Als je kind moeilijk slaapt 978-90-313-7485-4, 978-90-313-7486-1 [PDF]


143 12 16MB

Dutch Pages 102 Year 2010

Report DMCA / Copyright

DOWNLOAD PDF FILE

Table of contents :
Front Matter....Pages 1-7
Wat is slaap?....Pages 9-23
Slaapproblemen in de jeugd....Pages 25-44
De gevolgen van slaapproblemen voor kinderen....Pages 47-55
Wat betekenen slaapproblemen bij kinderen voor ouders en leerkrachten?....Pages 57-65
Aanpak van slaapproblemen....Pages 67-78
Welke behandelingen zijn er?....Pages 79-94
Meer weten?....Pages 95-100
Back Matter....Pages 101-103
Papiere empfehlen

Als je kind moeilijk slaapt
 978-90-313-7485-4, 978-90-313-7486-1 [PDF]

  • 0 0 0
  • Gefällt Ihnen dieses papier und der download? Sie können Ihre eigene PDF-Datei in wenigen Minuten kostenlos online veröffentlichen! Anmelden
Datei wird geladen, bitte warten...
Zitiervorschau

Alsje kind moe ilijk slaa pt

REEKS KINO I N ZICHT

Als je kind moeilijk slaapt is het eerste deel van de reeks Kind in zieht. In deze reeks beschrijve n psychologen, (on ho )peda gogen en kinderpsychi aters in heldere bewoording en ver schillende problemen bij kin de ren en jeugdigen. Wat is er precies aan de hand, en hoe ka n dit probleem aa ngepakt worde n? In ieder deel is ervaringsma teriaal o pge nomen; de ve rha ien van kinderen, ouders en leerkrachten zullen voo r de lezer zeer herkenb aar zijn. Oe reeks Kind in zieht is bestemd voor ouders , familie, leerkrachten en opvoede rs. REOACT IE REEKS KINO IN ZICHT

Oe reeks Kind in Zieht staat onder redactie van : drs. Anneke E. Eenhoom, senior psychotherape ut, gz-psycholoog en klin isch psycholoog bij Stich ting Oe Praktijk in Alkmaar. Ann eke is red actielid van Kind e n Adol escent Prak tijk en bedenker van J oep Loep, een kind ertraining voor kinderen met ADHD. Daarnaast is zij freelance do cent bij de RINO. drs. Constan ce Dolman , kind er- en jeugdpsychiater bij Uva-Virenz e, Academisch Beh ande1ce ntrum voo r Ouder en Kind te Amste rdam e n bij St ich ting De Praktijk te Hoorn. en drs. Frank Ruiters (hoo fd red acteu r van Psycholoog.net) , va na f 19 88 als psycholoog werkzaam op speciale schalen voor kinderen met leer- e n ged ragsproblemen. Vana f 2 0 02 we rkt Frank binnen de sector GGZ en momenteel is hij a ls GZ-psych oloog ver bonden aan de po likliniek Hee rhu gowaard va n Triversum, waar hij zowel d iag nos tie k als cog nit ief gedragstherape urische beha ndeli ngen ver richt.

BESTEHEN

De boeken van de reeks Kind in zieht zijn te bestellen via de boekhandei , of rech rstreeks via de webw inkel va n Ba h n Stafleu van Loghum te Houten : www. bsl.nl. U kunt zieh ook a bo nneren o p d e reeks Kind in zieht. U ontvan gt dan to% korting op ied er deel va n deze reeks.

FRITS BOER

Als je kind moeilijk slaapt

Bohn Stafleu van Loghum Houten 20IO

© 2010 Sohn sraneu van Loghum, onderdeel van Spr inge r Uitgeverij Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd. opgeslagen in ee n geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzlj elektronisch, mechanisch, door fo to kopiee n ofopnamen, hetzf op enige an dere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de

uitgever; Voor zove r het ma ken van kopieen uit deze uitgave rs toegestaa n op gron d van arnkel re b Auteurswet]c het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 3SI, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985. Stb. 471 en artikel 17 Auteurswe t, dient men de daarvoor wettelijk versch uldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichl ing Reprorecht (Postbus 3051. 2130 KB Hoofddorp). Voor her overnemen van (een ) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemle zinge n, readers en andere compilanewe rke n (arnkel 16 Aureurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden.

Samenstellerrs) en uitgever zijn zieh volledig bewust van hu n taak een betrouwbare uitgave te verzergen. Nienemin kunnen zlj geen aansprake lijkheid aa nvaa rde n voor drukfouren e n andere o njuistheden die evenrueel in deze uitgave voorkomen. ISBN 978 90 313 7485 4 NUR854/848

Ontwerp omslag: Vanessa Boer lllustranes: vanessa Boer Ontwe rp binnenwe rk. Nanja Toe bak, 's-Hertogenbosch

Sohn Stafleu van Loghum Hel Spoor a Postbus 246 3990 GA Heuren

www.bsl.nl

Inhoud Ten geIeide

I . Wat is slaap? 1. 1 • War is slaap en waar is het voor nodtg? 1.2 • Slaap is een optelsom 1.3 • Oe f irmes van de slaap I.4 • Slaaparchltec tu ur I.S • In sta a p vallen r. 6 • Oe norma le oruwikkeling va n sla ap

7

9 10 Ir

12

14 18 18

1.7 . Slapen doet ee n kind niet alleen ar 1.8 . Slapen als leerproces en onbedoelde gewoo ntevormlng 23 1.9 • Slapen me t ee n knuffel 23 2 • Slaap prob le men in d e jeug d

25

a.r - fnle tdtng

25

2.2 . In- en doorslaapproblemen

26

2.3 • Overdag te slaperig zijn 2.4 • Afwijkingen tij de ns de slaap 2.5 • Lichamelijke aandoeningen en slaap

33 38 41

2.6 · Ontwikkel ingsstoornissen en slaap 2.7 ' Psychische sroo mtssen en slaap

41 43

3 • Oe ge volgen va n s la a pproble me n voor kinderen 3.t - Inle tdtng 3.2 • Zuige lingen, pe uters en kleuters 3.3 • Schoollee ftijd 3.4 · Adolescentie

47 48

50 52 52

3.5 ' Veilig slapen 4 • Wat betekenen s laapp roble men bij kinderen voor

54 57

o uders e n lee r k r a ch te n? 4 .1 · Inle id ing 4 · 2 ' Zuigeli ngen/ peuters 4 . 3 ' Scho ol kin deren 4 .4 ' Ado lescentie 5 • Aan pak van s laapp roblemen

5.1 5.2 ' 5.3 ' 5.4 • 5.5 • 5.6 · 5.7 ' 5. 8 . 5.9 • 5.10' S. II •

Tnleiding Sla aphygiene Voorlich ting Regtstra tie Go ed le ren sla pe n SIapen e n voedi ng Co nseq ue nt zijn He t mo et 's o ch te nds ge be uren Sla ap ke nt geen vaka nue In het j uiste ritme va lle n Wakker ma ke n of j uist niet?

58 59

60 62 67 67

68 68 70 72 74 75 75 76 76

77

6 Welke b e hand eling en zij n er? 6. 1 - Tnleid tn g 6 .2' In- en d oo rsla approblemen

79 79 81

6 . 3 ' Ove rda g te slaperig zijn 6 .4 ' Vreemde ve rsc hij nselen t ijdens d e slaa p 6 .5 ' Sla apm iddelen voor kindere n

88 89 91

7

Meer we ten?

95

Literausur Over de auteur

I0 3

IOl

Ten geleide

Slaappro bleme n komen veel voor bij k inderen van alle leeftijd en. Je kunt daar waarsc hijnlijk van meeprate n. Dir boek geeft je als ouder, pedagogisch med ewerker of leerkracht hee l wa t gereedsc hap in handen om kinderen enjongeren daarbij goed te helpen , of, zo nodig, naar de goede specialist te laten gaa n. Maa r voordat slaapproble men aa n bad kome n, is het van bela ng eerst te weten wat sIaap e ige nlijk is. Wanneer je het eerste hoofdstuk doo rbladert, zie je dar er hee l wat over slaa p te verte ilen valt. Misschien denk je: maar ik wil di rect weten wa t ik moer doen aan het slechte slapen van mijn dochte rtje, moer ik dan eerst a1d ie theorie doorploegen? Nee, dar hoeft niet . Die theorie is wel belangrijk, maar dir boek hoeft niet per se van voor naar ac hter te worden gelezen. In de tekst staan te lkens verwijz ingen naar nuttige informati e elders in her boek, waarbij verwezen wor dt naar her nummervan de desbetreffend e paragraaf, illustratie of het kader. Hierdoor kun je zonder bezwaar ge richt op andere plaatsen in her boek beginnen.

7

1 Wat is slaap ?

CASUS 1.1 • O E OUDERS V A N MARe H EB B EN A L

MEER DA N EEN J A A R N I ET CO ED c; ESLA PE N

De ouders van Mare hebben kringen onder de ogen. Sinds de geboorte van hunjongste zoon, nu achttten maanden geleden. heb-

ben zij geen nacht goed ges la pen. Dat badden ze niet verwacht. wan t hun driejarige dochtertje Lotte heeft nooit problemen met slapen ge had . Mare deed er als ba by lang over voor hij '$ nachts doorsliep. Pas vanaf een maand of zeven suec hij de meeste nachten van de week vij f uur cf langer aaneen. Maar dit was van karte duur. Mare slaapt goed in, maar ls rond een uur of vier steevast klaa rwakke r. Als zijn o ude rs hem niet snel op ne me n, maakt hij tottewakker.Marc w il dan speien en ts nlet te bewegen w eer naar bed te gaan. Ofschoon het tegen hun principes ts, leggen de ouders Marc dan maar in bed bij moeder, waar hij vaak nog lang cn rustig is,voor hij tegen de ochtend weer in slaap valt .Vader slaapt daardoor het tweed e deel van de nacht op de bank in de woon kamer (zte 2.2).

