127 87 2MB
Dutch Pages 203 Year 2008
Actief leren voor een beroep
Actief leren voor een beroep
Activiteiten voor leerlingen in het mbo niveau 3 en 4
Nicolien van Halem
Bohn Stafleu van Loghum Houten 2008
Ó 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopiee¨n of opnamen, hetzij op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopiee¨n uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 jo het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Samensteller(s) en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een betrouwbare uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor drukfouten en andere onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen. ISBN 978 90 313 5251 7 NUR 841 Ontwerp omslag: A-Graphics Design, Apeldoorn Ontwerp binnenwerk: Studio Bassa, Culemborg Automatische opmaak: Pre Press, Zeist Bohn Stafleu van Loghum Het Spoor 2 Postbus 246 3990 GA Houten www.bsl.nl
Inhoud
Voorwoord Dank
7 7
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12
Informatie verzamelen Lezen Aantekeningen maken tijdens een klassikale les/hoorcollege Uitleg/instructie Vragen stellen Informatie halen uit boeken, tijdschriften en kranten Informatie halen uit een dvd/video of televisieprogramma Literatuurstudie Telefoneren Interviewen Enqueˆte houden Op excursie of werkbezoek gaan Verzamelen
9 9 13 15 17 20 22 25 28 31 34 37 40
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12
Informatie verwerken Driestappeninterview Samenvatten Schema maken Schrijven van een tekst Woordelijk en letterlijk verslag Verslag schrijven Werkstuk maken Schrijven van een krantenbericht Folder maken Poster maken Muurkrant maken Fotocollage maken
43 43 45 48 50 53 55 58 61 64 66 68 70
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Werken aan een project Projectmatig werken Plan van aanpak maken Vergaderen Brainstormen Discussie¨ren Logboek bijhouden Een rapport schrijven
73 73 79 84 88 90 93 96
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Discussievormen Paneldebat Kort geding Schriftelijke discussie ‘Openstoel’discussie
99 99 1 02 1 05 1 08
6
actief leren voor een beroep
4.5 4.6
Stellingenspel Moreel dilemma
111 1 14
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
Gebruikmaken van media Elektronische leeromgeving (ELO) Internet Laptop in de klas Fotograferen Filmen PowerPoint
1 17 1 17 1 20 1 23 1 26 1 29 1 32
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7
Werken aan opdrachten op school Werken aan een casus Rollenspel Handelingsschema Practicum De 7-sprong Onderzoek Een les geven
1 35 1 35 1 37 1 40 1 44 1 47 1 53 1 56
7 7.1 7.2 7.3
Voorbereiden op de beroepspraktijkvorming Leerdoelen maken Een POP maken Een PAP maken
1 59 1 59 1 62 1 65
8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
Reflecteren Feedback geven en krijgen Reflecteren Intervisie Incidentmethode Leerverslag maken
1 67 1 67 1 70 1 74 1 78 1 82
9 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5
Competentiegericht toetsen Een toets voorbereiden Presenteren Assessment Proeve van bekwaamheid Portfolio
1 85 1 85 1 89 1 92 1 95 1 98
Gebruikte literatuur
20 1
Websites
202
Over de auteur
203
Register
204
Voorwoord
Hoe besteed jij je tijd als je twee, drie of vier jaar een beroepsopleiding volgt? Lessen, groepswerk, projecten, stages, praktijklessen, toetsen... Wat doe je dan precies? En hoe doe je dat dan? Met of zonder docent, alleen of in een groepje? In dit boek staan ruim 60 activiteiten waarmee je op een actieve manier leert voor je beroep. Met alles wat daarbij hoort: stevige vakkennis, vaardigheden en een goede beroepshouding. Dit boek kun je tijdens je hele opleiding gebruiken als naslagwerk bij opdrachten op school en in de praktijk. Niet alles wat je op school doet vind je terug in dit boek. Specifieke vaardigheden leer je het beste van je vakdocent met behulp van een vakboek. Per activiteit is uitgewerkt wat deze inhoudt, waarom je het doet en welke stappen je moet zetten (voorbereiden, uitvoeren en afronden). Verder krijg je tips hoe je missers kunt voorkomen en hoe je variatie in de activiteit kunt brengen. Na elke activiteit is er aandacht voor je leerproces: je evalueert de activiteit en trekt je conclusie voor een volgende keer. Ik heb het goede van de oude tijd willen behouden en dit gecombineerd met de goede kanten van competentiegericht onderwijs of ‘het nieuwe leren’. In dit boek is er dus aandacht voor lezen, literatuurstudie en theorietoetsen, maar ook voor werken in een elektronische leeromgeving, projectmatig werken en verzamelen van je portfolio. Individueel leren e´n samenwerken komen beide aan bod. Veel plezier met actief leren voor het beroep van je keuze. Nicolien van Halem Woerden, februari 2008
Dank Dank aan mijn meelezers en mensen die gevraagd of ongevraagd, bedoeld of onbedoeld adviezen gaven voor de inhoud. Vooral dank aan mijn kinderen Joris, Daan, Lennert en Rosa, alle vier actieve gebruikers van het onderwijs, voor hun praktische tips en nuchter commentaar.
