ontwikkeling er staat in hoe je het gaat leren en wanneer je dat gaat doen.
Om te voorkomen dat het POP ergens in een bureaulade verdwijnt, laat je het ondertekenen door je studieloopbaanbegeleider. Hij of zij kan je zo nodig aan je plannen herinneren en je daarbij begeleiden als dat nodig is. Een POP formulier kan er als volgt uitzien: Naam Studierichting
Groep en jaar
SLB Leerdoel: Wat wil je weten/kunnen? Motivatie: Wat wil je daarmee bereiken? Aanpak: Welke activiteiten onderneem je daarvoor? Termijn: Wanneer ga je dat doen, wanneer moet je doel bereikt zijn? Ondersteuning: Wie helpt je daarbij, van welke mogelijkheden ga je gebruik maken? Beoordeling: Hoe bewijs je dat je dit leerdoel heb behaald? datum Handtekening student
Persoonlijke groei
Handtekening SLB
78
Bedenk voor jezelf een of meer leerdoelen met betrekking tot deze opleiding. Wat wil je bereiken en waarom wil je dat? Wees concreet en kies leerdoelen die je op korte termijn kunt bereiken (bijvoorbeeld dit studiejaar). Formuleer voor elk leerdoel de bijbehorende gedragsindicator: waaraan kan een buitenstaander zien of merken dat jij inderdaad over die vaardigheid beschikt? Leerdoel
Gedragsindicator
79
Persoonlijke groei