9

CAS US 1.2 · S H IR LEY KOMT

's

N ACHT S H AAR BED U IT

ZO nu en dan hc ren deouders van de zevenjar ige Shirley's avonds gestom mel boven . Ze weten dat hun dochter w eer aan het wa ndelen geslage n is.Zij loopt dan slaapdronken een andere kam er in. ze reageert niet op hun vragen,en nadat zij haar m et vee! moett e wakker hebbe n gek regen. kan ze zich nlet herinnere n uit bed te zijngekomen. Veel ztn heeft ze niet in al dat gepraat.het liefstgaat ze zo snel mogel ijk wee r naar bed,w aar zeals een blo k in slaap valt (zie 2-4).

CASU S 1. 3. SEM IS N I ET UIT BE D TE BRA ND EN

Sem is vijftien en verkeert midden in de pube rteit. Sinds vorigjaa r groelt hij voo rtdu rend ult zij n kleren en na een t lj d]e nogal piepend te hebben gesproke n, heeft hij nu echt de baard in zijn keel. Dok op zij n wa nge n is iet s te zien wat op baardgroei begint t e Iij ken. Terwijl Sem vroege r het eerst van ledereen uit bed w as, is hij de laat st e maanden niet uit bed te brande n. In het weekeinde blijft hij tot het begi n van de middag liggen. Door de wee k

taten

zljn ouders het niet zover kernen, omdat hij naar school moet. Ma ar het cpstaa n gaat met een eno rme strijd gepaard, op school m aakt Sem een ver moe ide lnd ruk en ts hij vaak nlet met zij n aandacht bij de les. Dm die reden drin gen de ouders eropaan dat Sem '5avon ds op tijd naar bed gaat . Hij wil dat best probere n, maar is dan totaa l niet moe en zit

'5

nachts in zij n kame r nog uren achter

zijn computer, voor hij in de klei ne uurtjes i n slaap valt (zie 1.3 &

2.3).

1.1. WAl 15 5lAAP EN WAAR 15 HEl VOOR NODICi ?

Slaap is een om keer bare teestand met een verminderd bewustzijn van de omgeving en ee n verminde rde reactie op de omgevi ng, waarbij het lichaam in betrekkelijke rust verkeert. Uit deze definitie blijkt da t her verschijnsel slaap niet scherp valt af te grenzen. Er is een verlagi ng van het bewus tz ijn , maar het is geen coma , want de verlaging is tijdel ijk en wordt vanzelfweer opge heven. De omgeving word t tijdens de slaap minder goed waargenomen, maar terwijl

1 0 • Als je kin d moc ilijk staapi

je het ene moment door de wekker hee n slaapt, kun je o p ee n ander moment wakker worden van een kuchje van de baby. En de rust va n het lichaam is inderd aad berrekkelijk alsje ziet hoe iema nd ka n liggen woelen in zijn slaap. Slaap laa r zieh dus niet heel exact omschrij ven. Dat is geen wonder, want her is een verschij nsel dar veel vormen kent. ledereen heeft slaap nodig . In de eerste plaa ts om re herstellen van geleve rde inspanningen. Dat is goed te merke n wa nneer we ee n keer Ianger wa kker zijn gebleven dan we gewe nd zij n, bijvoorbeeld na ee n verre vliegre is in ee n sroel met weinig rui mte. We srappe n da n gebroken in bed, om de volgende dag wee r verkwikt op te sta an , Ondertussen vindt onge merkt her stel plaats van allerl ei lichamelijke syste men, zoa ls het systee m da t ons bescherm t tegen infecties , het immuunsysteem. Ook wordt bij kinderen en jo ngeren die nog in de groe i zijn tijdens de slaap het groeihormoon afgescheiden. Deze herstellende functie van slaap heeft vooral plaat s tijd ens de diepe of NREM-slaap (zie 1.4). Slaap heeft ook een belan grij ke functie bij het verwerken van de informatie die we overdag tot ans nemen. Vooral REM-slaa p (zie 1.4) speelt hierbij een roI, wa nt in die periode word t informatie van overdag in het la ngetermijngeheugen opgeslagen.

1.2. 5lAAP 15 EEN OPTEl50M

Slaap is de optelsom van versehillende lichamelijke syste men, die el k een eige n ritme vertonen. Het duidelij kst is de afwisseling tussen waken e n slape n overdag en 's nachts, maa r iedereen weet uit ervaring dat je in de loop va n de dag soms slaperig kunt zijn en in de loop van de nacht soms wakker. De hela ngrijkste syste men van de optelso m slaap worde n S en C genoemd , waarbij de S staat voor siaapbehoefte en de C voor circadiaan ritme, Als je na ee n nacht goed sla pen uitg erust wakker word t, is er geen slaa phehoefte. Naannate je langer wakker heut, teer je a ls het wa re in op de energie dieje in rust he bt opgebouwd en wordt je slaapbehoefte steeds groter. Wanneer die behoefte een bepaalde drempel overs tijgt , word je slaperig, en wa nneer de behoefte verder toeneemt, val je op ee n bepaald mom ent letterlijk om van de slaap. Het circadiaan ritme (C) is een wat ingewikkeldere term. Circadiaan is Larijn voor 'ongeveer (circa) een dag (dia ne)'. Her gaat dus om ee n rirme dat ongeveer met een dag samenvalt, maar er speIe n nog enkele ritmes een rol bij het slaapproces. Wat die ritmes doen , is het verhogen of verlagen va n de drempel die bepaalt bij welke slaaphehoefte iemand slaperig word t. Daardoor kan her gehe uren dat iemand mer ee n slaap-

~OO fOS TUK 1

w ,,- r

IS Sl ,,-,,-p/ · ll

behoefte van bijvoorbeeld 60% op het ene moment van de dag makkelijk wa kker blijft (de drempel is dan hoog), en op het andere moment moet geeuwe n en wil gaa n liggen (de drempe l is dan laag). Het is de combinatie van S en C die uitmaakt wanneer we slaa p hebben en wanneer we wakker zijn.

1.3· OE RITMES VAN OE SLAAP

Ons Iichaam kent alle rlei ritmes. Sne lle, zoa ls dar van het hart dar ongeveer zevent ig keer per minuut bloed de slagaders inpompt, en langzarnere, zoals dat van de eierstokken, da r bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd er ongeveer eens per maan d voor zorgt dat er een eicel wordt afgegeven. Bij slapen zijn drie ritmes betrokke n: het za-uursr itrne, het rz-uursritme en het r.g-uurs ritme. HET 24 'UURSRlTME

In de wetenschappelijke liter atu ur wordt dit ritme het circadiene ritme genoem d. De biologische klok , een hersenkern , die boven de kruising van de oogzenuwen ligt en officieel de nucleus suprachias maticus wordt genoemd, stuurt een ritme van ongevee r 2S uur aa n. Door dit ritme zijn we 's nachts gemiddeld slape riger en overdag meer wakker; Wanneer we allee n van de klok afhankelijk zouden zijn, zou ons slaapwaakritme al sne1 uit de pas lopen met het ritme van dag en nacht, omdat de klok niet op 24 uur is afgesteld. Dit is geen vergissing van de natuur; maar juist een ster k punt, omdat ook rekening word t gehouden met informatie van buitenaf, zoals de afwisseling tusse n licht en donker. Door de combinatie van het rirme van de biologische klok en de informat ie uit de buitenwereld ontstaat het za-u ursritme. HET 2 4 ' U U RSR ITM E EN MELATON INE

De biologische klok Stuurt ook de vorming van hormonen aa n. Voor het slape n is vooral het hormoon melaton ine, dat wordt gevorm d in de pijn appelkl ier, van belang. De werki ng van dit hor moo n is dat het slaperig maakt. Daarom word t het ook nagemaakt en als slaap middel gegeven. De biologische klok zorgt ervoor dat bij bet begin van de nacht de pijnappelklier melatonine gaat maken . Maar dar lukt allee n wa nnee r het do nker is. Zolang er licht valt op het netvlies van de ogen , wordt de aanmaak van melatonine tegengehouden. Ook hierbij is sprake van een same nspei tusse n de biologische kIok en de omgeving. Op de rol die daglicht speelt bij slapen en bij slaapproblemen, komen we nog terug.

12 • Als je kin d moeilijk sfaapt

HET 12 -UURSillTME

Dit ritme wordtook wel siestaritm e genoemd, na ar he r gebruik in zui de lijke lan den om 's middags een d utje te doen , ofwel siesra te houden. Dat is nu ttig, omdat her in die la nden 's midd ags in de zomer vaak te warm is om te werken en het da nkzij een middagslaapje makkelij ker is om 's avo nds , wa nn eer de te mperatuur wat aangenameris, langerdoor te we rke n. Maar het is nie t zo da t alleen de warmte of het gebru iken van een warme ma altijd er 's mid dags voor zorgt dat me nse n eve n in slaa p vallen. Er is ook ee n biologisch ritme dar e rvoor zorgt dat we rond het beg in va n de nacht e n rond het begin van de middag slaperiger worde n. Aan het begin va n de nacht valt da t niet o p, omdat het als het ware nog ee n ext ra bijdrage leve rt aan de slaperigheid d ie wordt veroorzaakt d oo r het za -uursritme , ma a r aa n het begi n va n d e mid dag des te meer; Ook in streken waar geen siesta word t ge ho ude n, merke n me nse n dat zij bij act iviteiten waa rbij hun licha am in rust is aa n het begi n van de midd ag makkelijk even wegza kken. Bijvoorbee ld bij her volge n van o nderwijs of lezingen op ee n congres, bij tv-kijke n, maar ook bij autorijden. Die neig ing is sterker wanneer er van slaaptekort sprake is. Bij j on ge kinde ren is een mid dagslaapje gewoo n, maar sommige volwassene n ma ke n er ook gebruik va n wanneer zij merken dat zij overdag slape rig worden. Soms kan een slaapje van een kwartier a twin tig minu ten da n heel verkwikken d werken. Vroeger he ette dat 'e en uiltje knappen', tegenwoo rdig wordt ook wel va n een 'power nap ' ges proken. De neiging om 's middags te gaan slapen, valt ge midd eld wat vroeger voor zogenaamde ochtendmensen (zie 1.6.3) , nam elijk tussen 12 e n 3 uur, dan voor avondmensen (tusse n 2 e n 5 uur) .