1
Informatie verzamelen
1.1 Lezen Wat is het?
Hoe doe ik het?
Om op een goede en handige manier een artikel uit een tijdschrift of welke andere tekst dan ook te lezen kun je een bepaalde manier van lezen toepassen: een leesstrategie. Een leesstrategie zegt iets over de manier waarop je een tekst gaat opnemen, een plan.
Voorbereiden
Vraag je af waarom je de tekst wilt lezen. Is dit om: . te beoordelen of het de moeite waard is om verder te lezen (zie stappenplan ORIE¨NTEREN); . antwoord te vinden op een korte vraag (zie stappenplan ZOEKEN); . de grote lijn van een tekst te kennen (zie stappenplan GLOBAAL LEZEN); . alles precies te weten (zie stappenplan STUDEREND LEZEN); . een mening over de inhoud te geven (zie stappenplan KRITISCH LEZEN). Zoek uit waar de tekst over gaat. Het is handig als je weet wat het doel is van een tekst. De meeste teksten over een serieus onderwerp zijn bedoeld om te informeren. Sommige reclameteksten lijken met opzet op informatieve teksten. Voorbeeld hiervan is de zogenaamde ‘advertorial’ zoals je die in een vakblad vindt. Zoek naar de hoofdzaken uit een tekst. Hoofdzaken zijn termen, begrippen en situaties. Bijzaken zijn definities, voorbeelden en beschrijvingen. Hoofdzaken zijn vaak te vinden op de volgende plaatsen: . de titel . ondertitel . de lead (de vet- of cursief gedrukte eerste alinea) . de tussenkopjes . de laatste alinea . opvallend gedrukte woorden (cursief, vet of GROOT) . de illustraties (tekeningen, foto’s of grafieken). Herken de alinea’s: de tekst springt in, dat wil zeggen dat de tekst meer naar het midden staat. Er staat nieuwe informatie, vaak samengevat in een kernzin. Dit is vaak de eerste of de laatste zin. De kernzin bevat vaak de belangrijkste begrippen, de kernwoorden. Verbindingswoorden zijn voegwoorden tussen twee zinnen. Ze geven informatie over de betekenis van de tekst (omdat ? reden; doordat ? oorzaak; voordat, nadat ? tijd; en ? opsomming; of ? keuze; maar ? tegenstelling).
10
actief leren voor een beroep
De volgende ordening kom je vaak tegen in alinea’s: . vroeger – nu – toekomst . wat – wie – waar – wanneer – waarvoor . probleem – oorzaak - doel – actie – resultaat . probleem – oorzaak – gevolg – conclusie . probleem – oplossing – voordeel – nadeel – advies
Uitvoeren
Volg het stappenplan van je keuze: leesstrategiee¨ n (stappenplannen) Stappenplan ORIE¨NTEREN . . .
Lees de titel, de lead (de cursief of vetgedrukte eerste alinea), de tussenkopjes, de illustraties en veel voorkomende woorden. Bepaal of de tekst voor jouw doel geschikt is. Ga, afhankelijk van je doel, verder met een van de volgende stappenplannen.
Stappenplan ZOEKEN . . . .
Orie¨nteer je op de tekst volgens stappenplan ORIE¨NTEREN. Lees je vraag. Zoek je antwoord door in de tekst te kijken naar tussenkopjes en anders gedrukte woorden. Zoek in de alinea’s naar kernzinnen en kernwoorden. Stop met lezen als je je antwoord gevonden hebt.
Stappenplan GLOBAAL LEZEN . . . . .