HET ' ,S-UURSillTME

In de wetenschappelijke literatuur wordt dit de rde ritme her ultradiane ritme gen oemd, of de basic rest activity cycle (BRAC). In de na cht is het heel he rkenbaar, omdat de slaap bestaar uit een aantal cycli d ie elk c ngeveer anderhalf uur du ren . Wij komen daarop te rug in de paragraaf Slaaparchitectuur (zie 1.4). Maar ook overdag besta at er een rit me van and erha lf uur, wat beteke nt dat wij in de loop van a nderha lf uur eerst wat slaperiger wo rde n en dan we erwaakza me r. Net als voor de a ndere ritmes geld t dat de omgeving daarbij een rol speelt. Wan nee r we aet ief zijn in ee n goe d ve rlichte omgeving, merken we weinig van d it firm e. Maa rwanneer wij zitte rt te leze n, achter het stuur zitten of naar iema nd luisreren, ku nnen wij ook overdag soms merken even weg te zakken. Wanneer we d ie mome nten zouden time n, zouden we waarsehijnlijk

i'lOOfOHU~ 1 W "T IS S L" " pr

· 13

zo'n ritme opmerken. Het r.g-uursritme kan het best worde n waargenomen in situaties waari n wij afwijken van ons gewone slaap-waakritme . Wanneer we in her weekeinde of op vakantie lange r in bed kunnen blijven liggen, zullen we vaak even wakker worden op onze gewone tijd van opstaan, maa r wanneer we a ns dan nog eens omdraaien en weer in slaap vallen, slapen we er makkelijk nog een cyclus van negentig minuten aa n vast. Andersam, wanneer we langer moeten opblijven dan gewoonlijk omdat we iets af moeten krijgen, merken we hoe we neigen in slaap te vallen op het gewone tijdst ip van inslapen. Wanneer we daartegen vechten, kamt er een moment dat we onze slaap hebben overwonnen en kunnen we nog goed een tijdje verder, tot dar de volgende slaapaanval inzet, waarschijnlijk na zo'n anderhalf UUT. Oe periode vlak voor het gebruikelijke tijdstip van inslapen kenmerkt zieh door een vers terkte alertheid. Dit wordt daarom wel deforbidden zone genoemd, omdat juist dan het inslapen heel moeilijk is. Dit is van belang om te beseffen, omdat het betekent dar het aanmoedigen van een kind of jo ngere, die te laat inslaapt, om eerder naar bed te gaa n gedoemd is te mislukken.

OllE IITMfS SAM EN

Oe drie ritmes moeten in de praktijk samen worden gevoegd, en dan blijkt dat op sommige tijdstippen iemand extra slaperig is, doordat alle ritmes regelijkertijd in de slaapstand staa n. Om dezelfde reden kan iemand op andere tijdstippen hyperalert zijn, doordat alle ritmes in de waakstand staan, met allerlei situaties daartussenin. Piguur r.z toont hoe de drie ritmes gezamenlijk tot een genuanceerd profiel van slapen en waken in de loop van de nacht en de dag leiden. Daarbij moet bedacht worden dat dit de biologische neiging tot slaper igheid weergeeft, maar dat het van de omgevingsfactoren afhangt hoe slaperig iemand werkelijk is. Aan de figuur valt ook te zien dat het za-uursrirm e het meeste gewicht Vlak voor her slapengaan, in de schaallegt, gevolgd door het rz-uursritme, terwijl zijn we extra wakker. het r.g-uursritme de lichtste bijdrage levert. Bij kinderen Dir wordt dej orbidden vanaf zes maanden zijn al deze ritmes al te herkennen. sone genoemd. Dit heeft als gevolg da r ee n kind dat eerder naar bed wordt gestuurd juist nie r kan

slapcn.

1.4 · SLAAPARCH ITECTUUR

In de jaren twintig van de vor ige eeuw ontdekte de Duitse psychtater Hans Berger hoe de elektrische activiteit van de buitenkant van de hersenen (de hersen14 • Als je klnd moe ilij k staa pr

retaue ve bijdrage

24-uursritme

12-uursritme

1,5-uursrit me

o ptersom va n deze ritmes

wakker wo rden

lnalapen

6

12

18

24

6

uur

Figuu,' .l . Oeritmes van de staap.

scha rs) zichtbaa r kan worden gemaakt door de ze te versterken en via een se rie inktpennetjes op een draaiende rol papier te schrijven. Dit wordt het elektro-encefalogram (eeg) genoemd. Dankzij de ze ontdekking werd duidelijk dat slaap een veelvorrnig verschijnsel is, met enkele goed van elkaar te onderscheiden stad ia. Ook van ander e lichamelijke functies kan zo'n registratie worden gemaakt, zoals van het hart (het elektrocardiogram) en van bepaalde spieren (het elektromyogram ). Wanneer van iemand die slaapt een aanta l functies tegelijk wordt geregistreerd, wordt dit een hy pncgram (lette rlijk: een beschrijving van de slaap ) genoemd (zie figuur 1.3). Bij een hypnogram wordt gelet op de

i'l O O f D ST U~ 1 W "'T IS sL ...... ' r

· 15

activiteit van de he rsen en en op de bewegingen van de ogen . Bij men sen d ie last hebben van benau wdhe id in de slaap, wordt ook op de ade mha ling geiet. Op het elektromyogra m van de oogspieren is te zien da t er enkele malen per nacht perioden zijn waarin de ogen snelle bewegingen maken. Deze perioden worde n de REM-slaap genoem d, waa rb ij REM sraat voor rapid eye movements (snelle oogbewegingen). Het gro otste deel van de nacht is er sprake van de niet-Rßjvl-slaap (NREM), die kan worden onderver deeld in vier fasen, varierend van oppervlakkig (fase I) tot heel diep (fase 4). Hoe actiever de hersenen zijn, des te sneller zijn de golfbewegingen die het eeg laat zien. Zoals te zien in figu ur 1.4 is er bij REM-slaap sprake van ongeveer net zoveel hersenactivireit als in wakende toestand. Dit is ook het deel van de slaap waa rin word r gedroomd. Oe ar men en bene n van de slaperzijn bij de REM·slaap verslapt en prikkels uit de omgeving drin gen nie t goed door, maar de gees t en de ogen zijn actief. Bij volwassene n is ook het seksuele systeem actief tijd ens de REMslaa p, zoals blijkt uit het feit dat mannen dan ee n erectie van de penis hebben en vrouwen een grotere doorbloeding van de schaamlippen en de clitoris. Bij de niet-Rßlvl-slaap is zowel het lichaa m als de geest in rust, en de rust van de geest is groter naarmate de slaap dieper is, zoals blijkt uit de langzame golfbewegingen die het eeg laat zien. Het hypnogram laat zien da t vooral tijdens de eerste twee slaapcycli de slaap het diepst is. De slaap van de eerste twee cycli wordt de kernslaap

staapstadla wa kker

REM

stadium 1

staorum 2 stadium 3 stadium 4

")

2

uren slaap ") arousa! tase Figuu rl.)" Hypnogram .

16 " Als je kind moe ilij k sl aa pl

")

")

3

4

5

6

7

8

EEG l ijdens waken

~..~f,~vo-,··, " , ~ ~

EEG vlak voor hel in Slaap vallen (alfa-activiteitj

,,!,..,~,..~........,...I'-V"""'" stadium I

J."."'-i'~"1""t"--...','fII''''''''\'~'''''''''~·'Y·./'('(\~-:''Iv-r-t

sraou m 2

",;.~\tv""~''' ' ' ' V'f\.VV'''w~~V stadium 3 en 4

~~)\AV\M~J\ REM-slaap

~I""'.r-V'-vt-~Ir",."..,

Figuur' .4 . Het eeg-patroon In de verschiliende stadta van de slaap .

('eore sleep') genoemd. Die is waarsehijnlijk het belang rijkst voor het lichamelijk he rstel. Mensen die kort slape n, hebben genoeg aan rwee, hooguit drie slaapcycli. Tussen elke cyclus is er spra ke van een kort moment van bijna of helemaal wakker zijn. Oe overga ng van diepe naar oppervlakkige slaap (of wakker worden) wordt de arousal fase genoemd. Deze du urt een of twee minuten, maar soms wordt de fase niet goed afgemaakt en blijfje even hangen tussen diepe slaap en wakker worden. Dit sta at bekend als een paniile arousal. Het belang hiervan komt aan de orde in paragraaf 2.4 over parasomnieen als nachtelijke angst en slaapwandelen.

i'lOO FOSTU~ 1 W "T IS Sl " " PI

· 17

Tegen woord ig word t aan het hypnogram vaak een video registratie roegevoegd . Daardoor is te zien da r iedereen , kind of volwassene, elke nacht tussen de verschille nde slaapcycli enkele malen kort wakke r wordt. Dit is een belangrijk gegeven. Om te beg inne n voor het begrip van doorslaapproblemen. De vraag is du s nret : 'Hoe kernt het dat een kind 's nachts wakker wordt?', want dar doet elk kind elke nacht en mee r dan een keer. De vraag is: 'Hoe komt het dar dit kind nier uit ziehzelf wee r in slaap valt , maar daarvoor hu lp uit zijn omgeving nodig heeftv'Verderis het goed om te beseffen da r de een veel mee r merkt van dit korte wakke r worden dan de ander, bijvoorbeeld door even naar de wc te gaan of door een klok te horen luiden. Het blijkt dat somm ige mensen zo gespitst zijn op de indrukken van buitenaf tijdens die korte perioden van wakker worden, dar zij menen de halve of hele nacht te hebben wakker gelege n, ook wa nneer hun hyp nogram laat zien dat zij een normale hoeveelheid slaa p hebben genoten.

1.5 · IN SLAAP YALLEN

redereen wordt per nachr een paar keer kort wak -

ker. Oevraag isdus niet: Hoc kcmr her dat rrujn

kind wakker is geworden? maar wel: Hoc kernt her dar hf niet weer uit ztch-

zelf is gaan slapen?

We mer ken het wa nneer wij in slaap gaan valle n. Doordat de traankliere n minder actief worden , ontstaat een brand erig gevoel in de ogen. Kinderen wordt daarom verteld dat Klaas Vaak zand in d e ogen strocit. De oogbollen draaien en de oogled en worden zwaar. Op het eeg is een overgang te zien naar een alfaritme, en min of meer gelijktijdig neemt de spanning van de nekspieren af, waardoo r we beginnen te knikkebollen. De gedac hte n kunne n in deze periode meer op dramen gaa n lijken , en soms zelfs beleefd worden als voorstellingen van iets dat er echt is (hallucinat ies). Soms krijg je daarbij de gewaarwording een vrije val te maken (sensory shock), korte onw illekeu rige spiertrekkingen van de benen of armen (hypnicjerks) , ofkorte, maa r heftige sensaties in he t hoofd (exploding head syndrome).

1.6· OE NORMALE ONTWIKKEl ING VAN SlAAP

Bij baby's zijn de hersenen nog niet zover ontwikkeld da t al de karakrer istieke eeg-patro nen kunnen worden onde rscheide n. Op grond van hun gedrag zijn rostige en actieve slaap te onderscheiden, waarbij wordt verondersteld dat actieve slaap de voorloper is van REM-slaap en rustige van NREM-slaap. Ook voor de gebeo rte slapen kindere n al en uit registra ties

18 • Als je klnd moe ilijk staa pr

blijkt dat afwisseling tussen rust en act iviteit in pe riode n van ongeveer 40 minuten verloopt. Pasgeborenen brengen ongeveer 16 uu r van de dag slapend door; waa rvan de helft in actieve slaap. DE 24 -UURSECONOMIE VAN SlAAP : DOORS LAPEN EN DUTlES

Een pasgeboren ba by beg int het leve n sla pe nd. In de loop va n de nacht en de dag zijn er kort e period en waarin hij even wa kke r is. Na gevoed te zijn, valt hij snel weer in slaap. De slaa p van een baby is zogenaa md polyfasisch, hetgeen beteke nt dat er veel perioden van slaap zijn in de loop van het etm aa l. In de loop van de eerste zes maanden teken t zieh een pa troon af, waa rbij de perioden van wakker worden 's nac hts afnemen en de perioden van wakker blijven ove rdag toenemen. Wanneer een baby vijf nac hten achte r elkaar te n minste vijf uur achtereen heeft geslapen, kunje ervan uitgaan da t hij doorslaapt. De we tenscha ppel ijke term is settl ing, dat wil zeggen zieh 'zetele n' in ee n dag-en-nachtritme met vooral slapen 's nachts en wa kker zijn overdag . We moeten hier even bij stilstaa n. Ouders wete n da r er grate versch illen zijn tu sse n kinderen wat betre ft het moment waa rop ze gaan doorslapen. Volgens Nederlands onderzoe k (Meijer & Van den Wittenboer, 2007) doet 3% het al met twee we ken, m im een kwa rt met zeven we ken, maa r ongeveer een vijfde nog niet met zes maanden. Baby 'tjes va n zeven we ken blijken gem iddeld anderh al f uur per dag re huilen, terwij l het gemidde1de op de leeft ijd va n ee njaar een ha lf uuris. Deze versch ilIen hebben vooral te ma ken met rij ping, en dus niet veel met de manier waarop oude rs me t hun zuig eling omgaan. Maa r dit voe lt vaak anders. Zo hoor je o p het consulta tieb ureau wel eens va n andere moed ers dat hun bab y al zowat de hele nacht doorslaapt, terwijl je e r zelf nog ee n paar keer per nacht uitmo et. Dan ben je mogelij k niet alleen ja loers op die moed e rs die niet , zoalsjij , met kringen onde r hun oge n in de wac htka mer zitten, ma ar vraag je je ook af wat je verkeerd doet. En wan nee r midden in de nacht je baby'tje we er begi nt te huile n, terwijlje ner lekker sliep, den k je makkelijk iets heel lelij ks over je ba by, hoeveel je ook van hem houdt, ofvraagjeje bezorgd af of er misschien toc h iets niet in orde is. Vanaf de lee ftijd van rwee d rie weken kan zieh een tijd la ng een onregelmati g slaappa troo n met pe rioden van excessief huilen voordoen dar koliekhuilen word t genoemd. Terwijl met zes maa nden ru im 80% van de zuigelinge n doorslaapt, is dit perce ntage op de leeftijd va n negen maan den wee r lager; Dit zouje in eers te Instenne niet verwachten gezie n het feit der doorslap en ook een kwest ie is van rijping. Maar toch is diezel fde rijp ing daarvoor ver-

a

HOO 'OSTU K 1

w "'r

IS S( ... ... PI

· 19

antwoordelijk. Vanafongeveer zes maande n zijn baby's beter in staat om het verschil te zien tussen bekenden, vooral hun ouders, en vreemden. Ze willen dan ook wanneer je op her rongraag zeker weten dat moeder of vader in de buurt is. sulrauebureau hoon dar Bedenk dan dat elk mens, ook een baby'tje, 's nachts andere baby'tjesat dooreen paar keer wakker wordt. Een kindje van vijf maanslapen en jouw kindje de n zal dan makkelijkerweeruit zichzelf in slaap vallen nog drie keer per nachr dan een kindje van tien maanden, dat immers veeI wakkerwordt, vtaag je je meer bezig is met zeker te willen wete n of moeder of af wat je verkeerd doet. . vader in de buurt is. In de loop van de peutertij d verschuift het slapen van polyfasisch naa r trifasisch. Dat wil zeggen dat er nog maar drie periodes van slape n zijn, een lange 's nachts en du rjes 's ochtends en 's middags. In de loop van de kleutertijd wordt het slapen bifasisch, met naast de nachtrust alleen nog een middagdu tje. In zuidelijke landen waar siesta wordt gehouden, blijft de slaa p het leven lang bifasisch. In landen d ie verde r van de evenaar liggen, is monofasisch slape n gebruikel ijk. Het is voor onze gezondhei d niet nod ig om alle sIaap in een keer te krijgen. Bifasisch slape n is misschien zelfs bete r; omdat het aansluit bij het rz-uursritme, maar ook trifasisch slapen kan leiden tot voldoende slaap , zij het in kortere perioden. Dit ts van bela ng om te beseffen wanneer er sprake is van in- en doo rslaapproblemen. Ouders maken zieh begrijpelijkerwijs ongerusr over het te laat insla pen of niet goed doorslapen van hun kind. Maar wan neer een kind overdag ook dutjes doet, kan het toch voldoende slaap krijgen. En die dutjes kunne n soms oo kde rede n zijn dat de in- ofdoorslaapprobleme n's nach ts niet overgaan (zie 2.2). SLAAPBEHOEFTE

In de loop van de jeugd verandert het slapen niet alleen van polyfasisch naar monofasisch, maar er is ook een verrnindering van de totale hoeveelhe id slaap. Kinderen van nul tot een jaar slapen gemiddeld zest ien UUT per dag, van een tot vier jaar is het gemiddeld rwaalf UUT, en van vier tot twaalf jaar tien tot twa alf uur UUT. Voor adolescenten geldt, evenals voor volwassene n, dat de gemiddelde d uur acht uur is. Toch is dit Iijstje bedrieglijk omdar wa nnee r kinde ren de puberteit bereiken, de behoefte aan slaap weer toe nee mt. Het gaat hierbij echt om de lichame lijke pubertei t. Kinderartsen kenne n een indeling van de puberteit in stad ia, waarbij ze bij meisjes letten op borsto ntw ikkeling, bij jongens op baardgroei en natuurlijk bij beide geslachten op de groeispurt. Je

20 • Als je kind moeilij k slaapt

ziet dat er hee t letterlijk een toename aan staa pbehoefte is met het vorderen van de puberteit (zie kader 4.2). Een probleem is dat adolescenten lang niet altijd zoveel slapen als wa araan zij behoefte hebbe n, waardoo r zij noga l eens met een chronisch slaaptekort kampen. Er is in de loop va n de onrwikkeling du s ee n behoorlijke verlatte in de hoeveelheid slaap die ee n kind nodig heeft. Maar ook hier ve rschille n kind e ren onderling . Net als bij volwasse nen zie je bij kinderen da t de een veel minde r slaap nodig heeft dan de ander. In hoofdstuk 4 komt aa n bod hoeje als ouder kum bepalen ofje kind te weinig slaapt of gewoon weinig slaap nodig heeft (zie kader 4.2) . In de puberteit neernt nie t allee n de behoefte aan slaap toe , maar tr eedr ook ee n verschuiving van de slaapbe hoe fte op , waardoor adolescent en gemidde ld mee r 'avondme ns' zij n, terwijl kinderen die nog niet in de pube rteit zijn gerniddeld meer 'ochtend mens' zijn. Verder neemt de hoeveelhe id diepe slaap in de adolescentie aa nzienlijk af. Daa rdoor is de d uur van de arousal tus sen diep e slaap en oppe rvla kkige slaap of wakke r wo rde n aan he t ein d va n e1ke cyclus korter en treedt minder vaak een partiele a rousal op . Vandaa rdat hie rmee samenhangende verschijnselen als nachtel ijke angst of slaapwandelen rand deze leeftijd minder wo rden of verdwijnen. OC HTE N D· EN AVON DMEN SEN

Het bekende verschil tusse n ochte nd- en avond rnensen is ook al te zie n bij kinderen. Sornmige kinderen valle n regen het moment va n hun gewone slaaptijd al bijna 001 va n de slaap en vinden het absoluut geen probleem 001 naar bed te moe te n. Andere kinderen stelle n het naar bed gaa n graag uit , omdat ze nog helernaal nie t moe zijn, maar zullen 's ochten ds me t moeite opstaan en het liefst met TUst worden gelaten. Deze 'avondmensen' on der de kindere n kunne n al ee n behoorlijk 'ochten dhumeur' vertonen en zieh erge ren aan de energie van ee n broer of zus die to t de 'ochte nd me nse n' beh oort.