Orie¨nteer je op de tekst volgens stappenplan ORIE¨NTEREN. Lees de hele tekst door (‘gewoon’ lezen, zoals in een leesboek). Let op titel, de lead, tussenkopjes en alinea’s. Noteer per alinea de belangrijkste zaken in steekwoorden of Markeer met een lichtgevende stift de belangrijkste zaken. Markeer niet te veel, alleen de kernzin en kernwoorden).
Stappenplan STUDEREND LEZEN . . . . . . .
Neem de tekst door volgens stappenplan GLOBAAL LEZEN. Noteer per alinea de belangrijkste zaken in steekwoorden of Markeer met een lichtgevende stift de belangrijkste zaken. Markeer niet te veel, beperk je tot de kernzin en kernwoorden. Zoek de betekenis van de woorden die je niet kent. Maak een samenvatting van elke alinea. Verschillende manieren om een tekst samen te vatten zijn: – noteren van de hoofdzaken – formuleren van je conclusies (geef de oorzaken en gevolgen aan) – maken van een schema (zie ook 2.3 Schema maken), tekening of mindmap (een visueel schema) van de inhoud – noteren van de kern (maximaal 30 woorden) – noteren van je mening over de tekst, met argumenten – beschrijven van de hoofdzaken, conclusies en je mening aan een ander.
1
informatie verzamelen
11
Stappenplan KRITISCH LEZEN . .
.
Bestudeer de tekst volgens stappenplan STUDEREND LEZEN. Stel jezelf vragen over de tekst (is dit waar, waarom is dat zo, waarom is dit belangrijk, is dit logisch, wat zijn de feiten en wat de meningen, welke voor- en nadelen zijn er, is de informatie betrouwbaar, zijn er meer bronnen, enz.). Noteer je vragen en opmerkingen en je eigen mening.
Afronden
Neem je vragen en opmerkingen bij de tekst en je mening, me´t argumenten, mee naar je les of studieactiviteit.
Handige tips
Aandachtspunten om missers te voorkomen . . .
Hoe kan het anders?
Een goede voorbereiding is het halve werk: de juiste literatuur, volledig en goed leesbaar. Probeer uit wat jij prettig vindt: vragen en aantekeningen noteren in de tekst, in een schrijfblok of met behulp van een laptop. Een goede houding en omgeving (muziek aan of juist uit?) en goede verlichting helpen bij aandachtig lezen.
Varianten
1 De leerlingen verdelen de theorie in stukjes (bijvoorbeeld: ieder neemt een paragraaf of een hoofdstuk) om te lezen en vervolgens te vertellen aan medeleerlingen. 2 Je kunt je aantekeningen ook weergeven in een schema of mindmap (zie 2.3 Schema maken).
Praktisch
Voorwaarden Materialen
Pen en papier of laptop, markeerstift. Groepsgrootte
Individueel. Voorbereidingstijd
Geen. Uitvoeringstijd
Afhankelijk van de gekozen leesstrategie: hoe grondiger, hoe meer tijd het vraagt. Bij studerend lezen kun je slechts een paar bladzijden per uur halen.
12
actief leren voor een beroep
Voorbeelden . .
Globaal lezen bij een inleiding in de restauratietechniek (bij de kwalificatie Medewerker schilderen). Studerend lezen bij een hoofdstuk over kitten en beschermingsmaterialen (bij de kwalificatie Autoschadehersteller).
Wat heb ik geleerd? .
. .
Heeft deze activiteit goed gewerkt? Dat wil zeggen heb je de informatie begrepen, opgenomen en verwerkt? Waaruit blijkt dat? Motiveer je antwoord met een duidelijk voorbeeld. Wat verliep goed en wat verliep minder goed bij het uitvoeren van deze activiteit? Welke aandachtspunten heb je als je deze activiteit nog eens gebruikt?
1
informatie verzamelen
13
1.2 Aantekeningen maken tijdens een klassikale les/hoorcollege Wat is het?
Hoe doe ik het?
Aantekeningen maken is het op papier weergeven van informatie die de docent geeft, zodat je later de structuur van het verhaal en de hoofdpunten kunt teruglezen.
Voorbereiden . .
Ga zo zitten dat je de docent goed kunt horen en zien. Zorg dat je de vragen of opmerkingen over de stof die de docent gaat bespreken bij de hand hebt, zodat je die op een passend moment kunt bespreken.
Uitvoeren . . . .
Schrijf mee met het verhaal van de docent. Geef niet letterlijk, maar in grote lijnen weer wat hij/zij vertelt. Maak gebruik van afkortingen en symbolen die voor jou begrijpelijk zijn (, ?, $, &, ,,