1.7. SLAPEN DOET EEN KIND NIET AllEEN

De slaapproblem en die in dir boe k a an de orde komen , hebbe n bijna nooit te maken met ernstige afwijk ingen va n de slaa p als licha melij k proces . Maar sla pen doe je nie t allee n en het is juist de inte ractie met de a ndere gez inslede n waardoor er van ee n prableern rond het slapen sprake is. Het duidelijkst is dit aichtbaar aan de in- en doorslaapproblemen. Wanneer ee n kind van acht jaar pas 001 elf uur in slaap val t en vervolgen s als ee n blok sla apt tot hij rond ha lf acht 's ochtend s wordt

HOO'Dnu~ , ........r IS n ...... PI • 2 1

gewekt, kan het best zijn dat hij genoeg geslapen heeft. Maarde meeste ouders zullen vinde n dat hun kind een probleem heeft door dat hij veel te laat in slaap valt. Dat 'te laat ' heeft dan mee r te maken met de behoefte van de ouders aan een slapend kind, dan met de behoefte van het kind aa n slaap. Ouders willen ook tijd voor zichzelf en elkaar hebben en de avond moet die tijd bieden , zeker wanneer ze overdag druk zijn geweest met hu n werk en de kinde ren. Vanuit puur lichamelijk oogpunt is er niets tegen wa nnee r een kind van tien jaar bij zijn ou ders in bed slaapt. Maar terecht zullen ouders hier moeite mee hebben , zowel omd at zij denken d at het voor de emotionele ontwikkeling van hun kind niet goed is, als vanwege de inbreuk op hun behoefte aan ouderlijke intimiteit in bed. Daarbij maakt her natuu rIijk verschil of een kind dar '5 nachts wakker schrok van het onweer even een paar uur bij de ouders in bed kruipt of dat het gaat om een dagelijks terugkerend patroon. De rot van ouders bij het slapen van het kind verandert in de puberteit. Tot een jaar of twaalf is het nog vrij gewoon da t ouders bepalen wa nneer hu n kind moet gaan slapen en staat het meestal uit zichzelf op. Een paar jaar late r zullen oud ers het meestal aan hun zoon of dochter overlaten om te bepalen wanneer hij of zij wil gaan slapen, maa r da n zal her veel vaker nodig zijn om hun kind ' 5 ochtends te wekken. De bemoeienissen van ouders met het slapen van hu n kind verschuiven dus van de avond naar de ochtend. Slapen doe je elke nacht, maar slaa pprob lemen zijn er meestal maar hooguit vijf keer per wee k. Ook dit heeft te maken met de interactie tusse n kind en ouder. Vanaf zonda gavond tot donderdagavond maken ouders zieh er zorge n ove r of hun kind wel genoe g slaapt, omdat het de volgend e dag naar school moet. Maar op vrijdag en zate rdag vinden ze het vaak gezellig om hun kind langer op te late n blijven , net zoals zij het voor hun kind, maar vooral voor ziehzelfp rettig vinden wan neer het zarerIn weekeinden en dag en zondagochten d wat langer vakan ties moet je soms slaapt. Daar is niets op tegen, behalve ongezelhg precies zijn. als er slaapprobleme n zijn. Dan word t anders wordt ee n beter het plotseling belang rijk om in de slaapged rag dar je als wee keinden en tijdens de vakanties ouder prcbeert op te ongezellig precies te zijn. Anders bonwe n juist dan weer word t het betere slaapgedrag da t je als onderuitgehaald. ouder probeert op te bouwen juist dan weer onderuitgehaald.

22 • Als je kind moeilij k staapr

1.8 · SLAPEN ALS LEERPROCES EN ONBEDOELD E GEWOONTEYORMING

Dat je slapen als kind niet alleen doet, blijkt ook uit he r belang van slaaprituele n. Naast de biologische klok en de invloed van daglicht, speelt gewo onte een belangrijke rol bij in slaap valle n. Oude rs kun ne n dit benu tte n door rond het slapengaa n vaste gewoonten te on twikkelen , zoals eerst Sesa mstraat kijke n, daarn a ta ndenpo etsen, voorlezen door de ene ou der en ee n nachtzoe n krijgen, nog ee n nachtzoen doo r de an dere ouder en dan her licht uit. Zo'n vast patroon krijgt de functie van ee n herinnering voor het slaa psysteem dar het tijd is om re gaan slapen. In de psycholo gie noemen ze dit ee n cond itie die ee n rol speelt bij het leren van ee n gewoonte. Lelijk om schreven wor dt he r kind dan 'geconditi onee rd' om te gaa n slapen (zie kader 6.1). Naast de rituelen die ouders ha nteren als 'conditie' om hun kind in slaa p re laten valle n, kunnen zij echte r 0 0bedoeld ook andere rituele n gebruiken; dan is er sprake van onbedoelde gewoontevorming.

1.9. SLAPEN MET EEN KNUFFEL

Vanaf ongevee r de leeftijd van zes maa nde n raakt ongeveer de helft van alle kinde ren gehecht aa n ee n voorwerp, een zacht doe kje of knuffeldier; dat bij hen in de wieg of het bedje moet liggen. Wanneer kinde ren last hebben van scheid ingsangst bij logeren, kan zo'n kn uffel een bela ngrijke troostende wer king heb ben. Een kn uffel kan ook troost bieden wa nnee r een kind moe, gespan nen of verdrietig is. In de wetenschappelijke lite ratuur wordt een knuffel ee n transitional object genoemd . Daar wordt mee bedoe ld de r het een voorwerp is dat als het ware symbolisch de plaats van de ouders inneem t op momenten dat zij niet heel dicht in de buu rt zijn. Hoe leuk een knuffelook is, voor heel jonge kinderen ka n dit speelt]e helaas ook gevaar met zieh mee bre ngen, namelijk verstikking die leidt tot wiegend ood (zie kade r 3.3). Daa rom word t aangerad en om bij zuigelinge n na het inslapen de knuffel uit de wieg of het bedje te haIen.

HOO'DSTUK 1

w "'r

IS Sl ... ...P/·

23

2 Slaapproblemen in de jeugd

2 .1 · I N LEI D I N G

Slaapproblem en komen veel voor. Va n de kinde ren tot dri e jaar heeft ongeveer een derd e problemen met inslapen of doorslapen. Bij ond erzoek van een grote groep kinderen van acht tot tien jaar bleek bijna de helft zes maanden of langer last te hebben gehad van problemen met insla pen of van vreemde verschijnselen tijdens de slaap. In ander onder zoek bij adolescenten bleek ruim veertig procen t een slaapprobleem te hebben, variärend van moeite met in- of doorslapen tot beho efte aan meer slaap, vroeg wakker word en of chronisch gebruik van slaapmiddelen (Sade h, 2 0 05; Bell & Belsky, 2008) . Er zijn veel soonen slaapproblemen, die bijna altijd kunn en wo rde n ingedeeld bij een van de volgende drie groepen : I 's Nachts te weinig slapen, de zogenaamde in- en doo rslaapproblemen 2 Overdag te sla pe rig zij n 3 Vreemde verschijnselen tijdens de slaap (de zogenaamde parasomnieen) Sommige slaapproble men passen binnen tw ee of zelfs alle dri e de gro epen. In het navolgende komen ee rst deze groepen slaapprobleme n aa n

'5

de ord e en vervolgens de gevolge n van lichamelijke aa ndoen ingen, ontwikkelings stoomissen en psychiMet de slaap van kinderen sche stoornissen voor het slapen. rnet een 'slaapprobleem' Is Maar eerst iets over het woord slaapprobleem. Letterlijk betekent dit dat er iets nie t in orde is met de slaap. Dat meestal otetsaan de hand. Hel is een probleem is soms ook zo, maar veel vaker is er met de slaa p van kinderen die zogen aamd een slaapprobleem hebben dar ligt bij de andere geeigenlijk niets aan de hand. Slaap is niet alleen een zaak zinsteden. omdar her slavan het kind, maar ook van zijn ou ders, broers en zuspen niet op de door hell sen. Ouders rekenen erop dat zij, wa nneer de kinderen gewe nste tijd plaa tsvindt. nog jong zijn, na een drukke dag 's avonds nog even tijd voor zichzelf of voor elkaar heb ben. En, nog belangrijker, wa nneer het nacht is, rekenen ouders erop dat zij zelf kunnen slapen. Wan neer een kind genoeg slaa p krijgt, maar wakker is op momenten waarop de omgeving verwacht dat het slaap t, wordt van een 'slaapprobleem' van het kind gespro ken. Het zou juister zijn te spreken van 'een probleem rand slapen dat bestaat tussen deouders en het kind'. Dat is echte rzo'n mondvol dat we het ook in dit boek gemakshalve over slaapproble men he bben.

2 ,2 . IN - EN DOORSLAAPPROBLEMEN

Wan neer zij geen slaapproble men hebben, vallen zowel volwassenen als kinderen op hun gewone tijd van naar bed gaan vrij snel in diepe slaap. Wanneer het inslapen niet vanzelf lukt, kunn en er verschiUende dinge n gebe uren. Soms liggen kinderen nog een tijd wakker in hun bed, zonder dar de omgeving dir merkt . In andere gevallen roepen kinderen hun oud ers of trekken hun aandacht door te huilen. Wanneer kinderen hun bed uitkomen , is het rneestal om naar hun ouders toe te gaa n, maar het kan ook zijn dat kinderen op hun karner gaa n speIen, lezen, computeren oftv-kij ken. Erwordt van een doorslaapprobleem gesproken wanneer een kind midd en in de nacht wakker wordt of 's achtends ongewoon vroeg wakker wardt. Ook dan geldt dat kinderen dit soms stilletjes doe n, zoda t het onopgemerkt blijft voor de omgeving, of dat her gepaard gaat met het alarm eren van de ouders of actief gedrag. In- en doorslaapproblemen hebben soms te maken met het feit dat het kind niet alleen wil zijn. Dat leidt ertoe dar ouders lange tijd bij hun kind in de buurt blijven tot het weer in slaap valt, of dat zij het zelf in bed nemen. Dir komt nader aa n de orde in hoofdstu k 5, bij de aanpak van slaa pproblemen (zie 5.7). Naast problemen met inslapen zijn er ook prob lemen met naa r bed

26 · Als je kind mocilij k staapr

gaan. Kinderen probe ren dit soms eindeloos uit te stellen , door niet naar hun slaapka mer te willen gaa n of door steeds weer uit hun bed te komen. Rekken van naa r bed gaan betekent soms letterlijk de dag langer laten du ren om nog te kunnen speien, naar een leuk programma op tv te kijken of nog wat mee te maken van het gezinsleven . In and ere gevallen is het 'uitstellen', dar wil zeggen proberen nog niet naar bed te hoeven omdat dit moeilijk wordt gevonde n. Dar kan bijvoorbeeld te maken hebben met angst voor her donker of met het niet uit he t oog willen verliezen van de ouders (separasieangst) . Vooraldan kunnen moeite met naar bed gaan en inslaapproblemen soms naast elkaar bestaan. ZU IGEL INGENPElIODE I( OlIEl0 04).

2.1. HUILBABV ' S

Gemiddeld huilt een gezonde zuigehng 90 tot 120mirtuten per dag in de eerste drie maanden (Tjon A Ten & wotrers. 2004). Vanafde gebeorte neemr her hui len toe om bij ongeveer zes weken een piek te bereiken van 2,5 uur per dag. Kinderen verselulle n hierin echter sterk van elkaar en ook kan het huilen per kind van dag lot dag versehüten. Wanneer ouders her Idee hebben dat hun kind bovenmatig huilr. kan er sprake 2ijn van een 'huilbaby'. Hel huilen rrecd t vooral op in de late middag en de vroege avond en gaat gepaard met rood aanlopen van bet gelaal en Irensen van her voorhoofd. De aanvallen du ren enkele mimneu en herhaien zieh gedu rende rwee tot drie uur. Er zijn duidelijke borrelingen in de buik re horen. wenneer her baby'tje een windje Iaar of ontlasdng laar lopen, nee mt her huilen even af. Door het vele huilen van een baby kunnen ouders uirgepur ra ken . Andersom kunnen ouders die om wat voor reden dan ook niet in goede doen zijn, huilen slechter verdragen. Daardocr besraat er een verband russen verrnoeidheld bij ouders en excessief huilen van een baby, dat waarschijnlijk zowet mer de ouders als met de baby te maken heeft. Kinderansen gebruiken in de prak tijk de 3 x3 x g-regel om objectief vast te stellen of her huilen waar de ouders zoveellasr van hebben ook werkelijk excessief is. De vraag is dan of een baby meer dan drie uur per dag huilt, gedurende meer dan drte dagen per week, over een perlöde van meer dan drie weken. Om hier duidelijkheid over te krfjgen, wordr gebruikgemaakr van een huildagboek, dar ovcrigens maar gedurende een week hoeft te worden bijgehouden (zie figuur 2.1). Wanneer dit dagboek wordt gebruikt. blijkt van de ouders die bet huilen van hun kmd excessief vinden cngeveer een dcrde re voldcen aan het cruerium 3 x3, een derde vindt her huilen (dar nier meer dan drie dagen gedurende drie um voorkomt) zo afwijkend klinken dar zij zieh zergen maken, bij een klein percernage is sprake van een lieha melijke aandoening en bijna een derde van de ouders maakt zieh ongerust zooder dat er lets aan de hand is. Slechrs in een klein aantal gevallen is een allergie voor koemelk de oorzaak van het ex· cessieve hullen. Ook leruglopen van zuur uit de maag naar de slokdann (reflux) kan de Hchamelijke oorzaak van het excessieve huilcn zijn. Vennoedelijk is 10 tot 15% van de baby's een huj[baby. Nederlands onderzoek heeft laIen zien dal hel ouders tot wanhoop kan brengen. waardoor een op de Iwintig ouders iets doel wal schadelijk kan zijn voor het kind. Voorbeelden hiervan zijn met de hand op de mond hel hullen smoren ofhet slaan van het kind. Oil onderstreept hel belang van goede voorlichting en adviezen. Doorgaans gaat het exeessieve huilen vanzelf over rond de leeftijd van drie maanden.

fiOO'OSTU~ 2 SL ~ "'PP'08ll""l'l 1'1 01 JlUGO'

29

PiUTERTl JD SLAP EN O VU DAG

Zoals in hoofdstuk I vermeid, is bij slaap sprake van een za-uurseconomie. Oeslaap die kinderen overdag krijgen, ka n de behoe fte 's avonds en 's nachts verminderen , vooral wanneer zo'n slaapje laat in de middag of vroeg in de achtend plaatsvindt. In het eerste geval kan het inslapen worden verlaat, in het twee de geval het wakker worden vervroegd. ANGST

Het donker en her gescheiden zijn van de oude r kunnen separatie- of scheidingsangst veroorzake n, die het (weer) inslapen bemoeilijkt. Wanneer kindere n een tijd lang veel nachtmer ries hebben, kan de angst da t zij die 's nachts weer zullen krijgen ook inslaa pprobleme n geven. LlCHAMHIJKE OORlAKE N

Ook bij peuters kan pijn in- of doorslaapproblemen geven, die naast de hiervoor genoemde koemelkintolerantie en gastro -oesofageale reflux evenee ns kan worden veroorzaakt door een chronisc he middenoorontste king, die juist in liggend e houding de meeste pijn geeft. Ookjeuk kan de slaap verstoren, bijvoorbeeld door maden d ie 's nachts jeu k bij de anus veroorza ken doordat zij dan naar buiten kruipen. SfR IJ D

Oe peutertijd wordt wel eens de koppigheidsfase genoemd. Het is een periode waarin kinderen beginnen te merken dat zij een eigen bestaan leiPijn. jeuk, angst en den, dat niet VOOf honde rd procent samenvalt zergen zijn ook bij kindemet dat van hun oude rs. Oie ontdekking maakt reu stooraenders bij dat ze hun autonomie soms extra moeten benaher slapen. dru kken, alsof ze willen oefenen in het zelfstandig zijn. 20 bezien is koppigheid zo siecht nog niet, maar dar wil niet zegge n dar je er als ouder niet wanhopig van kunt worden. Koppigheid ka n leiden tot strijd cver alles wat 'moet' van de ouders, zoals eten of op het potje gaan. In da t rijtje hoort ook 'naar bed moeten' th uis, da t da n ook makkelijk protest en weerstand kan oproepen op deze leeftijd. V U L TE WAKICU ZlJN

Wanneer eenmaal een patro on is ontstaa n van te laat inslapen, heeft het biologisch ritme zieh daaraan aangepast. Oe strijd rond inslapen op

30 • Als je kind moeilij k slaapr

het door de ouder gewe nste tijdstip wordt dan nog hevige r. In hoofdstuk 1 (1.304) is al vermeId da tjuist voor het momen t van inslapen ereen fase is van extra wakker zijn (jorbidden zone). Een kind dat veel te wakker is, verzet zieh des te meer tegen het slapengaa n. Vooral kinderen die tot de zcge naamde avond mensen behoren, zullen hier last van hebben. O NU DOHDE

GEWOONHVO~ M I N G

Het helpt wa nneer bij kinderen voor het slape ngaa n bepaalde rituelen worden aan gehouden, zoa ls in een vaste volgorde (Iate n) wassen, tandenpoetsen en een verhaaltje voorlezen her kind helpen in slaap te vallen. Onbedoeld kunnen echter ook andere gewoonten een voorwaarde worden voor het in slaap vallen. Voorbeelden zijn het in de woonka mer, bijvoo rbeeld op schoot of op de ban k, in slaap laten valle n, wiege n en zingen van wiegeliedjes bij het inslapen of het kind laten inslapen door het op een speen te lat en zuigen. Zo leert het kindje dat deze dingen horen bij in slaap vallen en daannee zitten de ouders er als het ware aa n vasr. En dat geldt niet allee n voor het inslape n op de volge nde dagen, maar ook voor het doorslapen 's nachts. Tenslotte wordt elk kind 's nachts een paar keer wakker en telkens moet het dan wee r de overgang van waken naar slapen maken. Wannee r het dan bijvoorbeeld gewend is al sabbelend op een speen in slaap te vallen, zal het weer die spee n willen hebben. Sommige ouders leggen daarom een heel stel spenen in de wieg, in de hoop da t hun kindje met zijn mond er vanzelf een tegenkomt, voordat hij het op een brullen zer. Maar het is de vraag of dir de ideale oplossing is (zie 6.2 voor altem atieve n). KLEUTERTIJD EN SCHOOlLEEFTIID M EDIA

Bij een goede slaaphygiene (zie kader 5.1) hoort dat een kind voor her slapenga an geeste lijk al in een lage re versnelling gaat en zo rostig mogelijk de overgang maa kt naar her slapen. In het ideale geval is een slaapkamer da n ook een rustige karner. Maar vaak is de slaapkamer overdag ook speel - of studeerkamer. Op ziehzelf is daar niets mis mee, maar daardoor staan er ook vaak een tv, computer of allerlei elektronisch speelgoed, die een kind juist erg kunnen prikkelen, waardoor de overstap naar slapen met opwinding en verzet gepaard gaat.

liOO'DHU ~ 2 5L ...... pp ~08L IM H. I Oj 0 1 JEUGO'

31

lIPoiGST U't ZO IlGfPol

De schei dingsangst van de peuter kan ook nog voorko men in de kleu tertijd of zelfs de schoolleeftijd, vooral wanneer een kind vervelende erveringen heeft gehad met afwezigheid van de oude rs (ziekte, echtscheiding , een onbekend e babysitt er). In de kleutertijd komen daar andere a ngsten bij, bijvoorbeeld voor Fa ntasiefigu ren (zoals spoken) of personages uit een voorgelezen verhaal of film die overdag werd gezien. Een paar jaar later, van af ongeveer zes a zeven jaar, kunnen kinderen dit soo rt angsten makkelijk terzijde schuiven (tdat kan toch nie t') . Maarjui st dan komt er ee n veel hela ngrijker bron va n angst bij, namelijk angst voor wat er zou kunnen geheuren, een angs t die Adeleseenren die door slecht slapen overdag slatot piekeren leidt . Kinderen va naf de schoolleeftijd perig zijn, drinken koffie kunnen zieh va n alles in hun hoofd haien, bijvoorbeeld en cola Olll wakker te blijder ook in hu n la nd ee n terroristische aa nslag zal wor ven. Koffie en coteverstoden gepleegd, dat hun oud e rs ziek worde n of gaa n ren echter de slaap, zodar schei den of dat andere kinde ren op school morge n vervelend zullen doen. De tijd rond het inslapen is bij uithet sIechte slapen in stand wordt gehouden. ste k het moment waarop dergelijke vervele nde gedachte n zieh kun nen opdringen, die vervolgens het inslapen verst oren . AOOlE5CENTIE ANGST EN ZOllGEN

Nog meer da n kinderen van de schoolleeftijd kunnen adolescenten piekere n over van alles, zoals hoe het op school gaat, over on tluikende seks uele gevoelens of over de relatie met leeftijdgenoten. De overgang tusse n norm ale zorge n en piekeren als onde rdeel van een psychische stoomis zoals ee n depressie verloopt daa rbij geleidelijk. Adeleseente n proberen dit gepieker soms uit te ba nnen doorvoor het slapengaan net zo la ng te lezen of via de koptelefoon naa r muziek te luisteren tot ze gevloe rd worde n door slaa p. Dit verhoogt wel de kans op slaap van ee n slech tere kwaliteit (verbrokkelde slaap) daam a. VU 5 CHOVE N SLAAP FASE

De siaapprobleme n die in de adolescentie versterkte slaperigheid overda g geven, hebben vaa k te maken met een verschuiving va n de slaa pfase. In- en doorslaa pproblemen komen aa n bod in 2.3 (Overdag te slaperig zijn), waarbij het va n belang is te beseffen dat ee n verschoven slaapfase bij adolescente n per definitie ook met later inslapen gepaard gaat (zie 2.3).

32 • Als je kind moeilijk slaapr

MIDDfHPrlGf llRUII(

Soms worden cafemehoudend e middelen als koffieen cola gebruiktom overdag wakker re blijven. Deze middelen kunnen op hu n beurt weer doorslaapp roblemen veroorz aken, omdat ze her effect hebben dat de slaap erdoor meer verbrokkel d (gefragmenteerd ) wordt. Het zelfde geldt voor het gebruik van alcohol, nicotine, soft- en hardd rugs. Soms worde n dergelijke middele n (ook) gebruikt om in slaap te kunnen vallen, maar ze hebben dus ong unstige gevolgen voor het doorslapen.

2.3. OVERDAG TE 5lAPERIG ZIJN

Wanneer een kind siecht in- of doorslaapt, zouje verwachten dat het te weinig slaap krijgt en daardoor overd ag slape rig is. Het ligt in de praktijk Iets minder eenvou dig omdat kinderen met in- en doorslaapproblemen lang niet alt ijd te weinig slape n. Bovendien leidt slaaptekort bij kinderen nie t per se tot slaperigheid (zie 3.2). Maar wanneer een kind overdag te slaperig is, ofzelfs regelrnatig in slaap valt , kan dit met in- of doorslaa pproblemen te maken hebben. 5lAAPGEBO NDE N ADE MHAll NG55TOO RN IS

Wanneer de overgang tussen de keelholte en de luchtpij p gedeeltelijk verstopt is, gee ft dit meer problemen in liggende houding dan staand, vooral in rugligging. Door de verstopping ontstaat in de slaap langzamerh and een zuurstofgebrek dat leidt tot wakker worden en weer naar lucht happen. De omgeving merkt da t in liggende houding het ademha-

t

Figuur 2.2 • Bi] een vergrole neusama ndel ls de teegang 101de luchlwegen gedeeltel i]k geblokkeerd en vooralln Iiggende houding is er soms een voliedlge blo kkade.

flOO'OSTUI( 2

SL ~ "'.H08LI"'H'

I" 01 UVGO'

33

len gepaard gaat met geluid (snurke n) waarbij soms de ade mhaling srokt, waarn a plotseling met extra geluid wee r een forse teug adern wordt binn engehaald. Ki nderen met ontwikkelingsstoomissen kunnen ook afwijkingen van de neus- en keelholte hebben , waardoor dit pra bleem onts taat , maarde meest voorkomende oorzaak bij kinderen zijn vergrote amandelen (fi guur 2.2). Lange tijd was het dan ook een stoornis die Wanneer een kind snurkt. is er iets dat de ade mha vooral bij kinderen voorkwam en veel minder bij adoles centen. Dat is inmiddels veran derd doordat veel kinde Iing in de weg zit. Als dit ren en adolescen ren tege nwoordig veel re zwaa r zijn. tot bcnauwdheid lcidt . Want ook overgewicht kan leiden tot een slaapgebonraakr de sJaap verbrokden ade mhalingsstoornis. keld en geeft daardoor De slaapgebonde n adem halingsstoornis leidt tot verniet genoeg rusr. brakkelde slaap en daardoor tot versterkte slaperigheid overdag (Guilleminault, Lee & Cha n, 20 05). NARCOLEPSIE

Narcolepsie is een erfelijk bepaa lde sroomis die voorkomt bij ongeveer 5 op de IO.OOO mensen en al op de kinderleeftijd begint, zij het vaak in nog onduidelijke vorm. De stoomis wardt veroorzaakt doordat aan vallen van REM-slaap overdag kunn en doorbreken. De REM-slaap (zie 1.4) gaat gepaard met dramen en een versla pping van de ledematen. Dat is precies wat bij na rcolepsie zichtbaar wordt. Overd ag kan iemand zomaar verslappen en als een ledenpop in elkaar zak ken. Zo'n aanval kan worden uitgelo kt door een emotie. Offici eel heet dit symptoorn kataplexie, maar het lijkt op wat in de volksmond de 'slap pe lach' wordt genoemd . Ook kan een slaa pverlamming ontstaan bij de overgang van wake n naar slapen, net als de kata plexie maar en kele minuten durend. In de ove rgang van waken naar slapen of omge keerd kunnen heellevendige dra men worden beleefd, die op hallucinaties kunnen lijken (hypnagoge hallucinaties genoemd wa nneer zij o ptre den bij het inslapen en hypnopompe hallucinaties indien optredend bij het wakker worden). Ook overdag kun nen de rgelijke dra men ofhallucin aties zieh voordoen . Het meest hinder lijke symptoom bestaat uit onbedwingbare slaapaa nvallen overdag, die tot ongeveer twintig tot veertig minuten slaap kun nen leiden, waa m a men zieh weer verkwikt voelt , om een uur of twee, drie Iater wee r zo'n aan val te krijgen. Dergelijke aanvallen treden bij de een een paar keer per jaar op, bij de ander dagelijks. Bij kinderen is soms alleen ziehtbaar dat ze slaperi ger zijn, maar zoals eerder vermeid kan dat juist tot druk gedrag leiden. Bij adclescenren is soms allee n de aanvalsgewijz e slaperigheid overdag te 34 . Als je kind moeilijk slaapt

merken en treden pas na het volwasse n worden de andere symptomen op. Wel kunnen bij kinde re n ook de aanvallen van verslapp ing worden gezien, die soms allee n de ind ruk maken van onha nd igheid. Wanneer aa n na rcolepsie wordt gedacht , moet ond erzoek in een gespecialiseerd centrum (zie 7.6) plaatsvinden, met ee n Multiple Sleep Latency Test (MSLT; zie kader 4.3) en eventueel ee n bepaling in het bloed van een bepaalde a ntistof (het zoge naa mde HLA-DR2 of HLA-Dqwl) dat bij patienten met na rcolepsie veel vaker voorkomt da n in de algemene bevolking. SlAAPTEKORT

Vooral bij adolescenten ontstaat makkelijk een slaaptekort. Enerzijds is bij hen sprake van ee n toegen omen behoefte aa n slaap, maar anderzijds is het juist in deze periode moeilijk om daaraan te kunnen voldoen. Adolescenten willen vaak lang opblijven, omdat er 's avonds leuke dingen te doen zijn, maar soms wordt het ee n kwes tie van 'moeten' wanneer het gaat om huiswe rk. Soms moeten ze alweer vroeg op, vanwege een lange reis naar school of het lopen va n een krante nwijk. Daa rdoor oms taat ee n slaa ptekort, dat in het weekeinde moet worde n inge haald. Wanneer het tekort niet te groot is, valt dit wel val te houde n en hoeft er overdag niet pe r se sprake te zijn van een grote slaperigheid. Maar wan neer het tekc rt groot is, kan het bijslape n in he t weekeinde dit on voldoende campenseren waardoor ee n jongere do ordeweeks overdag veel te slaperig is (zie figuren 4.2 en 4.3) . Naast de sla perigheid overdag zijn er bijkomende verschijnselen als moeite met opstaan 's ochte nds, al dan niet met ee n behoorlijke prikkelbaa rheid (ochte ndhumeur). ONREGElMATIGE SLAAP -WAAKRITMIEK

Soms hou den adol escenten er ee n leefstijl op na waarbij rege lmaa t ste eds meer ontbreekt. Zo kunne n zij op onregelmatige tijd en eten en slapen , waarbij zij soms laat opblijven en lang uitslapen. Wannee r deze leefstijl gepaard gaat met her gebruik van koffie, cola, alcohol, nicotine en soft- ofhardd ru gs, raakt de slaa p nog meer verbrakkeld . U ITGESTELDE SLAAPFASE

Het hie rvoor besch reven patroon van ee n tekort aan slaap door de week, met inhaalslaap in het weekeinde (en vaak ook met slapen tussendoor aa n het eind van de middag), kan er bij sommige adolesce nte n toe leiden dat de in deze leeftijdsfase bestaande neiging tot verschuiving van de biologische klok naar later wordt verste rkt. Vooral wan neer

HOOFDSTUK Z SL... ... pP~OaL l ... E'" I N Di JEUCD ·

3S

2. 2. CHRONI SCH VERMOEIDHEIDSS YNDROOM {CVS }

'CVS is eenconrroverstefe aandoening. Zowel binnen als butren de modische wereld zijn er mensen die wel en mensen die niet in her bestaan ervan geloven', aldus de Gezondheidsraad (2007) die vervolgens stelde: 'CVS is een reele , ernstig invaliderende aandoening, Cu) l.ichamelijke en psychische oorzaken van CVS worden vaak tegenover etkaar geplaatsr. C.) Het neurowetenschappelijk onderzock van de afgelopen decennia heeft laren zien dat psychologie (bijvoorbeeld gedrag) en biologie (bijvoorbceld biochemische processen) twee aspecten zijn van hetzelfde geheel, Hel is ruet her een 6f her ander maar her een en het ander.' Dediagnose CVS wcrdt gesreld indien er minsrens zes maanden sprake is van aanhcudende of sreeds terugkerende vermoeidheid waarvoor geen lichamelijke verklaring is gevonden endie: • nieuw is, dat wil zeggen nietlevenslang aanwezig

• niet her gevolg is van voorrdurende inspanning • nauwelijks verbetert mer rusr • her funcuoneren emstig beperkt In combinatie tuermee bestaan sinds zes maanden of langer ren minste vier van de votgende sympromen (de symptcmen die al bestenden voor de vermoeidheid begon niet mee-

tellcnj: • last van een stech tcr geheugen of concenrraneproblemen

• keelpjjn • gevoelige hals- of okselk1ieren • spierpijn

• gewrichrspijnen • hoofdpijn

• nter-verrrtssendestaap • na Inspaarung gevoel van uitputting (malaise) gedurende 24 uur of langer

daar in de vakantie of in een period e van spijbele n aan kan worden taeg egeven , kan de biologische klok zo ver vao ruit gezet zijn da t het da arn a niet meer lukt am te rug te keren naar een gewoan patroon van naar bed gaan en opstaa n. Dan is er sprake van het uitgestelde-slaa pfasesyndroam. Hier bij kan de hoeveelheid slaap en de structuur van de slaap narmaal zijn, maar is de timing van de slaa p het enige afwijkende.

36 . Als je

kin d moeilijk staapi

MENSTRUATIEGEIONDEN PERIODIEKE SLAPERIGHEI 0

Bij meisjes doen zieh in de eerste jaren na het voor het ee rst ongesteld worde n soms perioden van slaperigheid voor, die een of twee weke n du ren en bij het ongesteld worden opklaren . Her gebru ik van een anti conceptiepil doet de aanvallen meestal verdwijn en. Overigens verdwijnt dit beeld na enkele jaren of na de eerste zwange rschap vaak spontaan. CHRONISCH VERMOEIDHEIDSSYNDROOM

Bij her chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) is er niet zozeer sprake van te slaperig zijn, als wel van te moe zijn, waarbij slapen gee n verkwi kking geeft (zie kad er 2.2). In een onderzoek (Rang el e.a., 2005) waa rin de gezinsomstandigheden van kinderen en ado lescenten met CVS werden vergeleken met die van kinderen en adolescenten met je ugdreuma, viel op dat in de gezinnen van jongeren met CVS ook de ouders vergelijkbare prob lemen vertoonde n en bovendien aanga ven erg gebu kt te gaan onder de problemen in het gezin. Een Nederlands

2.3 · OORZAKEN VAN PARTIELE AROUSALS

Oe parasomnieen nachteljjke verwardheld. nachrelijke angst en slaapwandelen berusren meesral op een enkele rninuren. maar soms langer durende stagneue van de overgang van diepe naar oppervlakkige slaap of wakker worden aan bet eind van elke slaapcydus.

Parriete arousalsrreden vaker op bij: • familieleden van mensen mer dit probleem (erfelijke factor) :

• kinderen voor de adolescenue: • slaapgebrek of onregelmatig slapen: • stressvolle pcrioden.

Parttäte arousals kunnen (bij daarvoor gevoelige mensen) worden uirgelokr door: • te vermoeid gaan slapen • koorts en licha melijke ma laise • her gebruik van slaap- en andere middelen die op de hersenen werken • slapen in een onbekende omgeving • volle blaas • benauwdheidsaanval • (evemueel per ongeluk) gewekr worden tijdens de arousalfase andere de slaap verstorende ractoren

flOO'DSTUK Z SL", ,,, P H OaLIME ,,, I N D E JE UG D ·

37

onderzoek naar e rnst ige vermoeidheid (Ter Wolbeek e.a., 2008) liet zien dat ru im een vijfde van meisjes in de adolescen tie k1achten van ernstige vermoeidheid verto ont, waarande r de k1acht dat slaa p niet verfrisse nd werkt. Bij de helft van hen dure n de k1ach ten ten minste zes maa nden en bij een kwa rt meer dan eenjaar. Er is ee n duidel ij k ver band tusse n ernstige vermoeidheid overdag en activi teiten 's avonds, zoals televis iekijken en computeren. Deze activiteiten blijke n ook de hoeveelheid slaap 's nachts te verminde ren.

2 .4. AFWIJKINGEN TIJOENS OE SLAAP

De slaapprablemen uit de groep van de pa rasomnieän heb ben gemeen dat zij opt rede n tijd ens her slapen. Op zichzelfka n de slaap ongestoord zijn, al hoeft dit niet. NACHTHllkf vnWARDHflD

Vanaf de peute rtijd vertonen sommige kinde ren 's nachts (vooral in de ee rste helft) aa nvallen van verward en o pgewonden gedrag, die meestal zo'n vijf a vijftie n minuten duren. Door de a ctiviteit lijkt het kindje wakker, maar het reag eert niet wa nneer de ouders met he m willen praten. Als de ouders hun kindje willen oppakken , verzet her zieh heftig. Nach telijke verw ardheid treed t op als er in de overgang van diepe naa r lichte slaap (of wakker worde n) ee n partieIe arousal is (zie kader 2.3). Omdat diepe slaap zieh vooral in de eerste helft van de nacht voordoet, is dit ook de per iode waarin nachtelijke verwardheid optree dt. NA CHTHlJkf ANGST

Aanvallen van nachtelijke angst , ook wel nach tangst of pavornocturnus ge noe md, wor den vooral gezie n bij kindere n vana f de kleutert ijd en kun nen gedurende ee n paa r jaar blijven te rugkeren. Ze kunnen zich echter ook het hele leve n blijven voordoen. Bij zo'n aanval schiet ee n kind plotseling overeind en slaakt daarbij een angstig klinkende schreeuw. De oge n staan wijd ope n, het hart bo nst , de hu id is k1a m e n het gelaat vertoont ee n intens an gstige uitd rukki ng. Soms spri ngt het kind uit bed e n rent her wild ra nd, met het gevaar zieh te verwenden. Een aa nval duu rt mees tal en kele minuten. Wa nneer ee n kind wa kker wordt of wa kker wo rdt ge maa kt, kan het zieh niet veel herinn eren - in elk geval gee n droom, hooguit een diffuus gevoel van a ngst. Nachtelijke angst behoort net a ls nachtelijke ve rwardheid tot de pa rtiele a rousalfenomenen, die oprreden in de overgang van d iepe naar lichtere slaa p of wa kker worde n en die da ardoor vooral aan het begin van de nacht worde n gez ien. Zij moet worden onderseheide n van de nachtme rrie. 38 . Als je

kind moeilij k slaa pt

5LAAPWANDELEN

Dit pa rttele arausalfenomeen doe t zieh vooral voor tij -

dens de schoolleeftijd en het begin van de adolescent ie. Kinderen lopen al slapend meesta l naar hun ouders, maar adolescente n kunne n meer hun eigen gang gaan en kamen da n eventu eel elders in huis tere cht. Slaapwandele n gaat meestal rustig, maar er is ook een opgewa nden vorm, waarbij her kind door zijn bewegingen en onverst aanbare spreken geagiteer d overkomt. Kinderen kun nen bij hun wandeling al slapend in bed worden geleid, terwijl adolescenten vaker wakker zullen worden.

Nachtelijke angstaanvalJen worden SOniS nacht-

rnerrtes genoemd. maar z ijn dar n ier. Er wordt niet angs tig ged roomd, zoals bij een nachtmerrie, maar

her kind blijft sreken in de

overgang tussen d iepe en oppervlakkige slaap.

NACHTMERRIES

Oe term 'nachtmerrie' wordt ook wel gebruikt voor kinderen met nachtelijke verward heid of angst, omd at men den kt dar het kindj e droomt, maar dat klopt niet. Een nachtmerrie is een draom met een angstig karakter. Omdar dra men zich doorgaans voordoen tijdens d e REM-slaap die vooral optreed t in de rweede helft van de nacht, is d ir typisch de period e voor nachtmerries (terwijl nachtelijke angst juist tijde ns de eerste helft van de nacht opt reedt). Na een nachtmerrie is een kind duidelijk wakker en verte lt dan wat her net in de draom meema akte. Het kan even duren voor het kind beseft dat het niet echt gebeurd is, waardoor her ook na het wa kker worde n nog een tijd angstig kan blijven. Nachtmerries zijn een normaal verschijnsel, maar bij som mige stoornissen, vooral angststoornissen en de postt raumatische stressstoo rnis, kunne n zij vaker opt rede n. TANDENKNARSEN (BRUXISME)

Oe oorzaa k van dir verschijnse l, waarvan bet kind zieh niet bewus t is, is onbeken d. Het tandenknarsen treedt vaak op tijdens de lichte slaap, maar soms ook in andere slaapstadia. Het veraorzaakt soms aa ngeziehtspijn ofhoofdpijn. HOOFDBONKEN (JA CTATlO CAPITJS)

Bonken of ralle n met het hoofd of wiege n met het lichaam gebeurt meestal tijdens het inslapen aa n het begin van de nacht of na 's nachts even wakker te zijn geweest. Hoofdbonken begint op de leeftijd van zes of zeven maand en en verdwijm meestal spontaan ra nd het derde a vierde levensjaar. Ofschoon zulke ritmische, in zichzelf gekeerde bewegingen ook worden gezien bij kinderen met ernstige on twikkelings-

I